Hierbij stuur ik uw Kamer het 142e advies van het OMT toe dat ik vandaag heb ontvangen1. Tevens stuur ik u het maatschappelijk beeld en uitvoeringstoets. Hierin wordt vanuit
verschillende perspectieven input geleverd voor de brede weging van mogelijke maatregelen.
Deze input komt onder andere van de gedragsunit RIVM, de politie, het Nationaal Kernteam
Crisiscommunicatie, het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), verschillende vakdepartementen,
Veiligheidsregio’s en de VNG. Allen leveren input vanuit hun eigen expertise, die
het kabinet vervolgens betrekt bij de afwegingen alvorens tot een besluit te komen.
De meest recente briefadviezen van het RIVM en het SCP treft u bij deze brief aan2.
Een korte weergave van het OMT-advies dat is besproken in het BAO vandaag, is hieronder
opgenomen.
Het OMT is 11 februari bijeen geweest om de laatste ontwikkelingen met betrekking
tot de omikronvariant te duiden en de epidemiologische situatie te beoordelen.
Het OMT heeft kennisgenomen van de voorgenomen versoepelingen. Het OMT geeft aan de
modelleringsstudies laten zien dat versoepelingen waarschijnlijk slechts een beperkt
effect hebben op de piekbezetting in de ziekenhuizen en op de IC, ervan uitgaande
dat we in de loop van de week de piek van de besmettingen hebben bereikt. Het OMT
acht de versoepelingen zoals voorgesteld daarom verantwoord. Dit doet het OMT met
de disclaimer van de opkomst van een weer nieuwe virusvariant. Tevens wil het OMT
een aantal kanttekeningen maken.
Zo moet de maatschappij zich voorbereiden op de gevolgen van de versoepelingen, aangezien
meer mensen in isolatie zullen moeten gaan, hetgeen leidt tot uitval van personeel
in diverse sectoren. Daarnaast is het van belang om handelingsperspectief te bieden
aan kwetsbare personen.
Ten aanzien van het gebruik van het CTB, adviseert het OMT om in de huidige fase van
de epidemie het CTB op te plussen met de boostervaccinatie, voor gebruik in die CTB-plichtige
sectoren waarin wordt overwogen de veilige afstandsnorm, placeringsplicht en mondkapjesplicht
onder condities los te laten.
Daarnaast adviseert het OMT om 1G te gebruiken voor grote, hoogrisico-evenementen
(ongeplaceerd, meer dan 500 personen) zolang er sprake is van een epidemiologische
situatie met hoge incidentie zoals momenteel het geval is.
Het OMT adviseert de basismaatregelen ook op de langere termijn te handhaven en maatregelen
op te schalen indien de situatie dit vereist.
Het OMT wijst op het belang van zonder drempel beschikbaar stellen van zelftesten
en adviseert het gebruik daarvan te bevorderen. Tot slot adviseert het OMT het thuiswerkadvies
niet ineens, maar gefaseerd af te bouwen.
Het OMT adviseert voor bewoners van langdurige zorg instellingen, die minder dan 3
maanden geleden een infectie met de deltavariant hebben doorgemaakt, te overwegen
de tijd tussen doorgemaakte infectie en de booster te bekorten tot 8 weken en hen
zo snel mogelijk een boostervaccinatie te geven.
Het OMT zal een volgende keer een samenhangende visie op de lange termijn aanpak voor
testen, surveillance, BCO en meldplicht bespreken. Bij dit advies is een eerste visie
op het toekomstige testlandschap toegevoegd. Tenslotte adviseert het OMT de isolatieduur
van een positief getest persoon, conform de recente adviezen van de ECDC, in te korten
van 7 dagen naar 5 dagen, mits deze persoon dan ook minimaal 24 uur klachtenvrij is.
Het BAO dat 14 februari bijeen is gekomen, is verheugd dat het OMT de voorgenomen
versoepelingen verantwoord vindt. Het BAO adviseert de aanpassing van de isolatieduur,
met het oog op de benodigde voorbereidingstijd, op 18 februari in te laten gaan.