Subsidieregeling Deltaplan Agrarisch Waterbeheer 2026-2029

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe 2023;

 

overwegende dat:

  • -

    de provincie en de Drentse waterschappen de “Bestuursovereenkomst cofinanciering NSP-GLB 2023-2027 provincie Drenthe & Drentse waterschappen” hebben gesloten waarin gezamenlijke afspraken zijn gemaakt voor de openstelling van een laagdrempelige regionale DAW-regeling voor de uitvoering van de KRW, Nitraatrichtlijn en het Deltaprogramma;

  • -

    met vrijwillige maatregelen agrariërs een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de bodem en de waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid;

  • -

    daarnaast tevens invulling kan worden gegeven aan de regionale uitvoering van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

     

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling Deltaplan Agrarisch Waterbeheer 2026-2029 vast te stellen.

 

Subsidieregeling Deltaplan Agrarisch Waterbeheer 2026-2029

Artikel 1 Begripsbepalingen

DAW: Deltaplan Agrarisch Waterbeheer; een plan waarbij agrariërs vrijwillige maatregelen nemen gericht op het verbeteren van de bodem, waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid;

Deltaprogramma Zoetwater: landelijk programma ten behoeve van het vergroten van de waterbeschikbaarheid voor functies. De programma’s worden op regionale schaal opgesteld. Drenthe is deelnemer in de zoetwaterregio Noord-Nederland en in de zoetwaterregio Oost-Nederland (ZON);

gewasbeschermingsmiddelen: middelen die het gewas beschermen tegen schadelijke organismen of middelen die onkruiden bestrijden;

landbouw: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - teelt van griendhout en elke andere vorm van bodemcultuur hier te lande met uitzondering van bosbouw (definitie Landbouwwet artikel 1, lid 1);

landbouwbedrijf: een eenheid die grond, gebouwen en voorzieningen omvat die voor de primaire landbouwproductie worden gebruikt;

landbouw de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PB L 352);

landbouworganisatie: organisatie in de agrarische sector, die zowel de economische als de sociale belangen van de ondernemers in de agrarische sector behartigt;

loonwerkbedrijf: een loonbedrijf is een bedrijf dat specialistische werkzaamheden uitvoert in de landbouw, zoals grondverzet, bemesten of oogsten;

LVV: Verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 betreffende de werking van de Europese Unie waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag over de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327/1);

maatregel: een activiteit als bedoeld in de BOOT-lijst, te vinden op https://agrarischwaterbeheer.nl/maatregelen/;

 

niet-productieve investering: investering die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het landbouwbedrijf of een andere onderneming;

reguliere de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2023, L 15.12.2023).

Artikel 2 Doel

Subsidie op grond van deze regeling heeft tot doel om een bijdrage te leveren:

  • a.

    aan de verbetering van de bodem- en de waterkwaliteit en –kwantiteit; en

  • b.

    aan het vergroten van grondwatervoorraden, het optimaliseren van watersystemen en zorgen voor een efficiënt gebruik van water.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

De subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    de uitvoering van een maatregel;

  • b.

    de uitvoering van een activiteit, niet zijnde een maatregel als bedoeld in artikel 1, die een vergelijkbaar resultaat heeft;

  • c.

    niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting, transformatie of het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water-, bodem- en klimaatdoelen.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    een landbouworganisatie;

  • b.

    landbouwbedrijven;

  • c.

    loonwerkbedrijven;

  • d.

    eigenaren van grond(en) met bestemming landbouw;

  • e.

    samenwerkingsverband van bovenstaande partijen.

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen één of meer openstellingbesluiten vaststellen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen per openstellingsbesluit vast:

    • a.

      de aanvraagtermijn(en) waarbinnen een subsidieaanvraag moet worden ingediend;

    • b.

      de gegevens of bescheiden die bij de aanvraag om subsidie overlegd moeten worden;

    • c.

      één of meerdere subsidieplafonds;

    • d.

      de hoogte van de subsidie.

  • 3.

    In het openstellingsbesluit kunnen Gedeputeerde Staten nadere regels stellen over onder andere:

    • a.

      de doelgroep;

    • b.

      de categorieën van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen;

    • c.

      de territoriale begrenzing van de openstelling;

    • d.

      de toetsingscriteria waaraan de activiteiten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen waaronder de kosteneffectiviteit;

    • e.

      de subsidiabele kosten;

    • f.

      een maximumbedrag of percentage dat per deelnemer of per activiteit zal worden verstrekt;

    • g.

      het minimale aantal deelnemende landbouwbedrijven;

    • h.

      de einddatum waarop het project of de activiteiten afgerond dienen te zijn;

    • i.

      het verstrekken van een voorschot;

    • j.

      overige verplichtingen die aan een subsidieontvanger kunnen worden opgelegd.

Artikel 6 Aanvraag

De aanvraag om subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld met de daarop aangegeven bescheiden.

Artikel 7 Interbestuurlijke beoordeling

  • 1.

    De beoordeling van de subsidieaanvragen wordt uitgevoerd door een ambtelijke beoordelingsgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Drentse waterschappen en de provincie Drenthe. Deze beoordelingsgroep brengt gemotiveerd en schriftelijk advies uit aan Gedeputeerde Staten over de inhoudelijk kwaliteit van de ingediende aanvragen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten nemen op basis van de vereisten in deze regeling, het desbetreffende openstellingsbesluit en het advies als bedoeld in het eerste lid een besluit op de subsidieaanvraag.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Een aanvraag om subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd wettelijk verplicht zijn;

  • b.

    de activiteiten zijn aangevangen voordat de subsidie is aangevraagd;

  • c.

    de subsidieaanvrager een onderneming in moeilijkheden is, als bedoeld in artikel 2, onderdeel 59, van de LVV;

  • d.

    er voor dezelfde activiteit en dezelfde subsidiabele kosten reeds subsidie is verstrekt onder deze subsidieregeling, de Subsidieregeling Delta Agrarisch Waterbeheer 2022 of enig andere regeling tot de toegestane maximale steunintensiteit op grond van de LVV.

Artikel 9 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt ten minste voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de maatregelen worden (grotendeels) uitgevoerd op landbouwgrond in de provincie Drenthe waarbij de maatregelen direct effect hebben op het landelijk gebied van de provincie Drenthe;

  • b.

    de maatregelen dragen bij aan de realisatie van ten minste één van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (richtlijn 2000/60/EG) en het Deltaprogramma Zoetwater;

  • c.

    indien de aanvrager een landbouworganisatie is, beschikt deze aantoonbaar over kennis en ervaring in het adviseren en ondersteunen van landbouwbedrijven op het gebied van milieu- en klimaatprestaties;

  • d.

    de activiteit, bedoeld in artikel 3, onder b, betreft een doorontwikkeling van bestaande of nieuwe technieken.

Artikel 10 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe of tweedehandse machines en installaties, tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • c.

      de kosten van aankoop, ontwikkeling of gebruik van computersoftware, cloudoplossingen of soortgelijke oplossingen en van de verwerving van licenties;

    • d.

      de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs in verband met de in onder a en b bedoelde uitgaven.

  • 2.

    De kosten voor de organisatie-, administratie- en coördinatiewerkzaamheden direct ten behoeve van het project en de uitvoering van de activiteiten, zoals benoemd in artikel 3, komen voor subsidie in aanmerking, indien de aanvrager een landbouworganisatie is of in het geval van een samenwerkingsverband.

Artikel 11 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor cursussen of stages die deel uitmaken van programma's of leergangen van het reguliere onderwijs of voortvloeien uit wettelijke verplichtingen;

  • b.

    kosten gericht op de reguliere bedrijfsvoering van bestaande reguliere samenwerkingsactiviteiten;

  • c.

    arbeidskosten van het landbouwbedrijf.

Artikel 12 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum en tijdstip van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op hetzelfde moment zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen door middel van loting vastgesteld door de notaris.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Als de subsidieontvanger een landbouworganisatie of een samenwerkingsverband is, is de subsidieontvanger verplicht de subsidie voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten, zoals benoemd in artikel 3, ter beschikking te stellen aan deelnemende landbouwbedrijven.

Artikel 14 Vaststelling

De subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde maximale subsidiebedrag.

Artikel 15 Staatsteun

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling wordt in beginsel verstrekt met toepassing van de LVV.

  • 2.

    Subsidie, voor de activiteiten, zoals benoemd in artikel 3, die niet met toepassing van de LVV kunnen worden verstrekt, wordt verstrekt met toepassing van de landbouw de-minimisverordening of de reguliere de-minimisverordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze Subsidieregeling treedt in werking met ingang van 22 januari 2026 en vervalt met ingang van 1 januari 2029.

Artikel 18 Citeertitel

Deze Subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling DAW Drenthe 2026-2029.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

G.J. Schuinder, wnd. voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 16 december 2025

Kenmerk 4.12/202500814

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4 Doelgroep - samenwerkingsverband

Subsidie kan ook worden verstrekt aan een samenwerkingsverband van landbouworganisaties, landbouwbedrijven, loonwerkbedrijven en/of eigenaren van gronden met bestemming landbouw. Subsidieaanvragen voor maatregelen (subsidiabele activiteiten) kunnen gebundeld worden ingediend. De penvoerder van het samenwerkingsverband vraagt de subsidie aan en draagt zorg voor de verdeling van de subsidie aan de betrokken partijen en de verantwoording.

 

Artikel 7 Interbestuurlijke beoordelingsgroep

De Bestuursovereenkomst cofinanciering NSP-GLB 2023-2027 provincie Drenthe & Drentse waterschappen is op 25 november 2024 ondertekend. Hierin is bepaald dat de provincie het besluit over de subsidieaanvragen neemt na afstemming met de Drentse waterschappen. De inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvragen wordt gemeenschappelijk uitgevoerd door het instellen van een ambtelijke beoordelingsgroep waarin partijen zitting hebben.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd voor activiteiten of kosten waar al eerder subsidie voor is verleend tot de toegestane maximale steunintensiteit op grond van de LVV. Dit kan zijn op basis van onderliggende subsidieregeling, de Subsidieregeling Delta Agrarisch Waterbeheer 2022 of aan andere regeling.

 

Artikel 15 Staatssteun

Tweede lid

Deze bepaling heeft betrekking op activiteiten die niet binnen de reikwijdte van de LVV vallen en dus niet met toepassing daarvan kunnen worden gesubsidieerd. Voor dergelijke activiteiten wordt subsidie verleend met toepassing van de landbouw de-minimisverordening of de algemene de-minimisverordening.

Naar boven