Uitvoeringsregeling subsidie woondeals Noord-Holland 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op de Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 19 september 2024, nr. 2024- 0000114196, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche (Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche)

Overwegende dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij besluit van 4 november 2022 aan de provincie Noord-Holland een Beschikking SPUK ondersteuning opstellen en uitvoeren woondeals heeft verleend;

Overwegende dat het belang van het vergroten van de woningbouwproductie door het versnellen van de woningbouw en het zorgen voor een evenwichtige woningverdeling onder de huidige en toekomstige bewoners van Nood-Holland, het wenselijk maakt om subsidie te verlenen aan gemeenten voor het uitvoeren van activiteiten die aansluiten bij de afspraken in de door de regio Noord-Holland Noord, de gemeenten van de Metropoolregio Amsterdam, het Rijk en Gedeputeerde Staten getekende Woondeals en het opstellen en uitvoeren van volkshuisvestingsprogramma's;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie woondeals Noord-Holland 2025

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. Woondeals: de in 2023 in Noord-Holland getekende woningbouwafspraken tussen het Rijk, de provincie en gemeenten.

• b. Provinciale verantwoordingssystematiek: Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking Noord-Holland, PRB-2018-5733.

Artikel 2

• 1. Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

• 2. Op deze regeling is de Provinciale verantwoordingssystematiek niet van toepassing.

Artikel 3

Subsidie wordt verstrekt aan Noord-Hollandse gemeenten die, individueel of in regionaal verband, een subsidie aanvragen.

Artikel 4

Subsidie kan worden verstrekt voor één van de volgende activiteiten:

• 1. het inhuren van capaciteit of expertise voor het opstellen en uitvoeren van:

  • a. (onderdelen van) een lokaal volkshuisvestingsprogramma of

  • b. deelregionale volkshuisvestingsprogramma's.

• 2. het inhuren van capaciteit of expertise voor:

  • a. het opstellen van (onderdelen van) deelregionale woonzorgvisies of

  • b. het actualiseren en uitvoeren van de woondeals.

Artikel 5

Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

• a. een begroting van de kosten van de activiteit;

• b. een financieringsplan van de kosten van de activiteit en

• c. een inhoudelijke beschrijving van de activiteit.

Artikel 6

• 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 7 april 2025 tot en met 1 oktober 2027 is ontvangen.

• 2. Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

• 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7

Gedeputeerde Staten stellen voor de duur van deze uitvoeringsregeling een subsidieplafond vast van € 1.948.000.-.

Artikel 8

• 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

• 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

• 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag door Gedeputeerde Staten worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

• 4. Indien toepassing van het vorige lid ertoe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

• a. de activiteit financieel niet haalbaar is;

• b. de aanvrager voor dezelfde activiteit al een subsidie van Gedeputeerde Staten heeft ontvangen;

• c. de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar binnen de openstellingsperiode reeds subsidie heeft ontvangen op grond van deze uitvoeringsregeling;

• d. de aanvraag betrekking heeft op grondaankoop;

• e. de activiteit ziet op het opstellen van een onderbouwing voor een functiewijziging naar wonen in landelijk gebied als bedoeld in de geldende Omgevingsverordening van de Provincie Noord-Holland;

• f. de activiteit ziet op het inhuren van capaciteit voor de versnelling van woningbouwprojecten;

• g. de activiteit ziet op het maken of actualiseren van regulier beleid.

Artikel 10

Subsidie wordt niet verstrekt voor:

• a. kosten die zijn gemaakt buiten de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027;

• b. kosten die zijn gemaakt ten behoeve van de reguliere bedrijfsvoering van de aanvrager en

• c. kosten van verrekenbare of compensabele BTW.

Artikel 11

• 1. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 15.000,- voor een aanvraag om subsidie op grond van artikel 4, eerste lid, onder a.

• 2. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000 voor een aanvraag om subsidie op grond van artikel 4, eerste lid, onder b.

• 3. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 75.000,- voor een aanvraag om subsidie op grond van artikel 4, tweede lid, onder a en b.

• 4. Indien de activiteit op grond van een andere uitvoeringsregeling wordt gesubsidieerd, wordt het subsidiebedrag zodanig berekend dat het totaal aan subsidies niet meer bedraagt dan 50% van de totale projectkosten.

• 5. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

• 6. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

• 7. Gedeputeerde Staten kunnen een voorschot verstrekken van 100% van het verleende subsidiebedrag.

• 8. Gedeputeerde Staten kunnen de subsidie terugvorderen:

  • a. voor zover geen, geen volledige of onjuiste informatie is verstrekt;

  • b. indien de verantwoordingsinformatie te laat is ontvangen;

  • c. voor zover de daadwerkelijke kosten lager zijn dan de verstrekte subsidie;

  • d. voor zover de subsidie niet rechtmatig is besteed;

  • e. voor zover de rechtmatigheid van de bestedingen naar het oordeel van de controlerende accountant onzeker is.

Artikel 12

Aan de subsidieontvanger worden in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

• a. De subsidieontvanger informeert Gedeputeerde Staten op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt.

• b. De subsidieontvanger verleent op verzoek van Gedeputeerde Staten medewerking en verstrekt op verzoek van Gedeputeerde Staten informatie ten behoeve van de voortgang en evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt.

• c. De financiële verantwoording vindt conform artikel 17a van de Financiële Verhoudingswet jaarlijks uiterlijk op 15 juli plaats door toezending door de subsidieontvanger van de jaarrekening met gebruikmaking van de SiSa-systematiek.

• d. In de beschikking tot subsidieverlening kunnen Gedeputeerde Staten nadere verplichtingen opleggen aan de subsidieontvanger.

Artikel 13

• 1. De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld op basis van de in artikel 12, onder c, genoemde verantwoording over het jaar waarin de activiteiten zijn afgerond.

• 2. Gedeputeerde Staten besluiten tot vaststelling uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de in het eerste lid genoemde verantwoording is ingediend.

Artikel 14

• 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

• 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2028.

• 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie woondeals Noord-Holland 2025.

Haarlem, 25 maart 2025.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

M. van Kuijk, provinciesecretaris.