De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat tijdens de eerste coronagolf zorgmedewerkers en soms ook ander essentieel
personeel zoals onderwijspersoneel besmet zijn geraakt met het coronavirus die daar
soms in hevige mate postcovidklachten aan hebben overgehouden;
overwegende dat deze medewerkers inmiddels zowel voor hun herstel als inkomenspositie
tegen de grenzen van reeds bestaande regelgeving aanlopen, te «vroeg» waren voor de
huidige regelingen of zelfs al arbeidsongeschikt verklaard worden;
overwegende dat juist deze groep tijdens de eerste golf hun werk heeft voortgezet
in een periode met schaarste van middelen en onbekendheid over het gevaar van het
virus;
overwegende dat er momenteel al geruime tijd gesprekken plaatsvinden over de juiste
manier om deze mensen te helpen en dat deze mensen al maanden moeten wachten;
verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk, maar ten minste binnen twee maanden met
een brief te komen waarin staat op welke manier verder invulling zal worden gegeven
aan de aanpak van de problemen van deze «eerste golf»-groep en dan in het bijzonder
als het gaat om financiën, her- en bijscholing en mogelijke re-integratie;
verzoekt voorts om te verkennen om voor deze «eerste golf»-groep de vergoeding van
zorgkosten die zijn gemaakt ten gevolge van postcovid en die bijdragen aan hun herstel,
in overleg met zorgverzekeraars aanvullend mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.