Wijziging Subsidieregeling inzet personele capaciteit versnelling woningbouw

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 3, derde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

 

overwegende dat het wenselijk is om de Subsidieregeling inzet personele capaciteit versnelling woningbouw te wijzigen met oog op doeltreffendheid;

 

BESLUITEN:

 

de Wijziging Subsidieregeling inzet personele capaciteit versnelling woningbouw vast te stellen.

Artikel I  

A.

In artikel 1 vervalt “tot 2030”

 

B.

Artikel 6 komt te luiden:

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    kosten voor activiteiten als bedoeld in artikel 3 zijn gemaakt in het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag is ingediend;

  • b.

    er is niet eerder subsidie verstrekt voor dezelfde activiteit binnen hetzelfde woningbouwproject;

  • c.

    de activiteiten hebben betrekking op een woningbouwproject dat onderdeel uitmaakt van de Woondeal Drenthe;

  • d.

    indien de subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, heeft de aanvraag betrekking op de inzet van de benodigde capaciteit, gericht op het bieden van ondersteuning en expertise, voor ten minste een van de volgende onderdelen:

    • 1°.

      onderzoek naar een geschikte woningbouwlocatie;

    • 2°.

      opstellen van een programma van eisen voor een woningbouwplan;

    • 3°.

      opstellen van een aanvraag voor rijkssubsidies dan wel Europese subsidies op gebied van realisering van woningbouw;

  • e.

    indien de subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, heeft de aanvraag betrekking op de inzet van de benodigde capaciteit, gericht op het bieden van ondersteuning en expertise, voor ten minste een van de volgende onderdelen:

    • 1°.

      het verrichten van onderzoek, waaronder in ieder geval begrepen grondmechanisch en milieukundig bodemonderzoek, akoestisch onderzoek, ander milieukundig onderzoek, archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek;

    • 2°.

      voorbereiding van de uitvoering, verband houdende met de aanleg van de voorzieningen en werken, ten behoeve van de woningbouwontwikkeling;

    • 3°.

      het opstellen van gemeentelijke ruimtelijke plannen ten behoeve van de woningbouwontwikkeling;

    • 4°.

      andere door het gemeentelijk apparaat of in opdracht van de gemeente te verrichten activiteiten voor zover deze werkzaamheden rechtstreeks verband houden met de woningbouwontwikkeling;

  • f.

    de activiteiten starten uiterlijk binnen drie maanden na subsidieverstrekking.

B.

Artikel 8, tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid, vervalt.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 16 juni 2025.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 13 mei 2025

Kenmerk 4.1/2025000622

Naar boven