Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 2492 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 2492 |
Waarom verwijst u in uw beantwoording van eerdere Kamervragen naar documenten die in het kader van een WOB-procedure zijn gepubliceerd, zonder inhoudelijk antwoord te geven op de gestelde vragen?1
In de antwoorden op de eerdere Kamervragen over dit onderwerp heb ik naar de documenten verwezen die in het kader van de procedure Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) zijn gepubliceerd en daarmee openbaar waren geworden. Over het besluit in voornoemde procedure heb ik uw Kamer ook geïnformeerd, waarbij de vindplaats van de documenten is vermeld. Deze documenten zijn door een ieder raadpleegbaar.
Erkent u dat het informatierecht van de Kamer verder strekt en ruimer is dan de WOB-procedure, en dat het dus nooit zo kan zijn dat u informatie niet geeft die wel opgevraagd kan worden in het kader van de WOB, een en ander mede in het licht van de actuele discussie in de Kamer over de reikwijdte van art. 68 Grondwet en de aangenomen moties Omtzigt c.s.?2
Ik heb uw Kamer geïnformeerd door te verwijzen naar hetgeen reeds openbaar was gemaakt. Ten aanzien van de verhouding tussen artikel 68 Grondwet en de Wob verwijs ik naar de Kamerbrief van 25 april 2016.3
Hoe verhoudt zich uw veelvuldige verwijzing in uw antwoorden op toch vrij feitelijke vragen naar de stapel met gepubliceerde WOB-stukken hiermee? Vindt u dat u daarmee recht doet aan uw inlichtingenplicht? Waarom probeert u zich hier zo makkelijk van af te maken?
Kunt u in ieder geval de vragen 1 en 3 nog eens beantwoorden, zonder verwijzing naar de gepubliceerde WOB-documenten, maar gewoon door inhoudelijk antwoord te geven op de gestelde vragen?
Uit de mij ter beschikking staande documenten volgt dat het Openbaar Ministerie op 2 juli 2018 een presentatie over deze zaak heeft gegeven. Deze presentatie vond plaats op initiatief van het Openbaar Ministerie. Nadien hebben vervolgoverleggen plaatsgevonden op 19 juli 2018, 10 september 2018 en 6 februari 2019 waarin ik ben geïnformeerd over de voortgang van het strafrechtelijk onderzoek in de onderhavige casus, welke als gevoelige zaak is aangemerkt. Deze overleggen zijn er voor bedoeld mij als Minister van Justitie en Veiligheid in staat te stellen mijn politieke verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor het handelen van het Openbaar Ministerie.
Het Openbaar Ministerie heeft tijdens de overleggen de casus toegelicht en aangegeven wat op dat moment telkens de stand van het onderzoek was. Van deze presentaties cq. overleggen zijn geen formele verslagen gemaakt. Wel wordt in een aantal interne documenten, blijkend ook uit de Wob-procedure, (verkort) aangegeven wat is besproken. Omdat het strafrechtelijk onderzoek in deze zaak lopende is, kan ik over de inhoud van het besprokene geen uitlatingen doen.
Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over «de betrokkenheid van de Minister bij een mogelijke megaschikking met Shell voor corruptie in Nigeria» (2020D08417)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2492.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.