21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 763 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2019

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Telecomraad die op 7 juni a.s. plaatsvindt in Luxemburg.

De agenda voor de Telecomraad bestaat ten eerste uit een voortgangsrapportage over de ePrivacy Verordening. Vervolgens staat het aannemen van het raadsbesluit over de World Radiocommunication Conference 2019 geagendeerd. Vervolgens staat een beleidsdebat over de raadsconclusies over de toekomst van Europees digitaal beleid en het aannemen van deze conclusies op de agenda.

Op de agenda van de Raad staan daarnaast diversenpunten geagendeerd. De Raad wordt door het Voorzitterschap geïnformeerd over de Richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PSI), over de voortgang van de Verordening voor de totstandkoming van het «Digital Europe Programma 2021–2027» en de Verordening voor oprichting van het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra. Tevens zal de Tsjechische delegatie een terugkoppeling geven over de «Prague ministerial conference on 5G». Ook geeft het huidige Voorzitterschap een overzicht van de evenementen die hebben plaatsgevonden in Roemenië en presenteert het inkomende Finse voorzitterschap zijn werkprogramma.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

GEANNOTEERDE AGENDA

ePrivacy

Voortgangsrapportage

Het Roemeense Voorzitterschap zal een vierde voortgangsrapportage over de ePrivacy verordening (voor het betreffende BNC-fiche zie Kamerstuk 22 112, nr. 2306) agenderen. De bespreking in de Raad zal niet besluitvormend of concluderend zijn.

Het Roemeense Voorzitterschap is er niet in geslaagd om – zoals het voornemens was – te komen tot een algemene oriëntatie. Dit ondanks het feit dat het voorstel van de Europese Commissie ook onder het Roemeense Voorzitterschap op diverse punten is aangepast. Na bijna tweeënhalfjaar onderhandelen is er nog geen overeenstemming bereikt. Veel zal afhangen van de aanpak van het komende Finse Voorzitterschap en de (nieuwe) Europese Commissie.

De besprekingen in de Raadswerkgroepen hebben zich de afgelopen maanden geconcentreerd op de uitzonderingen op het communicatiegeheim ten behoeve van de bestrijding van kinderporno en het bestrijden en voorkomen van terrorisme. Daarnaast is meerdere malen gesproken over dataretentie in relatie tot de ePrivacyregels.

Op het terrein van de bestrijding van kinderporno is door het Roemeense Voorzitterschap een voorstel gedaan, waarover nog veel discussie is. Zo zou onder andere moeten worden bepaald dat de overheid, en dus niet de telecommunicatie-aanbieder, bepaalt welk materiaal strafbaar is. Bovendien zouden aanbieders het verkeer op zodanige wijze moeten scannen dat zij de inhoud van communicatie niet zien. Nederland steunt dit voorstel en hecht grote waarde aan de bestrijding van kinderporno.

Over het al dan niet introduceren van bevoegdheden voor aanbieders van telecommunicatiediensten om in verkeer te kijken ten behoeve van het bestrijden van terrorisme is weinig voortgang geboekt en liggen de opvattingen van de lidstaten uiteen. Nederland vindt, net als sommige andere landen, een uitzondering die het aanbieders mogelijk maakt om zonder opdracht daartoe van de overheid telecommunicatieverkeer af te luisteren om te kijken of er sprake is van terrorisme, een te grote inbreuk op het communicatiegeheim en is tevreden met de in de verordening opgenomen mogelijkheid om desgewenst in nationale wetgeving ten behoeve van de bestrijding van terrorisme regels te maken die een uitzondering vormen op de ePrivacyregels.

Wat betreft dataretentie (het bewaren van telecommunicatiegegevens) is er een groot aantal lidstaten dat wil proberen de mogelijkheden voor retentie van data te vergroten door op diverse plaatsen in de tekst van de ePrivacy verordening te benadrukken dat dit onderwerp buiten de reikwijdte van de e-privacyregels valt. De (juridische) effectiviteit van deze aanpak wordt echter door de juridische dienst van de Raad en diverse lidstaten betwijfeld. De Nederlandse opvatting is dat het voorstel voor een ePrivacy verordening niet de grondslag moet en kan zijn voor een verplichting tot dataretentie. Daarvoor is vanuit Nederlands perspectief eigenstandige Europese of nationale wetgeving nodig die voldoet aan de eisen zoals die zijn af te leiden uit de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Wel vindt Nederland het belangrijk dat de ePrivacy verordening geen extra drempels opwerpt voor dataretentie.

Toekomst Europees digitaal beleid

Aannemen raadsconclusies en beleidsdebat

Tijdens de Raad zullen conclusies over de toekomst van Europees digitaal beleid worden aangenomen. Doel is vanuit de Raad richting te geven aan de nieuwe Europese Commissie en het Europees parlement. Met de raadsconclusies wil het Roemeens Voorzitterschap vervolg geven aan de brede discussie die over dit onderwerp gevoerd werd tijdens de informele Telecomraad op 1 maart jl. in Boekarest (Verslag informele Raad Kamerstuk 21 501, nr. 756). De Nederlandse inzet voor deze conclusies is dan ook in lijn met de inbreng tijdens die bijeenkomst. Dat betekent een integraal Europees digitaal beleid dat zich richt op het creëren van veiligheid en vertrouwen; sterke innovatieve ecosystemen, eerlijke, competitieve markten en meer Europese samenwerking op het terrein van cybersecurity, 5G en sleuteltechnologieën als Artificiële Intelligentie. Over de conclusies wordt op dit moment van schrijven nog onderhandeld. Nederland werkt nauw samen met andere lidstaten en spant zich in om gezamenlijk tot een ambitieuze boodschap te komen.

World Radiocommunication Conference

Aannemen raadsbesluit

Het Roemeense Voorzitterschap wil tijdens de Raad aansturen op een Raadsbesluit over de komende World Radiocommunication Conference (WRC) van de ITU (Internationale Telecommunicatie Unie) die plaatsvindt van 28 oktober t/m 22 november in Sharm el-Sheikh (Egypte). Nederland staat positief tegenover het Raadsbesluit.

Tijdens een WRC, die eens in de 3–5 jaar plaatsvindt, worden de internationale kaders vastgelegd waarbinnen landen hun frequentiebeleid (en het gebruik van frequenties) kunnen vormgeven. De besluiten van een WRC worden vastgelegd in de Radio Reglementen van de ITU, die de werking hebben van een internationaal verdrag. De Europese voorbereidingen voor de WRC-2019 vinden plaats in CEPT-verband (European Conference of Postal and Telecommunications Administrations), een samenwerkingsverband van 48 landen. Alle EU-lidstaten zijn lid van de CEPT.

Belangrijke strekking is dat het besluit gemeenschappelijke posities van de EU bevat over de agendapunten van de WRC die raken aan interne (markt) regels van de EU of ingezet EU-beleid, waarover de lidstaten een gezamenlijk standpunt innemen en deze zullen uitdragen aan de hand van vooraf geformuleerde doelstellingen voor de onderhandelingen. Dit om uiteenlopende posities van EU-lidstaten tijdens de WRC-onderhandelingen te voorkomen. Daarnaast betreft het Raadsbesluit onder meer de toekomstige uitbreidingsbanden voor 5G, een verdere allocatie in de 5GHz band voor RLAN (lees: WiFi), mits kan worden aangetoond dat dit bestaande diensten niet belemmert en een tweede satellietaanbieder van nood, spoed en veiligheidsdiensten op zee is toegestaan.

Diversenpunten

Onder de diversenpunten zal het Voorzitterschap informatie verstrekken over de dossiers Directive on the re-use of public sector information (PSI Directive), Regulation establishing the Digital Europe programme for the period of 2021–2027, Regulation establishing the European Cybersecurity Competence Centre and the Network of Coordination Centers. Tevens zal het «Prague ministerial conference on 5G» worden opgenomen als diversenpunt. Ook zal het Voorzitterschap de Raad informeren over de verschillende evenementen die georganiseerd zijn onder het Roemeens Voorzitterschap. Tenslotte zal het inkomende Finse Voorzitterschap de Raad informeren over hun werkprogramma voor de tweede helft van 2019.

Naar boven