Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2014
Op 19 februari 2014 heb ik tijdens de eerste termijn van het algemeen overleg met
de Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie over het coffeeshopbeleid toegezegd
om de uit 2012 daterende schatting van het exportpercentage van in Nederland geteelde
cannabis te laten valideren (Kamerstuk 24 077, nr. 317). Met deze brief doe ik u het onderzoek «De export van in Nederland geteelde cannabis»
van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) toekomen1, waarmee aan deze toezegging wordt voldaan.
De omvang van de export van in Nederland geteelde cannabis vormt een belangrijk element
in het debat over de hennepteelt. Immers, als een groot gedeelte van de in Nederland
geteelde cannabis naar het buitenland wordt geëxporteerd, heeft eventuele regulering
van het gedeelte van de teelt dat bestemd is voor de Nederlandse coffeeshops, slechts
een zeer beperkte invloed op de totale teelt. De illegale teelt zal blijven bestaan.
Regulering zal derhalve van zeer beperkt nut zijn bij het beter kunnen bestrijden
van de georganiseerde criminaliteit die zich met de hennepteelt bezighoudt.
Het doel van bijgaand onderzoek is geweest om de mogelijkheden en beperkingen van
het schatten van de export van in Nederland geteelde cannabis in kaart te brengen
en – voor zover mogelijk – een nieuwe schatting van de export te maken. De teelt van
cannabis speelt zich voor een onbekend deel in het verborgene af. De schatting van
de export van in Nederland geteelde cannabis betreft dan ook een «educated guess».
De export is geschat voor twee definities van gebruik door niet-ingezetenen. Wanneer
de consumptie door niet-ingezetenen wordt gedefinieerd als binnenlandse consumptie, ligt de export naar schatting hoogstwaarschijnlijk tussen de 78 en 91 procent van
de productie. Wanneer de consumptie door niet-ingezetenen wordt beschouwd als export, ligt de export naar schatting hoogstwaarschijnlijk tussen de 86 tot 95 procent van
de productie. Voor de uitgebreide (cijfermatige) resultaten van het onderzoek, evenals
voor de opzet en precieze uitvoering van het onderzoek, verwijs ik u naar de bijlage
bij deze brief.
Het onderzoek bevestigt hiermee de overtuiging van het kabinet dat het grootste deel
van de hennepteelt voor de export is bedoeld en ondersteunt daarmee de richting van
het huidige beleid.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten