Achtste wijziging van de Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat:

 

zij bij besluit van 19 maart 2019, nummer 2385562 de Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland hebben vastgesteld;

 

zij sinds de inwerkingtreding zeven wijzigingen van deze Nadere regels hebben vastgesteld om deze Nadere regels te verduidelijken en/of te actualiseren;

 

Is gebleken dat het wenselijk is de Nadere regels op onderdelen te verduidelijken en de toepasselijke steunmaatregel – daar waar bij subsidiering sprake is van staatssteun – aan te passen;

 

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023,

 

BESLUITEN:

 

De volgende ‘Achtste wijziging van de Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’ vast te stellen.

ARTIKEL 1. WIJZIGING NADERE REGELS.

  • A.

    Artikel 1.1 Begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Sub k komt te vervallen

    • 2.

      Het huidige sub l wordt hernummerd tot sub k en komt als volgt te luiden:

      KIA: Kennis- en Innovatieagenda, als bedoelt in Bijlage 3.4.1. behorende bij artikelen 3.3.2, eerste lid, en 3.4.2, eerste lid, van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies

    • 3.

      De huidige sub m tot en met sub v, worden hernummerd sub l tot en met sub u

  • B.

    Artikel 1.3 Openstelling wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Toegevoegd wordt een nieuw tweede lid sub c dat als volgt komt te luiden:

      één of meer onderwerpen waaraan prioriteit wordt toegekend bij aanvragen die worden ingediend in de aanvraagperiode die bij dezelfde publicatie bekend wordt gemaakt;

    • 2.

      Het huidige tweede lid sub c wordt hernummerd tot sub d

  • C.

    Artikel 1.5 Weigeringsgronden wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      De titel van Artikel 1.5 komt als volgt te luiden

      Artikel 1.5 Weigeringsgronden algemeen

    • 2.

      Toegevoegd wordt een nieuw tiende lid dat als volgt komt te luiden:

      De aanvrager mag per indieningstermijn zoals genoemd in artikel 1.3 tweede lid sub d maximaal 1 keer subsidie aanvragen op basis van deze subsidieregeling. Als de aanvragende Mkb-onderneming onderdeel van een partneronderneming of verbonden onderneming is, dan geldt dat per partneronderneming of verbonden onderneming maximaal 1 keer een subsidie aangevraagd mag worden per indieningstermijn zoals genoemd in artikel 1.3 tweede lid sub d. Voor de uitleg van partnerondernemingen en verbonden ondernemingen geldt Bijlage I, artikel 3 lid 2 en 3 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

    • 3.

      Toegevoegd wordt een nieuw elfde lid dat als volgt komt te luiden:

      Als een Mkb-onderneming, een partneronderneming of een verbonden onderneming meer dan 1 aanvraag indient, dan wordt de aanvraag die als eerst is ontvangen in behandeling genomen. De andere aanvragen worden afgewezen.

  • D.

    Artikel 1.9 Vereisten subsidieaanvraag wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Toegevoegd wordt een nieuw tweede lid met subs dat als volgt komt te luiden

      Onverminderd het eerste lid worden aanvragen voor MIT-Haalbaarheidsprojecten in ieder geval voorzien van de volgende bijlagen:

      • a.

        Een projectplan volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • b.

        Een mkb-verklaring volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • c.

        Meest recente jaarrekening;

      • d.

        Een kopie bankafschrift of bankpas;

      • e.

        Verklaring geen financiële moeilijkheden volgens het model dat op de website van de provincie beschikbaar is gesteld;

      • f.

        Indien de aanvraag wordt ingediend door een intermediair, een machtigingsformulier volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld

      • g.

        Indien er kosten begroot zijn voor het inhuren van derden, offerte(s) van deskundigen(n) en/of leverancier(s)

      • h.

        Indien verbonden- of partnerondernemingen ook kosten maken binnen het project, een instemmingsverklaring volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld.

    • 2.

      Toegevoegd wordt een nieuw derde lid met subs dat als volgt komt te luiden

      Onverminderd het eerste lid worden aanvragen voor R&D-Samenwerkingsprojecten in ieder geval voorzien van de volgende bijlagen:

      • a.

        Een projectplan volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • b.

        Een mkb-verklaring volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • c.

        Meest recente jaarrekening;

      • d.

        Een begroting volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • e.

        Een kopie bankafschrift of bankpas;

      • f.

        Verklaring geen financiële moeilijkheden volgens het model dat op de website van de provincie beschikbaar is gesteld;

      • g.

        Indien de aanvraag wordt ingediend door een intermediair, een machtigingsformulier volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld

      • h.

        Indien er kosten begroot zijn voor het inhuren van derden, offerte(s) van deskundigen(n) en/of leverancier(s)

      • i.

        Indien verbonden- of partnerondernemingen ook kosten maken binnen het project, een instemmingsverklaring volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • j.

        Een formulier penvoerder volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld;

      • k.

        Een formulier projectpartner(s) volgens het model dat op de website van de provincie Flevoland beschikbaar is gesteld.

    • 3.

      Het huidige tweede lid wordt hernummerd tot vierde lid en komt als volgt te luiden:

      Een aanvraag is tijdig ingediend indien die voor het einde van de periode als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid sub d is ontvangen.

    • 4.

      Het huidige derde lid wordt hernummerd tot vijfde lid

  • E.

    Artikel 2.2 Vereisten MIT-haalbaarheidsproject wordt als volgt gewijzigd

    • 1.

      Het tweede lid komt als volgt te luiden:

      Onverminderd het eerste lid wordt, indien sprake is van staatssteun, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1 in aanmerking te komen, voldaan aan de vereisten uit hoofdstuk I en artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • F.

    Artikel 2.3 Criteria wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      De titel van Artikel 2.3 komt als volgt te luiden

      Artikel 2.3 Weigeringsgronden MIT-haalbaarheidsproject

    • 2.

      De eerste zin komt als volgt te luiden:

      Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1 van deze regeling wordt subsidie geweigerd indien:

    • 3.

      De huidige leden a tot en met e komen te vervallen en worden vervangen door de volgende leden 1 tot en met 10 die als volgt komen te luiden.

      • 1.

        de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft in technische of financiële zin onvoldoende risicovol zijn om het haalbaarheidsproject te rechtvaardigen;

      • 2.

        het haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht geeft in het economisch perspectief en de uitvoerbaarheid van de voorgenomen activiteiten waarop het haalbaarheidsproject betrekking heeft;

      • 3.

        het haalbaarheidsproject onvoldoende inzicht geeft in of onvoldoende impact realiseert met betrekking tot de verwachte bijdrage aan de programma’s of plannen behorende bij de opengestelde KIA’s als bedoelt in artikel 1.3 tweede lid sub b, die te vinden zijn in bijlage 1, behorende bij artikel 3.4.2 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

      • 4.

        de aanvrager per indieningstermijn zoals genoemd in artikel 1.3 tweede lid sub d meer dan één aanvraag op grond van deze paragraaf heeft ingediend;

      • 5.

        onvoldoende vertrouwen bestaat in de technische haalbaarheid van de voorgenomen activiteiten;

      • 6.

        onvoldoende vertrouwen bestaat in de economische haalbaarheid van de voorgenomen activiteiten;

      • 7.

        onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkenen de capaciteiten hebben om de voorgenomen activiteiten naar behoren uit te voeren;

      • 8.

        de verplichte bijlagen bij de subsidieaanvraag niet of niet volledig zijn ingevuld;

      • 9.

        de subsidiabele activiteiten hoofdzakelijk ten goede komen aan een vestiging buiten de provincie Flevoland;

      • 10.

        de subsidie wordt aangewend voor activiteiten waarvoor reeds op grond van deze paragraaf subsidie is verstrekt, of die daarmee samenhangen of daaruit voortvloeien.

  • G.

    Artikel 2.5 Subsidiehoogte wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Eerste lid komt als volgt te luiden:

      De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.1 bedraagt ten hoogste 35% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 20.000 per aanvraag.

  • H.

    Artikel 2.6 Verdeelcriteria wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Eerste lid komt als volgt te luiden:

      Het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 1.3 tweede lid sub a, wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • I.

    Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Toegevoegd wordt een nieuw lid c dat als volgt komt te luiden:

      In afwijking van sub b kan op basis van een gemotiveerd verzoek van de aanvrager de in het sub b genoemde termijn met maximaal 6 maanden worden verlengd.

  • J.

    Artikel 2.8 Vaststelling wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Eerste lid komt als volgt te luiden:

      De subsidie wordt direct vastgesteld waarbij uitgegaan wordt van een inschatting van de werkelijke kosten zoals die uit de bij de aanvraag ingediende begroting blijkt. De subsidie wordt in een keer uitbetaald.

    • 2.

      Tweede lid komt als volgt te luiden:

      De beschikking tot directe subsidievaststelling vermeldt de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en de wijze waarop de aanvrager via een schriftelijke melding aan Gedeputeerde Staten, moet aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt zijn verricht, de werkelijke kosten worden vermeld en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen en resultaten.

    • 3.

      Toegevoegd wordt een nieuw derde lid dat als volgt komt te luiden:

      Wanneer uit de melding van de aanvrager blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan ingeschat, wordt de beschikking tot subsidievaststelling naar rato van de werkelijke kosten bepaald en het teveel ontvangen bedrag aan subsidie van de aanvrager teruggevorderd.

  • K.

    De titel van 3 komt als volgt te luiden:

    Artikel 3 MIT-R&D SAMENWERKINGSPROJECT

     

  • L.

    Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      De alinea komt als volgt te luiden:

      Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden verstrekt voor projecten gericht op het uitvoeren van een MIT-R&D-samenwerkingsproject passend bij ten minste één KIA en de daar bijbehorende missies of sleuteltechnologieën of bepaalde delen daarvan, als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid sub b., al dan niet in combinatie met een andere KIA.

  • M.

    Artikel 3.2 Vereisten wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Eerste lid sub l komt als volgt te luiden:

      het project scoort tenminste 50 punten op de criteria als bedoeld in artikel 3.5, tweede lid.

    • 2.

      Tweede lid komt als volgt te luiden:

      Onverminderd het eerste lid, wordt, indien sprake is van staatssteun, om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1, in aanmerking te komen, voldaan aan de vereisten uit hoofdstuk I en artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • N.

    Artikel 3.4 Subsidiehoogte wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Derde lid sub b komt als volgt te luiden:

      het deel van de subsidie dat aan een deelnemer van het samenwerkingsverband toekomt:

      • 1.

        meer bedraagt dan € 100.000 bij kleine R&D-samenwerkingsprojecten met subsidiabele kosten tot en met maximaal €200.000; of

      • 2.

        meer bedraagt dan € 175.000 bij grote R&D-samenwerkingsprojecten met subsidiabele kosten van € 200.000 tot en met maximaal €350.000.

  • O.

    Artikel 3.5 Verdeelcriteria wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      De scoretabel bij het tweede lid wordt verwijderd en vervangen door sub I tot en met IV die als volgt komen te luiden:

      • I.

        De mate waarin technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, productieproces of dienst wordt verwacht

      • II.

        De mate waarin economische waarde wordt gecreëerd voor de deelnemers van het samenwerkingsverband, de topclusters / topsectoren en/of de Flevolandse economie

      • III.

        De mate van kwaliteit van het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid sub a, tenminste blijkend uit de kwaliteit van het projectplan, de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie

      • IV.

        De mate waarin het project in de markt tot maatschappelijke impact gaat leiden

    • 2.

      Toegevoegd wordt een nieuw derde lid dat als volgt komt te luiden:

      Voor ieder criterium, genoemd in het tweede lid, sub I, II, II, en IV wordt ten hoogste 25 punten toegekend volgens de bij deze nadere regels behorende scoretabel in bijlage 1.

    • 3.

      Het huidige derde lid wordt hernummerd tot vierde lid en komt als volgt te luiden:

      Subsidieaanvragen die voor enig criterium, genoemd in het tweede lid, sub I, II, III en IV minder dan 10 punten scoren en die op basis van de criteria genoemd in het tweede lid in totaal minder dan 50 punten scoren worden niet in de prioriteitsvolgorde meegenomen en worden afgewezen.

    • 4.

      Toegevoegd wordt een nieuw vijfde lid dat als volgt komt te luiden:

      Onverminderd het bepaalde in het vierde lid wordt voor het bepalen van het totaal aantal punten van een aanvraag waaraan prioriteit wordt toegekend op grond van artikel 1.3 tweede lid sub c, het aantal punten voor het criterium genoemd in het tweede lid sub IV verdubbeld.

    • 5.

      Het huidige vierde lid wordt hernummerd tot zesde lid en komt als volgt te luiden:

      Indien na toepassing van het eerste lid, en artikel 3.2, onder j, blijkt dat de binnen de periode als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid sub d ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 1.3 tweede lid sub a, te boven gaan, worden de aanvragen gerangschikt op volgorde van puntenaantal waarbij de aanvraag met de meeste punten bovenaan eindigt.

    • 6.

      Het huidige vijfde lid wordt hernummerd tot zevende lid en komt als volgt te luiden:

      Maximaal 50% van het subsidieplafond voor R&D-Samenwerkingsprojecten zoals bedoelt in artikel 1.3, tweede lid sub a, mag worden besteed aan grote R&D-samenwerkingsprojecten met subsidiabele kosten van € 200.000 tot en met maximaal € 350.000. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat meer dan 50% van het subsidieplafond wordt verstrekt aan aanvragen voor grote R&D-samenwerkingsprojecten wordt subsidie niet verstrekt aan aanvragen die het maximum van 50% van het subsidieplafond overschrijden. In het geval van onderuitputting van kleine R&D-samenwerkingsprojecten met subsidiable kosten tot en met maximaal €200.000, kan dit alsnog ingezet worden voor grote R&D-samenwerkingsprojecten.

    • 7.

      Het huidige zesde lid wordt hernummerd tot achtste lid.

  • P.

    Artikel 3.6 Verplichtingen van de subsidieontvanger wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Toegevoegd wordt een nieuw derde lid dat als volgt komt te luiden:

      In afwijking van lid 2 kan op basis van een gemotiveerd verzoek van de aanvrager, de in het tweede lid genoemde termijn met maximaal 12 maanden worden verlengd.

    • 2.

      Het huidige derde en vierde lid worden hernummerd tot het vierde en vijfde lid.

  • Q.

    Huidige bijlage 1: Toelichting missies en sleuteltechnologieën wordt in zijn volledigheid vervangen door:

    Bijlage 1: Scoretabel MIT-R&D Samenwerkingsprojecten

     

    Criterium

    Punten

    Score

    i. De mate waarin technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, productieproces of dienst wordt verwacht, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat

    • a.

      de innovatie uniek is voor Nederland.

    Matig (1), voldoende (5), goed (10)

    • b.

      de innovatie zich onderscheidt ten opzichte van internationale ontwikkelingen of alternatieven.

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • c.

      de innovatie een technologisch of organisatorisch risico met zich meebrengt om het project als innovatie te rechtvaardigen.

    Matig (1), voldoende (5), goed (10)

    ii. de mate waarin economische waarde wordt gecreëerd voor de deelnemers van het samenwerkingsverband, de topclusters / topsectoren en/of de Flevolandse economie, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat:

    • d.

      de innovatie marktperspectief heeft.

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • e.

      het beoogde verdienmodel haalbaar is.

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • f.

      het intellectueel eigendom beschermd kan worden.

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • g.

      de aanvrager kan aantonen dat hij een marktbenadering kan uitvoeren

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • h.

      wat de effecten zijn voor de belanghebbenden, als bedoeld onder artikel 3.2 sub i.

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    iii. de mate van kwaliteit van het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onder a, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat sprake is van:

    • i.

      kennis en ervaring van de samenwerkingspartners en de mate waarin de samenwerkingspartners elkaar aanvullen

    Matig (1), voldoende (5), goed (10)

    • j.

      de resources en capaciteiten van de samenwerkingspartners

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • k.

      de kwaliteit van de projectorganisatie.

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • l.

      of en hoe er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de resultaten van het project over de samenwerkingspartners en; of en hoe er afspraken zijn gemaakt over het intellectueel eigendom die uit het project voortkomt

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    iv. de mate waarin het project in de markt tot maatschappelijk impact gaat leiden, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat:

    • m.

      wat de omschrijving van de impact is: wat is de uitkomst/impact van het project? Zitten er ook (negatieve) neveneffecten bij? Hoe belangrijk is deze maatschappelijk impact en waarom?

    Matig (1), voldoende (5), goed (10)

    • n.

      wat de omschrijving van wie de maatschappelijke impact gaat merken is: Wie voelen de impact van dit project (zowel positief als eventuele (negatieve) neveneffecten)?

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • o.

      wat de meetbare omschrijving van de impact is: wat levert het van maatschappelijke impact op? Per wanneer is dit inzichtelijk (direct, na een poos)? Hoe lang werk dit door (tijdelijk, lange tijd, blijvend)?

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

    • p.

      wat de omschrijving is van de noodzakelijke contributie en risico: wat deze impact sowieso al gerealiseerd als dit project er niet was geweest? Wat is de essentiële bijdrage van dit project? Wat is het risico voor de maatschappij als dit project deze bijdrage niet levert?

    Matig (1), voldoende (3), goed (5)

ARTIKEL 2. INWERKINGTREDING

De ‘Achtste wijziging van de Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’ treedt met ingang van 4 april 2025 in werking.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 1 april 2025.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter,

Naar boven