Provinciaal blad van Noord-Brabant
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noord-Brabant | Provinciaal blad 2025, 9854 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noord-Brabant | Provinciaal blad 2025, 9854 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant tot wijziging van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant in verband met het invoegen van een aparte paragraaf 6 voor de subsidieregels omtrent het vrijmaken van pacht en erfpacht van grond, het ophogen van diverse subsidieplafonds en het doorvoeren van enkele andere wijzigingen in paragrafen 1, 2 en 5 (Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant te wijzigen in verband met het invoegen van een aparte paragraaf 6 voor de subsidieregels omtrent het vrijmaken van pacht en erfpacht van grond, het ophogen van diverse subsidieplafonds en het doorvoeren van enkele andere wijzigingen in paragrafen 1, 2 en 5;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
In artikel 1.1 vervalt het begrip “Nederlandse rassenlijst bomen”.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:
In artikel 1.5 wordt, onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot de onderdelen e tot en met h, een onderdeel ingevoegd, luidende:
Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.12, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
de gemiddelde natuurkwaliteit van het gebied wordt geborgd, conform de gebiedsbeschrijving in ‘Ecologische waarden en kenmerken van natuurgebieden in Noord Brabant’, te raadplegen via website: https://www.groenontwikkelfondsbrabant.nl/gebiedsbeschrijvingen;
In de aanhef van artikel 1.13, derde lid, wordt “indien het project betrekking heeft op” vervangen door “indien het project niet gericht is op realisatie van natuurbos in NNB provinciaal deel en het project betrekking heeft op”.
In artikel 1.15 wordt “31 december 2026” vervangen door “1 oktober 2027”.
Artikel 1.16, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.20 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.21 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2.10, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd.
In artikel 5.4 vervallen de onderdelen c, d en e, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.
In artikel 5.5 vervallen de onderdelen d en e, onder verlettering van de onderdelen f en g tot de onderdelen d en e.
Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:
De artikelen 5.7 en 5.8 vervallen.
Artikel 5.9 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
Als de subsidieontvanger beschikt over een geldende goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het hanteren van de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek, kan de subsidieontvanger, in afwijking van het tweede lid, de berekeningswijze, bedoeld in de artikelen 1.4, eerste lid, onder a, en 1.5 van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toepassen en deze systematiek en de uit deze systematiek voortvloeiende jaarlijkse uurtarieven hanteren.
In artikel 5.11 wordt “31 augustus 2023” vervangen door “1 oktober 2027”.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in de artikelen 5.11 en 6.8, vast op € 4.800.000 voor projecten als bedoeld in artikel 5.4 en artikel 6.4, eerste lid, onder a en b.
De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot maximaal de bedragen, genoemd in bijlage 12 bij deze regeling.
Artikel 5.16, derde lid, vervalt.
Artikel 5.17 wordt als volgt gewijzigd;
Artikel 5.19, eerste lid, komt te luiden:
Artikel 5.20 Subsidievaststelling
Onder vernummering van § 6, inhoudende de artikelen 6.1 tot en met 6.3, tot § 7, inhoudende de artikelen 7.1 tot en met 7.3, wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 6 Pachtvrij en erfpachtvrij maken van grond
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
enclave: bestaande nog te realiseren natuur als enclave opgenomen en begrensd in het Natuurbeheerplan;
erfpacht: zakelijk recht als bedoeld in artikel 7:85 Burgerlijk Wetboek;
natte natuurparel: hydrologisch gevoelig gebied, dat vanwege specifieke omstandigheden van bodem en water hoge natuurwaarden vertegenwoordigt als aangewezen en begrensd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant;
Natura 2000-gebied: gebied dat op grond van artikel 2.44, eerste lid, van de Omgevingswet is aangewezen als Natura 2000-gebied;
Natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 1.2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016;
natuurbeheertype: soort natuur als beschreven in de Index Natuur en Landschap, te raadplegen via website: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-natuur-en-landschap/;
nieuwe natuur: nieuwe natuur als onderdeel van het NNB aangeduid in het Natuurbeheerplan;
NNB: Natuur Netwerk Brabant, zijnde een samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft als aangewezen en begrensd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant;
NNB provinciaal deel: NNB provinciaal deel als aangeduid in het Natuurbeheerplan;
NNB rijksdeel: NNB rijksdeel als aangeduid in het Natuurbeheerplan;
NNN: Natuurnetwerk Nederland als bedoeld in artikel 2.44, vierde lid, van de Omgevingswet, zijnde een samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft, als aangewezen en begrensd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant;
pacht: overeenkomst als bedoeld in artikel 7:311 Burgerlijk Wetboek;
pachtkamer: meervoudige kamer als bedoeld in artikel 48 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 6.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt geweigerd indien:
Onverminderd het eerste lid is het project, om voor subsidie als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, onder a en b, in aanmerking te komen, gericht op versnelling en intensivering van natuurherstel van stikstofgevoelige Natura2000-gebieden dan wel van stikstofgevoelige habitattypen of soorten, blijkend uit:
Artikel 6.7 Subsidiabele kosten
De reële vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onder a, in combinatie met de vergoeding voor functiewijziging, bedoeld in artikel 6.4, tweede lid, wordt op de volgende wijze berekend:
indien sprake is van een schriftelijke pachtovereenkomst of uitspraak van de pachtkamer waaruit blijkt dat de rechtsverhouding tussen partijen als pacht moet worden gekwalificeerd, en de pachter wordt niet verplaatst naar een vervangend perceel, dan wordt de vergoeding bepaald op basis van functiewijziging van de grond in verpachte staat in combinatie met een vergoeding voor het vrijmaken van de grond van pacht;
indien sprake is van een schriftelijke pachtovereenkomst of uitspraak van de pachtkamer waaruit blijkt dat de rechtsverhouding tussen partijen als pacht moet worden gekwalificeerd, en de pachter wordt verplaatst naar een vervangend perceel, dan wordt de vergoeding bepaald op basis van functiewijziging van de grond in vrije staat in combinatie met een vergoeding voor de verplaatsing van de pacht;
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van bemiddelingskosten van de subsidieaanvrager als bedoeld in het eerste lid, onder b, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toe en hanteert daarbij een uurtarief van:
Als de subsidieontvanger beschikt over een geldende goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het hanteren van de Integrale Kosten Systematiek, kan de subsidieontvanger in afwijking van het vijfde lid, de berekeningswijze bedoeld in de artikelen 1.4, eerste lid, onder a, en 1.5 van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toepassen en deze systematiek en de uit deze systematiek voortvloeiende jaarlijkse uurtarieven hanteren.
Subsidieaanvragen worden ingediend van 17 juni 2025 tot en met 31 december 2027.
Artikel 6.12 Externe adviescommissie
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 6.4 voor advies over artikel 6.6 voor aan de Adviescommissie realisering Natuurnetwerk Brabant.
Artikel 6.13 Subsidieverlening
Artikel 6.14 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 6.16 Bevoorschotting en betaling
Artikel 6.17 Subsidievaststelling
In het opschrift van Bijlage 1 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt “artikel 1.5, onder e” vervangen door “artikel 1.5, onder f”.
Bijlage 3 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.
In het opschrift van Bijlage 4 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt “artikel 1.6, eerste lid, onderdeel o, onder 4°” vervangen door “artikel 1.6, eerste lid, onderdeel n, onder 4°”.
In het opschrift van Bijlage 4a behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt “artikel 1.6, eerste lid, onder g” vervangen door “artikel 1.6, eerste lid, onder f”.
Bijlage 5 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.
Na Bijlage 7d behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurwetwerk Noord-Brabant wordt bijlage 3 bij deze regeling ingevoegd.
Na Bijlage 8 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurwetwerk Noord-Brabant wordt bijlage 4 bij deze regeling ingevoegd.
Bijlage 12 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 5 bij deze regeling.
Na Bijlage 12 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurwetwerk Noord-Brabant wordt bijlage 6 bij deze regeling ingevoegd.
Op subsidieaanvragen als bedoeld in de paragrafen 1, 2 en 5 van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijven de paragrafen 1, 2 en 5 van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant, zoals die luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.
’s-Hertogenbosch, 10 juni 2025
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Bijlage 1 behorende bij artikel I, onder DD, van de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 3 behorende bij artikel 1.13, vijfde lid, artikel 1.17, onder b en artikel 6.6, eerste lid, onder c van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Inrichtingskosten inclusief BTW, per ha, per natuurbeheertype en ONNB en aanduiding hoogwaardige natuurbeheertypen
Bijlage 2 behorende bij artikel I, onder GG, van de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 5 behorende bij artikel 1.13, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, en tweede lid, onderdeel a, onder 1°, en vierde lid, artikel 2.7, onder a en c, artikel 6.13, vijfde lid, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
De regioprijs per hectare bedraagt voor geheel Noord-Brabant: € 108.990.
De regioprijs is gebaseerd op door het Kadaster berekende kengetallen betreffende de agrarische grondmarkt in Noord-Brabant.
De regioprijs is als volgt berekend:
Per landbouwgebied zijn door het Kadaster de bruikbare agrarische transacties uit de twee voorafgaande gehele kalenderjaren gegroepeerd. De berekende kengetallen beslaan de periode 01-01-2023 t/m 31-12-2024. Verder is door het Kadaster per landbouwgebied voor deze agrarische transacties een statistische spreiding uitgevoerd voor de grondprijs op basis van het totaal verhandelde oppervlak.
Bijlage 3 behorende bij artikel I, onder HH, van de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 7e behorende bij artikel 1.16, eerste lid, onder d, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 4 behorende bij artikel I, onder II, van de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 8a behorende bij artikel 1.21, derde lid, en artikel 5.17, tweede lid, van de Subsidieregeling realisering natuurnetwerk Noord-Brabant
Lijst van inheemse boom- en struiksoorten van de provincie Noord-Brabant
NB. Kies voor gecertificeerd autochtoon plantsoen (voorzien van een NAK-certificaat).
Bijlage 5 behorende bij artikel I, onder JJ, van de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 12 behorende bij artikel 5.6, eerste lid, onder c en artikel 5.13, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Maximale subsidiebedragen, per ha, per subsidiabel natuurbeheertype
Bijlage 6 behorende bij artikel I, onder KK, van de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 13 behorende bij artikel 5.6, onderdeel d, onder 1° en artikel 6.6, tweede lid, onder c, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Toelichting behorende bij de Tiende wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Met dit besluit zijn de paragrafen 1, 2 en 5 van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant gewijzigd. De wijzigingen zijn zowel inhoudelijk als technisch van aard.
In paragraaf 1 zijn formuleringen geactualiseerd, verduidelijkt of meer in samenhang met paragraaf 5 gebracht.
Daarnaast is de aanvraagperiode verlengd en wordt een nieuw subsidieplafond vastgesteld voor verwerving, functiewijziging of inrichting van grond, aangeduid als NNB, nieuwe natuur, voor zover gelegen binnen provinciaal NNB en het gebied Sterkselse Aa.
Het subsidieplafond voor verwerving, functiewijziging of inrichting van een enclave is verhoogd en samengevoegd met het subsidieplafond voor het vrijmaken van pacht of vrijmaken van erfpacht van grond die is gelegen in het NNN en aangeduid als enclave.
In paragraaf 2 zijn de subsidieplafonds verhoogd tot de in het besluit opgenomen bedragen.
In paragraaf 5 zijn de bepalingen over het vrijmaken van pacht of erfpacht van grond geschrapt. Deze bepalingen zijn opgenomen in een aparte paragraaf 6 pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond. Het aanvraagtijdvak is verlengd en er is een nieuw subsidieplafond voor paragraaf 5 dat is samengevoegd met het subsidieplafond voor het vrijmaken van pacht of vrijmaken van erfpacht van grond die is gelegen binnen een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied of gedeeltelijk binnen een Natura 2000-gebied en gedeeltelijk aansluitend aan dat gebied.
Paragraaf 6 in de subsidieregeling is opgesteld om gronden pachtvrij of erfpachtvrij te maken vanwege natuurrealisatie.
Veel grond in het Natuurnetwerk Brabant is verpacht of in erfpacht uitgegeven. Dit kan een belemmering zijn voor de ontwikkeling van natuur. Met deze paragraaf van de subsidieregeling wordt met mogelijk gemaakt om subsidie te ontvangen voor het pachtvrij en erfpachtvrij maken van grond. De regeling richt zich daarbij specifiek op grond gelegen binnen en direct aansluitend aan een Natura 2000-gebied en op gebieden binnen het NNN welke zijn aangeduid als nieuwe natuur in een natte natuurparel of enclave.
Paragraaf 6 is gebaseerd op de modelregeling grondverwerving die in opdracht van provincies is aangemeld en goedgekeurd door de Europese Commissie.
Uitzondering is het bepaalde in artikel 6.7, zevende lid , waarin is bepaald dat bemiddelingskosten kunnen worden vergoed als het pachtvrij of erfpachtvrij maken van de grond uiteindelijk niet lukt. Hiervoor geldt de de-minimis verordening als staatssteungrondslag.
Met deze wijziging is de doelgroep vereenvoudigd. Alle publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
De basis voor de ambitiekaart behorend bij het natuurbeheerplan wordt gevormd door de gebiedsbeschrijvingen zoals opgenomen in het document Ecologische waarden en kenmerken van natuurgebiedsplannen. De ambitiekaart vertaalt deze gebiedsbeschrijvingen naar natuurbeheertypen uit de Index Natuur en Landschap, waarmee invulling wordt gegeven aan het beoogde ecosysteem en de gestelde doelen voor habitat en soorten uit de gebiedsbeschrijvingen.
Bij de beoordeling of de gemiddelde natuurkwaliteit van een gebied geborgd blijft, moet worden uitgegaan van de gebiedsbeschrijvingen. Daarbij dient tevens te worden onderbouwd op welke wijze het voorgenomen project bijdraagt aan het realiseren van deze natuurambities.
De gebiedsbeschrijvingen zijn te vinden als bijlage natuurbeheerplan en via https://www.groenontwikkelfondsbrabant.nl/gebiedsbeschrijvingen.
Er is een nieuw subsidieplafond van € 500.000 voor verwerving, functiewijziging of inrichting van grond, aangeduid als NNB, nieuwe natuur, voor zover gelegen binnen provinciaal NNB in het gebied Sterkselse Aa.
Daarnaast wordt het subsidieplafond van € 4.000.000 voor verwerving, functiewijziging of inrichting van een enclave samengevoegd met het subsidieplafond voor projecten binnen het NNN gericht op het vrijmaken van pacht of vrijmaken van erfpacht van grond die is aangeduid als een enclave en verhoogd tot € 7.500.000.
De Index Natuur en Landschap geeft per natuurbeheertype een beschrijving, afbakening en beheeradvies. Voor veel natuurbeheertypen is bemesting niet aan de orde en voor sommige natuurtypen is beperkte bemesting nodig. Deze adviezen wordt geconcretiseerd opgenomen in de kwalitatieve verplichting. Voor N12.02 kruiden en faunarijk grasland, N12.05 kruiden en faunarijke akker en N13.01 vochtig weidevogelgrasland wordt op basis van het projectplan en beschikking maatwerk opgenomen in de kwalitatieve verplichting. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan. Op de website van het Groen Ontwikkelfonds Brabant staan informatie bladen over diverse natuurbeheertypen.
Om de vindbaarheid van de boomsoorten te vergroten is de verwijzing van de door de Raad voor plantengewassen opgestelde lijst van boomsoorten, te raadplegen via de website https://www.rassenlijstbomen.nl vervangen door een nieuwe Lijst van inheemse boom- en struiksoorten van de provincie Noord-Brabant, opgenomen in een nieuwe bijlage 8a. Op deze lijst staan soorten die inheems zijn voor de provincie Brabant. Het is van grote meerwaarde als aangeplante bomen en struiken niet alleen inheems zijn, maar ook autochtoon.
Inheems en autochtoon zijn niet hetzelfde. Inheemse bomen zijn soorten die van nature in een gebied voorkomen. Dat natuurlijke verspreidingsgebied is vaak veel groter dan een land; zo is de zomereik inheems in Nederland maar bijvoorbeeld ook in Spanje en Rusland. Sinds de laatste ijstijd hebben populaties zich genetisch aangepast aan de lokale omstandigheden. Een autochtone boom is een directe nakomeling van de populatie die zich sinds de ijstijd in het gebied heeft gevestigd. Nog slechts 3-5% van de bomen en struiken in Nederland is autochtoon.
In natuurbos is het van grote meerwaarde om niet alleen inheemse soorten aan te planten maar ook voor autochtone bomen en struiken te kiezen. Dit is, behalve voor de natuurwaarde van de boom of struik zelf, van belang voor de bredere biodiversiteit. Elke soort boom of struik heeft een specifiek voedselweb om zich heen met inheemse soorten insecten, zwammen, vogels etc. die die plant bijvoorbeeld als voedsel gebruiken. Dat is de oorspronkelijke biodiversiteit die in een lang proces van co-evolutie is ontstaan en waarin de soorten op elkaar zijn afgestemd. Als het rupsje uitkomt zijn de blaadjes juist groot genoeg. Bij aanplant van dezelfde soort met een andere genetische achtergrond, raakt dit systeem in de war met als resultaat een lagere soortenrijkdom. Ook hebben autochtone bomen en struiken, dankzij een uitgekiend systeem van kweek, een bredere genetische basis. Daarom denken we dat natuurbos met autochtone bomen en struiken beter bestand is tegen toekomstige uitdagingen zoals klimaatverandering en (nieuwe) ziekten.
Aanplant van boom- en struiksoorten die niet enkel inheems, maar ook autochtoon zijn, heeft daarom sterk de voorkeur. Hierbij is het belangrijk om voor autochtoon plantsoen te kiezen. Het meeste plantsoen dat wordt verkocht is níet autochtoon. De autochtone kwaliteit van het plantmateriaal wordt aangetoond met een NAK- herkomstcertificaat. Dit certificaat kan geleverd worden door een professionele leverancier van het plantgoed. Zonder dit certificaat is het plantsoen niet autochtoon.
Met deze wijziging zijn subsidieplafonds verhoogd.
Het subsidieplafond voor de verwerving, functiewijziging of inrichting van gronden voor het realiseren van ecologische verbindingszones is verhoogd tot € 28.000.000.
Het subsidieplafond voor de verwerving, functiewijziging of inrichting van gronden voor het realiseren van stapstenen is verhoogd tot € 4.000.000.
Met deze wijziging is geregeld dat het gericht zijn van het project op versnelling en intensivering van natuurherstel van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden dan wel van stikstofgevoelige habitattypen of soorten ook moet blijken uit een beschrijving van welke drukfactoren, bedoeld in bijlage 13, worden aangepakt.
Gedeputeerde Staten stellen een gecombineerd subsidieplafond van € 4.800.000 vast voor projecten binnen het NNN gericht op inrichting van stikstofgevoelig Natura 2000-gebied en projecten binnen het NNN gericht op het vrijmaken van pacht of vrijmaken van erfpacht van grond die is gelegen binnen een stikstofgevoelig Natura-2000 gebied als bedoeld in bijlage 11 bij deze regeling en gedeeltelijk is gelegen binnen een Natura-2000 gebied en gedeeltelijk aansluitend aan dat gebied is gelegen (artikel 6.4, eerste lid, onder a en b).
Zie de toelichting bij onderdeel K (artikel 1.21)
Onderdeel BB (paragraaf 6 pachtvrij en erfpachtvrij maken van grond)
De doelgroep van deze paragraaf is ruim: een ieder kan een subsidie aanvragen. Zowel natuurbeheerorganisaties, Staatsbosbeheer, particuliere grondbezitters als agrariërs of agrarische collectieven kunnen een aanvraag indienen. Voorwaarde is dat zij duurzaam natuurbeheer kunnen respectievelijk laten verrichten. De wijze waarop een subsidieaanvrager kan aantonen dat hij duurzaam natuurbeheer kan verrichten, is in beginsel vrij.
Artikel 6.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie voor het pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond is mogelijk voor grond gelegen binnen het NNN. Daarbij moet het gaan om een project gelegen binnen een Natura 2000-gebied, gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk aansluitend aan een Natura 2000-gebied, binnen het NNN en aangeduid als nieuwe natuur en natte natuurparel of binnen het NNN en aangeduid als enclave.
Voor de natuurontwikkeling is het van belang dat er naast het pachtvrij of erfpachtvrij maken tevens functiewijziging en inrichting plaatsvindt. Daarom is in dit artikel de koppeling gelegd met functiewijziging en inrichting in paragraaf 1 van de regeling.
Er zijn situaties waarbij de grond niet meer in aanmerking komt voor functiewijziging.
In die situaties dient de grond na het pachtvrij of erfpachtvrij maken wel te worden ingericht als natuur.
Inrichting dient dus in ieder geval tegelijkertijd aangevraagd te worden. Hierbij bestaat op grond van artikel 6.13, vierde lid, wel de mogelijkheid het inrichtingsplan op een later moment in te dienen.
Subsidie wordt niet verstrekt voor pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond die al natuur is. Of de grond al natuur is kan blijken uit de functie van de grond, al dan niet in combinatie met het beheer dat in de praktijk op de grond wordt gevoerd. Wanneer er al een kwalitatieve verplichting op de grond is gevestigd waarin de functie van de grond als natuur is vastgelegd, dan is in ieder geval voldoende geborgd dat de grond als natuur in stand wordt gehouden.
Als er al een wettelijke of andere verplichting bestaat voor de ontwikkeling van natuur op de betreffende grond, komt de grond niet voor subsidie in aanmerking.
Hoogwaardige natuurbeheertypes zijn een selectie van natuurbeheertypes in het natuurbeheerplan. In Bijlage 3, tweede kolom, is aangegeven welke natuurbeheertypen dat zijn.
De subsidie om pacht af te kopen staat alleen open voor eigenaren die niet zelf hun gronden in pacht hebben uitgegeven, maar deze in verpachte staat in eigendom hebben verkregen. Een uitzondering geldt voor pacht die is gevestigd vóór 1990. Voor die tijd was het NNN nog niet vastgelegd en konden eigenaren dus niet weten welke gronden als te realiseren natuur zouden worden aangemerkt. Met het landelijke Natuurbeleidsplan 1990 werd dit vastgelegd.
Artikel 6.7 Subsidiabele kosten
Voor subsidie komen in aanmerking de reële kosten voor beëindiging van de pacht of erfpacht en de bemiddelingskosten.
Het vrijmaken van pacht of erfpacht en functiewijziging is in de regeling een combinatie van paragraaf 1 en paragraaf 6. De vorm van het vrijmaken van pacht of erfpacht bepaalt het uitgangpunt van de functiewijziging in paragraaf 1. De functiewijziging wordt gebaseerd op de marktwaarde van het perceel. In het geval de functiewijziging plaatsvindt in combinatie met het vrijmaken van pacht of erfpacht dan is het uitgangpunt marktwaarde in verpachte staat. In het geval dat functiewijzing plaatsvindt in combinatie met pachtverplaatsing is het uitgangspunt marktwaarde pachtvrij.
Pachtvrij maken en erfpachtvrij maken van de grond wordt waar mogelijk gecombineerd met functiewijziging. Dit vierde lid van artikel geeft weer hoe de combinatie van deze vergoedingen in de verschillende mogelijke situaties wordt berekend.
Wanneer het niet lukt om de grond binnen de genoemde termijn vrij van pacht of erfpacht te maken, maar hiervoor wel inspanningen zijn verricht, komen de bemiddelingskosten tot het hier genoemde maximumbedrag voor vergoeding in aanmerking.
Het aanvraagtijdvak is overeenkomstig de looptijd van de huidige staatssteunkaders. Indien deze kaders worden verlengd, is het voornemen om dit aanvraagtijdvak te verlengen tot 31 december 2029.
Er geldt een gecombineerd subsidieplafond binnen enclaves. Hieronder vallen zowel activiteiten gericht op pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond binnen enclaves als activiteiten die zien op verwerving, functiewijziging of inrichting binnen enclaves.
Ook voor pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond binnen of aansluitend aan een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied geldt een gecombineerd plafond voor zowel pachtvrij of erfpachtvrij maken als voor inrichting van een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied.
Voor pachtvrij of erfpachtvrij maken van grond binnen NNN en aangeduid als nieuwe natuur en natte natuurparel geldt het hier genoemde plafond.
Artikel 6.13 Subsidieverlening
Voor het realiseren van natuur op percelen met reguliere pacht is de medewerking nodig van de pachter. De gesprekken tussen pachter en verpachter over het mogelijk beëindigen van de pacht zijn ingrijpend in de pachtrelatie en daarvoor is rust en zekerheid noodzakelijk. De verpachter heeft de zekerheid nodig dat de pachter ook een vergoeding kan krijgen op het moment deze afstand doet van het pachtrecht. Om die zekerheid te creëren is een subsidiebeschikking met reservering van budget nodig. Op het moment van afgeven van de subsidiebeschikking is het nog niet mogelijk een taxatie te hebben omdat voor deze taxatie instemming en uitvoerige medewerking van de pachter nodig is. Om dit dilemma op te lossen is gekozen om een programma beschikking op basis van een percentage van de regionorm af te geven. Deze programma beschikking geeft zekerheid over het beschikbare geld en de mogelijkheid in gesprek te gaan met de pachter. Op het moment dat duidelijk is dat de pachter wil meewerken en in welke vorm kan een taxatierapport worden opgesteld die de basis vorm voor de herziene beschikking. De uitgangspunten voor deze herziene beschikking staan in de regeling beschreven, deze verschillen per mogelijke oplossing.
Omdat het pachtvrij en erfpachtvrij maken van grond afhankelijk is van medewerking van respectievelijk de pachter of erfpachter, wordt subsidie verleend onder ontbindende voorwaarde dat de pacht of erfpacht daadwerkelijk wordt beëindigd.
Om op het moment van subsidieverlening het bedrag vast te kunnen stellen waarvoor een reservering binnen het geldende subsidieplafond moet worden gedaan, wordt een bedrag bepaald waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld. De wijze waarop dit bedrag wordt berekend is bepaald in het vijfde lid.
De hoogte van de vergoeding voor afkoop pacht is afhankelijk van een heel aantal factoren, de waarde van de vergoeding wordt onderbouwd door middel van een taxatierapport. Dit rapport bevat veel details over de pachter, de locaties en de teelten, het uitvoeren van een taxatie is daarmee omvangrijk en ingrijpend. Deze taxatie wordt daarom pas gedurende het project uitgevoerd en niet, zoals bij de overige paragrafen, als taxatie voorafgaande aan de eerste beschikking. Daarom wordt in de programmabeschikking een bedrag gereserveerd op basis van percentage. Bij het reserveren van een bedrag wordt rekening gehouden met de bovengrens van de mogelijke vergoedingen plus een marge. Een herziene beschikking mag in alle gevallen niet hoger zijn dan de originele beschikking. De ervaring van de eerdere taxaties leert dat de maximale verwachte vergoeding uitkomt op 45%, met een veiligheidsmarge van 10% voor regionale verschillen komt dat neer op 55% reservering. Op het moment dat er sprake is van een vergoeding voor afkoop pacht, is er ook sprake van functiewijziging in verpachte staat (indien functiewijziging aan de orde is). Dit is een lagere marktwaarde dan in vrije staat en daarmee ook een lagere subsidie. In het geval van enclaves komt zowel de afkoop pacht als de functiewijzing uit hetzelfde budget en zijn het daarmee communicerende vaten. Bij Natte Natuurparels en N2000 komt de afkoop pacht en de functiewijzing uit verschillende budgetten en daarmee moet in beide budgetten de maximale reservering worden opgenomen. In het geval van een functiewijziging in het rijksdeel of provinciaal deel én afkoop pacht wordt een bedrag gereserveerd van 85% of 50% + 55% van de regionorm. In het geval van enkel afkoop pacht wordt 55% gereserveerd.
Onderstaand de verwachte maximale subsidie uitgedrukt in percentage van de marktwaarde van een perceel
Artikel 6.16 Bevoorschotting en betaling
Het te verstrekken voorschot wordt op een later moment bepaald, waarbij op basis van de dan verrichte taxaties de kosten voor het pachtvrij of erfpachtvrij maken en functiewijziging zijn opgenomen. Die kosten zijn op dat moment inzichtelijk, zodat hiervoor een voorschot van 100% wordt verstrekt.
Omdat de hoogte van de bemiddelingskosten pas geheel inzichtelijk zijn op het moment van vaststelling, wordt hiervoor een voorschot van 80% verstrekt.
Voorschotten worden op grond van het tweede lid alleen verstrekt voor die percelen binnen de programma aanvraag waarop een kwalitatieve verplichting is gevestigd en de pacht of het recht van erfpacht is beëindigd.
In bijlage 3 zijn de natuurtypen droog schraalgrasland en bloemdijk aangepast van hoogwaardig naar laagwaardig.
In bijlage 5 is de regioprijs per hectare die onder andere de basis vormt voor het maximale bedrag van afwaardering (150% van die regioprijs) in NNN en EVZ opgehoogd.
Zie toelichting bij onderdeel I (artikel 1.16)
Zie de toelichting bij onderdeel K (artikel 1.21)
In bijlage 12 zijn de natuurtypen droog schraalgrasland en bloemdijk verwijderd omdat dit geen hoogwaardige natuurtypen betreft.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-9854.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.