21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 2145 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2020

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de extra Raad Buitenlandse Zaken Handel inzake COVID-19 van 16 april 2020.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA EXTRA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL OP 16 APRIL 2020

Op 16 april 2020 zal een extra ingelaste, informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken Handel plaatsvinden. Het Kroatische Voorzitterschap heeft een leidraad voor de videoconferentie uitgebracht, waarin de discussie geconcentreerd wordt rond twee onderwerpen: de lessen van COVID-19 voor de handelsbetrekkingen en de wijze waarop de houdbaarheid van wereldwijd geïntegreerde waardeketens kan worden versterkt.

Eurocommissaris Hogan zal vervolgens een terugkoppeling geven van de videoconferentie van de handelsministers van de G20 die op 30 maart 2020 plaatsvond en zal daarnaast ingaan op een aantal acties die de Commissie heeft ondernomen op handelspolitiek terrein in het kader van de COVID-19 pandemie. Het format van de videoconferentie biedt de deelnemende ministers een spreektijd van maximaal 3 minuten.

De gevolgen van COVID-19 voor de handelsbetrekkingen

Naast de enorme impact op de gezondheid van burgers en de gezondheidsstelsels van de EU-lidstaten, heeft de Covid-19 pandemie ook ingrijpende gevolgen voor de economie en de wereldhandel op zowel de korte als langere termijn. Het kabinet wil, naast focus op de bestrijding van het virus hier en nu, ook oog houden voor de middellange en lange termijn risicomitigatie. Onderdeel daarvan is een analyse naar een al te eenzijdige afhankelijkheid van enkele landen of leveranciers binnen de voor de EU strategische waardeketens.

De snelle verspreiding van het COVID-19 virus heeft onder andere gezorgd voor een explosieve stijging van de vraag naar medische hulpmiddelen, zoals mondkapjes, andere persoonlijke beschermingsmiddelen en beademingsapparatuur. Het kost tijd voordat de productiecapaciteit voor deze middelen door bedrijven kan worden opgevoerd om te voldoen aan die vraag. In de tussentijd ontstaat schaarste. Deze schaarste zorgt er mede voor dat exportbeperkende maatregelen voor dergelijke producten als middel worden gezien om de bevoorrading van de eigen gezondheidsstelsels zeker te stellen. De keerzijde van handelsbeperkende maatregelen is dat zij mondiale waardeketens van beschermingsmiddelen en medische hulpmiddelen verstoren en dat zij daarmee de noodzakelijke productieverhoging in de weg zitten, bijvoorbeeld doordat toeleveringen worden bemoeilijkt. Handelsbeperkende maatregelen bemoeilijken ook een eerlijke en efficiënte toedeling van de productie wereldwijd. Daarmee kan het resultaat van dergelijke maatregelen tegengesteld zijn aan het doel en kunnen zij de nationale bevoorrading op de middellange termijn ondermijnen.

Het kabinet is van mening dat handelsbeperkende maatregelen de productie en allocatie van medische hulpmiddelen en apparatuur kunnen schaden. Juist in een crisissituatie kunnen internationale samenwerking, dialoog en coördinatie bijdragen aan een effectieve allocatie van schaarse middelen. Het kabinet steunt de inzet van de Europese Commissie om binnen de Interne Markt en richting derde landen exportbeperkingen op te heffen, dan wel te beperken tot het noodzakelijke minimum.

Versterken houdbaarheid van wereldwijd geïntegreerde waardeketens

Wereldwijde geïntegreerde waardeketens leveren een belangrijke bijdrage aan adequate productie en het verbeteren van de economische efficiëntie, maar leiden ook tot afhankelijkheden.

De huidige crisis zal de noodzaak voor bedrijven en ondernemers om hun aanvoerketens weerbaarder te maken, onderstrepen. Deze trend was al ingezet door het handelsconflict tussen de VS en China, maar het COVID-19 virus versnelt dit proces.

Het kabinet zet zich, naast de maatregelen op de korte termijn ter bestrijding van het virus, op de middellange en lange termijn in voor mitigatie van de risico’s, onder andere via diversificatie van waardeketens. Het kabinet wil verkennen of er bij de Commissie en de lidstaten steun is om de mogelijkheid te bezien om afspraken te maken binnen het raamwerk van de WTO om te verzekeren dat in tijden van crisis de internationale handel in schaarse medische goederen gereguleerd wordt, onredelijke handelsbeperkingen worden voorkomen en onredelijke prijsstijgingen bestreden worden. Het doel is om op die wijze de productie maximaal te ondersteunen en ervoor te zorgen dat alle landen beter toegang houden tot het internationale aanbod van (medische) goederen.

Ook duurzame handel blijft in de toekomst een belangrijk thema. In lijn met de OESO richtlijnen voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen vraagt verantwoordelijke handel dat bedrijven de risico’s voor mensen en klimaat in hun internationale waardeketens identificeren en waar mogelijk mitigeren. Die transparantie maakt ook de discussie mogelijk over de diversificatie om de strategische weerbaarheid te versterken.

Acties van de Commissie

Commission Guidance on the use of the Foreign Direct Investment (FDI) Screening Regulation

De EU heeft in maart 2019 de FDI-screeningsverordening aangenomen, die in oktober 2020 in werking moet treden. Vooruitlopend op deze inwerkingtreding heeft de Europese Commissie recentelijk een mededeling verspreid met richtlijnen over investeringsscreening.1 De Commissie mededeling onderstreept het economisch belang van directe buitenlandse investeringen voor de EU, maar geeft aan dat de COVID-19 crisis, en de daardoor veroorzaakte lage aandelenkoersen, kan leiden tot een verhoogd risico op pogingen om via directe buitenlandse investeringen (FDI) gezondheidszorgcapaciteiten te verwerven. Dit verhoogde risico geldt ook voor andere strategische industrieën. Waakzaamheid is geboden om ervoor te zorgen dat dergelijke FDI geen risico vormt voor de veiligheid, openbare orde en kritieke (gezondheidszorg-) infrastructuren in de EU. De Commissie roept de lidstaten op om nu al volledig gebruik te maken van bestaande screeningmechanismen. Lidstaten die momenteel niet over een screeningmechanisme beschikken of wier screeningmechanismen niet alle relevante transacties dekken, worden opgeroepen om een volwaardig screeningmechanisme op te zetten.

Het kabinet steunt de oproep van de Commissie tot waakzaamheid om te voorkomen dat FDI een risico vormt voor de veiligheid, openbare orde en kritieke infrastructuren in de EU. Het kabinet zet hierbij in op een balans tussen openheid van de EU voor directe buitenlandse investeringen enerzijds, vanuit het belang van FDI voor innovatie, werkgelegenheid en economische groei en het zorgdragen voor behoud van strategische weerbaarheid anderzijds.

Noodverordening vergunningplicht export persoonlijke beschermingsmiddelen

Op 15 maart 2020 is de noodverordening vergunningplicht export persoonlijke beschermingsmiddelen in werking getreden. Dit betekent dat het exporten van strategische persoonlijke beschermingsmiddelen buiten de EU vergunningplichtig is. De verordening geldt voor een termijn van zes weken. De noodverordening was noodzakelijk om verstoringen in het vrij verkeer van dergelijke goederen binnen de Interne Markt te voorkomen. De Europese Commissie kan een voorstel doen om de vergunningplicht voor bepaalde strategische producten ook na 26 april te continueren.

Nederland heeft een open economie en een goed geïntegreerde productieketen. Het kabinet steunt de Commissie in het terugdringen van handelsbarrières binnen de Europese markt. Ook Nederland is afhankelijk van intra-Europese bevoorrading. Daarnaast ziet het kabinet ook de risico’s van dit instrument voor de productie en levering van middelen en apparatuur binnen internationale waardeketens. Handelsbelemmeringen kunnen mondiale waardeketens verstoren en daarmee productieverhoging in de weg zitten doordat toeleveringen bijvoorbeeld worden bemoeilijkt.

Naar boven