Wijziging van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1a, tweede lid, van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe;

 

overwegende dat het wenselijk is de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe te wijzigen in verband met enkele technische wijzigingen;

 

BESLUITEN:

 

de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe als volgt te wijzigen.

Artikel l Wijziging Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe

A.

In artikel 1.1 wordt na het begrip ‘kennisinstelling’ de volgende begripsbepaling ingevoegd:

landbouwbedrijf: alle voor landbouwactiviteiten gebruikte en door een landbouwer beheerde eenheden op het grondgebied van eenzelfde lidstaat;

 

B.

In artikel 1.7, eerste lid, wordt ‘verstrekken’ vervangen door ‘verlenen’.

 

C.

In artikel 1.10 wordt, onder verlettering van onderdelen q en r tot r en s, onderdeel p gesplitst in onderdelen p en q (nieuw), luidende:

  • p.

    investeringen in grootschalige infrastructuur die geen deel uitmaken van de strategieën voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling beschreven in artikel 32 van verordening 2021/1060, met uitzondering van investeringen in breedbandinfrastructuur en van preventieve acties tegen overstromingen ter bescherming van de kust, die gericht zijn op inperking van de gevolgen van mogelijke natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden of rampzalige gebeurtenissen;

  • q.

    investeringen in bebossing die niet verenigbaar zijn met de milieu- en klimaat gerelateerde doelstellingen overeenkomstig de beginselen van duurzaam bosbeheer, zoals ontwikkeld in het kader van de pan-Europese richtsnoeren voor bebossing en herbebossing;

D.

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma wordt aan artikel 1.12, vijfde lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    onverminderd onderdeel c wordt bij een aanvraag bestaande uit investeringen binnen meerdere investeringscategorieën, bedoeld onder a, voor de rangschikking het per investeringscategorie aan de investeringen toegekende aantal punten opgeteld en vervolgens door het aantal investeringscategorieën gedeeld.

E.

Artikel 2.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De begripsbepaling GVE komt te luiden:

    GVE: grootvee-eenheden volgens de vereenvoudigde omzettingscoëfficiënten bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van regels voor de berekeningsmethoden voor de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PbEU 2021, L 458).

  • 2.

    Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van de begripsbepaling voor GVE vervallen de begripsbepalingen ketenpartij, operationele groepen en verdienmodel.

F.

Artikel 2.5.3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.5.2, eerste lid, kan worden verstrekt aan de deelnemers van een samenwerkingsverband dat:

    • a.

      bestaat uit minimaal twee deelnemers, waarvan minimaal een landbouwer; en

    • b.

      is gericht op het ontwikkelen, valideren en verfijnen van innovaties.

  • 2.

    Het tweede lid komt te vervallen, onder vernummering van het derde tot het tweede lid.

G.

In artikel 2.5.4, onderdeel d, wordt ‘de EIP groep’ vervangen door ‘de activiteiten van het samenwerkingsverband’.

 

H.

Artikel 2.5.7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      40% van de subsidiabele kosten voor investeringen in bedrijfsmiddelen;

    • b.

      100% van de overige subsidiabele kosten.

I.

In artikel 2.5.10 wordt ‘het Nationale en Europese EIP-netwerk’ vervangen door ‘het nationale en Europese EIP-netwerk’.

 

J.

Artikel 2.5.11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de aanhef wordt ‘voortgangsverslag en deelbetalingsverzoek’ vervangen door ‘voortgangsverslag of deelbetalingsverzoek’.

  • 2.

    In onderdeel a wordt ‘de EIP groep’ vervangen door ‘de activiteiten van het samenwerkingsverband’ en wordt ‘heeft geprofiteerd/zal profiteren’ vervangen door ‘heeft geprofiteerd of zal profiteren’.

K.

In artikel 2.5.12, onderdeel a, wordt ‘de EIP groep’ vervangen door ‘de activiteiten van het samenwerkingsverband’.

 

L.

Het eerste lid alsmede de aanduiding ’2.’ voor het tweede lid van artikel 2.7.5 komt te vervallen.

 

M.

In artikel 2.10.1, eerste lid, onder a, wordt ‘voorlichtingsacties en demonstratieactiviteiten’ vervangen door ‘voorlichtingsacties of demonstratieactiviteiten’.

 

N.

In artikel 2.10.8, eerste lid, wordt ‘voortgangsverslag en deelbetalingsverzoek’ vervangen door ‘voortgangsverslag of deelbetalingsverzoek’.

Artikel II Wijziging van de toelichting van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe

A.

De toelichting op artikel 2.1.8, derde lid, komt te luiden:

derde lid

Het tenminste één extra punt wordt toegekend nadat de behaalde punten zijn vermenigvuldigd met de wegingsfactor.

 

B.

De toelichting op artikel 2.3.8, derde lid, komt te luiden:

Derde lid

Het tenminste één extra punt wordt toegekend nadat de behaalde punten zijn vermenigvuldigd met de wegingsfactor.

 

C.

De toelichting op artikel 2.5.1 komt te luiden:

Artikel 2.5.1 Begripsbepaling

Dit artikel bevat enkele omschrijvingen van begrippen die in de interventie worden gebruikt.

Duurzame toegevoegde waardenketen:

Om de economische veerkracht van de sector en de ketens te versterken hebben landbouwers ondersteuning nodig om in samenwerking met andere ketenpartners duurzame concepten te ontwikkelen. Het gaat hier om bestaande, nieuwe en/of korte voedselketens van lokaal, regionaal of bovenregionaal belang waarbij landbouwer(s) samen met een of meerdere marktpartij(en), een keten ontwikkelt. Het gaat daarbij om de fase van idee tot aan het marktrijp maken van een concept.

 

GVE:

De GVE wordt op basis van de Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 als volgt bepaald:

 

Soort

Leeftijd/categorie

Coëfficiënt

Runderen

jonger dan zes maanden

0,4

van zes maanden tot en met twee jaar

0,6

ouder dan twee jaar

1,0

Paardachtigen

ouder dan zes maanden

1,0

Schapen en geiten

0,15

Varkens

fokzeugen > 50 kg

0,5

andere varkens

0,3

Pluimvee

leghennen

0,014

ander pluimvee

0,03

 

D.

De toelichting op artikel 2.5.11 en 2.5.12 komt te luiden:

 

Deze verplichtingen worden opgelegd omdat de lidstaten verplicht zijn deze gegevens aan te leveren bij de Europese Commissie.

 

E.

De toelichting op artikel 2.7.5 wordt ingevoegd en komt te luiden:

 

Artikel 2.7.5

Het tweede lid van artikel 2.7.6 geeft Gedeputeerde Staten de mogelijkheid kosten voor voorbereidende werkzaamheden subsidiabel te stellen. Indien zij hiervan gebruik maken, geldt op grond van het tweede lid van artikel 2.7.5 een extra aanvraagvereiste. Dit is dat de aanvrager opdrachtbevestigingen meestuurt met de aanvraag. Dit geldt uitsluitend in het geval dat er bij de kosten voor voorbereidende werkzaamheden sprake is van kosten derden. Op deze manier is geborgd dat de kosten voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in artikel 2.7.6, derde lid.

 

F.

 

De toelichting op artikel 2.7.6 wordt ingevoegd en komt te luiden:

 

Artikel 2.7.6

Kosten voor voorbereidende werkzaamheden, zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van voorbereidende haalbaarheidsstudies, zijn niet subsidiabel (zie artikel 1.10, onder c). Legeskosten zijn evenmin subsidiabel (zie artikel 1.10, onder e). Voor projecten onder paragraaf 2.7 wordt het toch mogelijk voor deze kosten subsidie te verstrekken.

 

In het tweede lid is opgenomen welke kosten door deze uitzondering voor subsidie in aanmerking komen. Het gaat om kosten voor het voorbereiden, opstellen of indienen van de aanvraag. Dit betreft algemene kosten die noodzakelijkerwijs worden gemaakt om het projectplan en de begroting te ontwikkelen. Zo kan bijvoorbeeld een bestek worden opgesteld om een onderbouwing te kunnen leveren voor de begroting.

 

Onder deze kosten vallen die voor adviezen op het gebied van duurzaamheid en die voor haalbaarheidsstudies. Deze kosten dienen samen te hangen met de vraag of het project te realiseren is en noodzakelijk te zijn voor het opstellen van de aanvraag.

 

Ook vallen hieronder kosten voor grond- en andere onderzoeken die samenhangen met een vergunningprocedure, en de bijbehorende leges. Aangezien legeskosten in artikel 1.10 expliciet zijn opgenomen als niet-subsidiabele kosten, zijn ze hier toegevoegd als kostensoort die wel voor subsidie in aanmerking komt.

 

Het gaat bij deze voorbereidende werkzaamheden nadrukkelijk niet om de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, maar om de voorbereiding daarvan. Gelet hierop staat de weigeringsgrond van 1.5 onder i niet in de weg aan verlening van subsidie voor deze kosten.

 

In het openstellingsbesluit kan worden vastgelegd binnen welke termijn voor de aanvraag deze kosten moeten zijn gemaakt, doch uiterlijk één jaar voordat de subsidieaanvraag is ingediend.

 

G.

De toelichting op artikel 2.10.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

De tekst ‘Het gaat met name om activiteiten gericht op landbouwers, zoals trainingen, workshops, ondernemerscoaching, voorlichtingsacties en demonstratieprojecten.’ wordt vervangen door ‘Het gaat met name om activiteiten gericht op landbouwers, zoals trainingen, workshops, ondernemerscoaching, voorlichtingsacties en/of demonstratieprojecten.’

Artikel lll Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 6 mei 2025

Kenmerk 5.8/202500568

Naar boven