Vragen van de leden Omtzigt en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Veiligheid en Justitie over het validatiestelsel voor ANBI's en het aflopende convenant «ruimte voor geven» (ingezonden 24 oktober 2013).

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën) en staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 13 november 2013).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u in juni op vragen van het CDA antwoordde: «Binnenkort zal samen met de collega van Veiligheid en Justitie nader worden bezien hoe aan het validatiestelsel vorm kan worden gegeven. Dat moet inderdaad voor alle ANBI’s gelden. Voor het validatiestelsel en de keurmerken ligt de primaire verantwoordelijkheid bij Staatssecretaris Teeven.»?1

Antwoord vraag 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich dat u op 17 september 2013 een brief aan de Eerste Kamer gestuurd heeft waarin u stelt dat de vaststelling van de gedragscode en het keurmerkstelsel primair een verantwoordelijk zou moeten zijn van de sector?2

Antwoord vraag 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze twee zaken tegengesteld zijn en bent u bereid om het validatiestelsel in eigen hand te nemen en hiervoor per ommegaande een voorstel aan de Kamer te sturen?

Antwoord vraag 3

Nee, die mening deel ik niet. Conform afspraak 8 van het convenant «Ruimte voor geven» zijn de Stichting Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) en de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Financiën gezamenlijk verantwoordelijk voor het opleveren van het validatiestelsel filantropie. Een belangrijk uitgangspunt bij het opstellen van validatiestelsel filantropie is zelfregulering waar het kan en overheidsbemoeienis waar het moet. Vanuit die gedachte is afgesproken dat de SBF zelf het validatiestelsel filantropie ontwikkelt. De SBF werkt samen met de relevante partijen uit de sector om tot één gedragscode, één keurmerk en een centraal informatieportaal te komen. Dit proces wordt vanuit de ministeries van Financiën en van Veiligheid en Justitie waar mogelijk ondersteund en gefaciliteerd. Het validatiestelsel filantropie wordt gezamenlijk door de convenantspartijen vastgesteld.

Vraag 4

Kunt u de gekozen oplossing vergelijken met het toetsingskader zoals u dat aan de Kamer heeft gestuurd?

Antwoord vraag 4

Het toetsingskader publieksbelang filantropie heb ik bij brief van 25 april 2013 aan de Tweede Kamer verzonden3. Bij de ontwikkeling en de vaststelling van het validatiestelsel filantropie vindt toetsing aan het toetsingskader publieksbelang plaats.

Vraag 5

Herinnert u zich de nieuwe en concrete afspraken uit het convenant «Ruimte voor Geven»? Kunt u deze documenten (of de vindplaats ervan) aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord vraag 5

Ja, ik heb uw Kamer hierover bij brief van 21 juni 2011 geïnformeerd4.

Vraag 6

Kunt u aangeven wat er per afspraak 1, 4, 5, 6 en 7 gedaan is met de convenanten, aanbevelingen en plannen van aanpak en of zij succesvol geweest zijn?5

Vraag 7

Is het convenant medio 2013 geëvalueerd en kunt u het resultaat daarvan aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord vraag 6 en 7

Begin september 2013 is het convenant door de betrokken ministeries en de SBF op ambtelijk niveau geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie spelen een rol bij het maken van de afspraken voor een mogelijk nieuw convenant. Hierna geef ik kort per afspraak weer wat de uitkomst is van de evaluatie.

Afspraak 1

Het doel van afspraak 1 was de structuren en mechanismen voor het uitwisselen van kennis en informatie en het afstemmen van beleid en besteding tussen de sector filantropie en de betrokken departementen waar nodig te verbeteren. Dit heeft niet tot deelconvenanten geleid tussen de ministeries en de SBF. Wel is naar het oordeel van de ministeries en de SBF goed en regelmatig overleg gevoerd over een aantal relevante onderwerpen tussen ambtenaren en de betrokken organisaties uit de sector filantropie. Verschillende departementen zien kansen om overkoepelende thema’s gezamenlijk met de SBF verder uit te werken.

Afspraak 4

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bureau Greenwish een inventarisatie gemaakt van alternatieve financieringsmethoden voor maatschappelijke initiatieven. De rapportage is in mei 2012 afgerond. Om meer bekendheid te geven aan de uitkomsten van die inventarisatie zijn deze uitkomsten onder meer opgenomen in de «Toolbox financieringsconstructies» van AgentschapNL. Deze is voor iedereen te raadplegen via: http://www.agentschapnl.nl/nl/node/445104 .

Afspraak 5

Het onderzoek naar mogelijkheden om projecten te verduurzamen is afgerond met de rapportage «Rem op de Projectencarrousel». De aanbevelingen uit het onderzoek zijn op verschillende bijeenkomsten gepresenteerd en meegenomen in verdere beleidsvorming. De rapportage is voor iedereen te raadplegen op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/05/30/rapport-de-rem-op-de-projectencarrousel-geleerde-lessen-in-2010-en-2011.html .

Afspraak 6

Deze afspraak ziet op de verdere introductie in Nederland van lokale gemeenschapsfondsen door de SBF en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daartoe is in de eerste plaats gezamenlijk een handleiding opgesteld. De handleiding is te vinden op www.lokalegemeenschapsfondsen.nl .

Afspraak 7

Om de belangen van de filantropische sector optimaal te kunnen behartigen en te kunnen functioneren als representatief aanspreekpunt voor de overheid is het van belang dat de SBF in voldoende mate de gehele filantropische sector vertegenwoordigt. De SBF heeft conform afspraak 7 van het convenant een plan van aanpak opgeleverd om haar representativiteit te vergroten. De SBF zet in op het vergroten van het aantal leden bij de deelnemende brancheorganisaties en investeert in de samenwerking met de brancheorganisaties op specifieke terreinen. Naar aanleiding van de evaluatie is geconcludeerd dat met de SBF een afspraak zou moeten worden gemaakt over samenwerking met de sector vrijwilligers en met vertegenwoordigers van geloofsstromen anders dan die het CIO binnen de SBF vertegenwoordigt.

Vraag 8

Wordt er, nu het convenant afloopt per 1 januari 2014, een nieuw convenant gesloten tussen het kabinet en de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF)? Zo ja, bent u bereid de Kamer het concept te sturen alvorens het convenant wordt ondertekend?

Antwoord vraag 8

Op dit moment vindt overleg plaats tussen de betrokken ministeries en de SBF over de inhoud van een mogelijk nieuw convenant. u wordt over de stand van zaken op de hoogte gehouden.

Vraag 9

Hoe hoog is op dit moment de representativiteit van de SBF en is dat voor u voldoende?

Antwoord vraag 9

De SBF vertegenwoordigt de leden van de brancheorganisaties VFI, IF, CIO en de FIN. Daarmee vertegenwoordigt de SBF een aanzienlijk aantal van de charitatieve instellingen in Nederland. Ik vraag van de SBF dat zij zich voortdurend blijft inzetten om haar representativiteit te verhogen.

Vraag 10

Hoe staat het met het werk aan de gedragscode over onder andere beloningen en bent u bereid de stand van zaken zo spoedig mogelijk met de Kamer te delen, zeker nu de Minister van Binnenlandse Zaken voorstelt om de wettelijk normering van de bezoldiging bij ANBI’s los te laten?

Antwoord vraag 10

Aan hetgeen ik in mijn brief van 17 september 20136 heb opgemerkt over de voortgang van het validatiestelsel en aan de in die brief gedane toezeggingen over het informeren van uw Kamer is op dit moment niets toe te voegen. Ik herhaal de toezegging dat wij de Kamer zullen informeren zodra er nieuwe informatie over dit onderwerp is. Op dit moment zijn wij nog in afwachting van het advies van de Commissie De Jong over de wijze waarop het stelsel gestalte kan krijgen voor alle ANBI’s.


X Noot
1

Kamerstuk II, 31 213, nr. 21, p.22

X Noot
2

Kamerstuk I, 33 750 IX, A, pagina 12

X Noot
3

Kamerstukken II, 2012–2013, 32 740, nr. 14

X Noot
4

Kamerstukken II, 2010–2011, 32 740, nr. 6

X Noot
5

Afspraak 1 (ten minste 7 deelconvenanten)

Er worden deelconvenanten gesloten op o.a. de terreinen

gezondheidszorg, natuur en milieu, welzijn en sport, ontwikkelingssamenwerking, leefbaarheid, onderwijs en wetenschap, cultuur en sociale cohesie.

2e kwartaal 2012

Afspraak 4

haalbaarheidsstudie afgerond naar innovatieve financieringswijzen en verdienmodellen voor maatschappelijke initiatieven.

2e kwartaal 2012

Afspraak 5

aanbevelingen ontwikkeld gericht op het verduurzamen van projecten

2e kwartaal 2012

Afspraak 6

Een plan gereed gericht op de verdere introductie in Nederland van lokale gemeenschapsfondsen.

2e kwartaal 2012

Afspraak 7

plan van aanpak gereed, met daarin opgenomen een concrete doelstelling en bijbehorende aanpak voor het verhogen van het aantal bij de SBF aangesloten organisaties.

1e kwartaal 2012

Afspraak 8a

realisatie van één keurmerkstelsel,

3e kwartaal 2013

Afspraak 8b

gedragscode gereed voor alle aangesloten organisaties, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan vraagstukken van governance, beloning en maatschappelijke prestaties.

4e kwartaal 2013

X Noot
6

Kamerstukken II 2013/14, 33 750 IX, nr. 5

Naar boven