Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 18 maart 2025, PZH-2025-868146112, tot wijziging van de Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland in verband met een evaluatie van de subsidieregeling

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening;

 

Overwegende dat het gewenst is om de bestaande subsidieregeling voor het in stand houden en verhogen van de kwaliteit en verbeteren van het functioneren van winkel- en centrumgebieden te actualiseren;

 

Besluiten:

Artikel I  

De Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1.1. komt te luiden:

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • -

    businesscase: stuk waarin de financiële afweging om een project te beginnen beschreven wordt;

  • -

    centrumgebied: veelal centraal gelegen en goed bereikbaar gebied in een stad of dorp waar naast een concentratie van detailhandelsvoorzieningen in veel gevallen ook andere commerciële en niet-commerciële voorzieningen zoals dienstverlening, horeca en cultuur aanwezig zijn;

  • -

    centrumvisie: beschreven ambitie en toekomstbeeld op de (ruimtelijke) ontwikkeling van een winkel- of centrumgebied;

  • -

    commitmentbrief: brief van een winkelier, ondernemer, winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting of gemeente waaruit blijkt dat deze achter de activiteit staat waarvoor subsidie op grond van deze regeling wordt aangevraagd;

  • -

    detailhandelsstructuurvisie: samenhangend (ruimtelijk) toekomstbeeld op de gewenste detailhandelsstructuur;

  • -

    gebieds- of centrummanager: degene die in opdracht van de subsidieontvanger mogelijkheden onderzoekt voor het oplossen van knelpunten in een winkel- en/of centrumgebied, die kansen voor dat gebied inventariseert en die naar aanleiding van zijn bevindingen rapporteert aan de subsidieontvanger en aanbevelingen geeft en tot wiens professie deze werkzaamheden behoren;

  • -

    haalbaarheidsonderzoek: onderzoek waarin scenario’s of opties met betrekking tot de gestelde eisen en het gedefinieerde eindresultaat van een project worden onderzocht en waaruit blijkt of die eisen en het eindresultaat al dan niet te verwezenlijken zijn alsmede een conclusie ten aanzien van het al dan niet starten van een project;

  • -

    Omgevingsbeleid: provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving bestaande uit de Omgevingsvisie Zuid-Holland, het Omgevingsprogramma Zuid-Holland en de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;

  • -

    ondernemer: degene die zelfstandig werkzaamheden uitvoert en daar inkomsten uit heeft en ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel, dan wel de eigenaar van het vastgoed van waaruit voornoemd persoon zijn onderneming drijft;

  • -

    ondernemersfonds: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of vereniging als bedoeld in artikel 27 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de gezamenlijke belangen van winkeliers en ondernemers in een of meerdere winkel- of centrumgebieden behartigt;

  • -

    planvormingsproject: activiteiten die leiden tot een businesscase, quickscan, haalbaarheidsonderzoek of inventarisatie;

  • -

    quickscan: inventarisatie van probleem- en kwaliteitssituatie, knelpunten en oplossingsrichtingen;

  • -

    stichting: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de gezamenlijke belangen van winkeliers en ondernemers in een of meerdere winkel- of centrumgebieden behartigt;

  • -

    stichting BIZ: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek jo. artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • -

    uitvoeringsproject: activiteiten die leiden tot de uitvoering van een businesscase, quickscan, haalbaarheidsonderzoek of inventarisatie;

  • -

    winkelgebied: ruimtelijke concentratie van winkels, mogelijk onderdeel uitmakend van een centrumgebied;

  • -

    winkeliers- of ondernemersvereniging: vereniging, als bedoeld in artikel 27 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, van winkeliers en ondernemers die de gemeenschappelijke belangen van winkeliers en ondernemers in één of meer winkel- of centrumgebieden behartigt.

B.

Het eerste lid van artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      het uitvoeren van een onderzoek of het opstellen van een plan of programma gericht op:

      • het oprichten of verder ontwikkelen van een winkeliers- of ondernemersvereniging; of

      • het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen betrokken actoren van een winkel- of centrumgebied;

  • 2.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      een planvormingsproject ten behoeve van de kwaliteit en het functioneren van een winkel- of centrumgebied gericht op:

      • het compacter maken van een winkel- of centrumgebied;

      • het saneren van buiten een winkelgebied verspreid liggend winkelaanbod;

      • het saneren van detailhandel, of

      • de vergroening of het klimaat-adaptief maken van een winkel-of centrumgebied.

  • 3.

    Onder verlettering van onderdeel e en f tot f en g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • e.

      een planvormingsproject door een gebieds- of centrummanager of daartoe gespecialiseerd adviesbureau in de vorm van een centrumvisie of een detailhandelsstructuurvisie.

C.

Artikel 2.2 komt te luiden:

Artikel 2.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    een winkeliers- of ondernemersvereniging;

  • b.

    een stichting;

  • c.

    een stichting BIZ;

  • d.

    een ondernemersfonds, of

  • e.

    een gemeente.

D.

Artikel 2.3 komt te luiden:

Artikel 2.3 Openstellingsbesluiten

  • 1.

    Gedeputeerde staten stellen nadere regels in de vorm van openstellingsbesluiten vast voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2.1;

  • 2.

    In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv, wordt een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling ingediend binnen de periode genoemd in het openstellingsbesluit.

E.

In artikel 2.4, onderdeel d, vervalt ‘of meer dan €20.00,00’.

 

F.

Artikel 2.5, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e.

    er is voldoende steun voor de subsidiabele activiteit, blijkend uit:

    • als de subsidie wordt aangevraagd door een winkeliers- of ondernemersvereniging, een stichting, een stichting-BIZ of een ondernemersfonds: een commitmentbrief van de gemeente waarin het winkel- of centrumgebied, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, ligt en vijf commitmentbrieven van in het winkel- of centrumgebied gevestigde winkeliers of ondernemers die niet in het bestuur van voornoemde winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting, stichting-BIZ of ondernemersfonds zetelen; of

    • als de subsidie aangevraagd wordt door de gemeente waarin het winkel- of centrumgebied ligt: een commitmentbrief van de winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting, stichting-BIZ of het ondernemersfonds en vijf commitmentbrieven van winkeliers of ondernemers die in het winkel- of centrumgebied, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, zijn gevestigd en die niet in het bestuur van voornoemde winkeliers- of ondernemersvereniging, stichting, stichting-BIZ of ondernemersfonds zetelen.

G.

Artikel 2.6 komt te luiden:

Artikel 2.6 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de kosten van een extern deskundige voor de te verrichten subsidiabele activiteiten in aanmerking voor subsidie.

 

H.

Na artikel 2.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.6a Niet-subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 2.5 van de ASV en in afwijking van artikel 9 komen de kosten die de subsidieontvanger zelf maakt, waaronder de door hemzelf gemaakte uren voor de subsidiabele activiteiten, in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.

 

I.

In artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€20.000,-‘ vervangen door ‘€24.999,-’

Artikel II  

De Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland, zoals die luidde op de dag voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 18 maart 2025

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

Secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Voorzitter,

mr. A.W. Kolff

Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 18 maart 2025, PZH-2025-868146112, tot wijziging van de Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland  

Algemeen deel

Zuid-Holland is een provincie waar mensen met plezier wonen, werken en recreëren. Aantrekkelijke winkel- en centrumgebieden zijn erg belangrijk voor een goed woon,- werk- en leefklimaat. Door de opkomst van bijvoorbeeld internet winkelen, economische en demografische ontwikkelingen functioneren echter niet alle winkel- en centrumgebieden naar behoren. In sommige gevallen nemen de kwaliteit en aantrekkelijkheid af. De urgentie om in te blijven zetten op het in stand houden en verbeteren van het functioneren van winkel- en centrumgebieden blijft de komende jaren onverminderd groot.

 

De huidige opgaven om binnensteden en dorpskernen vitaal en krachtig te houden, en de bestaande fijnmazige winkelstructuur overeind te houden, vragen om een aanpak die bestaat uit een combinatie van ruimtelijke regels (Omgevingsvisie) en concrete uitvoeringsacties (Aanpak Winkelgebieden). De subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland is een uitvoeringsinstrument van het provinciaal detailhandelsbeleid waarmee de kwaliteit en het functioneren van winkel- en centrumgebieden kan worden verhoogd.

 

De subsidieregeling sluit aan op de behoeften van de gebruikers, is actueel en draagt bij aan de doelstellingen van het detailhandelsbeleid. Op een aantal punten wordt de subsidieregeling gewijzigd om deze effectiever en toekomstbestendiger te maken:

  • -

    Sterkere focus op verbeteren organisatiegraad in winkel- en centrumgebieden doordat nu ook het uitvoeren van een onderzoek naar het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen partijen in winkel- en centrumgebieden subsidiabel is;

  • -

    Uitbreiding subsidiemogelijkheden met onderzoek naar vergroening en het klimaat adaptief maken van centra en het opstellen van een centrumvisie of detailhandelsstructuurvisie;

  • -

    Uitbreiding van de doelgroep zodat ook ondernemersfondsen subsidie kunnen aanvragen;

  • -

    Maximale subsidiebedrag per project met € 5.000,- verhoogd tot € 25.000,- zodat gelijkstelling plaatsvindt met de subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen;

  • -

    Daarnaast zijn enkele artikelen ter verduidelijking gewijzigd.

Artikelsgewijze toelichting

  • A

    Bij de begripsbepalingen zijn de begrippen centrumvisie, detailhandelsstructuurvisie, ondernemersfonds en stichting toegevoegd. De begrippen businesscase, haalbaarheidsonderzoek, Omgevingsbeleid, uitvoeringsproject en winkeliers- of ondernemersvereniging zijn aangepast.

  • B

    De subsidiabele activiteiten zijn aangepast. Het eerste lid van artikel 2.1 lid a is gewijzigd zodat er meer subsidiemogelijkheden bestaan om de onderlinge samenwerking in winkel- en centrumgebieden te bevorderen. In onderdeel c is de mogelijkheid voor een planvormingsproject op het gebied van klimaatadaptieve maatregelen en vergroening opgenomen. Via de toevoeging van onderdeel c kan nu ook een planvormingsproject in de vorm van een centrumvisie of detailhandelsstructuurvisie voor subsidie in aanmerking komen.

  • C

    Artikel 2.2 is gewijzigd en aangevuld zodat naast winkeliers- en ondernemersverenigingen, stichtingen-BIZ en gemeenten nu ook stichtingen en ondernemersfondsen tot de doelgroep van de subsidieregeling behoren.

  • D

    Artikel 2.3 over de openstellingsbesluiten is aangepast en verduidelijkt.

  • E

    Artikel 2.4 wijzigt omdat het zinsdeel ‘of meer dan €20.00,00’ in dit artikel overbodig is.

  • F

    Artikel 2.5, eerste lid, onderdeel e is gewijzigd n.a.v. de wijziging en aanvulling van artikel 2.2.

  • G

    Artikel 2.6 is gewijzigd zodat de kosten van niet-deskundigen niet in aanmerking komen voor subsidie.

  • H

    Artikel 2.6a is ingevoegd zodat duidelijk wordt de kosten die een subsidieontvanger zelf maakt, waaronder de door hemzelf gemaakte uren voor de subsidiabele activiteiten, in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen.

  • I.

    Artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b, is gewijzigd zodat het maximale subsidiebedrag per subsidiebeschikking €24.999,- bedraagt i.p.v. €20.000,- zodat gelijkstelling plaatsvindt met de subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen.

Naar boven