Vragen van de leden Van Wijngaarden (VVD) en Oosenbrug (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het artikel «Organisaties zijn banger voor reputatieschade bij schending privacy» (ingezonden 1 mei 2015).

Mededeling van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 mei 2015).

Vraag 1

Kent u het artikel «Organisaties zijn banger voor reputatieschade bij schending privacy»?1

Vraag 2

Wat vindt u van de oproep van de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) een publicatieplicht in de wet op te nemen met betrekking tot tot onderzoeken van het CBP?

Vraag 3

Hoe vaak en op welke grond hebben belanghebbenden succesvol een publicatie over hen door het CBP verhinderd in de afgelopen vijf jaar?

Vraag 4

Welke beleidsregels hanteert het CBP om een zorgvuldig en evenwichtig publicatiebeleid te waarborgen?

Vraag 5

Welke andere toezichthouders kennen een wettelijke plicht tot publiceren en welke uitzonderingen bestaan er op die plicht?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Wijngaarden (VVD) en Oosenbrug (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het artikel «Organisaties zijn banger voor reputatieschade bij schending privacy» (ingezonden 1 mei 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven