Provinciaal blad van Drenthe
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Drenthe | Provinciaal blad 2025, 491 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Drenthe | Provinciaal blad 2025, 491 | beleidsregel |
Nota Begrotingsregels provincie Drenthe 2024
Provinciale Staten van Drenthe;
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 3 september 2024, kenmerk 37/5.8/2024001277;
de Nota Begrotingsregels provincie Drenthe 2024 vast te stellen.
De Financiële verordening Drenthe regelt in artikel 14 dat Gedeputeerde Staten voor het goed functioneren van het begrotings- en verantwoordingsproces minstens eenmaal per vier jaar financiële begrotingsregels opstellen ter vaststelling door Provinciale Staten.
Het doel van de Begrotingsregels bestaat primair in het borgen van het budgetrecht van Provinciale Staten. In dat budgetrecht ligt besloten dat met de middelen die Provinciale Staten beschikbaar stellen gebeurt wat Provinciale Staten daarvoor aan de voorkant hebben aangegeven. Een alternatieve inzet is zonder voorafgaand mandaat voorbehouden aan Provinciale Staten. In deze Nota Begrotingsregels wordt dat uitgangspunt verder uitgewerkt.
Alle ramingen moeten reëel zijn in die zin, dat aan alle budgetten, kredieten, reserves en voorzieningen een onderbouwing (kostencalculatie) en - indien vereist - een financieel bestedingsplan ten grondslag ligt.
De basis van de financiële begroting is een helder onderbouwde raming. Uit beleidsnota’s vloeien activiteiten voort. Deze activiteiten worden gepland in een begrotingsjaar. Bij de betreffende begroting horen bestedingsplannen voor deze budgetten.
Gedeputeerde staten kunnen aan Provinciale Staten voorstellen om een budget (gedeeltelijk) over te hevelen naar volgende jaren, indien er zich bijzondere omstandigheden voordoen, waarbij het niet wenselijk is dat het resultaat ten gunste komt van de algemene middelen omdat de uitvoering van geplande activiteiten of projecten geheel of gedeeltelijk nog in het volgende jaar plaatsvindt, terwijl er dan geen of onvoldoende reguliere middelen beschikbaar zijn. Deze budgetoverheveling gebeurt via de Saldireserve, tenzij er een bestemmingsreserve aan verbonden is. In het laatste geval wordt verzocht om de restant middelen in de daarvoor bestemde reserve terug te storten en weer beschikbaar te stellen voor volgende jaren.
Indien de overheveling niet voldoet aan de criteria onderzoeken Gedeputeerde staten in het nieuwe jaar eerst of de uitgaven elders binnen het programma kunnen worden opgevangen. Als dit niet kan en de uitgaven leiden tot een overschrijding op programmaniveau dan kan de keuze gemaakt worden om de overschrijding bij de Bestuursrapportage/Jaarrekening te melden als knelpunt en al dan niet toe te voegen aan een begrotingswijziging in een van deze P&C documenten.
Elk jaar zijn er budgetten uit de lopende begroting aan het eind van het jaar niet uitgegeven. Maar ook elk jaar zijn er verzoeken om uitstel en overheveling van de budgetten naar het volgende begrotingsjaar.
Een terugkerend aandachtspunt van de accountant bij de Jaarrekening is het voorspellend vermogen van de provincie Drenthe. Deze begrotingsregel dient als stimulans om realistischer te begroten en heeft als doel de werkzaamheden over de jaren zo goed mogelijk te plannen en daaraan gerelateerd budget te ramen en tevens de continuïteit van de werkzaamheden te waarborgen.
Voorbeelden van bijzondere omstandigheden (2E) die budgetoverheveling rechtvaardigen zijn:
3. Dekking voor incidentele en structurele lasten – “de gulden dekkingsregel”
In het algemeen geldt, dat de provincie structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten in de begroting raamt. Structurele lasten zijn dus de regel en incidentele lasten de uitzondering.
Dit beginsel staat ook aan de basis voor goedkeuring van de provinciale begroting door het Rijk. De begroting dient structureel en reëel sluitend te zijn.
In de toelichting op de wijziging van het BBV in 2013 staat dat in principe alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves incidenteel zijn. Uitzondering hierop zijn reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves (kapitaallasten) Afwikkelingsverschillen voorgaande jaren (baten en lasten die betrekking hebben op voorgaande jaren) vallen onder de incidentele baten en lasten.
4. Omgaan met financiële tegenvallers (wanneer is een beroep op de algemene middelen mogelijk?)
In de jaarlijkse begrotingsproductie – en ook tussentijds – komt de vraag aan de orde, in welke gevallen een beroep kan worden gedaan op algemene middelen. Om hierin op voorhand duidelijkheid te verschaffen zijn enige richtlijnen geformuleerd, die niet alleen gehanteerd kunnen worden bij de toetsing van voorstellen, maar ook bij de onderbouwing daarvan. Als aantoonbaar een optie niet haalbaar is, moet dit toegelicht worden.
5. Gebruik van de post Onvoorzien
Gedeputeerde Staten kunnen zonder voorafgaande toestemming van Provinciale Staten uitsluitend een beroep doen op de post onvoorzien voor uitgaven die:
Deze begrotingsregel borgt het specifieke karakter van de post onvoorzien: een post voor calamiteiten waarop Gedeputeerde Staten snel moeten kunnen reageren zonder eerst een bespreking van voorstellen in Provinciale Staten. Zie ook artikel 5, lid 3 van de Financiële Verordening provincie Drenthe 2024.
Teneinde de uitoefening van het budgetrecht van Provinciale Staten overeind te houden, wordt in de begroting uitsluitend gewerkt met budgetten die ook aan in de begroting opgenomen beleidsopgaven en doelstellingen gekoppeld zijn. In de begroting wordt bij de inhoudelijke programma’s niet gewerkt met algemene budgetten die bij wijze van stelpost worden gehanteerd en die door Gedeputeerde Staten op een later moment nader worden ingevuld. Stelposten kunnen alleen in het programma Middelen en Mensen worden opgenomen en deze worden door middel van een PS-begrotingswijziging ingevuld.
Het is van groot belang dat stelposten nooit een negatieve stand mogen vertonen. Voor een solide financieel beleid is het noodzakelijk dat in stelposten geen tekorten “verstopt” zijn. Daarbij maakt het niet uit om welke kosten het gaat. Een begrotingstekort wordt als zodanig zichtbaar gemaakt.
7. Voorzichtigheidsbeginsel Baten
Voor de Specifieke Uitkeringen (SPUKS) hanteren wij de volgende uitgangspunten:
als er nog geen schriftelijke toezegging is van het ministerie maar slechts een aankondiging van een SPUK zonder heldere criteria is het alleen het begroten van lasten mogelijk, maar moet de dekking uit eigen provinciale middelen komen; er wordt dan nog geen baat geraamd. Als de baten vervolgens binnen komen kan de dekking alsnog worden aangevuld met de SPUK baten.
Er sprake is van een een bestuurlijke toezegging van het daartoe bevoegde college of bestuur of daartoe gemandateerde bestuurder en deze toezegging schriftelijk waaronder begrepen per e-mail is vastgelegd; Mondelinge toezeggingen van deze bijdragen zijn geen basis voor raming van baten.
Bij bijdragen van derden hoeft geen onderscheid gemaakt te worden tussen soorten partijen. Er moet in juridische zin sprake zijn van een debiteur, voordat een baat geraamd wordt.
Als er geen realistische inschatting kan worden gemaakt, worden dividenden in principe niet geraamd. Als er al een bedrag is geraamd wordt dit niet afgeraamd als wij al een aantal jaren dividend ontvangen dat hoger is dan de raming.
Rentebaten op kort- en langlopende uitzettingen worden geraamd op basis van de in de overeenkomsten opgenomen looptijden en rentepercentages. Voor rentelasten uit hoofde van kort- en langlopende schulden geldt hetzelfde. Rentebaten op de middelen die in ’s Rijks schatkist worden aangehouden worden gebaseerd op een behouden inschatting voor het lopende en komende boekjaar.
Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB): De raming van de inkomsten uit de opcenten MRB is gebaseerd op het door Provinciale Staten vastgestelde opcententarief en de gegevens over het autobestand en de samenstelling van dat autobestand zoals wij die in januari van het lopende jaar ontvangen. Ook in juli van elk jaar worden van de belastingdienst gegevens over het autobestand en de samenstelling daarvan ontvangen. Als die substantieel van de eerder ontvangen gegevens afwijken, kan een aanpassing van de al gemaakte ramingen aan Provinciale Staten voorgelegd worden.
Structurele schadevergoedingen: Het domein Mobiliteit draagt zorg voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden, maar ook voor het herstellen van schades aan provinciale wegen en waterwegen. Daar waar mogelijk worden deze schades verhaald op de veroorzaker. Hoewel wij nooit vooraf met zekerheid kunnen stellen dat er schadeontvangsten in een jaar volgen, hebben wij een structurele baat geraamd in de begroting. Dit omdat logischerwijs verondersteld mag worden dat er toch enkele te verhalen schades zullen zijn in enig jaar. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald op basis van ervaring.
De begroting moet, conform het BBV (artikel 3), duidelijk en stelselmatig de omvang van alle geraamde baten en lasten en het saldo ervan weergeven. Over de verwerking van de baten wordt in de Notitie Hoofdlijnen BBV aangegeven dat deze in de begroting en jaarrekening worden verwerkt indien is voldaan aan de criteria die horen bij het stelsel van baten en lasten, zoals toerekenen en voorzichtigheid.
Deze begrotingsregel dient als een leidraad om aan de ene kant het voorzichtigheidsbeginsel voor de verwerking van baten toe te passen en aan de andere kant ervoor te zorgen dat Provinciale Staten een reëel beeld hebben van de omvang van de baten en lasten. Dat laatste kan betekenen dat niet in alle gevallen de daadwerkelijke ontvangst kan worden afgewacht.
Deze begrotingsregel ziet vooral op borging van een integrale afweging van de inzet van provinciale middelen. Dit houdt in dat middelen vooral worden ingezet op momenten dat alle voorstellen daartoe tegen elkaar kunnen worden afgewogen.
9. Drempelbedragen voor toelichting en verantwoording
De door Provinciale Staten vastgestelde begroting is hun sturingsinstrument. Hiermee is aangeven hoe de middelen in het begrotingsjaar uitgegeven mogen worden om de doelstellingen te bereiken. De budgethouder zorgt ervoor dat budgetten goed geraamd worden en worden goedgekeurd door Provinciale Staten omdat afwijkingen van deze budgetten meetellen in het rechtmatigheidsoordeel van de accountant en van Gedeputeerde Staten.
Als de provincie penvoerder/kassier is van een provincie-overstijgend project of programma, worden van het betreffende project of programma alle lasten in combinatie met alle baten geraamd in de provinciale begroting. Als de provincie slechts een bijdrage levert aan een project of programma waarvan een andere overheid penvoerder/kassier is, wordt slechts de bijdrage van de provincie geraamd.
Deze begrotingsregel ziet toe op een consequente verantwoording van bijdragen van derden. Uitgangspunt voor de begrotingsregel is de mate waarin de provincie verantwoordelijk is (of gemaakt kan worden) voor de betreffende middelen.
11. Inzet van Rijksuitkeringen: geoormerkt of vrij besteedbaar
De van het Rijk ontvangen decentralisatie-uitkeringen uit het provinciefonds worden beschouwd als algemeen dekkingsmiddel, tenzij Provinciale Staten daartoe op voorstel van Gedeputeerde Staten anders besluiten. Dergelijke middelen worden begroot als bate in het programma Middelen. Budgetten aan de lastenkant worden begroot in de betreffende programma’s.
Bij de inzet van Rijksmiddelen is de status van een specifieke uitkering duidelijk. Over de inzet van deze middelen moet doorgaans ook aan het Rijk worden gerapporteerd. Aan decentralisatie-uitkeringen worden geen voorwaarden gesteld. Daarmee maken zij primair deel uit van de algemene middelen. Voor de “tegenhanger” aan de lastenkant moeten Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten een afzonderlijk voorstel voorleggen. Aan de vanzelfsprekendheid waarmee met decentralisatie-uitkeringen werd omgegaan alsof het specifieke uitkeringen (zonder rapportageverplichting) waren, komt daarmee een einde. Datzelfde geldt ook voor zogenoemde “taakmutaties” binnen de algemene uitkering. In de praktijk zal daarvoor voor de lastenkant een budgetaanvraag aan Provinciale Staten worden voorgelegd.
Gedeputeerde Staten leggen bij beleidsvoorstellen met financiële gevolgen de bedragen in de jaren volgend op een door Provinciale Staten vastgestelde begroting slechts dan aan Provinciale Staten voor, als daarbij de disclaimer wordt opgenomen ‘dat instemming van de beschikking over budgetten van de jaren t+1, t+2 of t+3 geschiedt onder voorbehoud van vaststelling van de begroting voor die jaren door PS.
De vastgestelde (vast te stellen) begroting voor jaar t wordt vergezeld van een financiële doorkijk voor de jaren t+1, t+2 en t+3. Slechts de begroting voor jaar t is (wordt) geautoriseerd door Provinciale Staten. De overige jaren geven slechts een indicatie van de ramingen bij ongewijzigd beleid. Het komt in de praktijk wel voor, dat buiten het begrotingsproces om voorstellen worden gedaan met een meerjarig karakter. Die moeten dan nog wel aan Provinciale Staten worden voorgelegd om in de begroting op te nemen en daarmee te autoriseren.
Gedeputeerde Staten willen werken met Statenvoorstellen waarbij Provinciale Staten in één keer zowel een besluit kunnen nemen over de inhoudelijke voorstellen als ook over het beschikbaar stellen van de benodigde middelen.
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot 18 december 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-491.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.