Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 11 februari 2025 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant in verband met het vaststellen van een nieuw aanvraagtijdvak en subsidieplafond voor de paragrafen 1, 4, 9 en 11 en enkele andere technische wijzigingen in de paragrafen 14, 16 en 17 (Zesendertigste wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met het vaststellen van een nieuw aanvraagtijdvak en subsidieplafond voor de paragrafen 1, 4, 9 en 11 en enkele andere technische wijzigingen in de paragrafen 14, 16 en 17;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 1.1 vervalt het begrip “kostenregeling”.

 

B.

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder c, wordt “€ 0,19” vervangen door “€ 0,23”.

  • 2.

    In de aanhef van het tweede lid:

    • a.

      wordt “personeels- en arbeidsuren” vervangen door “arbeids- en personeelsuren”;

    • b.

      wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de kostenregeling” vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant"; en

    • c.

      vervalt “ingevolge artikel 6, tweede lid, van die regeling,".

  • 3.

    In het derde lid wordt “€ 120 per uur, inclusief btw” vervangen door “ € 99 per uur, vermeerderd met eventuele niet verrekenbare of niet compensabele btw”.

C.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1.9, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    3 maart 2025 tot en met 15 december 2025.

 

D.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1.10, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    € 789.225 voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder e.

E.

In artikel 4.1 vervalt het begrip “voorbereidingskosten”, onder vervanging van de puntkomma aan het eind van het begrip “ontsnippering” door een punt.

 

F.

In artikel 4.5, onder a, wordt “1 juli 2023” vervangen door “1 juli 2024”.

 

G.

In artikel 4.7, onder c, wordt “voorbereidingskosten” vervangen door “kosten derden, ten behoeve van het opstellen en uitwerken van een plan voor een project als bedoeld in artikel 4.4, en gemaakt voorafgaand aan de uitvoering van dat project,”.

 

H.

In artikel 4.8 vervalt onderdeel c, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.

 

I.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 4.9, onder e, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f.

    3 maart 2025 tot en met 15 december 2025.

J.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 4.10, onder e, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f.

    € 700.000 voor de periode, genoemd in artikel 4.9, onder, f.

K.

In artikel 4.11 wordt “€ 57.500” vervangen door “€ 75.000”.

 

L.

Artikel 4.14 wordt als volgt gewijzigd.

  • 1.

    In het tweede lid wordt “vanaf € 25.000” vervangen door “van € 25.000 tot € 125.000”.

  • 2.

    Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      Bij subsidies van € 125.000 en hoger toont de subsidieontvanger op grond van artikel 22, dertiende lid, van de Asv bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

      • a.

        een activiteitenverslag;

      • b.

        foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project;

      • c.

        indien van toepassing een proces verbaal van oplevering.

M.

Onder vernummering van artikel 4.16 tot artikel 4.17 wordt na artikel 4.15 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.16 Subsidievaststelling

  • 1.

    Bij subsidies tot € 25.000 stellen Gedeputeerde Staten de subsidie op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vast.

  • 2.

    Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 stellen Gedeputeerde Staten de subsidie vast overeenkomstig artikel 21 van de Asv.

  • 3.

    Bij subsidies van € 125.000 en hoger stellen Gedeputeerde Staten de subsidie op grond van artikel 22, dertiende lid, van de Asv, vast overeenkomstig artikel 21 van de Asv.

N.

Artikel 9.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het begrip “kostenregeling” vervalt.

  • 2.

    In alfabetische volgorde wordt het volgende begrip ingevoegd: “algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);”

M.

Artikel 9.5 wordt als volgt gewijzigd.

  • 1.

    In onderdeel d wordt na “het project” ingevoegd “deels” en wordt aan het slot van onderdeel d toegevoegd “, tenzij er sprake is van een herplantplicht als bedoeld in artikel 3.93 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant die direct verbonden is met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten”.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, worden onderdelen toegevoegd, luidende:

    • g.

      ten aanzien van de aanvrager een bevel tot terugvordering als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, uitstaat;

    • h.

      de aanvrager een onderneming in financiële moeilijkheden als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, is.

N.

Artikel 9.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder b, wordt “€ 30.000” vervangen door “€ 50.000”.

  • 2.

    In het eerste lid, onder c, wordt “kosten van overhead” vervangen door “indirecte kosten”.

  • 3.

    In het eerste lid, onder d, wordt “€ 0,19” vervangen door “€ 0,23”.

  • 4.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • e.

      aanplantkosten buiten het projectgebied tot een maximum van € 20.000 per hectare, indien als onderdeel van het project het vellen van een houtopstand nodig is.

  • 5.

    In het tweede wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de kostenregeling” vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant" en vervalt “ingevolge artikel 6, tweede lid, van die regeling,".

  • 6.

    In het tweede, derde en vierde lid wordt “onder a, b, of c,” telkens vervangen door “onder a, b, c of e”.

O.

Aan het slot van artikel 9.8, onder d, wordt toegevoegd “, tenzij er sprake is van een herplantplicht als bedoeld in artikel 3.93 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant die direct verbonden is met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten”.

 

P.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 9.9, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    3 maart 2025 tot en met 15 december 2025.

Q.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 9.10, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    artikel 9.9, onder e, vast op:

    • 1°.

      € 250.000 voor projecten als bedoeld in artikel 9.4, onder a;

    • 2°.

      € 250.000 voor projecten als bedoeld in artikel 9.4, onder b;

    • 3°.

      € 1.700.000 voor projecten als bedoeld in artikel 9.4, onder c.

R.

Artikel 9.11 komt te luiden:

Artikel 9.11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor projecten als bedoeld in artikel 9.4, onder a en b, bedraagt 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 250.000.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor projecten als bedoeld in artikel 9.4, onder c, bedraagt 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 400.000.

S.

In artikel 9.14, eerste lid, onder c, en tweede lid, onder d, wordt “artikel 9.13, eerste lid, onder g” telkens vervangen door “artikel 9.13, eerste lid, onder f”.

 

T.

In artikel 11.1 vervalt het begrip “kostenregeling”.

 

U.

Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder b, wordt “€ 0,19” vervangen door “€ 0,23”.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de kostenregeling” vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant" en vervalt “ingevolge artikel 6, tweede lid, van die regeling,".

  • 3.

    In het derde lid wordt “€ 120 per uur, inclusief btw” vervangen door “ € 99 per uur, vermeerderd met eventuele niet verrekenbare of niet compensabele btw”.

V.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11.9, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    3 maart 2025 tot en met 15 december 2025.

W.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11.10, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    € 300.000 voor de periode, genoemd in artikel 11.9, onder e.

 

X.

In artikel 14.6, eerste lid, onder g, wordt “uiterlijk 31 december 2028” vervangen door “uiterlijk 31 december 2027”.

 

Y.

In artikel 14.7, onderdeel c, onder 5°, wordt “van onderdeel d, onderdelen 1° tot en met 5°,” vervangen door “hiervan”.

 

Z.

In artikel 14.10, tweede lid, onder b, wordt “€ 2.340 per hectare” vervangen door “€ 2.900 per hectare”.

 

AA.

In artikel 14.18, derde lid, aanhef, wordt na “toont een subsidieontvanger die een medeoverheid is” ingevoegd “en aan wie voor 1 december 2024 subsidie op basis van deze paragraaf is verstrekt”.

 

BB.

In artikel 16.12, vijfde lid, wordt tussen “over” en “aanvragen” ingevoegd “opeenvolgende”.

 

CC.

Artikel 16.13 komt te luiden:

Artikel 16.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger rondt de activiteiten uiterlijk 31 december 2025 af.

 

DD.

Onder vernummering van artikel 16.16 tot artikel 16.17 wordt na artikel 16.15 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16.16 Subsidievaststelling

  • 1.

    Bij subsidies tot € 25.000 stellen Gedeputeerde Staten de subsidie op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vast.

  • 2.

    Bij subsidies van € 25.000 en hoger stellen Gedeputeerde Staten de subsidie vast overeenkomstig de Asv.

EE.

Aan artikel 17.15 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4.

    In afwijking van de voorgaande leden, toont een subsidieontvanger die een medeoverheid is en aan wie voor 1 december 2024 subsidie op basis van deze paragraaf is verstrekt, bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat de verplichtingen zijn nagekomen door middel van:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      verslaglegging conform de vereisten van de Regeling informatieverstrekking sisa, met gebruikmaking van de toepasselijke sisa-bijlage

Artikel II Overgangsrecht

Artikel 4.5, onder a, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op subsidies die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit zijn verstrekt.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 11 februari 2025

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij de Zesendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant  

I. Algemeen

 

Met dit besluit worden paragrafen 1, 4, 9, 11, 14, 16 en 17 van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant gewijzigd. Met deze wijziging worden voor de paragrafen 1, 4, 9 en 11 nieuwe aanvraagtijdvakken en subsidieplafonds vastgesteld. Daarnaast worden ook enkele inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd en wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om verwijzingen aan te passen en andere omissies te herstellen.

 

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant heeft betrekking op maatregelen voor natuur en wordt ingezet om provinciale natuurdoelen te bereiken. Deze subsidieregeling wordt wanneer nodig geactualiseerd.

 

II. Artikelsgewijze toelichting

 

Onder A. (artikel 1.1)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant moest de verwijzing in de begripsbepaling “kostenregeling” aangepast worden. Omdat dit begrip alleen terugkomt in artikel 1.7 is er omwille van de toegankelijkheid van de paragraaf voor gekozen om het begrip te laten vervallen in de begripsbepalingen en de regeling voluit te schrijven in artikel 1.7.

 

Onder B. (artikel 1.7)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de terminologie aangepast. Verder wordt de kilometervergoeding geactualiseerd.

 

Onder C. (artikel 1.9)

Met de wijziging van artikel 1.9 is een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

 

Onder D. (artikel 1.10)

Met de wijziging van artikel 1.10 is een nieuw subsidieplafond voor het nieuwe aanvraagtijdvak in artikel 1.9 vastgesteld.

 

Onder E, G en H (artikelen 4.1, 4.7 en 4.8)

Met deze wijziging is beoogd duidelijk(er) te maken dat ten aanzien van kosten derden en arbeids- en personeelsuren slechts kosten derden, ten behoeve van het opstellen en uitwerken van een plan voor een project als bedoeld in artikel 4.4, en gemaakt voorafgaand aan de uitvoering van dat project subsidiabel zijn.

 

Onder F (artikel 4.5)

In artikel 4.5, onder a, is geregeld dat subsidie wordt geweigerd indien met de uitvoering van het project is begonnen voor 1 juli 2023. Deze termijn is voor nieuwe subsidies gewijzigd in 1 juli 2024.

 

Onder I. (artikel 4.9)

Met de wijziging van artikel 4.9 is een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

 

Onder J. (artikel 4.10)

Met de wijziging van artikel 4.10 is een nieuw subsidieplafond voor het nieuwe aanvraagtijdvak in artikel 4.9 vastgesteld.

 

Onder K. (artikel 4.11)

Met de wijziging van artikel 4.11 wordt de maximum hoogte van de subsidie per faunavoorziening verhoogd van € 57.500 naar € 75.000. Dit omdat de subsidiabele kosten bij complexere knelpunten of bij duurzaam schermgebruik het maximale subsidiebedrag per faunavoorziening vaak overstijgen.

 

Onder L. en M. (artikelen 4.14 en 4.16)

Met deze wijziging wordt duidelijk gemaakt dat ook voor subsidies vanaf € 125.000 (de zogenaamde arrangement 3 subsidies) de verantwoordingseisen gelden van het zogenaamde arrangement 2 en dat deze subsidies overeenkomstig artikel 21 van de Asv (arrangement 2) worden vastgesteld. Ongeacht het aantal faunavoorzieningen waarvoor subsidie is verstrekt. Dit om de administratieve lasten te verminderen.

 

Onder N. (artikel 9.1)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant moest de verwijzing in de begripsbepaling “kostenregeling” aangepast worden. Omdat dit begrip alleen terugkomt in artikel 9.7 is er omwille van de toegankelijkheid van de paragraaf voor gekozen om het begrip te laten vervallen in de begripsbepalingen en de regeling voluit te schrijven in artikel 9.7.

In verband met het opnemen van verwijzingen naar de AGVV wordt dit begrip opgenomen in de begripsbepalingen.

 

Onder M. (artikel 9.5)

Met deze wijziging worden onder andere de staatssteunbepalingen opgenomen in paragraaf 9.

 

Onder N. (artikel 9.7)

Met deze wijziging wordt artikel 9.7 aangepast.

In het eerste lid, onder b, wordt de maximum hoogte van de subsidie verhoogd van “€ 30.000” naar “€ 50.000”. Dit om (deels) tegemoet te komen aan gestegen kosten voor landschapsecologische systeemanalyses en deze analyses voor complexere gebieden meer te ondersteunen.

In het eerste lid, onder c, wordt “kosten van overhead” vervangen door “indirecte kosten”. In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de terminologie aangepast. Datzelfde geldt voor de wijzigingen in het tweede lid.

In het eerste lid, onder d, wordt de kilometervergoeding geactualiseerd.

Aan de opsomming van subsidiabele kosten in het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, namelijk aanplantkosten buiten het projectgebied tot een maximum van € 20.000 per hectare, indien als onderdeel van het project herplant van een houtopstand op andere grond nodig is. Dit omdat met het inwerkingtreden van de Omgevingsverordening Noord-Brabant de vrijstelling van dergelijke herplant is komen te vervallen, waardoor projecten waarbij dit speelt onuitvoerbaar dreigen te worden.

 

Onder O. (artikel 9.8)

Met deze wijziging en de wijziging van artikel 9.5, onderdeel d, wordt expliciet gemaakt dat activiteiten die behoren tot de wettelijke taken van de aanvrager subsidiabel kunnen zijn als die direct verbonden zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.

 

Onder P. (artikel 9.9)

Met de wijziging van artikel 9.9 is een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

 

Onder Q. (artikel 9.10)

Met de wijziging van artikel 9.10 zijn nieuwe subsidieplafonds voor het nieuwe aanvraagtijdvak in artikel 9.10 vastgesteld.

 

Onder R. (artikel 9.11)

Met de wijziging van artikel 9.11 zijn de regels over de hoogte van de subsidie verduidelijkt.

 

Onder S. (artikel 9.14)

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een foute verwijzing in artikel 9.14 aan te passen. Verwezen werd naar artikel 9.13, eerste lid, onder g. Dit moet zijn artikel 9.13, eerste lid, onder f.

 

Onder T. (artikel 11.1)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant moest de verwijzing in de begripsbepaling “kostenregeling” aangepast worden. Omdat dit begrip alleen terugkomt in artikel 11.7 is er omwille van de toegankelijkheid van de paragraaf voor gekozen om het begrip te laten vervallen in de begripsbepalingen en de regeling voluit te schrijven in artikel 11.7.

 

Onder U. (artikel 11.7)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de terminologie aangepast. Daarnaast is de kilometervergoeding geactualiseerd.

 

Onder V. (artikel 11.9)

Met de wijziging van artikel 11.9 is een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

 

Onder W. (artikel 11.10)

Met de wijziging van artikel 11.10 is een nieuw subsidieplafond voor het nieuwe aanvraagtijdvak vastgesteld.

 

Onder X. (artikel 14.6)

In artikel 14.6 zijn de algemene subsidievereisten geregeld. In het eerste lid, onder g, is met de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant als vereiste opgenomen dat het project uiterlijk 31 december 2028 kan worden afgerond, blijkend uit een realistische planning. Eerder was dat 2026. Er is sprake van een kennelijke verschrijving. Bedoeld was uiterlijk 31 december 2027. Met deze wijziging wordt deze verschrijving hersteld. Ondanks dat het nieuwe aanvraagtijdvak al is aangevangen, is er geen sprake van een benadeling van subsidieaanvragers of subsidieontvangers omdat er nog geen subsidies zijn verleend of subsidies zijn geweigerd op basis van dit vereiste. Ook wordt niet verwacht dat potentiële aanvragers hierdoor benadeeld worden.

 

Onder Y. (artikel 14.7)

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een foute verwijzing aan te passen.

 

Onder Z. (artikel 14.10)

In artikel 14.10 zijn de subsidiabele kosten geregeld. In het tweede lid, onder b, is geregeld dat voor projecten gericht op het versnellen of intensiveren van het herstel van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden of stikstofgevoelige habitattypen of soorten door middel van bosrevitalisering kosten voor steenmeel subsidiabel zijn tot een maximum van € 2.340 per hectare. Dit bedrag wordt verhoogd naar € 2.900 omdat prijsstijgingen in materiaal ervoor zorgen dat de oude vergoeding niet meer kostendekkend is. Met deze verhoging zal de vergoeding wel weer kostendekkend zijn. Dit hogere bedrag is per abuis niet met de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant meegenomen. Er is geen sprake van benadeling van subsidieaanvragers of subsidieontvangers. Er zijn nog geen subsidies verstrekt en potentiële aanvragers worden geattendeerd op deze wijziging zodat zij hiermee rekening kunnen houden bij het aanvragen van subsidie.

 

Onder AA. (artikel 14.18)

Met de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant zijn per abuis de verantwoordingsregels voor medeoverheden niet aangepast. Voor nieuwe subsidieverstrekkingen gelden voortaan de ‘normale’ verantwoordingsregels voortvloeiende uit de Asv. De verslaglegging conform de vereisten van de Regeling informatieverstrekking sisa, met gebruikmaking van de toepasselijke sisa-bijlage, komt te vervallen. Wel blijft deze Sisa verslaglegging gelden voor vóór 1 december 2024 verstrekte subsidies aan medeoverheden. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

Onder BB. (artikel 16.12)

Met de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant is per abuis een verdeelregel aangepast. Dat is beleidsmatig niet de bedoeling. Met deze wijziging is dit hersteld. Ondanks dat het nieuwe aanvraagtijdvak al is aangevangen, is er geen sprake van een benadeling van subsidieaanvragers of subsidieontvangers omdat er nog geen subsidies zijn verleend of subsidies zijn geweigerd op basis van deze verdeelregel. Ook wordt niet verwacht dat potentiële aanvragers hierdoor benadeeld worden.

 

Onder CC. (artikel 16.13)

Met de wijziging van artikel 16.13 zijn enkele subsidieverplichtingen komen te vervallen. De periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, bedraagt in de praktijk niet meer dan 12 maanden. Dat maakt dat de verplichting jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag te overleggen kan vervallen. De subsidieverplichting om een urenregistratie bij te houden en te overleggen waarbij per GGA-team een uitsplitsing wordt gemaakt is niet passend bij zogenaamde ‘arrangement 1 subsidies’ en wordt ook niet langer noodzakelijk geacht bij hogere subsidies. Dat maakt dat ook de verplichting om een urenregistratie bij te houden kan vervallen. De verplichting dat de subsidieontvanger de activiteiten uiterlijk 31 december 2025 afrondt, is gehandhaafd.

 

Onder DD. (artikel 16.16 nieuw)

Met het vernummeren van artikel 16.16 tot artikel 16.17 wordt na artikel 16.15 een nieuw artikel 16.16 ingevoegd waarmee duidelijk wordt gemaakt dat de zogenaamde ‘arrangement 1 subsidies’ ambtshalve worden vastgesteld.

 

Onder EE. (artikel 17.15)

Met de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant zijn de verantwoordingsregels voor medeoverheden aangepast. Voor nieuwe subsidieverstrekkingen gelden de ‘normale’ verantwoordingsregels voortvloeiende uit de Asv. De verslaglegging conform de vereisten van de Regeling informatieverstrekking sisa, met gebruikmaking van de toepasselijke sisa-bijlage, is toen komen te vervallen. Per abuis is toen niet opgenomen dat deze Sisa verslaglegging blijft gelden voor vóór 1 december 2024 verstrekte subsidies aan medeoverheden. Met deze wijziging is dit hersteld.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven