Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de beantwoording van vragen over de intensieve kindzorg vanaf 2015 (ingezonden 2 oktober 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 28 oktober 2014)

Vraag 1

Kunt u, aan de hand van een voorbeeld, inzichtelijk maken welke begeleiding onder de Jeugdwet valt, en welke onder de Zorgverzekeringswet (Zvw), gegeven het feit dat begeleiding en persoonlijke verzorging voor de groep intensieve kindzorg vaak in elkaars verlengde liggen, en daarom ook vaak door dezelfde persoon worden uitgevoerd?1

Antwoord 1

Verpleging, verzorging en begeleiding voor kinderen met een intensieve zorgvraag is onder de aanspraak wijkverpleging in de Zvw gebracht.

Zoals in de het besluit zorgverzekeringen beschreven, gaat het bij intensieve kindzorg om de volgende twee groepen:

  • 1. kinderen met zwaar complexe somatische problematiek of een lichamelijke handicap, die als gevolg van deze problematiek een behoefte hebben aan verzorging of verpleging en waarbij permanent toezicht noodzakelijk is. Onder permanent toezicht wordt verstaan dat onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende de gehele dag nodig is met betrekking tot fysieke functies, zodat tijdig ingrijpen mogelijk is. Doordat het kind zorg nodig heeft op zowel te plannen dagen en tijdstippen als op ongeplande tijden, vaak ook in de nachtelijke uren, volstaat toezicht op afstand of een meer passieve observatie niet. Bij de kinderen die een behoefte aan permanent toezicht hebben, kan elk moment iets ernstig mis gaan.

  • 2. Kinderen met lichtere complexe problematiek of een lichamelijke handicap, waarbij een of meer specifieke verpleegkundige handelingen nodig zijn en waarbij zorg voortdurend in de nabijheid nodig is. Bij de specifieke verpleegkundig handelingen, gaat het om handelingen als het toedienen van zuurstof, aan- en afkoppelen beademingsapparatuur, toediening van intraveneuze medicatie toediening of parenterale voeding, verwisselen van canules en openhouden en doorspoelen van katheters en dergelijke.

Alle begeleiding die een jeugdige in het kader van intensieve kindzorg nodig heeft zal vanuit de Zorgverzekeringswet worden verleend. Dit betekent niet per definitie dat een jeugdige met intensieve kindzorg nooit aanspraak zal kunnen maken op begeleiding vanuit de Jeugdwet. Dit zal dan echter geboden kunnen worden vanwege andere problematiek, zoals beperkingen als het gevolg van een (lichte) verstandelijke beperking.

Vraag 2

Waaronder valt kortdurend verblijf voor de groep intensieve kindzorg? Is dat de Zvw of de Jeugdwet?

Antwoord 2

Voor kinderen die onder de doelgroep intensieve kindzorg vallen, zoals in de hierboven beschreven twee situaties, geldt dat logeren of tijdelijk verblijven in een instelling onder de Zvw valt. Bij IKZ ligt het zwaartepunt hierbij op het toezicht dat op het niveau van een verpleegkundige geboden wordt.

Vraag 3

Wat zijn de kosten van gespecialiseerde instellingen voor kortdurend verblijf voor de groep intensieve kindzorg? Is het tarief dat wordt vergoed uit de Zvw dan wel de Jeugdwet hiervoor toereikend?

Antwoord 3

Ik neem aan dat hier wordt gedoeld op bijvoorbeeld kinderhospices. Voor de gehele wijkverpleging geldt een taakstelling in 2015, die ook zijn weerslag kan hebben op intensieve kindzorg.

Zorgverzekeraars hebben afspraken gemaakt over de contractering van intensieve kindzorg. Deze afspraken zijn in overleg met de Vereniging Gespecialiseerde Verpleegkundige Kindzorg (VGVK) tot stand gekomen.

De afspraken houden in dat de bestaande aanbieders voor intensieve kindzorg door zorgverzekeraars actief benaderd worden voor een contract voor 2015. Met deze aanbieders wordt een maximum budget voor 2015 afgesproken en er zal een standaard indicatie worden gehanteerd. Voor deze standaardindicatie wordt verwacht van de zorgaanbieders dat zij de noodzakelijke verpleegkundige zorg leveren evenals de aanvullende zorg zoals die in artikel 3.8 van beleidsregel (NR/CU-721) staat omschreven, namelijk vervoer, pedagogische ondersteuning en verblijf.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 80

Naar boven