Provinciaal blad van Zuid-Holland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zuid-Holland | Provinciaal blad 2025, 5599 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zuid-Holland | Provinciaal blad 2025, 5599 | ander besluit van algemene strekking |
Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2025
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3.1 en 3.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 en de artikelen 1.3 en 1.4 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2025.
Het deelplafond voor 2025 bedraagt € 400.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid.
In afwijking van artikel 2.3 van de Asv kan een aanvraag voor subsidie worden ingediend van 1 mei tot en met 16 juni 2025 en indien het subsidieplafond niet is bereikt, van 1 oktober tot en met 31 oktober 2025.
Subsidie aangevraagd door een onderneming wordt verleend met toepassing van de op de aanvrager van toepassing zijnde de-minimisverordening.
In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie geweigerd indien:
de locatie waar de activiteit plaatsvindt, bij aanleg van een voedselbos of houtige landschapselementen onderdeel uitmaakt van een gebied waarvoor provinciale doelstellingen gelden die tegenstrijdig zijn met de beoogde ontwikkeling in het gebied, zoals bijvoorbeeld belangrijk weidevogelgebied waar in totaal meer dan 35 broedparen grutto's, tureluurs, slobeenden, kieviten of scholeksters per 100 hectare voorkomen;
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Wanneer aan twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten is toegekend en de som van het subsidiebedrag waarvoor deze aanvragen in aanmerking komen het subsidieplafond te boven gaat, dan wordt voor de toepassing van het vierde lid de onderlinge rangschikking tussen deze aanvragen bepaald aan de hand van de hoogste scores op achtereenvolgens de volgende criteria:
Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In afwijking van artikel 1.4, eerste lid, van de Srg, wordt aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Den Haag, 25 maart 2025
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris
mr. A.W. Kolff, voorzitter
Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van 25 maart 2025, PZH-2025-870687025, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2025
Door de invoering van de Wet natuurbescherming is Provincie Zuid-Holland sinds 1 januari 2017 verantwoordelijk voor het behoud en bescherming van gezonde populaties van inheemse plant- en diersoorten binnen én buiten natuurgebieden in Zuid-Holland, waaronder de soorten van het stedelijk en landelijk gebied. Hier ligt een grote opgave mede gezien de grote hoeveelheid thema's die te realiseren zijn binnen een relatief klein oppervlak. Woningbouw, mobiliteit, energietransitie, voedselproductie, recreatie, klimaatbestendigheid en biodiversiteit moeten allemaal binnen onze kleine en drukbevolkte provincie worden gerealiseerd.
In het stedelijk gebied is door ontwikkelingen in de bouw, toename van verlichting, verdichting en isolatie van woningen veel leefgebied van inheemse soorten verdwenen. Op diverse manieren wordt gewerkt om het leefgebied van inheemse plant- en diersoorten te beschermen en te verbeteren.
Meer informatie over icoonsoorten en de te treffen maatregelen voor het verbeteren van het leefgebied en realiseren van landschapselementen is te vinden in onderstaande rapporten:
Maatregelen voor het leefgebied van 15 Zuid-Hollandse icoonsoorten , door Provincie Zuid-Holland en Waardenburg Ecology.
Natuurbouwstenen , door Bui-TeGewoon | groenprojecten en Arvalis Natuur & Landschap.
Natuurinclusief ontwikkelen, door Synchroon, Nest Natuurinclusief en Vogelbescherming Nederland.
Het Openstellingsbesluit subsidie realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland 2025 (hierna: openstellingsbesluit) biedt financiële ondersteuning aan projecten die het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten substantieel verbeteren of bijdragen aan vergroting van het areaal biodiverse voedselbossen. Hiervan profiteren ook andere plant- en diersoorten.
Het realiseren van landschapselementen draagt hier ook aan bij en linkt met het nationale Aanvalsplan Landschap, waar wordt ingezet op het realiseren van 10% groenblauwe dooradering in het landelijk gebied voor 2050.
Ook voedselbossen dragen bij aan bevordering van de biodiversiteit (indien ook inheemse soorten worden gebruikt). Daarbij leeft het onderwerp voedselbossen nu sterk in Zuid-Holland. Daarom biedt deze subsidie ook de mogelijkheid om een voedselbos aan te leggen.
Eenieder die hier ideeën voor heeft krijgt nu mogelijkheden om hier uitvoering aan te geven.
Dit openstellingsbesluit is vastgesteld op grond van de Subsidieregeling groen 2013 (Srg) en de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in het openstellingsbesluit zijn vastgelegd, maar in de Srg en de Asv. In de Asv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten. Daarnaast geldt er op grond van de Asv een meldingsplicht: als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit ingevolge artikel 2.3 van de Asv te melden bij Gedeputeerde Staten. Verder zijn de verplichtingen met betrekking tot de prestatieverantwoording en bevoorschotting en betaling uit de Srg van toepassing.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
De Nederlandse Rassenlijst Bomen is te raadplegen op externe link: www.rassenlijstbomen.nl.
De Habitatrichtlijnsoorten zijn te raadplegen op externe link: Habitatrichtlijnsoorten | natura 2000.
De houtige en overige landschapselementen zijn te raadplegen op externe links: svbd-handreiking-definities-landschapselementen.pdf (samenvoorbiodiversiteit.nl) en de Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestaties
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de substantiële verbetering van het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten. De gedachte hierachter is dat de activiteiten die bijdragen aan de verbetering van het leefgebied van deze soorten ervoor zorgen dat veel andere plant- en diersoorten ook hiervan profiteren.
De activiteiten genoemd onder artikel 2 kunnen op grond van deze subsidieregeling ook worden gecombineerd. Te denken valt aan het realiseren van leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijnsoorten waarbij zowel overige als houtige landschapselementen naast elkaar worden ingezet. Als voorbeeld kan de weidehommel worden genoemd, een soort die van een gevarieerd leefgebied profiteert, zoals een combinatie van bloemenrijke graslanden en bosranden. Of de rugstreeppad, die leeft en zich voortplant in ondiepe poelen of plas-dras locaties bij natuurvriendelijke oevers, maar schuilt en overwintert in vergraafbare grond (in muizenhollen, onder stronken, dammetjes met puin). Waarbij ook boerderijerven en stallen in agrarisch landschap van groot belang kunnen zijn als overwinteringsplek.
Meer informatie over icoonsoorten en de te treffen maatregelen voor het verbeteren van het leefgebied, zie Icoonsoorten - Provincie Zuid-Holland.
Voor de definitie, duiding en beheer van landschapselementen wordt aangesloten bij de richtlijnen van het rapport: Groenblauwe dooradering nader gedefinieerd Aanvalsplan Landschap in combinatie met de Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer.
Voor voedselbossen geldt in deze regeling niet de maximale oppervlakte van 1,5 ha zoals benoemd in rapport Groenblauwe dooradering nader gedefinieerd Aanvalsplan Landschap.
Om te voorkomen dat de aangevraagde subsidie leidt tot onverenigbare staatsteun, wordt een subsidie die wordt aangevraagd door een onderneming verleend onder de de-minimis verordening (Verordening (EU) Nr. 2023/2831). Dit houdt in dat het totaal aan subsidies dat deze onderneming heeft ontvangen, het bruto steunbedrag over een periode van drie belastingjaren het plafond van € 300.000,- niet mag overschrijden (artikel 6). Dat dit bedrag niet wordt overschreden toont de onderneming aan door een ondertekende de-minimisverklaring met de subsidieaanvraag mee te sturen. Daarnaast zou het mogelijk kunnen zijn dat er sprake is van een activiteit die onder de productie van landbouwproducten valt. Op basis van de de-minimis verordening voor de landbouwsector (Verordening (EU) nr. 1408/2013) geldt in dat geval een maximaal steunbedrag van € 20.000,- over drie belastingjaren als de-minimisssteun. Ook in dit geval wordt een ondertekende de-minisverklaring gevraagd waarmee de aanvrager aantoont dat met de aanvraag het plafond van €20.000,- niet wordt overschreden.
Indien de genoemde verklaringen bij de aanvraag ontbreken, zal dit leiden tot weigering van de subsidieaanvraag (artikel 7, onder k).
Voor de invasieve exoten benoemd onder artikel 7, lid g wordt de Unielijst invasieve exoten | Invasieve exoten | NVWA gehanteerd.
Onder c, de regels omtrent het ruimtelijke kwaliteitsbeeld zijn omschreven in de Omgevingsverordening Zuid-Holland, Artikel 6.9 Ruimtelijke kwaliteit.
Idealiter wordt in de aanvraag een onderbouwing gegeven hoe het plan past in het huidige landschap, rekening houdend met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de provincie.
In artikel 10, eerste lid, is bepaald dat niet de volledige kosten van het project worden gesubsidieerd. Hiermee wordt cofinanciering vanuit de markt of uit eigen budget gestimuleerd.
Voor het bepalen van de rangschikking van projecten zijn vier selectiecriteria benoemd in (artikel 11 eerste lid). Het bepalen van de scores van de selectiecriteria vindt als volgt plaats. Per selectiecriterium zijn diverse aspecten benoemd op basis waarvan een project wordt beoordeeld:
Mate van effectiviteit (maximaal 5 punten, de weging is 4, totaal te behalen punten is 20),
Bij dit selectiecriterium gaat het om de bijdrage die het project, waarvoor subsidie wordt gevraagd, levert aan de provinciale beleidsdoelstellingen van dit openstellingsbesluit zoals weergegeven in artikel 2 tweede lid. Een project dat gelijktijdig aan meerdere doelen bijdraagt, zal in het algemeen een hogere score toegekend worden. De effectiviteit van de activiteit is afhankelijk van de te bereiken, in dit openstellingsbesluit gespecificeerde, doelstelling(en) in een gebied en de mate waarin de activiteit beoogt aan het bereiken van die doelstelling(en) bij te dragen. De mate van effectiviteit wordt bepaald op basis van het aantal doelen waaraan met het project wordt bijgedragen. Bij de beoordeling van de “effectiviteit” wordt daarnaast niet enkel gekeken naar de omvang en het bereik van het project. Dit om te voorkomen dat aan grotere projecten automatisch een hogere score toegekend moet worden dan aan kleinere projecten. Het effect blijft het leidende element. De punten worden als volgt toegekend:
Mate van haalbaarheid (maximaal 5 punten, de weging is 3, totaal te behalen punten is 15),
De kans dat het project succesvol uitgevoerd kan worden en/of succesvol zal zijn in het ‘verder gaan’.
Of een project haalbaar is, kan worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van het projectplan en is mede afhankelijk van de concrete situatie/omstandigheden waar het project plaats zal vinden. Er wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten:
De mate van urgentie (maximaal 5 punten, de weging is 3, totaal te behalen punten is 15)
Bij dit criterium gaat het om de vraag in hoeverre de activiteiten bijdragen aan het versterken van het leefgebied van bedreigde soorten, waarmee het niet goed gaat in onze provincie, en landelijk gezien.
Om het concreet te maken is bij deze weging gekozen voor focus op een geselecteerde lijst van icoonsoorten met een dalende trend ofwel slechte staat van instandhouding. Projecten die bijdragen aan het versterken van het leefgebied van deze soorten, zullen hoger scoren. De 17 geselecteerde icoonsoorten zijn: argusvlinder, heivlinder, zandhommel, kleine zwaan, patrijs, kluut, grote stern, zwarte stern, steenuil, huismus, rugstreeppad, egel, meervleermuis, noordse woelmuis, groene glazenmaker, gewone dotterbloem en rietorchis.
De mate van efficiëntie (maximaal 5 punten, de weging is 2, totaal te behalen punten is 10).
Bij dit criterium wordt beoordeeld of de input (geld, kennis, kunde en overige middelen) efficiënt wordt ingezet om de gewenste output te realiseren. Daarbij wordt bezien of de opgevoerde kosten passend zijn (worden de resultaten met de juiste middelen gehaald?), wordt gekeken in hoeverre de proceskosten die in het project gemaakt worden in verhouding staan tot de feitelijke projectkosten én wordt bezien of binnen het project op een goede manier gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande kennis en kunde.
Op basis van de genoemde aspecten worden de volgende scores toegekend:
3 punten als de efficiëntie voldoende is. De doelmatigheid van de opgevoerde kosten zijn redelijk en de benodigde kennis en kunde is in kaart gebracht en wordt gebruikt in het project. Daarbij is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag in overeenstemming met wat normaliter de kosten zijn van een dergelijke activiteit;
De provincie vindt bepaalde criteria zwaarder wegen dan anderen. Aan de criteria zijn daarom wegingsfactoren toegekend. Het criterium effectiviteit heeft de hoogste wegingsfactor (4), dit criterium wordt namelijk als belangrijkste criterium gezien. De effectiefste activiteiten dragen het meest bij aan de doelen van het openstellingsbesluit.
Het criterium haalbaarheid heeft de een na hoogste wegingsfactor (3). Naast de effectiviteit van een activiteit is het vooral ook van belang dat de activiteit uitgevoerd kan worden. Wanneer de haalbaarheid onzeker is, wordt het ook onzeker of het effect wel bereikt kan worden.
Het criterium urgentie heeft ook de wegingsfactor 3. Het criterium is ook belangrijk voor de bijdrage aan provinciale doelstellingen voor de bescherming van bedreigde soorten. Het is een extra onderscheidend criterium, zodat de beste en meest urgente activiteiten als hoogst gerangschikt worden.
Het criterium efficiëntie heeft de wegingsfactor 2. Bij de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, zal naar verwachting, tussen de verschillende aanvragen niet veel verschil zitten in het efficiënt gebruik van middelen. Dit criterium heeft dan ook het minste onderscheidend vermogen.
Met inachtneming van de wegingsfactoren kunnen voor de verschillende criteria de volgende maximale puntenaantallen worden behaald:
Het maximum dat in totaal behaald kan worden op basis van de vier criteria is 60 punten.
Een aanvraag moet op basis van de criteria minimaal 36 punten behalen om voor subsidie in aanmerking te komen. Behaald een aanvraag minder dan 36 punten dan wordt de aanvraag alsnog geweigerd. Aanvragen met de hoogste scores worden het hoogst gerangschikt. De subsidies worden verleend op volgorde van de rangschikking, totdat het deelplafond van het betreffende beheergebied is bereikt.
Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben gekregen en de som van de aangevraagde bedragen dusdanig is dat het subsidieplafond wordt overschreden, dan vindt tussen deze aanvragen een prioritering plaats op de afzonderlijke scores in de volgorde: 1. effectiviteit, 2. haalbaarheid/ kans op succes, 3. urgentie, en 4. efficiëntie.
Indien de aanvragen een gelijk aantal punten hebben behaald, wordt de rangschikking van de aanvragen bepaald door loting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-5599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.