21 501-20 Europese Raad

Nr. 637 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2012

Hierbij bieden wij u aan, mede namens de minister-president, het verslag van het informele diner dat Europese Raadsvoorzitter Van Rompuy op 23 mei jl. organiseerde voor de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Verslag van de informele diner Europese Raad van 23 mei 2012

Op woensdagavond 23 mei jl. vond een informeel diner plaats van de Europese Raad. Deze was bijeengeroepen door voorzitter Van Rompuy met als doel de Europese Raad van juni voor te bereiden. De voorzitter wilde een gedachtewisseling over hoe de EU kan zorgen voor groei en werkgelegenheid. Er zijn na afloop geen conclusies aangenomen. Voorafgaand aan het diner was er een ontmoeting met de voorzitter van het Europees Parlement de heer Schulz, speech bijgevoegd1.

De staatshoofden en regeringsleiders hebben tijdens het diner allereerst de aanpak van de financiële crisis onderstreept: begrotingsdiscipline, structurele hervormingen en versterking van het concurrentievermogen zijn noodzakelijk om financiële stabiliteit te waarborgen. De inzet van de minister-president, namelijk dat groei en begrotingsdiscipline geen tegenovergestelde waarden zijn, maar elkaar juist versterken, werd breed ondersteund en door voorzitter Van Rompuy uitgedragen in zijn persconferentie.

Ook is gesproken over drie pijlers waarlangs door lidstaten gewerkt zal worden om groei te bevorderen: mobiliseren van beleid ter ondersteuning van groei zoals belangrijke EU-wetgeving ter vervolmaking van de interne markt; stimuleren van werkgelegenheid; en inzet van juiste instrumentarium om economie te stimuleren met in begrip van beschikbare financieringsinstrumenten als structuurfondsen en de EIB. Zoals eerder afgesproken zal het EIB-bestuur in juni met voorstellen komen om de financieringscapaciteit te vergroten voor projecten in Europa.

In de discussie hierover heeft de minister-president gezegd dat Nederland bereid is met sommige voorstellen mee te gaan, zoals bijvoorbeeld de recent afgesproken proeffase van project-obligaties, en het efficiënter inzetten van structuurfondsen (zie ook hieronder bij Griekenland). Hij heeft zich daarentegen kritisch uitgelaten over een mogelijke kapitaalophoging van de EIB en zich onomwonden uitgesproken tegen euro-obligaties. Nederland stond hierbij niet alleen. De bespreking gaf een nuttig inzicht in de posities van de lidstaten. Hetzelfde gold voor de bespreking van de versterking van de interne markt. Hier tekende zich een gemeenschappelijke noemer af voor voortgang van het wetgevingspakket voor de interne markt, de digitale agenda en het belang van implementatie van bestaande wetgeving zoals de Diensten Richtlijn.

De minister-president heeft gewaarschuwd voor schuld-gefinancierde groei en ingebracht dat Europa al een groeimotor heeft, namelijk de interne markt. Hij heeft opgeroepen tot een oplossing van de zetelkwestie voor het unitair octrooi en ruim baan gevraagd voor innovatie, onderzoek & ontwikkeling. Ook heeft hij het belang benadrukt van versterking van de positie van het midden -en klein bedrijf onder meer door vermindering van administratieve lastendruk. En tenslotte heeft hij gewezen op het bevorderen van de handel en het afsluiten van vrijhandelsakkoorden met andere delen van de wereld, wat voor Nederland, als exportland, van groot belang is.

Griekenland

Tevens is gesproken over Griekenland waarbij de staatshoofden en regeringsleiders het belang hebben onderstreept dat Griekenland in de Eurozone blijft en de eerder gemaakte afspraken nakomt. Daarnaast hebben de staatshoofden en regeringsleiders hun eerdere toezegging herhaald om bestaande Europese structuurfondsen in te zetten voor groei en banencreatie in Griekenland. Voor alle duidelijkheid, het gaat hierbij niet om een verhoging van de structuurfondsen, maar over inzet van nog niet gebruikte structuurfondsen.

Tot slot

Tot slot heeft voorzitter Van Rompuy herhaald dat hij, in nauwe samenwerking met de voorzitter van de Europese Commissie en de voorzitter van de Eurogroep in juni met een rapport zal komen met suggesties over mogelijke versterking van de Economische Monetaire Unie. Hierom had de Europese Raad vorig jaar in oktober verzocht.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven