Provinciaal blad van Drenthe
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Drenthe | Provinciaal blad 2025, 21641 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Drenthe | Provinciaal blad 2025, 21641 | ander besluit van algemene strekking |
Openstellingsbesluit GLB-NSP Niet-productieve investeringen in biodiversiteit Drenthe 2025
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
gelet op artikel 1.2 en paragraaf 2.4 van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Drenthe;
overwegende dat met dit openstellingsbesluit wordt ingezet op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de opgaven voortvloeiend uit het Klimaatakkoord, de Kaderrichtlijn Water en de Biodiversiteitstrategie;
het Openstellingsbesluit GLB-NSP Niet-productieve investeringen in biodiversiteit Drenthe 2025 vast te stellen.
KRW-doelen: de provinciale doelstellingen voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater zoals beschreven in de bij het Besluit Europese Kaderrichtlijn Water provincie Drenthe vastgestelde factsheets (OW_33, OW_34, OW_59, OW_44, NLGW0001, NLGW0002, NLGW0003, NLGW0010 alle voor zover betrekking hebbend op Drents grondgebied) die zijn opgenomen in het landelijke KRW portaal: https://waterkwaliteitsportaal.nl/;
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Dit openstellingsbesluit heeft betrekking op subsidiabele activiteiten als genoemd in artikel 2.4.1 van de Verordening. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt in de gebieden zoals beschreven in bijlage 1.
Artikel 4 Openstellingsperiode
Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode door SNN is ontvangen via het daarvoor ontwikkelde webportaal: http://www.snn.nl/programmas/glb-23-27.
Onverminderd artikel 1.6 van de Verordening en in aanvulling op het genoemde in artikel 1.3 van de Verordening wordt een aanvraag om subsidie:
In aanvulling op artikel 1.6 van de Verordening bevat de aanvraag om subsidie:
een kaart met daarop aangegeven de locatie of locaties waar de activiteit wordt uitgevoerd of, indien deze locatie of locaties nog niet exact bekend is, een zoekgebiedenkaart voor de activiteit, of een beschrijving van de investeringen waarbij aantoonbaar wordt gemaakt dat de investeringen effect hebben op deze gebieden;
Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben gekregen en de som van de aangevraagde bedragen dusdanig is dat het subsidieplafond wordt overschreden, dan vindt tussen hen een prioritering plaats op de afzonderlijke scores in de volgorde: 1) Effectiviteit, 2) Innovativiteit, 3) Efficiëntie en 4) Haalbaarheid. Indien de aanvragen een gelijk aantal punten hebben behaald, wordt de rangschikking van de aanvragen bepaald door loting.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 van de Verordening wordt subsidie geweigerd indien:
De subsidieontvanger is verplicht de niet-productieve investering in stand te houden voor vijf jaar, tenzij sprake is van een investering door een mkb-onderneming of sprake is van een investering die leidt tot door een mkb-onderneming gecreëerde banen, in welk geval de instandhoudingsverplichting drie jaar bedraagt conform artikel 65 van Verordening 2021/1060.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
G.J. Schuinder, wnd. voorzitter
W.F. Brenkman MSc, secretaris
Assen, 16 december 2025
Kenmerk 4.11/2025001813
Bijlage 1. Omschrijving gebieden en subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 2 1a Oude Diep - Mantingerzand, West- Nieuw Balinge
Probleemgebied: Nieuw-Balinge-west, Heirwegomgeving, Mantingeres en Hullenraai.
Voorbeelden van subsidiabele activiteiten die voor steun in aanmerking kunnen komen zijn:
1b Noordwest Drenthe - Peizerdiep
Probleemgebied: beekdalherstel van het Peizerdiep tussen vistrap (nabij Roden) en fietsbrug de Bommelier (nabij Roderwolde).
Voorbeelden van subsidiabele activiteiten die voor steun in aanmerking kunnen komen zijn:
1c Zuidwest Drenthe - Middenloop Vledder Aa fase 2
Probleemgebied: Het gebied “Middenloop Vledder Aa fase 2” maakt onderdeel uit van het beeksysteem van de Vledder- en Wapserveense Aa.
Voorbeelden van subsidiabele activiteiten die voor steun in aanmerking kunnen komen zijn:
Toelichting Openstellingsbesluit GLB-NSP Niet-productieve investeringen op niet-landbouwbedrijven
Dit openstellingsbesluit is van toepassing op het gehele platteland en gericht op inrichting en herinrichting van het landelijk gebied. Op basis van de opgave voortvloeiend uit het Klimaatakkoord, de KRW en de Biodiversiteitstrategie ligt er een opgave om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, de waterkwaliteit te verbeteren en de biodiversiteit te verhogen.
Met dit openstellingsbesluit wordt ingezet op investeringen in het landelijk gebied door provincie/Prolander in samenwerking met partners in het landelijk gebied, die hieraan bijdragen. Om de afronding van het robuuste Natuurnetwerk Nederland (NNN) 2027 te realiseren, heeft de provincie Drenthe het PNP vastgesteld. Hierin staan de afspraken voor natuur en water voor de komende jaren, waarbij de bestaande nationale en Europese afspraken worden verbonden met een dynamisch en ondernemend Drenthe. Het PNP zet daarbij nadrukkelijk in op het beleven, benutten en beschermen van de natuur. Hierbij worden de uitvoering van natuurdoelen zoveel mogelijk gekoppeld aan andere doelen, zoals water en landbouw, maar ook klimaat, vrijetijdseconomie en energie. De uitvoering van het PNP vindt plaats in acht deelgebieden: Hunze, Drentsche Aa, Zuidoost, Noordwest, Zuidwest, Nieuwe Drostendiep, Reest en Oude Diep. Dit wordt gedaan in samenwerking met alle partners in het landelijk gebied.
Deze openstelling sluit aan op de doelen voor het GLB-NSP en op de actuele maatschappelijke beleidsthema’s klimaat en biodiversiteit.
Er geldt een ondergrens van € 200.000,00 aan subsidiabele kosten voor subsidietoekenning. Projecten waarvoor de subsidiabele kosten van de subsidieaanvraag lager uitvalt dan deze ondergrens, komen niet voor subsidie in aanmerking. Met deze bepaling wil de provincie de ontwikkeling bevorderen van grote, robuuste projecten waarmee in de praktijk meters worden gemaakt.
Op grond van dit openstellingbesluit komen kosten als bedoeld in artikel 1.8 onder a, b en e, van de regeling, voor zover zij direct verbonden zijn met de uitvoering van de desbetreffende subsidiabele activiteiten, voor subsidie in aanmerking. Deze kosten zijn loonkosten inclusief overheadkosten, de kosten van door een subsidieontvanger verrichte eigen arbeid inclusief overheadkosten, en andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.
Om de administratieve lastendruk te verlagen, wordt een vereenvoudigde kostenoptie voor het berekenen van de arbeidskosten of de overige subsidiabele kosten (artikel 1.9b van de Verordening) gebruikt. Dit volgt uit Europese regelgeving, genoemd in artikel 83 van verordening 2021/2115 en de artikelen 54 en 55 van verordening 2021/1060. Er kan ook gebruik gemaakt worden van de berekening subsidiabele kosten (artikel 1.9a van de Verordening) of de berekening subsidiabele kosten met vereenvoudigde kostenoptie voor overige kosten (artikel 1.9c van de Verordening).
Alle aanvragen voor subsidie die voor subsidie in aanmerking te komen, worden gescoord op de vier criteria die in artikel 9 genoemd staan. Per criterium kan 0 tot en met 5 punten behaald worden.
Een aanvraag moet op basis van de criteria minimaal 30 punten behalen om voor subsidie in aanmerking te komen. Behaalt een aanvraag minder dan 30 punten dan wordt de aanvraag alsnog geweigerd. Aanvragen met de hoogste scores worden het hoogst gerangschikt. De subsidies worden verleend op volgorde van de rangschikking, totdat het deelplafond van het betreffende beheergebied is bereikt.
De selectiecriteria waarop de aanvragen worden gescoord zijn: de mate van effectiviteit, de haalbaarheid, de urgentie en de mate van efficiëntie van uitvoering van de activiteit.
Bij dit criterium gaat het om het effect van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd. De effectiviteit van de activiteit is afhankelijk van de te bereiken doelstellingen in de urgente gebieden, zoals weergegeven in de bijlage bij deze openstelling. Onder deze doelstellingen wordt o.a. verstaan: de inrichting van 80.000 hectare natuur in Nederland waarvan 13.600 hectare in de provincie Drenthe tot en met 2027, het tot stand brengen van natuurlijke verbindingen, systeemherstel, verbeteren van de watercondities voor natuurgebieden, treffen natuurherstelmaatregelen in natuurgebieden en de bescherming van Europees aangewezen planten en diersoorten. Onder het behalen van natuurdoelen vallen ook mitigerende en compenserende maatregelen rondom woningen en grondeigendommen, daar waar ze anders het behalen van de natuurdoelen in de weg zouden staan. Bij de beoordeling van het effect wordt ook de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag in ogenschouw genomen. Dit betekent echter niet dat aanvragen rekenkundig (effect gedeeld door subsidiebedrag) beoordeeld worden. Het effect blijft het leidende element. De punten worden als volgt toegekend.
0 punten: Zeer geringe bijdrage. Van een zeer geringe bijdrage is sprake als we door de activiteit niet dichterbij het behalen van gestelde natuurdoelen (inrichting van 80.000 hectare natuur in Nederland waarvan 13.600 hectare in de provincie Drenthe tot en met 2027, het tot stand brengen van natuurlijke verbindingen, systeemherstel, verbeteren van de watercondities voor natuurgebieden, treffen natuurherstelmaatregelen in natuurgebieden en de bescherming van Europees aangewezen planten en diersoorten. Onder het behalen van natuurdoelen vallen ook mitigerende en compenserende maatregelen rondom woningen en grondeigendommen, daar waar ze anders het behalen van de natuurdoelen in de weg zouden staan).
1 punt: geringe bijdrage. Van een geringe bijdrage is bijvoorbeeld sprake als de activiteit betrekking heeft op, maar nauwelijks bijdraagt aan de gestelde natuurdoelen. Van een geringe bijdrage is eveneens bijvoorbeeld sprake als de met maatregelen slechts zeer beperkt op lokaal niveau resultaat wordt behaald.
2 punten: matige bijdrage. Van een matige bijdrage is bijvoorbeeld sprake als de activiteit een lokaal effect heeft. Dit is bijvoorbeeld als de natuurkwaliteit in het gebied wel verbetert, maar dat dit gebied niet in verbinding staat of komt te staan met andere natuur.
3 punten: voldoende bijdrage. Van een voldoende bijdrage is bijvoorbeeld sprake als de activiteit positief bijdraagt aan gestelde natuurdoelen, zoals bijvoorbeeld het inrichten van een NNN-gebied en/of Natura2000-gebied. Daarbij is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag in overeenstemming met wat normaliter de kosten zijn van een dergelijke activiteit.
4 punten: goede bijdrage. Van een goede bijdrage is bijvoorbeeld sprake als een nog in te richten NNN-gebied en/of Natura2000-gebied op een wijze wordt ingericht waarbij de natuurkwaliteit wordt verbeterd en het tevens een (beperkte) bijdrage levert aan nog een natuur/KRW-doel. Daarbij is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag, gelet op het effect, redelijk.
5 punten: zeer goede bijdrage. Van een zeer goede bijdrage is sprake als het effect van de activiteit groter is dan redelijkerwijs van een activiteit verwacht mag worden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de natuurkwaliteit in een NNN-gebied en/of Natura2000-gebied aanzienlijk wordt verbeterd en daarnaast bijvoorbeeld ook het leefgebied van een Europees beschermde soort wordt uitgebreid. Daarbij is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag, gelet op het effect, zeer redelijk.
Of een project haalbaar is, kan worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van het projectplan en is mede afhankelijk van de concrete situatie/omstandigheden waar het project plaats zal vinden. Er wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten: 1) de in het plan opgenomen vereiste kwaliteit (deskundigheid, ervaring) van de projectleider, 2) hoe realistisch is het plan (mate waarin het project al is voorbereid – bijvoorbeeld grond reeds is verworven en natschade is geregeld / snel in uitvoering kan worden genomen), 3) zijn relevante partijen in voldoende mate bij de uitvoering van het plan betrokken / is voldoende aannemelijk dat rechthebbenden mee zullen werken, 4) kent het project een realistische planning, opzet en begroting. Bij het criterium haalbaarheid/ kans op succes worden de scores conform voorgaande als volgt bezien:
0 punten: De haalbaarheid is zeer gering. Er is geen vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd omdat aan geen van de bovengenoemde aspecten is voldaan.
1 punt: De haalbaarheid is gering. Er is weinig vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd omdat slechts aan één van de vier bovengenoemde aspecten is voldaan.
2 punten: De haalbaarheid is matig. Om de activiteit te kunnen uitvoeren, moet nog aan een aantal van bovenstaande aspecten (bijvoorbeeld vergunningen) worden voldaan, waarbij het nog onzeker is of aan de voorwaarden voldaan kan worden.
3 punten: De haalbaarheid is voldoende. De activiteit kan worden uitgevoerd en alle bovenstaande aspecten zijn meegenomen, de risico’s zijn inzichtelijk gemaakt, maar nog niet concreet beheersbaar gemaakt.
4 punten: De haalbaarheid is goed. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn benoemd en beheersbaar gemaakt.
5 punten: De haalbaarheid is zeer goed. De activiteit kan worden uitgevoerd, ook als er zich gedurende de uitvoering financiële tegenvallers voordoen.
Bij dit criterium gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden geïdentificeerd zijn als opgaven die noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is. De urgente gebieden in Drenthe zijn opgenomen in de bijlagen. De urgentie wordt beoordeeld op basis van de termijn die is vastgelegd in het Natuurpact (2013), waarbij als doel is gesteld dat het NNN voor eind 2027 is gerealiseerd. De taak tot afronding in 2027 van het NNN is nadrukkelijk verbonden met nationale en internationale verplichtingen vanuit Natura 2000, de Vogel en Habitatrichtlijn (VHR) en de KRW. Bij het criterium urgentie worden de scores op de volgende manier uitgewerkt:
0 punten: De urgentie is zeer gering. De activiteiten worden niet in de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd.
1 punt: De urgentie is gering. De activiteiten worden in ten minste één van de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, maar er is geen datum van afronding aan te geven.
2 punten: De urgentie is matig. De activiteiten worden in ten minste één van de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, maar zullen niet volledig worden afgerond voor 1 april 2029.
3 punten: De urgentie is voldoende. De activiteiten worden in ten minste één van de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, maar zullen niet volledig worden afgerond voor eind 2028.
4 punten: De urgentie is hoog. De activiteiten worden in ten minste één van de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, en worden afgerond voor eind 2028.
5 punten: De urgentie is zeer hoog. De activiteiten worden in ten minste één van de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd en de activiteiten zullen worden afgerond voor eind 2027.
Bij dit criterium wordt beoordeeld of de input (geld, kennis, kunde en overige middelen) efficiënt wordt ingezet om de gewenste output te realiseren. Daarbij wordt bezien of de opgevoerde kosten passend zijn (worden de resultaten met de juiste middelen gehaald?) en wordt bezien of binnen het project op een goede manier gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande kennis en kunde. Bij het criterium Efficiëntie worden de scores conform voorgaande als volgt bezien:
0 punten: De kosten worden niet doelmatig gemaakt en er wordt geen gebruik gemaakt van de input.
1 punt: De kosten worden niet doelmatig gemaakt. Er is wel input ingezet voor het basis projectplan.
2 punten: De kosten worden niet doelmatig gemaakt. Er wordt wel input ingezet voor het basisprojectplan en de uitvoering van het projectplan.
3 punten: De kosten worden doelmatig gemaakt. Aanwezige input is nauwelijks ingezet voor het basis projectplan en wordt nauwelijks ingezet voor de uitvoering van het projectplan.
4 punten: De kosten worden doelmatig gemaakt. Aanwezige input is wel ingezet voor het basis projectplan, maar wordt nauwelijks ingezet voor de uitvoering van het projectplan.
5 punten: De kosten worden doelmatig gemaakt. Aanwezige input is ingezet voor het basis projectplan en wordt eveneens ingezet voor de uitvoering van het projectplan.
Aan de criteria zijn wegingsfactoren toegekend. Het criterium effectiviteit heeft wegingsfactor (3), dit criterium wordt namelijk als belangrijkste criterium gezien. De effectiefste activiteiten dragen het meest bij aan de doelen van het openstellingsbesluit. Het criterium haalbaarheid heeft de één na hoogste wegingsfactor (2). Het is namelijk, naast dat een activiteit effectief is, ook van belang dat de activiteit uitgevoerd kan worden. Wanneer de haalbaarheid onzeker is, wordt het ook onzeker of het effect wel bereikt kan worden. Het criterium urgentie heeft de wegingsfactor (3). Het criterium is het minst belangrijk voor de bijdrage aan de doelen van het openstellingsbesluit. Het is echter wel een extra onderscheidend criterium, zodat de beste en urgentste activiteiten als hoogst gerangschikt worden. Het criterium efficiëntie heeft de wegingsfactor (2). Bij de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, zal naar verwachting, tussen de verschillende aanvragen niet veel verschil zitten in het efficiënt gebruik van middelen. Dit criterium heeft dan ook een minder groot onderscheidend vermogen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-21641.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.