Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat ruim 200 gemeenten drugsgebruik op straat verbieden terwijl het van de wet mag (ingezonden 4 juli 2019).

Mededeling van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 25 juli 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Van de wet mag het, maar ruim 200 gemeenten verbieden drugsgebruik op straat»?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat 218 van de 355 gemeenten een algeheel verbod op het gebruik van (soft- en hard-)drugs hebben afgekondigd, terwijl de Opiumwet het gebruik expliciet niet strafbaar stelt, maar alleen de handel erin en productie ervan?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u een algeheel verbod op het gebruik van drugs als middel om overlast te bestrijden?

Vraag 4

Deelt u mijn mening en die van de experts, die in het artikel worden aangehaald, dat een specifiek gebiedsverbod beter is dan een algeheel verbod? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat er andere mogelijkheden zijn die gemeenten kunnen aangrijpen om overlast te voorkomen, zoals «orde verstoring» (het hinderlijk rondhangen of intimiderend overkomen)?

Vraag 6

Bent u van mening dat wanneer gemeenten iets strafbaar stellen dat in de Opiumwet uitdrukkelijk is uitgesloten, zij daarmee de Opiumwet doorkruisen? Wanneer wordt bij een gebiedsverbod de Opiumwet juridisch doorkruist? Wanneer wordt bij een algeheel verbod de Opiumwet juridisch doorkruist?

Vraag 7

Welke acties bent u bereid te nemen om gemeenten te helpen de juiste maatregelen te treffen tegen eventuele overlast, zonder dat daarmee de Opiumwet juridisch doorkruist wordt?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over het bericht dat ruim 200 gemeenten drugsgebruik op straat verbieden terwijl het van de wet mag (2019Z14463) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven