21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1934 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2018

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2018.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 9 NOVEMBER 2018

Introductie

Op 9 november 2018 vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats in Brussel. Op de agenda stonden de modernisering van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO), de stand van zaken van de lopende onderhandelingen en het jaarlijkse rapport van de Commissie over de implementatie van EU-handelsakkoorden. Bij verslag van het eerste agendapunt hieronder zal tevens gestand worden gedaan aan de toezegging aan uw Kamer tijdens het AO RBZ Handel van 3 oktober 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1915) om terug te komen op de hervormingen van de WTO nadat de eerste gesprekken plaats hebben gevonden in WTO-verband in Genève (nr. 2018-IMH-1).

Voorts zijn, op verzoek van België en met steun van Nederland, de antidumpingmaatregelen van Colombia op bevroren aardappelproducten toegevoegd aan de agenda. Daarnaast is door het Oostenrijkse Voorzitterschap en de Europese Commissie een toelichting gegeven op de voortgang van een aantal lopende wetgevingstrajecten op het terrein van internationale handel. Tenslotte is tijdens de lunch gesproken over de stand van zaken van de handelsbetrekkingen tussen de EU en de Verenigde Staten (VS).

WTO Modernisering

De Raad boog zich over de stand van zaken met betrekking tot de modernisering van de WTO. De Europese Commissie gaf een terugkoppeling over de ministeriële bijeenkomst in Ottawa op 25 oktober 2018 en het overeengekomen communiqué waarin de deelnemers zich achter de WTO-moderniseringsagenda scharen. Andere WTO-leden delen de zorgen van de EU en staan positief tegenover de Europese moderniseringsvoorstellen. Echter, er is nog weinig overeenstemming over de weg vooruit en er is sprake van grote voorzichtigheid bij veel van de WTO-leden die aanwezig waren bij de ministeriële bijeenkomst in Ottawa. De Europese Commissie zoekt in informele gesprekken steun bij andere WTO-leden voor de EU-voorstellen ter modernisering van de WTO. Met China heeft de Commissie in constructieve sfeer gesproken over de Appellate Body-voorstellen. De boodschap die de Commissie uitdraagt is dat, als China behandeld wil worden als markteconomie, het land zich ook aan dienovereenkomstige regels dient te houden. De Europese Commissie ziet het engageren van de VS en China op respectievelijk het Appellate Body-dossier en de disciplinering van industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven als de voornaamste uitdagingen in dit proces.

Alle EU-lidstaten spraken steun uit voor de inzet van de Commissie. Een aantal lidstaten gaf te kennen zorgen te hebben bij de aarzelende houding van sommige WTO-leden ten aanzien van de nieuwe WTO-regels om industriële subsidies en staatsgeleide bedrijven te reguleren. Nederland sprak zich uit voor de EU-voorstellen ten aanzien van het Appellate Body en drong aan op een gezamenlijk optreden van de Commissie en de lidstaten in het uitdragen van de moderniseringsboodschap. Hierbij benadrukte Nederland dat het tijd is om, naast dit traject, voorbereidingen te treffen voor alternatieven voor het Appellate Body.

Stand van zaken lopende onderhandelingen

Verder informeerde Commissaris Malmström de Raad over enkele lopende onderhandelingen.

Zo hoopt de Commissie dat het handelsakkoord met Japan begin 2019 in werking zal treden, nu het Comité inzake Internationale Handel van het Europees Parlement (INTA) het akkoord heeft voorgelegd voor instemming in de plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Verder heeft de Commissie op 17 oktober 2018 het handelsakkoord en het investeringsakkoord met Vietnam voorgelegd aan de Raad en het Europees Parlement. De vertalingen zullen zo spoedig mogelijk volgen. Het betreft het meest ambitieuze akkoord met een ontwikkelingsland tot dusverre, onder andere op het terrein van duurzaamheid. Vietnam is bovendien een strategische partner in Zuidoost-Azië.

Met Singapore zijn inmiddels zowel het handelsakkoord als het investeringsakkoord ondertekend en de Commissie hoopt op goedkeuring van het Europees Parlement voor de verkiezingen van het Europees Parlement in maart 2019.

Ook blijft de Commissie zich inzetten om tot een akkoord met Mercosur te komen. Op 12 november 2018 startte een nieuwe onderhandelingsronde met Mercosur op technisch niveau. Bij voldoende voortgang, zullen de onderhandelingen op politiek niveau worden voortgezet. Openstaande punten blijven markttoegang voor zuivel, auto’s en auto-onderdelen, maritieme diensten en bescherming van geografische aanduidingen vanuit de EU, en markttoegang voor rundvlees vanuit Mercosur.

De onderhandelingen met Mexico zijn op politiek niveau afgerond, alhoewel er nog een aantal open eindjes zijn. Het gaat daarbij met name om aanbestedingen op sub-federaal niveau en om een nieuwe annex voor wijn/sterke dranken. In januari 2019 vindt de volgende onderhandelingsronde plaats met Chili.

Voorts heeft de laatste onderhandelingsronde met China over een investeringsakkoord geen doorbraak opgeleverd. De Commissie blijft inzetten op een sterk verbeterde markttoegang voor Europese investeerders.

Ten aanzien van Australië gaf Commissaris Malmström aan te verwachten dat de onderhandelingen waarschijnlijk zullen vertragen na de aanstaande tweede ronde als gevolg van de verkiezingen in Australië. De Commissie hoopt de onderhandelingen daarna snel te kunnen afronden.

De zesde ronde met Indonesië vond plaats van 15 tot 19 oktober 2018. Tijdens deze ronde is een eerste aanbod op diensten en investeringen uitgewisseld. Ook zijn exportbeperkingen en exportheffingen besproken. Er is sprake van een gestage voortgang. Nederland pleitte voor een intensivering van de onderhandelingen met Indonesië, waarbij zeker dient te worden gesteld dat het akkoord bijdraagt aan de verduurzaming van palmolie productie.

Met Tunesië wordt op korte termijn een nieuwe onderhandelingsronde ingepland.

Tenslotte noemde de Commissie de positieve voortgang in de United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL)-besprekingen over multilaterale hervorming van het Investor State Dispute Settlement (ISDS), waarbij de EU pleit voor het oprichten van een multilateraal investeringshof. Nederland benadrukte het belang van het behouden van maximale transparantie gedurende het hele proces.

Commissie rapport over implementatie handelsakkoorden

Tijdens de Raad is ook gesproken over het tweede jaarlijkse rapport van de Europese Commissie over de werking en implementatie van handelsakkoorden.1 Dit rapport, verschenen op 31 oktober 2018, beschrijft de werking van 35 in werking getreden handelsakkoorden van de EU in 2017. Deze jaarlijkse rapporten zijn bedoeld om de transparantie ten aanzien van de werking van handelsakkoorden te verhogen en het gebruik van akkoorden door Europese bedrijven, met name het MKB, te stimuleren.

Het rapport laat zien dat handelsakkoorden werken: er is sprake van een stijging van handelsvolumes in alle sectoren en handelsakkoorden geven een stimulans om vaak lang bestaande handelsbarrières weg te nemen. Het rapport focust ook op een aantal specifieke aspecten van handelsakkoorden. Zo bevat het een hoofdstuk over de implementatie van duurzaamheidsafspraken en brengt het rapport ook in kaart wat de gevolgen van handelsakkoorden zijn voor de EU-landbouwsector.

Het rapport laat ook verbeterpunten zien. Zo wil de Europese Commissie, in samenspraak en samenwerking met de lidstaten, meer werk maken van de communicatie over en het gebruik van handelsakkoorden.

Het rapport werd door alle lidstaten verwelkomd. Een aantal landen vroeg de Commissie om meer werk te maken van het aanpakken van handelsbarrières in derde landen. Sommige lidstaten brachten specifieke handelsbelemmeringen naar voren. Andere landen vroegen om een specifieke focus op het MKB. Ook werd gevraagd om het ontwikkelingsaspect van het EU-handelsbeleid beter uit te lichten in toekomstige rapporten.

Nederland onderschreef het belang van het implementatierapport, omdat het kan bijdragen aan een betere benutting van handelsakkoorden en meer transparantie in de praktijk. Ook gaf Nederland aan veel belang te hechten aan de afspraken over handel en duurzaamheid in handelsakkoorden en de rol van handelsbeleid in de bevordering van mensenrechten. In dat kader vroeg Nederland aandacht voor twee specifieke situaties, te weten Bangladesh en Myanmar. Zo informeerde Nederland de Raad over het recente gesprek met de overheid van Bangladesh over de dreigende sluiting van het lokale kantoor van het Bangladesh Akkoord en verzocht Nederland de EU-lidstaten gezamenlijk op te trekken richting Bangladesh. Dit is in overeenstemming met het Sustainability Compact, waarin de EU, VS en Canada afspraken hebben gemaakt met de overheid van Bangladesh over veilige arbeidsomstandigheden in de textielsector. Voorts heeft Nederland gewezen op de mensenrechtensituatie in Myanmar en het belang om ook hier politieke druk uit te blijven oefenen. Om de democratische transitie van Myanmar te bevorderen en de situatie van alle etnische minderheden, de Rohingya in het bijzonder, te verbeteren, moet de Europese Unie strategisch na blijven denken over het inzetten van de verschillende instrumenten die het tot haar beschikking heeft en de timing daarvan.

Terugkoppeling wetgevingsprocessen

Europese investeringstoets

Het Oostenrijkse Voorzitterschap stelde de ambitie te hebben om de triloog met het Europees Parlement over de Verordening ten aanzien van het toetsen van investeringen spoedig af te ronden. Op 6 november 2018 vond de vierde dialoog op politiek niveau plaats en de inzet is om eind-november de triloog op politiek niveau af te ronden. Het Voorzitterschap benadrukte dat het eindresultaat landenneutraal zal zijn, dat wil zeggen het nieuwe kader zal in dezelfde mate gelden voor alle derde landen.

Horizontale Verordening over bilaterale vrijwaring

De Commissie en het Oostenrijkse Voorzitterschap gaven tevens een stand van zaken met betrekking tot de triloogonderhandelingen over het Commissievoorstel (COM(2018)206) voor een horizontale vrijwaringsverordening. Aangezien de posities van het Europees Parlement en de Raad dicht bij elkaar liggen, hoopt het Oostenrijkse Voorzitterschap deze triloog – met steun van de Europese Commissie – op korte termijn af te ronden. Geen van de lidstaten heeft tijdens de Raad op dit punt geïntervenieerd.

Modernisering Dual Use Verordening

Voorts heeft de Commissie aandacht gevraagd voor het Commissievoorstel betreffende de herziening van de Dual Use Verordening (nr. 2016/0295). De herziening ziet onder andere op het onder exportcontrole brengen van cyber surveillance technologie om mensenrechtenschendingen tegen te gaan. Het Europees Parlement heeft al een positie bepaald in januari 2018, maar binnen de Raad blijven de meningen verdeeld. De Commissie hoopt dat de Raad spoedig tot een onderhandelingspositie zal komen. Nederland is actief pleitbezorger van snelle besluitvorming en zet zich er bilateraal en met een groep lidstaten voor in dat de Raad voor de verkiezingen van het Europees Parlement in maart 2019 een standpunt bepaalt.

Antidumpingmaatregelen Colombia op bevroren aardappelproducten

Op verzoek van België is ook gesproken over het recente besluit van Colombia om antidumpingmaatregelen in te stellen op bevroren aardappelproducten uit België, Nederland en Duitsland. België, gesteund door Nederland en Duitsland, wees erop dat dit de derde antidumpingmaatregel is in korte tijd in een belangrijke exportmarkt voor deze producten. Eerder hebben ook Zuid-Afrika en Brazilië dergelijke maatregelen genomen. De betreffende lidstaten vroegen dan ook om duidelijke actie van de Commissie om navolging op andere markten in Latijns-Amerika te voorkomen. Alle mogelijkheden, inclusief een stap naar de WTO, zouden daarbij overwogen moeten worden.

De Europese Commissie gaf aan de teleurstelling van de getroffen lidstaten te delen. De Europese Commissie gaf aan al negentien keer geïntervenieerd te hebben in deze zaak en bereid te zijn al het mogelijke te blijven doen. De Commissie is bereid WTO-consultaties te overwegen, maar dat daartoe eerst nog een juridische analyse van het Colombiaanse besluit dient plaats te vinden. Deze analyse kan pas plaatsvinden wanneer het definitieve besluit van de Colombiaanse autoriteiten, en de onderbouwing van de maatregelen, is gepubliceerd. Deze publicatie – en de inwerkingtreding van de maatregelen – heeft pas na de Raad plaatsgevonden. De Commissie is inmiddels gestart met de juridische analyse en de uitkomsten daarvan worden over enkele weken verwacht.

Nederland zal bij de Commissie blijven aandringen op nadere actie en zal ook zelf blijven pleiten tegen de maatregelen. Zo zal de teleurstelling over het besluit per brief worden overgebracht aan de Colombiaanse Minister van Handel. Ook zal het onderwerp worden aangekaart tijdens het bezoek van de Minister-President en de Minister van Landbouw aan Colombia op 28 november 2018.

Overig

Lunch EU-VS handelsbetrekkingen

Tijdens de lunch blikte Commissaris Malmström vooruit op haar ontmoeting met de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Lighthizer op 14 november 2018 en besprak zij de bredere handelspolitieke relatie met de VS, waaronder het lopende Amerikaanse onderzoek naar de impact van import van auto’s en auto-onderdelen op de nationale veiligheid. Tijdens deze ontmoeting worden ook de verkenningen door de executive working group besproken. Op korte termijn ligt de focus met name op vrijwillige samenwerking op het gebied van regelgeving.

De EU-lidstaten spraken steun uit voor het werk van de Commissie. Nederland wees op het belang van een transparant proces en grote betrokkenheid van de lidstaten bij de gesprekken met de VS. Verder verzocht Nederland, conform de toezegging gedaan tijdens het AO RBZ Handel van 31 oktober 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1930), de Commissie om bij de vormgeving van de definitieve vrijwaringsmaatregelen op staal rekening te houden met de specifieke belangen van de importerende en verwerkende industrie.

Naar boven