Provinciaal blad van Utrecht
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Utrecht | Provinciaal blad 2025, 5855 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Utrecht | Provinciaal blad 2025, 5855 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 1 april 2025, UTSP-4281493620-7 houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (Subsidieregeling Klimaatslim Boeren Groene Hart provincie Utrecht 2025-2027)
Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op het gestelde in de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022, de Beleidsregel Projectsubsidies en de Beleidsregel Toezicht en naleving subsidieverplichtingen provincie Utrecht;
er in dat kader eerst polderprocessen nodig zijn om tot praktische afstemming over elkaars soms tegenwerkende doelen opgaven, doelen en uitvoering te komen wat kan leiden tot uitvoeringsplannen waarmee de financiële middelen aangevraagd kunnen worden voor de aanleg van praktijkrijpe maatregelen, innovaties en pilotlocaties en monitoring ervan;
de Samenwerkingsovereenkomst inzake Coördinatiebureau Groene Hart, vastgesteld door de drie provincies met instemming van het Bestuurlijk Platform Groene Hart, waarin de drie opdrachtgevers, de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland, de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de horizontale samenwerking vastleggen ten aanzien van de inrichting, taken, procedures, financiering en het beheer van het Coördinatiebureau, als werkorganisatie voor het Bestuurlijk Platform Groene Hart.
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
agrarisch samenwerkingsverband: een groep van tenminste twee partijen, waarvan minimaal één landbouwer, op basis van een samenwerkingsovereenkomst, waarbij de deelnemende samenwerkende (rechts)personen één aanvrager aanwijzen. Betaling aan de aanvrager geldt als betaling aan de samenwerkende (rechts)personen;
innovaties en experimenten: uitrol, doorontwikkeling van nieuwe elementen binnen al bekende praktijkrijpe maatregelen of praktijkrijper maken van of nieuwe maatregelen op het gebied van remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten;
Klimaatslim Boeren Groene Hart: een praktijkgericht project, onder penvoering van het Coördinatiebureau Groene Hart, bedoeld om polderinitiatieven van agrarische samenwerkingsverbanden te ondersteunen bij de verkenning en realisatie van praktijkrijpe of nieuwe maatregelen op het gebied van remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten;
natuurgronden: gronden met houtopstand met de hoofdfunctie natuur. Houtopstand is een groep bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend. Onder het begrip natuurgrond valt ook heideveld, ven, hoogveenterrein, zandverstuiving, duinterrein, kwelder, schor, gors, slik, riet- en ruigteland, griend en laagveenmoeras;
projectcoördinator Klimaatslim Boeren Groene Hart: is verantwoordelijk voor de projectsturing van Klimaatslim Boeren Groene Hart, is er om de opstart van polderprocessen aan te jagen en te enthousiasmeren, is het aanspreekpunt voor landbouwers en de betrokken polderpartners en legt verantwoording af over de resultaten en voortgang van het project aan de projectdirecteur van het Coördinatiebureau Groene Hart;
Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
procesactiviteiten: om in polders via polderverkenningen en of polderperspectieven te komen tot uitvoeringsplannen voor het treffen van doelmatige en haalbare maatregelen die bijdragen aan remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten en de projectorganisatie die voor de uitvoering nodig is. Meekoppelkansen die ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking behoren hier ook toe (paragraaf 2 van deze regeling);
uitvoeringsactiviteiten innovaties en experimenten: realisatie van innovaties en experimenten die bijdragen aan remmen van bodemdaling, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten. Wanneer meekoppelkansen op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking onderdeel uitmaken van deze innovaties en experimenten, dan behoren die hier ook toe (paragraaf 3 van deze regeling);
Artikel 1.5 Subsidiabele kosten
De hiernavolgende kosten behoren in ieder geval niet tot de subsidiabele kosten:
Artikel 1.6 Financiële vorm van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
In het geval van voorafgaande subsidieverlening wordt een voorschot van 100% van het subsidiebedrag gegeven.
Subsidie wordt verstrekt met inachtneming van de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L193/1 van 1.7.2014.
In aanvulling op artikel 4.6 van de AsvpU kan een subsidie worden geweigerd als:
de aanvrager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het project bijdraagt aan het één of meerdere doelen van de regeling zijnde het remmen van bodemdaling, mitigerende maatregelen waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, de verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit of de reductie van stikstof, ammoniak, en nutriënten;
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor procesactiviteiten om in polders te komen tot uitvoeringsplannen voor het treffen van doelmatige en haalbare maatregelen die bijdragen aan remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten en de projectorganisatie die voor de uitvoering nodig is. Meekoppelkansen die ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking behoren hier ook toe;
Onder polderverkenningen wordt het proces verstaan waarbij alle betrokkenen in een polder samenwerken aan korte termijnopgaven, gericht op de haalbaarheid en doelmatigheid van de uitvoering van praktijkrijpe maatregelen. Dit brengt in beeld wat kansen, knelpunten, wensen en ambities zijn op de hierboven genoemde opgaven, waarin ook ruimte is voor meekoppelkansen op het gebied van het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking.
Onder polderperspectieven wordt het proces verstaan waarbij alle betrokkenen in een polder samenwerken aan een lange termijn integraal toekomst perspectief. Dit brengt in beeld wat kansen, knelpunten, wensen en ambities zijn op de hierboven genoemde opgaven op langere termijn, waarin ook ruimte is voor meekoppelkansen op het gebied van het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking.
Subsidie wordt slechts verstrekt als de activiteiten, bedoeld in artikel 2.1 voldoen aan de volgende criteria:
met betrekking tot de inhoudelijke kaders:
de activiteiten voorzien in afstemming met het waterschap, de provinciale gebiedsregisseur en eventueel andere polderpartners over de urgentie, kaders en scope van de doelen. Het doel hiervan is het bereiken van optimale integraliteit van opgaven en afspraken over hoe om te gaan met eventuele risico’s die kunnen optreden tijdens de uitvoering of in de beheerfase;
indien de activiteit een polderverkenning betreft, benoemt het projectplan dat het proces resulteert in een rapportage. Deze bevat ten minste een beschrijving van de betreffende polderkarakteristieken en betrokkenen, het doorlopen proces, de besproken wensen en ambities en de uitkomsten van de mogelijke opgaven en maatregelen om tot uitvoering te brengen;
indien de activiteit een uitvoeringsplan betreft, bevat het projectplan een beschrijving van de polderkarakteristieken. Ook wordt benoemd dat het proces resulteert in de noodzakelijke onderbouwing voor het aanvragen van een subsidie voor de uitvoering van de betreffende maatregelen op grond van paragraaf 3 van deze regeling of andere regeling;
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor:
uitvoeringsactiviteiten innovaties en experimenten: realisatie van innovaties en experimenten die bijdragen aan remmen van bodemdaling, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten. Wanneer meekoppelkansen op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking onderdeel uitmaken van deze innovaties en experimenten, dan behoren die hier ook toe;
De criteria genoemd in artikel 2.2, eerste lid, tweede lid, onderdeel a en onderdeel c tot en met e, en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
In aanvulling op artikel 1.4 kan subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid ook worden verstrekt aan een individuele landbouwer in de provincie Utrecht.
Artikel 3.6 Hoogte van de subsidies
Het subsidiepercentage bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2028, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd of verstrekt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 1 april 2025.
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
Veenweidengebieden als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q van deze regeling.
De veenweidengebieden zijn gelijk aan de veengronden die in Regionale Veenweidenstrategie van de provincie Utrecht (2022) zijn beschreven als de veengronden waarop de Regionale Veenweidenstrategie betrekking heeft.
Agrarische samenwerkingsverbanden zijn bijvoorbeeld agrarische natuurverenigingen, agrarische collectieven; agrarische coöperaties; gebiedscoöperaties en boerenberaad.
Klimaatslim Boeren Groene Hart heeft een eigen website www.klimaatslimboerenopveen.nl om voortgang over de polderprocessen te delen, kennis te delen over doelen, maatregelen en bijeenkomsten. Het Coördinatiebureau Groene Hart heeft een projectteam ingesteld bestaande uit een projectcoördinator, een projectsecretaris en een communicatiecoördinator. Dit team geeft invulling aan het project waarbij de projectcoördinator het eerste aanspreekpunt is voor aanvragers en polderpartners. Het contactadres is info@klimaatslimboerenopveen.nl.
Informatie over de gebiedsgerichte aanpak van het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) staat op de website van provincie Utrecht onder onderwerpen/toekomst landelijk gebied. Het algemene contactadres is landelijkgebied@provincie-utrecht.nl.
Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten
Het doel is om op polderniveau tot concrete uitvoering te komen van maatregelen die bijdragen aan remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit (onder andere door realisatie van meer groen-blauwe dooradering) en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten. Meekoppelkansen die ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking behoren hier ook toe.
Procesactiviteiten: Daarvoor is het noodzakelijk dat landbouwers en agrarische collectieven eerst samen verkennen welke maatregelen doelmatig, haalbaar en passend zijn bij hun polder en bedrijfsvoering en dat er gezamenlijk uitvoeringsplannen opgesteld worden. Dat vraagt om ondersteuning in het proces.
Dit onderdeel van de subsidieregeling is daarom gericht op het initiëren van bottom-up polderverkenningen, het opstellen van polderperspectieven en uitvoeringsplannen waarmee subsidie aangevraagd kan worden.
Uitvoeringsactiviteiten: De regeling Klimaatslimboeren Groene Hart voorziet in de financiering van pilots en experimenten bij maatregelen ten behoeve van het remmen van bodemdaling, het mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten. De regeling voorziet ook in de financiering van oplossingen en afspraken met betrekking tot de mitigerende maatregelen in het waterbeheer, bijvoorbeeld maatregelen voor het creëren van extra waterberging.
Voor maatregelen die hier niet onder vallen kan andere financiering gezocht worden bij Rijk, provincie, waterschappen en eventuele andere (overheids)partijen.
Artikel 1.5 Subsidiabele kosten
Gedeputeerde Staten van Utrecht hebben beleidsregels opgesteld ten aanzien van de kosten die gelet op artikel 4.8 van de AsvpU wel en niet in aanmerking komen voor subsidie. De Beleidsregel Projectsubsidies beschrijft daarbij het type werkzaamheden, kostensoorten en bijvoorbeeld de te hanteren uurtarieven.
Door het treffen van de gewenste maatregelen mogen er geen onoverkomelijke negatieve effecten op de omgeving ontstaan zoals bijvoorbeeld wateroverlast of verslechtering van de waterkwaliteit. Het uitvoeringsplan beschrijft de maatregelen die getroffen worden om deze effecten te mitigeren.
Tweede lid, onderdeel c en onderdeel e:
Risico’s die tijdens de uitvoering kunnen voorkomen of tijdens de beheerfase een rol kunnen spelen zijn bijvoorbeeld:
Het uitvoeringsplan bevat ten minste de volgende onderdelen: beschrijving polderkarakteristieken en na te streven doelen, de te treffen maatregelen inclusief monitoring, proces, organisatie (inclusief trekkerschap), benodigde vergunningen, planning, financiën, communicatie etc.).
Kennisdeling: Binnen de polderprocessen wordt veel (praktijk-)kennis opgedaan. Deze kennis wil Klimaatslim Boeren Groene Hart delen om andere polders enthousiast te maken ook aan de slag te gaan en de deskundigheid van alle betrokkenen bij de polderprocessen te bevorderen. Dit leidt tot betere uitvoeringsplannen en uitvoering van maatregelen in de praktijk.
Het project Klimaatslim Boeren Groene Hart organiseert verschillende activiteiten om van boer-tot-boer van elkaar te leren (polderkarren) maar organiseert ook samenwerking en kennisuitwisseling door en tussen projectteams en met regionale en landelijke netwerken zoals het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen veenweiden (NOBV), Veenweiden Innovatie Programma Nederland (VIPNL), het Plan BoerenPerspectief en het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF). Bijvoorbeeld door het ontvangen van een werkbezoek of het geven van een presentatie. Gevraagd wordt om aan te geven hoe hier aan bijgedragen kan worden.
Communicatie: Het project Klimaatslim Boeren Groene Hart deelt informatie over de projecten via de website klimaatslimboerenopveen.nl, nieuwsbrieven, filmpjes etc. Er wordt gevraagd hieraan actief bij te dragen. Het gaat bijvoorbeeld om rapporten, foto’s/beeldverslagen en eventuele interviews.
Deze bedragen moeten gelezen worden als bedragen inclusief BTW wanneer ze worden uitgegeven door de subsidieontvanger.
Deze bedragen moeten gelezen worden als bedragen inclusief BTW wanneer ze worden uitgegeven door de subsidieontvanger.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-5855.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.