Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
3266
Vragen van het lid Teeven (VVD) aan de ministers van
Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties over de invulling
van het getuigenbeschermingsprogramma in Nederland. (Ingezonden
15 april 2009)
1
Hebt u kennisgenomen van het artikel «Ik blaas de dienst op»?1 Kunt u zich het verzoek herinneren om een evaluatie van de invulling
van het getuigenbeschermingsprogramma in Nederland door onafhankelijke deskundigen?2 Bent u bereid daar op korte termijn aan mee te werken en de Kamer
hierover (vertrouwelijk) te informeren?
2
Zijn er sinds begin 1996 al eens evaluaties geweest over het functioneren
van de Dienst Getuigenbescherming van het Korps Landelijke Politiediensten
(KLPD)? Bent u bereid de Kamer (vertrouwelijk) te informeren over de inhoud
van deze evaluaties door het KLPD en het Openbaar Ministerie?
3
Hebt u aanleiding om te vermoeden dat de uitlatingen die in het bovengenoemde
krantenartikel worden gedaan over de integriteit van het personeel van het
KLPD (ook maar enigszins) op waarheid berusten? Hebt u het voornemen dit te
onderzoeken, ook in het belang van het personeel van de Dienst Getuigen Bescherming?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Antwoord van ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Ter
Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 juli
2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009,
nr. 2547
1 en 2
Wij hebben kennis genomen van het artikel.
Tijdens een algemeen overleg op 17 maart 2009 heeft de VVD-fractie verzocht
het getuigenbeschermingsprogramma te evalueren.
Begin 2005 is het getuigenbeschermingsprogramma, dat toen 10 jaar bestond,
onderworpen aan een uitvoerige evaluatie. Die is in verband met de hoge mate
van vertrouwelijkheid van de onderzoeksmaterie uitgevoerd door onderzoekers
van het Korps Landelijk Politiediensten (KLPD) en het Landelijk Parket die
geen betrokkenheid hadden bij de uitvoering van het getuigenbeschermingsprogramma.
De conclusies en aanbevelingen die op basis van de onderzoeksbevindingen zijn
geformuleerd, hebben in de jaren 2006 en 2007 geleid tot een aantal aanpassingen
en verbeteringen in het kader van de uitvoering van het programma.
In 2008 is bij het Landelijk Parket en de dienstleiding van de Dienst
Specialistische Recherchetoepassingen (DSRT) van het KLPD de behoefte ontstaan
aan een toekomstverkenning, om zo in te kunnen spelen op ontwikkelingen en
getuigenbescherming verder vorm te kunnen geven. In opdracht van de driehoek
van het KLPD is onderzoek gedaan naar ontwikkelingen die zich in de omgeving
van het team getuigenbescherming zullen kunnen voordoen en naar (inter)nationale «best
practices» op het gebied van getuigenbescherming. Ook dit onderzoek
is gedaan door een onderzoeker van het KLPD en heeft geleid tot aanpassingen
en verbeteringen met betrekking tot het getuigenbeschermingsprogramma.
De aanbevelingen hadden onder meer betrekking op de uitbreiding van het
arsenaal van beveiligingsmaatregelen. Aangebrachte verbeteringen en aanpassingen
stonden in dat teken en verder speelden daarin veranderingen in het kaliber
van te beschermen getuigen en de strafzaken waarin zij acteren een rol. De
zaken zijn zwaarder, complexer en meer divers geworden. Gebleken is dat het
juridisch instrumentarium aanvulling behoeft. Deze problematiek wordt momenteel
nader in kaart gebracht.
Gezien het voorgaande zien wij geen noodzaak tot een nieuwe evaluatie
met betrekking tot de invulling van het getuigenbeschermingsprogramma. Gelet
op de vertrouwelijke aard en inhoud achten wij het onwenselijk de Kamer verdergaand
te informeren over de eerdere evaluaties.
3
Los van de uitlatingen van deze getuige, zijn ons geen aanwijzingen bekend
om de integriteit en de professionaliteit van de leden van het team getuigenbescherming
in twijfel te trekken. Het team getuigenbescherming functioneert volgens gedetailleerd
beschreven processen en vastgelegde verantwoordingstructuren. Wij achten het
dan ook niet noodzakelijk in dit kader nader onderzoek te verrichten.
XNoot
1 De Telegraaf, 11 april 2008: «Ik blaas de dienst op».
XNoot
2 Verslag algemeen overleg over anonimiteit in het strafproces (kamerstuk
28 684, nr. 208).