21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 767 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2014

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die plaatsvond op 17 februari jl. in Brussel. Tevens informeer ik u onder overig en conform mijn toezeggingen in het AO Landbouw- en Visserijraad van 11 februari jl. over het doden van gezonde dieren in Nederlandse dierentuinen en over certificeringseisen voor diertransporten.

In de Landbouw- en Visserijraad heeft het Griekse voorzitterschap zijn werkprogramma voor deze Raadsformatie toegelicht. De Raad heeft beleidsdebatten gevoerd over de voorstellen van de Europese Commissie voor een verordening inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten en over de situatie op de zuivelmarkt, ter opvolging van de in september 2013 gehouden conferentie over de ontwikkeling van de zuivelsector na 2015. De Europese Commissie heeft haar voorstel gepresenteerd voor een nieuw schoolfruit- en schoolmelkprogramma.

Onder diversen heb ik de Raad geïnformeerd over mijn inzet voor de ontwikkeling van een alliantie voor climate smart agriculture en heb ik mijn collega’s opgeroepen zich bij deze alliantie aan te sluiten. Ook onder diversen is de Raad geïnformeerd over de stand van zaken in de totstandkoming van gedelegeerde handelingen ter uitwerking van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB; door de Europese Commissie), het Europees Innovatiepartnerschap voor Productie en Duurzame Landbouw (door de Europese Commissie), de conclusies van de 34e conferentie van directeuren van Europese betaalorganen (door de Litouwse delegatie), de gevolgen van extreem winterweer in Slovenië (door de Sloveense delegatie) en een uitbraak van Afrikaanse varkenspest (door de Litouwse en Poolse delegaties).

Werkprogramma Grieks voorzitterschap

(Presentatie door het voorzitterschap)

Het Griekse voorzitterschap heeft zijn werkprogramma toegelicht. Op het gebied van de landbouw zal veel aandacht gaan naar de implementatie van het nieuwe GLB. Andere landbouwonderwerpen die prioriteit krijgen van het voorzitterschap zijn promotie van landbouwproducten, de situatie op de zuivel- en de groenten- en fruitmarkten, schoolfruit en schoolmelk, biologische landbouw en landbouw in de ultraperifere gebieden en op eilanden van de EU. Het voorzitterschap zal een informele Landbouwraad organiseren over het uitbaten van de diversiteit van de Europese landbouw. De onderhandelingen over een nieuw plant- en diergezondheidspakket vormen het voornaamste dossier op veterinair en fytosanitair terrein, maar het voorzitterschap zal zich ook wijden aan het dossier over klonen van dieren. Op het vlak van visserij zal het voorzitterschap zich inzetten voor de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en de totstandkoming van een blauwdruk voor meerjarenplannen.

Een klein aantal lidstaten heeft een korte reactie gegeven op het werkprogramma, waarbij werd opgeroepen tot het bespreken van de landbouwonderdelen van onderhandelingen over vrijhandelsakkoorden. Commissaris Ciolos heeft schoolfruit en schoolmelk en biologische landbouw uitgelicht als belangrijke dossiers, evenals de implementatie van het GLB, waaronder de totstandkoming van gedelegeerde handelingen. Die laatste verwacht de Commissaris begin maart te kunnen voorleggen aan de Raad en het Europees Parlement. Hij heeft zich bereid getoond de Raad te informeren over vrijhandelsakkoorden, maar de lidstaten ook verzocht om juist landbouwaspecten onder de aandacht te brengen in gremia die primair verantwoordelijk zijn voor deze onderhandelingen. Tot slot heeft Commissaris Ciolos het Griekse voorzitterschap verzocht in één van de Landbouwraden in het voorjaar een rondvraag te agenderen over de nationale keuzes die de lidstaten hebben gemaakt voor de uitvoering van het GLB.

Situatie op de zuivelmarkt; opvolging van de conferentie «De EU-zuivelsector: ontwikkelingen na 2015»

(Beleidsdebat)

De Raad heeft van gedachten gewisseld over de situatie op de zuivelmarkt, in vervolg op de conferentie over de zuivelsector die de Europese Commissie op 24 september 2013 in Brussel organiseerde. Commissaris Ciolos heeft opgemerkt dat sommige lidstaten een «zachte landing» bepleiten in de aanloop naar de beëindiging van de melkquotering per 31 maart 2015, maar dat dit in zijn ogen het openbreken van het betreffende politiek akkoord uit 2008 betekent en eigenlijk een einde van de quota in 2014. Hij heeft aangegeven alleen een wijziging te willen overwegen als daarover een brede consensus in de Raad bestaat. De Commissaris heeft verder zijn visie op de situatie op de zuivelmarkt gedeeld: er zijn goede perspectieven, maar de sector is ook vatbaar voor snelle verstoringen en prijsvolatiliteit die niet het gevolg zijn van normale marktontwikkelingen. Wel vindt de Commissaris dat het nieuwe GLB instrumenten bevat die samen voldoende bieden om te kunnen inspelen op de veranderingen die het gevolg zijn van de beëindiging van het quotasysteem. De Commissaris heeft een questionnaire aan de Raad voorgelegd, waarin aan de lidstaten wordt gevraagd wat zij zien als de belangrijkste uitdagingen voor de zuivelsector, of het huidige GLB hierop voldoende inspeelt, en zo nee, wat mogelijke instrumenten zijn om het hoofd te bieden aan crises in de sector.

In mijn inbreng heb ik de noodzaak van een zachte landing vooropgesteld en ik heb mijn collega’s opgeroepen dit ook te benadrukken tegenover de Europese Commissie. Ik heb de actuele situatie geschetst van een toenemende melkproductie als gevolg van gunstige weersomstandigheden en een goede melkprijs. Die situatie leidt ertoe dat meer lidstaten dan gebruikelijk afstevenen op overschrijding van hun quotum, waardoor boeren een superheffing zullen moeten betalen. Ik heb daarom gepleit voor extra productieruimte in het laatste quotumjaar en heb de Europese Commissie dringend verzocht om daartoe op korte termijn de mogelijkheden te onderzoeken tot aanpassing van de vetcorrectiefactor. Bij aanpassing moet dan naar mijn mening in gelijke mate rekening worden gehouden met de belangen van melkveehouders die een hoger vetgehalte melken dan hun (individuele) referentie én de melkveehouders die een lager vetgehalte dan hun referentie produceren.

Ten aanzien van de vooruitzichten op middellange termijn heb ik aangegeven dat de zuivelsector zich zal moeten voorbereiden op het vooral buiten de EU vermarkten van de toenemende melkproductie. Verder heb ik aangegeven dat ik oplossingen voor uitdagingen in kwetsbare productiegebieden meer in regionaal en structuurbeleid zie en niet in landbouwbeleid. Ik heb benadrukt dat Nederland tegen aanbodregulering is – dit zou indruisen tegen het besluit om de quotering af te schaffen – en dat de zuivelsector naar mijn oordeel adequate instrumenten ter beschikking heeft om prijsfluctuaties te beperken en de marktmacht van primaire producenten te vergroten. Ik heb mijn verwachting uitgesproken dat aanbodregulering de onzekerheid voor efficiënte boeren zou vergroten en het doen van investeringen daarom zou ontmoedigen.

Tien lidstaten hebben mijn oproep gesteund om iets te doen aan de superheffing die een aantal lidstaten dreigt te treffen. Als oplossingen zijn het aanpassen van de vetcorrectiefactor en het simpelweg reduceren of annuleren van de superheffing genoemd. Veel lidstaten hebben gepleit voor het nemen van extra maatregelen in de sfeer van aanbodregulering, ter bestrijding van prijsfluctuaties en marktonevenwichtigheden. Sommige lidstaten hebben expliciet aangegeven dat voor hen alleen over een versoepeling van de superheffing te praten valt als daartegenover staat dat ook aanvullende marktmaatregelen op tafel komen. Een groot aantal lidstaten heeft met name aandacht gevraagd voor aanvullende instrumenten gericht op instandhouding van de zuivelproductie in kwetsbare gebieden, zoals in de bergen of op eilanden.

Commissaris Ciolos heeft geconstateerd dat er toenemende steun bestaat voor het nemen van maatregelen om een daadwerkelijke zachte landing in alle lidstaten te garanderen. Tegelijkertijd ziet hij een grote groep lidstaten die het bestaande (crisis)instrumentarium voor het stabiliseren van de markt wil aanvullen. De Commissaris en het voorzitterschap hebben voorgesteld de discussie de komende weken te vervolgen op ambtelijk niveau en daarna eventueel in een volgende Landbouw- en Visserijraad.

Voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten

(Beleidsdebat)

Commissaris Ciolos heeft een toelichting gegeven bij het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe verordening voor voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten. Uw Kamer is op 20 december jl. over dit voorstel geïnformeerd middels een BNC-fiche (Kamerstuk 22112, nr. 1758).

Ik heb als hoofdboodschap afgegeven dat ik promotie, ook voor de EU-markt, in de eerste plaats een zaak van de sector vind en hierin dus geen taak voor de overheid zie weggelegd. Daarbij heb ik aangegeven dat als de verordening er toch komt, daarmee wat mij betreft vooral een verantwoorde consumptie moet worden gestimuleerd. Dat betekent dat er aandacht moet zijn voor producten die milieu- en diervriendelijk zijn geproduceerd. Ik heb verder benadrukt dat promotieprogramma’s geen afbreuk mogen doen aan de werking van de interne markt en het open internationale handelssysteem volledig in acht moeten nemen en dat de nieuwe regeling sterk vereenvoudigd moet zijn. Omdat ik voorstander ben van een gelijk speelveld heb ik aangegeven te kunnen instemmen met het beëindigen van nationale cofinanciering. Ik heb tot slot uitbreiding van het toepassingsgebied van de regelgeving bepleit. Het gaat er dan om ook bepaalde verwerkte producten in aanmerking te laten en om ook onafhankelijke instanties voorlichting te kunnen laten geven over gezondheid en veiligheid van producten. Tot slot heb ik aangegeven dat ik grote moeite heb met de voorgestelde verhoging van het budget van 50 miljoen euro nu naar 200 miljoen euro in 2020.

Vrijwel alle lidstaten spraken hun steun uit voor een EU-regeling voor voorlichting en afzetbevordering. Een aantal lidstaten heeft mijn zorgen over het budget ondersteund en net als ik om meer aandacht voor dierenwelzijn en milieu gevraagd. Verschillende lidstaten hebben de Europese Commissie geprezen voor de nieuwe focus op afzetbevordering in derde landen, andere lidstaten hebben juist opgeroepen tot behoud van promotie op de interne markt. Veel lidstaten hebben bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van cofinanciering door de lidstaten, omdat dit in hun ogen de mogelijkheden voor deelname door het midden- en kleinbedrijf ernstig zou verkleinen. Ook waren er veel bezwaren tegen het voorstel om de lidstaten geen rol te geven in de (pré-)selectie van programma’s. De meeste lidstaten hebben zich uitgesproken voor uitbreiding van de reikwijdte van de regeling naar verwerkte producten. Enkele lidstaten hebben ook opgeroepen tot het uitbreiden van de toepasbaarheid tot nationale kwaliteitsregelingen.

Commissaris Ciolos heeft in reactie op de opmerkingen van de lidstaten benadrukt dat het gereserveerde budget onderdeel is van de afspraken over het Meerjarig Financieel Kader (MFK), maar dat deze middelen wel moeten worden omgezet in meerwaarde voor de EU. De toevoeging van nationale kwaliteitsregelingen aan het toepassingsgebied van de verordening heeft de Commissaris uitgesloten, omdat deze al worden ondersteund met nationale middelen en ook ondersteuning vanuit de tweede pijler van het GLB mogelijk is. Ten aanzien van de betrokkenheid van lidstaten in de selectieprocedure heeft Commissaris Ciolos benadrukt dat de Europese Commissie een vereenvoudiging wenst door de lidstaten wel te betrekken bij het vaststellen van selectiecriteria, maar daarna de selectie zelf in één stap door onafhankelijke deskundigen te laten uitvoeren.

Herziening schoolfruit- en schoolmelkprogramma’s

(Presentatie door de Europese Commissie)

Commissaris Ciolos heeft het voorstel van de Europese Commissie gepresenteerd voor een bundeling en versterking van de regelingen voor schoolfruit en schoolmelk. Doel hiervan is de consumptie door kinderen van groenten/fruit en melk te bevorderen. Door versterking van de educatieve maatregelen wordt verder beoogd kinderen vertrouwd te maken met gezonde voeding en landbouw, om zo onder meer de strijd tegen obesitas aan te gaan. Door de twee oude regelingen voor schoolfruit en schoolmelk samen te voegen in één nieuwe voorziet de Europese Commissie een daling van de administratieve lasten met één derde. Conform de nieuwe gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten, die per 1 januari 2014 is ingegaan als onderdeel van het nieuwe GLB, stelt de Europese Commissie voor om voor de nieuwe regeling een budget van 230 miljoen euro per schooljaar uit te trekken: 150 miljoen euro voor schoolfruit/-groenten en 80 miljoen euro voor melk. Lidstaten hebben de mogelijkheid maximaal 15 procent van de hen toegekende enveloppe voor groenten/fruit over te hevelen naar melk en vice versa.

Ik heb mij kritisch getoond over het voorstel waar het gaat om de subsidiariteit: schoolfruit- en schoolmelkprogramma’s zouden wat het kabinet betreft niet op EU-niveau geregeld moeten worden. Dat geldt ook voor de educatieve maatregelen binnen de programma’s. Ik heb gesteld dat het goed zou zijn als we in de Landbouw- en Visserijraad ook eens nadenken over wat onze kerntaken zijn en wat we kunnen overlaten aan de lidstaten.

Het voorstel wordt op dit moment nog bestudeerd in BNC-verband. U wordt in een later stadium geïnformeerd over het kabinetstandpunt over dit voorstel via een BNC-fiche.

Veel lidstaten hebben ten algemene hun steun uitgesproken voor het voorstel en specifiek voor de vereenvoudiging ten opzichte van de oude regelingen. Sommige lidstaten hebben de vrees geuit dat zij financieel de dupe zouden worden van allocatiemethoden op basis van historische referenties. Ook hebben verschillende lidstaten gepleit voor een uitbreiding binnen de regeling van het aantal producten, in de meeste gevallen naar verwerkte groente-, fruit- en zuivelproducten. Diverse lidstaten hebben zich ook gekant tegen het voorstel van de Europese Commissie om zelf de betrokken steunbedragen (enveloppes) te mogen vaststellen. Naar het oordeel van deze lidstaten en van de Juridische Dienst van de Raad valt de beslissingsbevoegdheid hierbij toe aan de Raad, op basis van artikel 43.3 van het Verdrag inzake de Werking van de EU en in lijn met wat daartoe is vastgelegd in de gemeenschappelijke marktordening van het nieuwe GLB.

Commissaris Ciolos heeft kort gereageerd op een aantal opmerkingen van lidstaten. Zo heeft hij erop gewezen dat lidstaten onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid hebben om de soorten (verwerkte) producten onder de regeling uit te breiden. De kleine lidstaten heeft hij beloofd dat zij niet financieel zullen worden benadeeld als gevolg van hun grootte. Op mijn kritiek op de subsidiariteit van het voorstel heeft de Commissaris geantwoord dat het voorstel binnen het kader van het GLB blijft en daarmee aansluit bij de bevoegdheden van lidstaten enerzijds en EU anderzijds.

Diversen

Alliantie voor climate smart agriculture / Uitkomsten 3rd Global Conference on Agriculture, Food Security and Climate Change

(Informatie van de Nederlandse delegatie)

Ik heb de Raad geïnformeerd over mijn inzet voor climate smart agriculture (klimaatslimme landbouw) vanuit het oogpunt van verhoging van de duurzame voedselproductie, een speerpunt van de Nederlandse regering. De landbouw is de sleutel tot het voorkomen van een voedselcrisis in de komende decennia. Het doel is om in 2050 voor 9 miljard mensen voedselzekerheid te realiseren. Nederland heeft eind 2010 in Den Haag de eerste mondiale conferentie over climate smart agriculture georganiseerd. In 2012 en 2013 hebben in respectievelijk Vietnam en Zuid-Afrika vervolgconferenties plaatsgevonden. Belangrijk resultaat van de conferenties is dat momenteel gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een alliantie voor klimaatslimme landbouw (Alliance on Climate Smart Agriculture). De formele lancering van de alliantie is in september van dit jaar in New York, tijdens de Leaders Summit on Climate van de Verenigde Naties.

De alliantie wil met een geïntegreerde, actiegerichte benadering bijdragen aan duurzame verhoging van de landbouwproductiviteit, verminderende uitstoot van broeikasgassen en aanpassing aan klimaatverandering en het opbouwen van veerkracht in relatie tot klimaatverandering. De geïntegreerde benadering van deze drie doelen moet leiden tot voedselzekerheid, tot verbetering van het levensonderhoud en het eigen vermogen van boeren en tot bevordering van duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen.

Ik heb mijn collega’s in de Raad opgeroepen zich aan te sluiten bij de alliantie. Ik heb er daarbij op gewezen dat de alliantie ook mogelijkheden biedt voor nieuwe samenwerking door het bundelen van al lopende initiatieven.

Implementatieplan voor het Europees Innovatiepartnerschap Productieve en Duurzame Landbouw

(Presentatie door de Europese Commissie)

Commissaris Ciolos heeft een strategisch implementatieplan gepresenteerd voor het Europese Innovatiepartnerschap (EIP) Productieve & Duurzame Landbouw. Dit EIP heeft tot doel de samenwerking tussen onderzoek en praktijk te versterken om innovatieve oplossingen voor een productieve landbouw en maatschappelijke problemen te ontwikkelen. Verschillende actoren op het platteland kunnen zich met steun vanuit het toekomstige Nederlandse Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) organiseren in groepen om zo gezamenlijk innovatieve toepassingen te ontwikkelen. Daarnaast is het voor deze zogenaamde operationele groepen ook mogelijk om onderzoeksinstellingen in te schakelen om bij te dragen aan de totstandkoming van de gezamenlijke innovatieve toepassingen. Voor de financiering van onderzoek kan een beroep worden gedaan op middelen uit het EU-onderzoeksprogramma Horizon 2020.

Conclusies van de 34e conferentie van directeuren van Europese betaalorganen

(Informatie van de Litouwse delegatie)

De Litouwse delegatie heeft een korte terugkoppeling gegeven van de van 23 tot en met 25 oktober 2013 in Vilnius gehouden conferentie van directeuren van Europese betaalorganen over de uitvoering van het GLB. De directeuren hebben geconcludeerd dat het nieuwe GLB op onderdelen complexer is geworden en dat dit tot nieuwe risico’s voor de uitvoering kan leiden. Zij hebben daarom een actieplan bepleit dat die risico’s zou moeten verkleinen.

Commissaris Ciolos heeft aangegeven dat het de komende jaren van groot belang is voor het GLB dat de foutenpercentages in de uitvoering omlaag gaan. Hij heeft de lidstaten daarom opgeroepen politieke aandacht te besteden aan de kwaliteit en actualiteit van hun perceelsregistratiesystemen. Bovendien heeft de Europese Commissie binnen het Directoraat-generaal voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling een nieuwe eenheid gecreëerd die lidstaten bijstaat bij de implementatie van het GLB en interpretatievraagstukken die zich daarbij voordoen.

Gevolgen van extreem winterweer in Slovenië

(Informatie van de Sloveense delegatie)

De Sloveense delegatie heeft de Raad geïnformeerd over de overlast en schade die in Slovenië is ontstaan door recente hevige sneeuwval en ijzel. Grote delen van het land kwamen zonder stroom te zitten en circa 500.000 hectare oftewel 40 procent van het Sloveense bosareaal, gelijk aan 4 miljoen kubieke meter hout, is beschadigd dan wel verloren gegaan. Nu de dooi is ingetreden, treden rivieren buiten hun oevers en zal nieuwe schade volgen. Slovenië heeft aangegeven een beroep te willen doen op het Europees Solidariteitsfonds, ter aanvulling van de inzet van nationale middelen, middelen uit het plattelandsontwikkelingsprogramma en middelen uit internationale leningen. Kroatië heeft eenzelfde aankondiging gedaan, omdat in de grensregio met Slovenië zich dezelfde natuurverschijnselen hebben voorgedaan.

Uitbraak van Afrikaanse varkenspest

(Verzoek van de Litouwse en Poolse delegaties)

In Litouwen is eind januari Afrikaanse varkenspest uitgebroken bij wilde zwijnen die vanuit Wit-Rusland de grens zijn overgestoken. In Polen is op de dag van de Landbouw- en Visserijraad bevestigd dat ook daar een wild zwijn met de ziekte is aangetroffen nabij de grens met Wit-Rusland. De Litouwse overheid heeft maatregelen ingesteld conform en soms strenger dan de EU-regelgeving. Polen heeft de Europese Commissie opgeroepen om een nog grotere coördinerende rol op te pakken in de preventie en bestrijding en om met cofinanciering vanuit de EU-begroting een en ander te ondersteunen. Litouwen en Polen vrezen grote schade voor de producenten van varkensvlees. Zij hebben daarom in de Raad aangekondigd bij de Europese Commissie een verzoek om financiële compensatie te zullen indienen voor commerciële schade ten gevolge van marktverstoringen, vooruitlopend op een uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens.

De Russische Federatie heeft niet alleen voor Litouwen handelsrestricties ingesteld, maar ook een importstop voor varkensvlees vanuit alle andere EU-lidstaten afgekondigd. De Europese Commissie tracht namens de lidstaten de Russische Federatie ervan te overtuigen dat deze importstop buitenproportioneel is, omdat de EU op de kleine besmette gebieden in Litouwen en Polen na vrij is van de dierziekte. De Russische Federatie accepteert deze «regionalisering» tot nu toe niet.

Commissaris Borg heeft tijdens de Landbouw- en Visserijraad aangegeven dat hij niet binnen een paar weken een oplossing verwacht. De Commissaris heeft moeten vaststellen dat de Russische Federatie in strijd met de WTO- en OIE-regels handelt: het heeft enkel het verbod gericht op Litouwen aangemeld bij de WTO en niet dat in relatie tot de andere EU-lidstaten. Het heeft verder bij een soortgelijk geval in Oekraïne wel een uitleg van «regionalisering» geaccepteerd. Commissaris Borg heeft zich voorgenomen te blijven proberen de Russische gesprekspartners te dwingen tot een veterinair-technische discussie. Hij heeft de lidstaten opgeroepen bilaterale contacten met de Russische Federatie over dit dispuut te vermijden, teneinde te bewaken dat de EU met één stem blijft spreken. De Commissaris heeft beloofd volledige transparantie over de onderhandelingen te zullen betrachten. Tot slot heeft hij aangegeven dat sinds 2013 aanzienlijke financiële steun is gegeven aan de Baltische staten, Polen en buurland Wit-Rusland ten behoeve van preventieve maatregelen. Die steun zal voorlopig blijven doorgaan. Commissaris Ciolos heeft nog aangevuld dat de Europese Commissie ook bereid is tot het inzetten van de haar ter beschikking staande maatregelen binnen de gemeenschappelijke marktordening van het GLB in het geval dat de marktsituatie in de hele EU of een deel daarvan ernstig verstoord raakt door bovengenoemde ontwikkelingen. Dit is nu nog niet het geval.

Ik heb geschrokken gereageerd op de mededeling dat de Afrikaanse varkenspest ook bij een wild zwijn in Polen is geconstateerd. Ik heb de Europese Commissie opgeroepen alles op alles te zetten om zo snel mogelijk een bevredigende oplossing te vinden, omdat in de hele EU bedrijven enorme last hebben van de exportstop voor vers varkensvlees en de prijzen nu al enorm onder druk staan. Ten aanzien van het Litouwse verzoek om financiële compensatie heb ik aangegeven dat ik dit niet steun. In geval van een uitbraak kan een lidstaat voor de directe schade financieel gecompenseerd worden, maar het is niet gebruikelijk om een vergoeding te geven voor indirecte schade door dalende prijzen ten gevolge van een dierziektecrisis. Ik heb gememoreerd dat Nederland cofinanciering van preventieve maatregelen tegen Afrikaanse varkenspest wel altijd heeft gesteund en dat ook zal blijven doen.

Veel lidstaten hebben hun zorg uitgesproken over de verspreiding van de ziekte. Enkele lidstaten hebben hun steun uitgesproken voor het cofinancieren met EU-middelen van preventie- en bestrijdingsmaatregelen en ook van het compenseren van marktschade; andere lidstaten willen pas over het laatste nadenken als verdere verspreiding van de ziekte is voorkomen. Vele lidstaten hebben de Russische importstop als buitengewoon disproportioneel beoordeeld en hun steun uitgesproken voor de inzet van de Europese Commissie in dat kader.

Stand van zaken gedelegeerde handelingen GLB

(Verzoek van 27 lidstaten)

Op verzoek van bijna alle lidstaten (exclusief het voorzitterschap) heeft de Europese Commissie een update gegeven met betrekking tot de totstandkoming van gedelegeerde handelingen voor de uitvoering van het nieuwe GLB. Sinds medio januari had de Europese Commissie daarover geen officiële informatie meer verschaft. Verschillende lidstaten hebben de gelegenheid te baat genomen om hun inhoudelijke bezwaren bij de hun bekende conceptvoorstellen te uiten. De meest voorkomende daarvan hadden betrekking op de steun aan jonge boeren (geen steun mogelijk als de boer in kwestie niet de enige bedrijfsleider is), vergroeningsmaatregelen (disproportionele sancties bij kleine overtredingen) en ecologische aandachtsgebieden (stikstofbindende gewassen tellen te weinig mee in het voldoen aan de eisen). Commissaris Ciolos heeft getracht de Raad gerust te stellen door te beloven dat hij in het College van Commissarissen, in de Raad en in het Europees Parlement de afspraken uit het nieuwe GLB zal verdedigen als het gaat om de invulling van de gedelegeerde handelingen. Hij is voornemens begin maart de definitieve voorstellen aan Raad en Parlement toe te sturen, zodat een akkoord kan worden bereikt voordat de Parlementsleden aan hun verkiezingscampagnes beginnen. In reactie op de inhoudelijke bezwaren van lidstaten heeft de Commissaris zich verdedigd met de boodschap dat een en ander in lijn is met de basisverordening van het nieuwe GLB.

Overig

Doden van gezonde dieren in dierentuinen

Ik heb toegezegd u te informeren over het doden van gezonde dieren in Nederlandse dierentuinen. Ik zal u nader informeren bij de beantwoording van de schriftelijke Kamervragen die mij zijn gesteld over het fokken en doden van dieren in dierentuinen.

Certificeringseisen voor varkenstransporten

Ik heb toegezegd u te informeren over de ontwikkelingen ten aanzien van certificeringseisen voor diertransporten. Certificeringseisen voor diertransporten naar een andere lidstaat kunnen worden versoepeld als de risico’s voor dierenwelzijn of verspreiding van dierziekten klein zijn én er een wettelijk kader bestaat om deze versoepelingen door te voeren. Dergelijk risicogebaseerd beleid kan de regionale en Europese interne markt verbeteren en voor Nederland een vermindering van de controle- en uitvoeringslasten opleveren. In dit verband kan gedacht worden aan het vereenvoudigen van de certificeringsvoorwaarden voor het transport van slachtdieren naar een slachthuis in een naburige lidstaat (over korte afstand), aangezien geen verdere verplaatsing van dieren plaatsvindt vanaf het slachthuis naar andere bedrijven (eindstation). Om de impact van een dergelijk besluit beter te kunnen overzien heb ik de Europese Commissie gevraagd naar de mogelijkheden om bepaalde lagere regelgeving alvast in concept uit te werken, voordat de hoofdverordening wordt vastgesteld. Het kabinet is bereid om daar ondersteunend in te zijn, bijvoorbeeld door middel van een pilot met naburige lidstaten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Bijlage: lijst van A-punten

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad, wat de aan de Commissie toe te kennen uitvoeringsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden betreft; vaststelling van de wetgevingshandeling

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad; vaststelling van de wetgevingshandeling

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2008/97, (EG) nr. 779/98 en (EG) nr. 1506/98 van de Raad op het gebied van de invoer van olijfolie en andere landbouwproducten uit Turkije, wat de aan de Commissie te verlenen gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden betreft; vaststelling van de wetgevingshandeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) van de Commissie van 18.12.2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels; verzoek om verlenging, met twee maanden, van de termijn voor kennisgeving

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Ivoorkust overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen; vaststelling van de Kroatische versie

Naar boven