Verkeersbesluit, N376 Erm - Sleen

Kenmerk 202500755

Bevoegdheid

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 is Gedeputeerde Staten bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Het betreft namelijk verkeer op wegen onder beheer van de provincie Drenthe.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

De in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de in artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde volgende belangen:

- het verzekeren van de veiligheid op de weg;

- het beschermen van weggebruikers en passagiers;

- het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

- het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

Belangenafweging

De N376 is een gebiedsontsluitingsweg, met uitzondering van de bebouwde kom van Schoonoord. Op de N376 tussen Erm en Sleen moet groot onderhoud worden uitgevoerd, in samenhang hiermee gaat de provincie Drenthe ook aanpassingen aan de N376 uitvoeren.

Verwijderen bushaltes, locatie N376 ter hoogte van hm 34,0

De bushaltes aan de N376 ter hoogte van hm 34,0 worden verwijderd. Hiertoe is besloten vanwege het geringe aantal passagiers dat van deze bushaltes gebruik maakt. In overleg met het OV-bureau is daarom geconcludeerd dat deze bushaltes kunnen komen te vervallen.

(Brom)fietsers in de voorrang, locatie N376 aansluitend met de Oldengaerde

(Brom)fietsers krijgen voorrang op bestuurders komende vanaf de N376 en de Oldengaerde. Het Verkeers- en Vervoersberaad Drenthe heeft besloten, ter bevordering van de verkeersveiligheid, dat de voorrangsregeling voor het fietsverkeer zo uniform en herkenbaar mogelijk wordt uitgevoerd. Het uitgangspunt is dat het fietsverkeer voorrang krijgt, ook met de doelstelling om het fietsgebruik te stimuleren. Van dit uitgangspunt wordt afgeweken als de verkeerssituatie dit niet toelaat, zoals op wegen waar het fietsverkeer een gebiedsontsluitingsweg kruist. Aan de N376 kruisend met de Oldengaerde, kruist het (brom)fietsverkeer geen gebiedsontsluitingsweg en wordt, conform het besluit van het Verkeers- en Vervoersberaad Drenthe, de weginrichting op deze locatie gewijzigd en dienen bestuurders aan het (brom)fietsverkeer voorrang te verlenen.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de (gemachtigde van de) korpschef van de nationale politie.

Overeenkomstig artikel 25 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de gemeente Coevorden.

 

 

 

 

Besluit

Gezien voorgaande overwegingen is Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe tot het besluit gekomen om:

1. Voor het overige de vigerende verkeersbesluiten in stand te laten.

2. Borden B6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), geplaatst langs het fietspad langs de N376 ter hoogte van hm 33,850 te verwijderen.

3. Borden B6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), te plaatsen ter hoogte van het fietspad langs de N376 ter hoogte van hm 33,850 en hiermee te bepalen dat bestuurders voorrang moet verlenen aan (brom)fietsers rijdend op het (brom)fietspad.

4. Door het verwijderen van de blokmarkering en borden L3b van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), geplaatst langs de N376 ter hoogte van hm 34,0 te bepalen dat de bushaltes worden verwijderd.

5. Haaientanden aangebracht op het fietspad langs de N376 ter hoogte van hm 33,850 te verwijderen.

6. Haaientanden aan te brengen op het wegdek bij het fietspad langs de N376 ter hoogte van hm 33,850 en hiermee te bepalen dat bestuurders voorrang moet verlenen aan (brom)fietsers op het brom)fietspad.

7. Blokmarkering op het wegdek aan weerszijden van het fietspad aan te brengen, ter ondersteuning van de voorrangssituatie van het (brom)fietspad. 

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

namens dezen,​

B. van Dijk

Themamanager Verkeer & Vervoer  

 

Bezwaar

Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na de dag van bekendmaking ervan hiertegen een bezwaarschrift indienen bij het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe. De dag van bekendmaking is de dagtekening van het besluit. Voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift verwijzen wij u naar: www.provincie.drenthe.nl/bezwaarprocedure

 

Naar boven