Besluit tot wijziging Reglement van Bestuur voor het Waterschap Hollandse Delta 2024

Provinciale staten van Zuid-Holland;

 

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 8 oktober 2024, met kenmerk PZH-2024-859633980;

 

Gelet op artikel 2 en 13 van de Waterschapswet;

 

Overwegende dat de Waterschapswet bij wet van 9 december 2022 is gewijzigd in verband met het afschaffen van de geborgde zetels voor de categorie bedrijven, het introduceren van een vaste verdeling van de geborgde zetels voor de categorieën natuurterreinen en ongebouwd, en het schrappen van de eis dat ten minste één lid van het dagelijks bestuur houder is van een geborgde zetel;

 

Overwegende dat het vanwege de gewijzigde Waterschapswet noodzakelijk is om de samenstelling van het algemeen bestuur van het Waterschap Hollandse Delta dienovereenkomstig te wijzigen;

 

Overwegende dat van de gelegenheid gebruik wordt gemaakt om onjuiste wetsverwijzingen te herstellen en wijzigingen door te voeren in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

Besluiten:

Artikel I  

Het Reglement van Bestuur voor het Waterschap Hollandse Delta wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1, onderdeel b, wordt in de aanhef, in subonderdeel 1 en in subonderdeel 2 ‘als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet’ vervangen door ‘, bedoeld in artikel 2.39, eerste lid, van de Omgevingswet’.

 

B.

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Deze taak omvat het beheer van watersystemen en de zuivering van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, sub a, onder 2°, van de Omgevingswet, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.

C.

Artikel 5, derde lid, komt als volgt te luiden:

 

Ten aanzien van de vaststelling van de legger zijn de artikelen 2, achtste lid, 3, 6, 7, 8 en 10, tweede lid, van de Bekendmakingswet van overeenkomstige toepassing.

 

D.

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘drieëntwintig leden’ vervangen door ‘zesentwintig leden’.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘vier leden’ vervangen door ‘twee leden’.

  • 3.

    In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘één lid’ vervangen door ‘twee leden’.

  • 4.

    Het eerste lid, onderdeel d, vervalt onder vervanging van een puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

  • 5.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘Het lid’ vervangen door ‘De leden’ en wordt ‘wordt’ vervangen door ‘worden’.

  • 6.

    Het tweede lid, onderdeel c, vervalt.

Artikel II Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, werken de onderdelen A en B van artikel I terug tot en met 1 januari 2024.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, werkt onderdeel C terug tot en met 1 juli 2021.

Den Haag, 13 november 2024

Provinciale staten van Zuid-Holland,

griffier,

B.S.M. Schepers

voorzitter,

mr. A.W. Kolff

Toelichting behorende bij het Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland tot wijziging van het Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 19 februari 2003 en van Utrecht van 19 mei 2003 tot vaststelling van het Reglement van bestuur voor het waterschap Hollandse Delta (Prov. Blad 2003, nr. 60), gewijzigd bij besluit van 14 december 2009, nummer 6125 (Prov. Blad 2010, nr.7), gewijzigd bij besluit van 28 januari 2015 (Prov. Blad 2015, nr. 994), gewijzigd bij besluit van 14 oktober 2015 (Prov. Blad 2015, nr. 7896) en gewijzigd bij besluit van 3 februari 2016 (Prov. Blad 2016, nr. 745)

 

Het Reglement van Bestuur voor het Waterschap Hollandse Delta wordt gewijzigd op de volgende onderdelen:

  • -

    aanpassingen in de samenstelling van het algemeen bestuur van het waterschap vanwege de gewijzigde Waterschapswet in verband met het schrappen van de geborgde zetels voor de categorie bedrijven en de introductie van een vaste verdeling van de geborgde zetels voor de overige categorieën (Staatsblad 2022, 517);

  • -

    aanpassingen vanwege de gewijzigde Waterschapswet in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Staatsblad 2020, 262);

  • -

    enkele tekstuele wijzigingen in verband met de in werking getreden Omgevingswet.

De wijzigingen worden hierna toegelicht.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

A.

In dit onderdeel wordt de verwijzing naar artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet in artikel 1, onderdeel b, van het Reglement van Bestuur vervangen voor artikel 2.39, eerste lid, van de Omgevingswet. In artikel 1 van het reglement wordt bepaald wat onder primaire wateren en overige wateren moet worden verstaan. Artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet gaat echter over de onderhoudslegger, waarin de onderhoudsverplichtingen zijn opgenomen voor derden. De onderhoudslegger moet worden onderscheiden van de legger, bedoeld in artikel 2.39, eerste lid, van de Omgevingswet, waarin de normatieve toestand van beheerobjecten in geografisch, morfologisch en hydrologisch opzicht wordt beschreven. Deze legger omschrijft waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. De verwijzing in artikel 1 van het reglement dient dan ook betrekking te hebben op artikel 2.39, eerste lid, van de Omgevingswet.

 

B.

Met de komst van de Omgevingswet is de formulering van artikel 1 van de Waterschapswet aangepast. In dit artikel worden de taken benoemd die aan de waterschappen worden opgedragen. Bij de aanpassing van het artikel zijn telkens de woorden ‘de zorg voor’ geschrapt, omdat in artikel 2.17 van de Omgevingswet deze woorden niet meer worden gebruikt. In artikel 2.17 van de Omgevingswet worden de taken beschreven die bij het waterschapsbestuur berusten. In dit onderdeel wordt daarom artikel 3, eerste lid, van het reglement aangepast aan de nieuwe terminologie in artikel 1 van de Waterschapswet en artikel 2.17 van de Omgevingswet.

 

C.

In artikel 5, derde lid, wordt voor wat betreft de vaststelling van de onderhoudslegger verwezen naar de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet. Deze artikelen bevatten bepalingen over de bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden. Deze bepalingen waren van overeenkomstige toepassing verklaard op de vaststelling van de onderhoudslegger. De artikelen in de Waterschapswet zijn echter in 2020 komen te vervallen in verband met de inwerkingtreding van de Wet elektronische publicaties (Staatsblad 2020, 262). De oude bepalingen zijn overgezet naar de Bekendmakingswet. In dit onderdeel wordt de verwijzing naar de artikelen 73 en 74 van de Waterschapswet vervangen door een verwijzing naar de juiste wetsartikelen in de Bekendmakingswet.

 

D.

Op 9 december 2022 is de wet vastgesteld tot wijziging van de Waterschapswet in verband met het schrappen van de geborgde zetels voor de categorie bedrijven, het schrappen van de eis dat ten minste één lid van het dagelijks bestuur houder is van een geborgde zetel en het introduceren van een vaste verdeling van de resterende geborgde zetels (Staatsblad 2022, 517). In deze wet is het totaal aantal geborgde zetels teruggebracht naar vier en gelijkelijk verdeeld over de categorieën ongebouwd en natuurterreinen. De geborgde zetels voor de categorie bedrijven zijn daarmee komen te vervallen.

 

Vanwege de waterschapsverkiezingen van maart 2023 heeft de wetgever voorzien in tijdelijk overgangsrecht, waardoor de wijzigingen voor de bestuurssamenstelling reeds in werking zijn getreden. Hierbij is het uitgangspunt gehanteerd dat de omvang van het algemeen bestuur niet wijzigt. De overgangsregeling eist echter dat vóór de nieuwe waterschapsverkiezingen van 2027 de waterschapsreglementen worden aangepast. Met deze reglementswijziging wordt het reglement in overeenstemming gebracht met de gewijzigde Waterschapswet.

 

Dit leidt er toe dat de bestuurssamenstelling van het algemeen bestuur zoals die in artikel 9 van het reglement is opgenomen wordt aangepast. In dit artikel is de omvang van het algemeen bestuur vastgesteld op dertig leden. In de wetswijziging wordt geen aanleiding gezien om de omvang van het algemeen bestuur aan te passen, hetgeen betekent dat het algemeen bestuur uit dertig leden zal blijven bestaan. De wijziging van het artikel houdt derhalve in dat het aantal geborgde zetels voor de categorie ongebouwd teruggaat van vier naar twee. De categorie natuurterreinen gaat van één naar twee geborgde zetels. De vier geborgde zetels voor de categorie bedrijven komen te vervallen, nu deze categorie in de wet niet langer als geborgde categorie is aangemerkt. Het bepaalde in artikel 9, tweede lid, onder c, van het reglement, waarin de benoeming van de leden voor de categorie bedrijven is geregeld komt daarmee ook te vervallen. Daarmee blijven er 26 zetels over voor de leden van de categorie ingezetenen, die via waterschapsverkiezingen worden verkozen.

 

Artikel II

Dit artikel bepaalt het moment van inwerkingtreding van dit besluit. Het besluit treedt in werking op de dag na publicatie van dit besluit in het provinciaal blad. Voor de onderdelen A en B geldt een andere inwerkingtredingsdatum, omdat deze wijzigingen verband houden met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Deze onderdelen werken terug tot 1 januari 2024. Voor onderdeel C geldt de datum 1 juli 2021 in verband met de inwerkingtreding van de Wet elektronische publicaties op die datum.

Naar boven