Provinciaal blad van Zuid-Holland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zuid-Holland | Provinciaal blad 2025, 4804 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zuid-Holland | Provinciaal blad 2025, 4804 | beleidsregel |
Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Gelet op de artikelen 158, eerste lid, onder a, van de Provinciewet en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2023, 2831);
Overwegende dat de provincie Zuid-Holland op grond van de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen middelen beschikbaar heeft gekregen, welke gedeputeerde staten wensen in te zetten voor de beschikbaarstelling van duurzaamheidscoaches en projectfacilitatoren aan kleine en micro mkb-ondernemingen, teneinde hen te ontzorgen bij de verduurzaming van hun bedrijfsmatig vastgoed;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland
Artikel 2 Ontzorgingsprogramma
Gedeputeerde staten kennen op aanvraag een ontzorgingsprogramma toe, waarbij aan kleine ondernemingen en micro mkb-ondernemingen adviseurs beschikbaar gesteld worden, teneinde hen te ontzorgen bij het verduurzamen van het bedrijfsproces van de onderneming of het bedrijfsmatig vastgoed dat zij in eigendom hebben of huren.
De inhoud van het ontzorgingsprogramma wordt bepaald in overleg tussen de duurzaamheidscoach, de projectfacilitator, en de kleine onderneming of micro MKB-onderneming dat bedrijfsmatig vastgoed in eigendom heeft of huurt, en kan bevatten:
hulp bij het opstellen van een verduurzamingsplan, op basis van de energiescan, en een eerste aanzet tot het uitvoeren van de maatregelen door middel van het ondersteunen bij het aanvragen en beoordelen van offertes. Een verduurzamingsplan is een rapportage waarin de aanvrager op hoofdlijnen schetst hoe deze de doelstellingen uit het Klimaatakkoord gaat realiseren voor de verduurzaming van het bedrijfsproces of bedrijfsmatig vastgoed;
Gedeputeerde staten kennen aan kleine ondernemingen en micro mkb-ondernemingen die statutair gevestigd zijn in de provincie Zuid-Holland een ontzorgingsprogramma toe.
Gedeputeerde staten nemen aanvragen in behandeling die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 oktober 2026 zijn ingediend.
Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag
Gedeputeerde staten beoordelen een aanvraag, onverminderd artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, op basis van de volgende ingediende gegevens:
een ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in de De-minimisverordening, met in de aanvraag ten behoeve van deze verklaring een vermelding van het bedrag dat het ontzorgingsprogramma kost, te berekenen door het aantal uren dat door de adviseurs naar verwachting aan het ontzorgingsprogramma zal worden besteed te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 100,-.
Onverminderd het eerste lid, geldt dat indien de aanvrager geen eigenaar is van het bedrijfsmatig vastgoed waarin diens onderneming is gevestigd, tevens een instemmingsverklaring met het uitvoeren van de activiteiten uit het ontzorgingsprogramma is vereist van de eigenaar van het bedrijfsmatig vastgoed.
Onverminderd het eerste en tweede lid, geldt dat indien de kleine onderneming of micro mkb-onderneming aan de energiebesparingsplicht ter verduurzaming van het energiegebruik voor gebouwgebonden maatregelen, bedoeld in 3.84 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, moet voldoen, zij eerst de hieraan verbonden informatieplicht, bedoeld in artikel 3.84a van dat Besluit dient te hebben uitgevoerd, of indien sprake is van een energie-besparingsplicht voor procesgebonden maatregelen, bedoeld in artikel 5.15 van het Besluit activiteiten leefomgeving, zij eerst de hieraan verbonden informatie- en onderzoeksplicht, bedoeld in artikel 5.15a van dat Besluit, dient te hebben uitgevoerd.
Gedeputeerde staten kunnen aanvragen weigeren indien:
de aanvrager al eerder een ontzorgingsprogramma toegekend heeft gekregen op basis van deze beleidsregel, tenzij door aanvrager beargumenteerd is onderbouwd dat aan het ontzorgingsprogramma meer adviesuren dien te worden besteed dan vooraf was voorzien, teneinde dat ontzorgingsprogramma af te ronden. In dat geval kan de aanvrager een aanvraag doen voor wijziging van het ontzorgingsprogramma, met bij die aanvraag een nieuwe De-minimisverklaring en vermelding van het bedrag dat het ontzorgingsprogramma, met inachtneming van die wijziging, kost, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder c.
Gedeputeerde staten nemen in het besluit tot het toekennen van een ontzorgingsprogramma de volgende voorschriften op:
de ontvanger van het ontzorgingsprogramma:
geeft toestemming middels ondertekening van de intentieverklaring, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, om energiegegevens en beoogde besparingen geanonimiseerd te delen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), en leden van het Kennis en Innovatieplatform voor de verduurzaming van bedrijfsmatig vastgoed;
Artikel 11 Intrekkings- en beëindigingsgronden
Gedeputeerde staten kunnen een toegekend ontzorgingsprogramma intrekken of beëindigen, indien:
Den Haag, 11 maart 2025
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
mr. A.W. Kolff, voorzitter
drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris
Bijlage 1. behorende bij artikel 6 van de Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland (Intentieverklaring ontzorgingsprogramma bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland)
De [aanvrager] (hierna ondertekenaar) heeft zich voorgenomen om deel te nemen aan het ontzorgingsprogramma bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland.
De ondertekenaar spreekt de intentie uit om, met behulp van het door Provincie Zuid-Holland toe te kennen ontzorgingsprogramma:
De ondertekenaar geeft toestemming aan de Provincie Zuid-Holland om verkregen gegevens over de energieprestatie en beoogde besparingen van het bedrijfsproces of bedrijfsmatig vastgoed in kwestie geanonimiseerd te delen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en leden van het Kennis en Informatie Platform maatschappelijk vastgoed.
Bijlage 2. behorende bij artikel 6 van de Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland (De-minimisverklaring ontzorgingsprogramma bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland)
Bedrijfsnaam: [Naam van het bedrijf]
Adres: [Adres van het bedrijf]
Postcode: [Postcode en plaats van het bedrijf]
Inschrijfnummer KvK: [KvK-nummer van het bedrijf]
Datum: [Datum van de verklaring]
Aangevraagd de-minimissteun: [Bedrag in €]
Hierbij verklaart [Naam van het bedrijf] dat het in de afgelopen drie belastingjaren de volgende de minimis-steun heeft ontvangen:
Het totaalbedrag van de ontvangen de-minimissteun bedraagt [ontvangen bedrag], wat onder de drempel van €300.000 blijft zoals vastgesteld door de Europese Commissie.
Ik, ondergetekende, verklaar hierbij dat de bovenstaande informatie naar waarheid is ingevuld en dat [Naam van het bedrijf] voldoet aan de voorwaarden voor de-minimissteun zoals vastgelegd in de Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
Naam: [Naam van de ondertekenaar]
Functie: [Functie van de ondertekenaar]
Toelichting behorende bij de Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland
De Beleidsregel ontzorgingsprogramma’s bedrijfsmatig vastgoed Zuid-Holland is bedoeld om kleine ondernemingen en micro mkb-ondernemingen te ondersteunen bij het verduurzamen van het bedrijfsproces van de onderneming of het bedrijfsmatig vastgoed dat zij in eigendom hebben of huren. Deze beleidsregel geeft uitvoering aan Hoofdstuk 2 Ontzorgingsprogramma verduurzaming klein en micro mkb-ondernemingen van de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen.
Bij een bijdrage in natura voor projectadvies van meer dan 16 uur kan sprake zijn van staatssteun. Gelet hierop is toepassing gegeven aan de De-minimisverordening. Op grond van deze verordening kan over een periode van drie jaar tot maximaal €300.000,- aan steun worden verleend aan een onderneming.
Voor de begripsbepalingen van kleine en micro mkb-onderneming is aangesloten bij de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen, waarin voor de reikwijdte hiervan wordt verwezen naar de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PbEU 2003, L 124). Ook voor de begripsbepaling van bedrijfsmatig vastgoed is aangesloten bij die van de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen.
Artikel 2 Ontzorgingsprogramma
Ontzorgingsprogramma’s kunnen inhoudelijk van elkaar verschillen. De verduurzamingsopgave van bedrijfsmatig vastgoed is namelijk niet altijd gelijk. In de onderdelen a tot en met e van het tweede lid worden voorbeelden gegeven van hoe een ontzorgingsprogramma eruit kan zien. Deze lijst is dus niet limitatief. De ontvanger en de adviseur bepalen samen welke ondersteuning het beste past in het ontzorgingsprogramma. De in het derde lid opgenomen uitsluitingsgronden volgen uit de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen. In het vierde lid is ten slotte geregeld per aanvrager maximaal één ontzorgingsprogramma wordt toegekend. De situatie kan zich echter voordoen dat, om deze af te ronden, aan het ontzorgingsprogramma meer adviesuren dient te worden besteed dan vooraf was voorzien. In dat geval kan een aanvraag voor wijziging van het ontzorgingsprogramma worden gedaan, maar is wel nog steeds sprake van één ontzorgingsprogramma. Zie hierover verder de toelichting op artikel 6.
Een kleine onderneming of micro mkb-onderneming die statutair gevestigd is in Zuid-Holland, maar bedrijfsmatig vastgoed buiten de provinciegrenzen in eigendom heeft of huurt, kan ook voor dat vastgoed ondersteuning ontvangen. Dit gebeurt in overleg met de adviseur en met de provincie waar het betreffende vastgoed is gelegen.
Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag
De in bijlage 1 opgenomen intentieverklaring, waarnaar in het eerste lid wordt verwezen, heeft als functie om de commitment van de aanvrager vast te leggen. De in het derde lid opgenomen informatie- en onderzoeksplichten volgen uit de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen. De verplichting om bij de aanvraag een zogenoemde de-minimisverklaring te overleggen, volgt uit de Europese De-minimisverordening, op grond waarvan over een periode van drie jaar tot maximaal €300.000,- aan steun worden verleend aan een onderneming. Met het oog hierop dient bij de aanvraag een vermelding worden opgegeven van het bedrag dat het ontzorgingsprogramma kost, te berekenen door het aantal uren dat door de adviseurs naar verwachting aan het ontzorgingsprogramma zal worden besteed te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 100,-. Als richtlijn voor het aantal uren dat door de adviseurs naar verwachting aan het ontzorgingsprogramma wordt besteed, wordt uitgegaan van gemiddeld 30 tot 40 uur.
Als door de aanvrager beargumenteerd wordt onderbouwd dat aan het ontzorgingsprogramma meer adviesuren dient te worden besteed dan vooraf was voorzien, teneinde dat ontzorgingsprogramma af te ronden, kan de aanvrager een aanvraag doen voor wijziging van het ontzorgingsprogramma, met bij die aanvraag een nieuwe De-minimisverklaring en opgave van het bedrag dat het ontzorgingsprogramma kost, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder c. Dit is geregeld in artikel 9, onder l. De verplichting in artikel 10 dat het ontzorgingsprogramma uiterlijk op 30 april 2027 wordt afgerond, blijft, ook in deze situatie, gelden.
De voorschriften die in het besluit tot het toekennen van een ontzorgingsprogramma worden opgenomen hebben als doel om de geleverde ondersteuning goed te laten verlopen. Om een goed advies te kunnen geven over de verduurzaming van het betreffende vastgoed hebben de adviseurs de meest recente jaarverbruiken nodig. Daarnaast is het voor de adviseurs van belang om kennis te hebben van de financiële situatie van de kleine maatschappelijk vastgoedeigenaar die van invloed kan zijn op de verduurzaming van het betreffende vastgoed. Om aan de juiste informatie te komen geeft de ontvanger van een ontzorgingsprogramma een contactpersoon door aan de adviseurs.
Artikel 11 Intrekkings- en beëindigingsgronden
Zoals in de toelichting van artikel 2 beschreven, wordt de inhoud van een ontzorgingsprogramma vooral bepaald in overleg tussen de bedrijfsmatigvastgoedeigenaar of huurder en de adviseurs. Ook het moment van beëindiging van het ontzorgingsprogramma gaat in overleg. Als de genoemde gronden zich voordoen zullen gedeputeerde staten het ontzorgingsprogramma intrekken of beëindigen afhankelijk van de fase waarin de advisering zich bevindt. Is een adviseur nog maar net betrokken en besluit een ontvanger geen gebruik meer te willen maken van het ontzorgingsprogramma kunnen gedeputeerde staten besluiten het ontzorgingsprogramma in te trekken en weer beschikbaar te stellen voor een nieuwe aanvrager. Besluit een ontvanger verderop in het traject geen gebruik meer te willen maken van het ontzorgingsprogramma dan kunnen gedeputeerde staten besluiten om het ontzorgingsprogramma te beëindigen. Het ontzorgingsprogramma wordt dan niet meer opnieuw beschikbaar gesteld voor een nieuwe aanvrager.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-4804.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.