Provinciaal blad van Gelderland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Gelderland | Provinciaal blad 2025, 2456 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Gelderland | Provinciaal blad 2025, 2456 | beleidsregel |
Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2025
Provinciale Staten van Gelderland
Gelezen het voorstel van het presidium tot vaststelling van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2025;
Gelet op artikel 16, 80, 104a, 105, 143 eerste lid en artikel 167 van de Provinciewet;
Vast te stellen het navolgende Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De Agendacommissie komt bijeen conform het vastgestelde vergaderschema en voorts wanneer de voorzitter, dan wel een van de leden daarom, gemotiveerd, verzoekt. De griffier stuurt de leden tenminste zeven dagen voorafgaand aan de vergadering een oproep. Indien de voorzitter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, kan hij van deze termijn afwijken. In dat geval stuurt de griffier de oproep ten minste vierentwintig uur voorafgaand aan de vergadering.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden en de vorming van fracties
Artikel 5. Fracties en Groepen
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in Provinciale Staten deze aanduiding als naam. Als geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van Provinciale Staten aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in Provinciale Staten wil voeren. Deze naam geldt voor de gehele Statenperiode.
Een fractievolger legt, alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen, in handen van de voorzitter van Provinciale Staten, de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om mijn fractie te mogen vertegenwoordigen, rechtstreeks noch middellijk, onder welke voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als fractievolger naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig". (Dat verklaar en beloof ik”.)
Hoofdstuk 3 Benoeming gedeputeerden
Artikel 7. Onderzoek integriteit en geloofsbrieven
De commissaris van de Koning laat onderzoeken of aan de benoeming van een kandidaat tot gedeputeerde risico’s zijn verbonden voor de integriteit van het provinciebestuur, die voortvloeien uit aan zijn persoon verbonden omstandigheden, zijn financiële of zakelijke belangen, openbare betrekkingen en nevenfuncties.
Paragraaf 1 Voorbereiding van vergaderingen
De voorzitter zendt ten minste vijf dagen voor een vergadering de leden van Provinciale Staten een oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. De voorzitter kan van de oproeptermijn afwijken als er sprake is van een spoedeisende situatie.
Ieder lid van Provinciale Staten kan tot maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering onderwerpen indienen, waaronder spoeddebatten, ter plaatsing op de agenda. De voorzitter kan eveneens aanvullingen voorstellen op de agenda. De griffier informeert Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hierover.
Artikel 13. Publicatie van stukken
Als op stukken op grond van artikel 84 van de Provinciewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van Provinciale Staten inzage. De stukken mogen op geen enkele wijze worden gekopieerd of gefotografeerd.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van Provinciale Staten onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Voorafgaand aan de vergadering melden de fractievoorzitters en de voorzitters van groepen aan de voorzitter de agendapunten waarover de fractie of de groep het woord wenst te voeren en andere voor de orde relevante zaken.
Artikel 24. Handhaving van de orde
Als een spreker zich op een beledigende of onbetamelijke wijze uitdrukt, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter hem tot de orde. Als de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, over het betreffende onderwerp het woord ontzeggen.
Paragraaf 3 Beraadslaging en besluitvorming
Artikel 26a. Elektronisch stemmen
Bemerkt een lid nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, dat hij zich bij het uitbrengen van zijn stem heeft vergist, dan kan hij de voorzitter verzoeken in de besluitenlijst op te nemen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit laatste geen verandering.
Artikel 26b. Stemmen op andere wijze
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan vindt voordat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt op zijn verzoek een herstemming plaats.
Artikel 28. Stemming over personen
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Provinciewet beschouwt de voorzitter leden die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd als leden die geen stem hebben uitgebracht. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
Artikel 29. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, stemmen Provinciale Staten een derde maal. Deze derde stemming vindt plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan maken Provinciale Staten met een tussenstemming uit tussen welke twee personen de derde stemming plaatsvindt.
De besluitenlijst bevat de presentielijst, de besluiten die in de vergadering zijn genomen, de uitslag van stemmingen over moties en amendementen, de uitslag van de beraadslaging en stemming over besluiten en de namen van de leden die zich op grond van artikel 28 van de Provinciewet van beraadslaging en stemming hebben onthouden, en toezeggingen.
Ieder lid van Provinciale Staten kan tot aan het sluiten van de beraadslaging amendementen en subamendementen indienen. Provinciale Staten beraadslagen alleen over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door leden van Provinciale Staten die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Een lid van Provinciale Staten dient een verzoek tot het houden van een interpellatie uiterlijk op maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter in. Van deze termijn wijken Provinciale Staten af wanneer de voorzitter het verzoek spoedeisend acht. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter geeft de interpellant als eerste het woord voor het stellen van de in het eerste lid bedoelde vragen. Daarna krijgen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de gelegenheid de verlangde inlichtingen te geven. Daarna start overeenkomstig artikel 25 van dit reglement de beraadslaging over de verkregen inlichtingen, waarbij de interpellant in de eerste termijn als eerste het woord krijgt.
Een aanvraag voor een spoeddebat dient, vergezeld van een concept-motie, uiterlijk maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering bij de voorzitter schriftelijk te zijn ingediend. Van deze termijn kunnen Provinciale Staten afwijken indien de noodzaak voor het spoeddebat pas na het verstrijken van de in de eerste volzin genoemde termijn duidelijk is geworden.
Artikel 39. Schriftelijke vragen
Als beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis. Hierbij geven zij de termijn aan waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. De griffier brengt een afschrift van dit bericht ter kennis van de leden van Provinciale Staten.
Artikel 39a. Inlichtingenprocedure
Een lid van Provinciale Staten kan op grond van artikel 167 of 179 Provinciewet een verzoek om inlichtingen indienen bij de voorzitter. De griffier brengt het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van Provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning.
Als niet binnen de termijn aan het verzoek kan worden voldaan, stellen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de verzoeker hiervan gemotiveerd in kennis. Hierbij geven zij de termijn aan waarbinnen zij aan het verzoek kunnen voldoen. De griffier brengt een afschrift van dit bericht ter kennis van de leden van Provinciale Staten.
Artikel 40. Wensen en bedenkingen
Zodra Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten inlichtingen hebben verstrekt en Provinciale Staten in de gelegenheid stellen om hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken, deelt de griffier dit mee aan de leden van Provinciale Staten met het verzoek binnen vijf dagen mee te delen of overleg met Gedeputeerde Staten gewenst is.
Artikel 41. Verantwoording en verslag
Een lid van Provinciale Staten, een gedeputeerde, de commissaris van de Koning of de secretaris, die door Provinciale Staten is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kan vragen in de vergadering verslag te mogen doen over zaken die in de gemeenschappelijke regeling aan de orde zijn.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Artikel 42. Toepassing van dit reglement
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet in strijd zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 43. Opheffing van de geheimhouding
Indien Provinciale Staten op grond van artikel 86, vierde lid van de Provinciewet het voornemen hebben de geheimhouding op te heffen, overleggen zij voorafgaand in een besloten vergadering met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, als dit orgaan daarom verzoekt.
Hoofdstuk 8 Voorbereiding van de Statenvergadering
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Provinciale Staten kunnen een Statenvergadering voorbereiden met een verkennende en een oordeelsvormende vergadering, zonodig voorafgegaan door een informatiebijeenkomst.
Artikel 47. Handhaving van de orde
Artikelen 16 en 24 zijn van overeenkomstige toepassing op de bijeenkomsten en vergaderingen als bedoeld in artikel 44.
Artikel 50. Agendering van onderwerpen
Elk lid van Provinciale Staten en iedere fractievolger kan tot maandag 12.00 uur voorafgaand aan een vergadering van de Agendacommissie een, gemotiveerd, voorstel voor een informatiebijeenkomst, een verkennend gesprek of een oordeelsvormende vergadering indienen bij de griffier. De griffier stuurt deze voorstellen zo spoedig mogelijk aan de Agendacommissie en draagt ervoor zorg dat zo spoedig mogelijk een behandeladvies wordt opgesteld.
Artikel 51. Vergaderlocatie en vergaderschema
Provinciale Staten organiseren de informatiebijeenkomsten, verkennende gesprekken en oordeelsvormende vergaderingen op de dagen die door de voorzitter van Provinciale Staten in een vergaderschema zijn vastgesteld. Bij uitzondering kan de Agendacommissie besluiten om informatiebijeenkomsten, verkennende gesprekken en oordeelsvormende vergaderingen te organiseren op de avond voorafgaand aan de in het vergaderschema vastgestelde dagen. De leden van Provinciale Staten worden hiervan ten minste zeven dagen voorafgaand aan de betreffende bijeenkomsten en vergaderingen op de hoogte gesteld.
Artikel 52. Publicatie van stukken
Als op stukken op grond van artikel 84 Provinciewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van Provinciale Staten of fractievolgers inzage. De stukken mogen op geen enkele wijze worden gekopieerd of gefotografeerd. Artikel 13, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 3 Informatiebijeenkomsten
Degenen die niet als deelnemer zijn uitgenodigd aan een rondetafelgesprek en zaken willen inbrengen, kunnen schriftelijk tot maandag 12.00 uur voor de dag waarop het rondetafelgesprek plaats zal vinden hun inbreng bij de griffie indienen. De griffie draagt ervoor zorg dat deze inbreng zo spoedig mogelijk aan Provinciale Staten ter kennis wordt gebracht.
Paragraaf 4 Verkennende en oordeelsvormende vergaderingen
Een oordeelsvormende vergadering is gericht op het uitwisselen van politieke standpunten, waaronder de inhoud van moties en amendementen die fracties en groepen voornemens zijn in te dienen. Fracties en groepen streven er naar om een concept van een motie of amendement voor maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering te verstrekken aan de griffier voor een feitelijke en juridische toets. Na toestemming van de indiener publiceert de griffier het betreffende concept in het Stateninformatiesysteem.
Artikel 62. Resultaat beraadslaging
Wanneer de voorzitter de beraadslaging van een verkennende vergadering sluit, concludeert de voorzitter, daarbij rekening houdend met de zetelverdeling in Provinciale Staten, of het onderwerp voldoende is voorbereid voor behandeling in een oordeelsvormende vergadering of dat een volgende verkennende vergadering over het onderwerp nodig.
Wanneer de voorzitter de beraadslaging van een oordeelsvormende vergadering sluit, concludeert de voorzitter, daarbij rekening houdend met de zetelverdeling in Provinciale Staten, of het onderwerp voldoende is besproken of dat een volgende oordeelsvormende vergadering over het onderwerp nodig is. Wanneer Gedeputeerde Staten een ontwerpbesluit aan Provinciale Staten hebben voorgelegd, concludeert hij of het onderwerp voldoende is voorbereid voor agendering in Provinciale Staten of dat een volgende oordeelsvormende vergadering over het onderwerp nodig is.
Eenieder heeft in een verkennende vergadering het recht de afgevaardigden uit de fracties en groepen toe te spreken over het geagendeerde onderwerp. Er bestaat geen spreekrecht als er over het geagendeerde onderwerp een hoorzitting is gehouden of op een andere wijze invulling is gegeven of nog wordt gegeven aan het spreekrecht.
Een spreker heeft maximaal vijf minuten spreektijd, tenzij het aantal personen dat spreektijd heeft aangevraagd meer is dan zes. In het geval dat er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter de in de vergadering beschikbare tijd voor het spreekrecht evenredig over de sprekers. De voorzitter kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken.
In een bijeenkomst met een Open agenda heeft eenieder het recht om met Provinciale Staten in gesprek te gaan over onderwerpen waarover niet op een andere wijze is voorzien in het spreekrecht.
Eenieder die tijdens een bijeenkomst met een Open agenda van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit op maandag 12.00 uur voorafgaand aan de bijeenkomst met Open agenda bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, contactgegevens en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
In gevallen waarin hoofdstuk 10 niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit hoofdstuk, beslist de betreffende commissie. In alle andere gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit reglement, beslissen Provinciale Staten op voorstel van de voorzitter.
Toelichting Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2025
Het werkgeverschap voor de griffier is neergelegd bij de Werkgeverscommissie. Provinciale Staten hebben een groot deel van hun bevoegdheden op het gebied van werkgeverschap overgedragen aan deze commissie.
De griffie plaatst alle ingekomen Statenbrieven en overige binnengekomen mails en brieven in het Stateninformatiesysteem. Daarbij geeft de griffie aan PS een behandeladvies. Deze behandeladviezen kunnen zijn:
Provinciale Staten besluiten iedere vergadering aan de hand van de behandeladviezen van de griffie over de definitieve afhandeling. Ieder lid kan bij de besluitvorming in de Statenvergadering over de afhandeling van de stukken een voorstel doen om een bepaald stuk op een andere manier af te handelen.
Schrijvers van mails en brieven krijgen een ontvangstbericht van de griffie. Dit is een procedureel bericht. Het is aan de fracties zelf om desgewenst inhoudelijk te reageren.
Stemmen door middel van het elektronisch stemsysteem als bedoeld in artikel 26a wordt gekwalificeerd als hoofdelijke stemming. Wanneer het elektronische stemsysteem niet beschikbaar is, kan de voorzitter of een lid verzoeken om een hoofdelijke stemming.
Op voorstel van de voorzitter kunnen PS besluiten geen stemming te houden, maar in plaats daarvan één of meerdere personen bij acclamatie te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen.
In de oordeelsvorming worden regelmatig consulterende Statenbrieven en agendaverzoeken behandeld. In tegenstelling tot de besluitvormende Statenbrieven, stopt de behandeling van die stukken in principe bij de oordeelsvorming en worden deze niet meer behandeld in de Statenvergadering. Dit laatste gebeurt alleen wanneer een groot deel van de aanwezigen dit wenselijk acht of er een motie wordt aangekondigd.
Wanneer een groot aantal fracties moties wenst in te dienen, ligt het in de rede dat het debat wordt voortgezet in de Statenvergadering. Maar voor de situatie dat er slechts een enkele fractie een motie wenst in te dienen, is de 'Motie naar aanleiding van oordeelsvorming' een snelle en effectieve manier om in de Statenvergadering een motie in te dienen zonder dat het debat weer wordt heropend.
Net als Gedeputeerde Staten het recht hebben om voorstellen voor provinciaal beleid aan Provinciale Staten te doen, hebben ook Statenleden dat recht: het recht van initiatief. Het vormgeven van een goed beargumenteerd en juridisch correct voorstel met bijbehorende financiering kan tijdrovend en complex zijn. Daarom heeft een Statenlid ook het recht om, met tussenkomst van de griffier, bijstand te krijgen op grond van de Verordening bijstand en fractieondersteuning 2023.
Nadat de initiatiefnemer het voorstel heeft ingediend bij de voorzitter, buigt de Agendacommissie zich over de vraag op welke wijze de voorbereiding van de besluitvorming moet plaatsvinden, net als dat met reguliere Statenbrieven gebeurt. Tijdens de behandeling in de beeldvormende bijeenkomsten en oordeelsvormende vergaderingen, licht de initiatiefnemer het voorstel toe en verdedigt dit. Tijdens de besluitvormende Statenvergadering neemt de initiatiefnemer plaats naast de voorzitter om, net als een gedeputeerde zou doen, het voorstel te verdedigen. Hij spreekt dat dus niet namens zijn fractie of groep, maar enkel als initiatiefnemer.
Er zijn ook initiatiefvoorstellen van meer procedurele aard. Het gaat dan bijvoorbeeld om voorstellen voor kleine wijzigingen van dit Reglement van Orde. Of om initiatiefvoorstellen waarmee PS adviezen van de Rekenkamer over nemen. Deze initiatiefvoorstellen worden ingediend door de plaatsvervangend voorzitter. De plaatsvervangend voorzitter of de griffier dient deze voorstellen in omdat het aan Statenleden is om een initiatiefvoorstel in te dienen. Maar gezien het procedurele karakter van het initiatiefvoorstellen, zal de griffier of plaatsvervangend voorzitter het voorstel niet inhoudelijk verdedigen maar hooguit procesmatig kunnen toelichten.
Een Statenlid kan een verzoek indienen voor het houden van een spoeddebat. Dit is een debat over een politiek actuele kwestie, waarover het lid een uitspraak van Provinciale Staten wenst. Uitgangspunten voor het houden van een spoeddebat zijn:
De indiener geeft aan waarover hij een uitspraak van Provinciale Staten verlangt. Het spoeddebat heeft dus niet enkel tot doel om vragen te stellen aan het college van Gedeputeerde Staten. Met het verzoek tot het houden van een spoeddebat verstrekt de indiener daarom ook een of meerdere concept-moties.
Artikel 37 geeft een bijzonder recht aan een minderheid die tenminste uit tien leden moet bestaan om in Provinciale Staten punten te agenderen. Dit recht is ongeclausuleerd. Dit artikel is in zekere zin te beschouwen als een lex specialis (bijzondere regeling) ten opzichte van de lex generalis (algemene regeling) van artikel 12. Dit betekent dat Provinciale Staten bij de vaststelling van de agenda of bij motie van orde de agendering van een spoeddebat niet bij meerderheidsbesluit kunnen verhinderen.
In het Vragenuur hebben Statenleden de mogelijkheid om korte, actuele vragen te stellen aan het college van Gedeputeerde Staten. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:
Er is wel een beperking gesteld in de onderwerpen waarover vraag kan worden gesteld. Een Statenlid kan geen vraag stellen over een onderwerp als hij daarmee hetzelfde politieke doel wil bereiken als hij of een ander Statenlid beoogt met reeds ingediende en nog niet beantwoorde schriftelijke vragen. Ook mag de vraag niet vooruitlopen op onderwerpen die door de Agendacommissie reeds voor bespreking zijn geagendeerd.
Met de bepalingen in hoofdstuk 8 geven Provinciale Staten invulling aan artikel 80 Provinciewet. Artikel 91 Provinciewet is daarmee op alle in dit hoofdstuk genoemde bijeenkomsten en vergaderingen van overeenkomstige toepassing.
Provinciale Staten bespreken onderwerpen volgens het bob-model: beeldvorming – oordeelsvorming – besluitvorming.
De Agendacommissie beoordeelt welke behandeling nodig is voor Statenbrieven en initiatieven van fracties (agendaverzoeken, initiatiefvoorstellen) en wanneer deze gepland wordt.
Statenleden en fractievolgers hebben het recht om bij de Agendacommissie agendaverzoeken in te dienen. Wanneer de leden van de Agendacommissie het niet eens zijn over de vraag of dan wel wanneer een bepaald onderwerp geagendeerd moet worden, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen.
De beeldvormende fase bestaat uit:
Een informatiebijeenkomst. Deze kan bestaan uit een technische, ambtelijke, briefing. Maar er kan ook sprake zijn van een werkbezoek, rondetafelgesprek of hoorzitting. Het Reglement van Orde stelt geen vereisten aan de vorm die een informatiebijeenkomst moet hebben. Indien er geen informatiebijeenkomst is georganiseerd kan een Statenlid technische vragen schriftelijk of telefonisch stellen. De griffie kan hierbij bemiddelen.
De oordeelsvormende fase bestaat uit de oordeelsvormende vergadering waarin de vertegenwoordigers van de fracties politieke standpunten uitwisselen. De behandelwijze kan verschillen. Er kan sprake zijn van de bespreking van een Statenbrief waaraan besluitvorming door PS is gekoppeld. Maar er kan ook sprake zijn van een Statenbrief ter consultatie of een agendaverzoek van een fractie.
Wanneer er een ontwerpbesluit voorligt, lichten de deelnemers in de oordeelsvormende vergadering het (voorlopige) standpunt van hun fractie toe. Door conceptmoties en -amendementen al voor deze vergadering met elkaar te delen, kan er tijdens de oordeelsvorming al over gesproken worden. GS nemen deel aan de oordeelsvormende vergadering om te reageren op standpunten, moties en amendementen van de fracties en kunnen toezeggingen doen. De oordeelsvormende vergadering heeft daarmee het karakter van een debat ter voorbereiding op de Statenvergadering. Aan het eind van de beraadslaging concludeert de voorzitter of het onderwerp als hamer-, stem- of bespreekstuk kan worden geagendeerd voor de eerstvolgende Statenvergadering.
Wanneer er sprake is van een onderwerp waarover Gedeputeerde Staten Provinciale Staten willen consulteren of wanneer er sprake is van een agendaverzoek, vormt de oordeelsvormende vergadering in principe het sluitstuk van de behandeling van de betreffende Statenbrief. De voorzitter kan echter constateren dat behandeling van het onderwerp in een Statenvergadering nodig is, bijvoorbeeld met het oog op de wens om moties in te dienen.
De Agendacommissie programmeert een bijeenkomst met een ‘Open agenda’. Dit is een bijeenkomst van maximaal 45 minuten, waarin elke burger, organisatie of bedrijf spreektijd kan vragen om iets te vertellen, een petitie aan te bieden of iets te presenteren aan de leden van Provinciale Staten. Het moet dan gaan om onderwerpen waarover niet al op een andere wijze is voorzien in het spreekrecht.
Provinciale Staten stellen de adviescommissie bedoeld in dit hoofdstuk in op grond van artikel 82 van de Provinciewet.
Bijlage 1 Geheimhouding van informatie
Leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten krijgen in hun werk te maken met geheimhouding van informatie. Hoe zij met geheime informatie moeten omgaan, staat in de geheimhoudingsregeling van de Provinciewet (Hoofdstuk VA). Deze bijlage geeft een beknopt overzicht van de hoofdlijnen van deze regeling.
De geheimhoudingsregeling uit de Provinciewet is gericht op bestuursorganen. Fractievolgers, fractiemedewerkers en ambtenaren kunnen echter vanwege hun functie ook te maken krijgen met informatie waarop geheimhouding rust. Fractievolgers, fractiemedewerkers en ambtenaren zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Strafrecht ook verplicht om die geheimhouding in acht te nemen.
Informatie kan schriftelijk of mondeling van aard zijn. Eerst worden de belangrijkste regels over schriftelijke informatie besproken. Daarna volgen de regels over geheimhouding van mondelinge informatie.
Schriftelijke geheime informatie
Wie kan geheimhouding opleggen?
Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, de commissaris van de Koning en een commissie in de zin van de Provinciewet kunnen geheimhouding opleggen. Dit mogen zij alleen op grond van een belang dat staat beschreven in artikel 5.1, eerste of tweede lid van de Wet open overheid. Op schriftelijke informatie rust niet van rechtswege geheimhouding: dit moet altijd expliciet worden opgelegd door een van de genoemde bestuursorganen onder verwijzing naar het desbetreffende belang en naar de artikelen van de Provinciewet en de Wet open overheid.
Voor schriftelijke stukken die voor, tijdens of na een besloten vergadering worden overlegd, moet een apart besluit tot geheimhouding worden genomen.
Wie mag geheime schriftelijke informatie verstrekken?
De hoofdregel is: het orgaan dat de geheimhouding oplegt (PS, GS, cvdK of een commissie) is als enige bevoegd om die geheime informatie met andere bestuursorganen en de rekenkamer te delen. Daarbij moet altijd worden vermeld dat op de informatie geheimhouding rust. Het ontvangende orgaan mag deze informatie niet verder delen met anderen.
Op deze hoofdregel bestaat één uitzondering: als schriftelijke informatie onder geheimhouding met PS is gedeeld, mogen daarna alleen de Staten deze informatie nog met anderen delen. Het orgaan dat geheimhouding had opgelegd, blijft wel bevoegd de geheime informatie verder te bespreken en te behandelen met de partijen met wie de informatie al was gedeeld voordat de informatie aan de Staten werd verstrekt.
Het is niet mogelijk voor GS, de cvdK of een commissie om geheime schriftelijke informatie aan één of enkele Statenleden te verstrekken. Er bestaat alleen de mogelijkheid om geheime schriftelijke informatie met de Staten als geheel te delen. In het geval dat informatie onder geheimhouding wordt verstrekt aan een commissie waarin enkele leden van de Staten zitting hebben, moet deze informatie dan ook aan de Staten als geheel worden verstrekt.
Wie mag geheime schriftelijke informatie weer opheffen?
De hoofdregel is: geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd deze weer heeft opgeheven. Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen:
Als geen Woo-grond aanwezig is
Soms is er een situatie waarin GS schriftelijke informatie willen delen met PS of een commissie, waarvan zij vinden dat deze informatie (tijdelijk) binnenskamers moet blijven maar waarvoor zij artikel 5.1 Woo niet kunnen inroepen. GS brengen dan de informatie vertrouwelijk ter kennis van de Staten. Hier wordt bewust gesproken van vertrouwelijke informatie, omdat de wet alleen spreekt van openbare of geheime informatie.
In dit geval kunnen GS hooguit een beroep doen op de bereidheid om de informatie niet naar buiten te brengen. De afweging om de informatie al dan niet in de openbaarheid te brengen, ligt dan bij het Statenlid. Hij of zij is hierop door GS niet aanspreekbaar. Het is aan GS om een inschatting te maken van het risico dat de informatie toch niet binnenskamers blijft en van de gevolgen die dit kan hebben.
Onder mondelinge geheime informatie (waar dus geen geschrift aan te pas komt) valt informatie die in een besloten vergadering wordt behandeld (artikel 23 Provinciewet). Onder dit artikel vallen besloten Statenvergaderingen en besloten vergaderingen van commissies die door PS zijn ingesteld. In artikel 23 is bepaald dat de informatie die in een besloten vergadering ter kennis van de aanwezigen komt geheim is, tenzij de commissie of de Staten anders beslissen. De geheimhoudingsplicht voor mondelinge informatie geldt dus van rechtswege.
Zowel tijdens de vergadering als op een later moment kunnen de Staten of de commissie besluiten tot opheffing van de geheimhouding van mondelinge informatie die in een besloten vergadering ter kennis van de aanwezigen is gekomen. Als wordt besloten tot opheffing van de geheimhouding, worden de verslaglegging en de besluitenlijst op de gebruikelijke wijze openbaar gemaakt.
Op het moment dat door de commissaris van de Koning of (leden van) het college van Gedeputeerde Staten bepaalde zaken in beslotenheid worden besproken, komt de mondelinge informatie waarop van rechtswege geheimhouding ligt, ter kennis van de aanwezigen. Deze geheime informatie is dan dus niet aan de Staten verstrekt, waardoor de geheime informatie ook niet aan de gehele Staten hoeft te worden verstrekt.
Uiteraard kunnen zich nog steeds situaties voordoen waarin bijvoorbeeld de commissaris van de Koning vertrouwelijke informatie wil bespreken met enkele leden van de Staten. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het presidium.
Schending geheimhoudingsplicht door Statenleden
Als een Statenlid of een commissielid in strijd handelt met zijn geheimhoudingsplicht, dan kan deze persoon ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van alle geheime informatie. Dit besluit staat los van eventuele strafbaarheid op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-2456.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.