Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 12 november 2025, Statenvoorstel 7766, vaststelling van de verordening houdende regels voor de heffing en invordering van leges over infrastructuur in de provincie Zuid-Holland 2026 (Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2026)

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

 

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten Zuid-Holland van 16 september 2025, met besluitnummer PZH-2025-879206567;

 

Gelet op de artikelen 152, 220 en 223 van de Provinciewet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

 

Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2026

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    week: aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • -

    maand: tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    jaar: tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    leges: rechten als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet;

  • -

    tarieventabel: tarieventabel opgenomen in de bijlage behorende bij deze verordening.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Leges worden geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag voor een dienst, ongeacht of de aanvraag leidt tot een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag, als genoemd in deze verordening en de tarieventabel.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, geldt dat indien:

    een aanvraag betrekking heeft op meerdere belastbare feiten die met elkaar samenhangen, voor de berekening van de leges enkel het hoogste legestarief in rekening wordt gebracht.

  • 3.

    Het moment waarop een aanvraag in behandeling is genomen, is de dagtekening van de ontvangstbevestiging van de aanvraag.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven:

  • a.

    voor diensten waarvan de kosten op grond van afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    voor diensten die op grond van een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    van de provincie Zuid-Holland;

  • d.

    van bedrijven die namens de provincie Zuid-Holland een specifiek aangewezen werk uitvoeren;

  • e.

    van dierenambulances;

  • f.

    voor evenementen als bedoeld in artikel 2.8.1 tot en met 2.8.2 van de tarieventabel, die worden uitgevoerd door een natuurlijk persoon of een vereniging of stichting die zich volgens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van niet-commerciële activiteiten van maatschappelijke, sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard waarbij het bestuur van de stichting of vereniging uit vrijwilligers bestaat en deze evenementen:

    • 1°.

      in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    • 2°.

      geen direct of indirect individueel, persoonlijk of groeps- winstoogmerk hebben;

    • 3°.

      geringe impact hebben op de infrastructuur, in die zin dat er beperkte gevolgen zijn als gevolg van de uitvoering van de activiteit, en waarbij:

      • i.

        er geen begeleiding vanuit de provincie Zuid-Holland wordt ingezet;

      • ii.

        een stremming van een provinciale vaarweg als bedoeld in artikel 2.4 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening maximaal 1 uur duurt;

      • iii.

        er geen provinciale wegen als bedoeld in artikel 2.8 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening worden afgesloten; en

      • iv.

        het gebruik van de provinciale wegen als bedoeld in artikel 2.8 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening plaatsvindt buiten de spits en deelnemers van de activiteit zich houden aan de geldende verkeersregels; en

    • 4°.

      de inkomsten uit het evenement slechts aangewend worden om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen;

  • g.

    voor een naamswijziging met betrekking tot een verleende beschikking, waarbij geen sprake is van wijziging van de voorwaarden in de beschikking en locatie, in geval van:

    • 1°.

      overlijden van vergunninghouder, ten behoeve van de inwonende echtgeno(o)t(e) c.q. geregistreerde partner;

    • 2°.

      overlijden van vergunninghouder, ten behoeve van een inwonende bloedverwant in de eerste lijn;

    • 3°.

      echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap, ten behoeve van de achterblijvende bewoner, eigenaar of gebruiker.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Indien sprake is van een gefaseerde aanvraag worden per fase de leges in rekening gebracht die gelden voor de activiteiten waarop de desbetreffende fase betrekking heeft.

Artikel 6 Wijze van heffing

Leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving aan de belastingplichtige.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in hoofdstuk 3 van de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college van gedeputeerde staten

Gedeputeerde staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2025 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien deze verordening na 1 januari 2026 in werking treedt, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze verordening wordt geplaatst.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2026.

Den Haag, 12 november 2025

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Griffier

drs. B.S.M. Sepers

Voorzitter

mr. A.W. Kolff

Bijlage 1. Tarieventabel behorende bij Legesverordening infrastructuur Zuid-Holland 2026

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen bij de tarieventabel

artikel

Onderwerp

1.1

In deze Tarieventabel wordt verstaan onder:

1.1.2

Opstallen:

 

transformator- huizen, stations, drukregelruimten, aan of opjaagstations, verdeel-, aansluit of schakelkasten, zend of ontvangstinstallaties, kranen, transportbanen, afzuiginrichtingen, elevators, schuur, gebouw, uitbouw en/of ander getimmerte, watermolens, waterpompen, gemalen, af- en opmalingsinstallaties, mest- of beerputten, gastanks of enig opstal niet in deze opsomming genoemd maar wel door de Provincie Zuid-Holland aan te wijzen als opstal.

1.1.3

Kunstwerken:

 

niet voor bewoning bedoelde, bouwwerken of constructies in de infrastructuur van de Provincie Zuid-Holland zoals; bruggen, sluizen, viaducten, aquaducten, ecoducten, tunnels, fietstunnels, gemalen, stuwen, damwanden, kademuren, remmingwerken, geluidschermen, inlaat- en uitstroomconstructies, overkluizingen, dijklichamen en dergelijke bouwwerken door de Provincie Zuid-Holland gelijk te stellen aan kunstwerken.

 

Hoofdstuk 2 Tarieventabel

Artikel

Onderwerp

Tarief

2.1

Vooroverleg/Conceptaanvraag

 

 

Het tarief bedraagt:

 

2.1.1

Voor het verkrijgen van vooroverleg voor een voorgenomen project; per overleg

€ 447,00

2.1.2

Voor het beoordelen van een conceptaanvraag; per aanvraag

€ 383,00

2.1.3

Indien binnen 26 weken na het indienen van een vooroverleg of conceptaanvraag een definitieve aanvraag wordt ingediend, wordt 50% van de leges genoemd in 2.1.1 en 2.1.2 in mindering gebracht op de leges van de definitieve aanvraag

 

 

 

.

2.2

Kabels, Buizen en Leidingen, Aanleggen of hebben liggen van,

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanleggen of hebben liggen van kabels, buizen en/of leidingen voor:

 

2.2.1

Eerste 100 meter (of een gedeelte daarvan)

€ 404,00

2.2.2

Meer dan 100 t/m 1.000 meter

€ 587,00

2.2.3

Meer dan 1.000 t/m 5.000 meter

€ 1.193,00

2.2.4

Meer dan 5.000 meter

€ 1.661,00

2.2.5

Binnen één jaar wijzigen en/of verlengen van een vergunning als bedoeld onder 2.2.1 t/m 2.2.4.

€ 299,00

 

 

 

2.3

Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.3.1

Beschikking ingevolge het RVV 1990 voor 1 tot en met 15 voertuigen

€ 292,00

2.3.2

Beschikking ingevolge het RVV 1990 voor meer dan 15 voertuigen

€ 371,00

2.3.3

Wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.3.1 en 2.3.2

€ 119,00

 

 

 

2.4

Bebording

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.4.1

Beschikking voor het plaatsten van een strokenbord of verwijsbord, inclusief onderbord, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten

€ 361,00

2.4.2

Beschikking voor borden niet zijnde een strokenbord of verwijsbord vallende onder 2.4.1

€ 361,00

2.4.3

Beschikking voor informatiepanelen en plattegrondkasten

€ 297,00

2.4.4

Wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.4.1 t/m 2.4.3

€ 238,00

 

 

 

2.5

Beplanting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.5.1

Beschikking voor het aanplanten en onderhouden van beplanting

€ 595,00

2.5.2

Beschikking voor het beplanten van een middeneiland van een rotonde

€ 586,00

2.5.3

Wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.5.1 t/m 2.5.2

€ 238,00

 

 

 

2.6

Bijzonder gebruik Provincialeweg

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.6.1

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale weg

€ 350,00

2.6.2

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder 2.6.1

€ 127,00

 

 

 

2.7

Bijzonder gebruik Provinciale Vaarweg

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.7.1

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale vaarweg zonder begeleiding

€ 1.008,00

2.7.2

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale vaarweg met begeleiding regulier

€ 2.132,00

2.7.3

Beschikking voor het bijzonder gebruik van de provinciale vaarweg met begeleidinggroot

(transport waarbij provinciale bruggen doorgedraaid moeten worden, ter beoordeling van gedeputeerde staten)

€ 5.761,00

2.7.4

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking bedoeld onder

2.7.1, t/m 2.7.3

€ 635,00

 

 

 

2.8.1

Evenementen Wegen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.8.1.1

Beschikking voor een recreatief of sportief evenement zonder wedstrijdelement zijnde een vereniging of stichting.

€ 151,00

2.8.1.2

Beschikking voor een sportief evenement inclusief wedstrijdelement zijnde een vereniging of stichting

€ 432,00

2.8.1.3

Beschikking voor een sportief evenement inclusief bedrijfsmatige en commerciële doeleinden

€ 683,00

2.8.1.4

Beschikking voor het houden van een toertocht over provinciale wegen

€ 100,00

2.8.1.5

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.8.1.1, 2.8.1.2, 2.8.1.3 en 2.8.1.4

€ 106,00

 

 

 

2.8.2

Evenementen vaarwegen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.8.2.1

Beschikking voor een recreatief of sportief evenement zonder wedstrijdelement zijnde een vereniging of stichting

€ 212,00

2.8.2.2

Beschikking voor een sportief evenement inclusief wedstrijdelement zijnde een vereniging of stichting

€ 690,00

2.8.2.3

Beschikking voor een sportief evenement inclusief bedrijfsmatige en commerciële doeleinden.

€ 1.858,00

2.8.2.4

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.8.2.2, 2.8.2.3 en 2.8.2.4 en 2.8.3.1

€ 407,00

 

 

 

2.8.3

Stremming en belemmering vaarwegen

 

2.8.3.1

Beschikking voor het stremmen of belemmeren van het scheepvaartverkeer

€ 938,00

 

 

 

2.9

Insteekhaven/inkassing en Botenlift

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.9.1

Beschikking voor het maken en hebben van een insteekhaven/inkassing, botenlift, aansluitend aan de provinciale vaarweg

€ 1.367,00

2.9.2

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.9.1

€ 543,00

 

 

 

2.10

Ligplaatsen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.10.1

Beschikking voor een ligplaats met luxe- of plezierschepen of niet permanent bewoonde woonschepen

€ 577,00

2.10.2

Beschikking voor ligplaats met beroepsschepen of bunkerschepen

€ 1.825,00

2.10.3

Beschikking voor een ligplaats met schepen en woonschepen niet vallende onder 2.10.1 en 2.10.2

€ 1.256,00

2.10.4

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.10.1 t/m 2.10.3 en 2.10.8

€ 282,00

2.10.5

Beschikking voor ligplaatsen voor botenverhuurbedrijven,

bergingsinrichtingen voor schepen bij een scheepswerf en dergelijke, inclusief havens met toebehoren

€ 2.719,00

2.10.6

Beschikking voor ligplaatsen voor watersportverenigingen,

zeeverkennersgroepen en daarmee gelijk te stellen groepen of verenigingen, inclusief havens met toebehoren

€ 1.451,00

2.10.7

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.10.5 en 2.10.6

€ 1.095,00

2.10.8

Tijdelijk innemen van een ligplaats ten behoeve van werkzaamheden

€ 654,00

 

 

 

2.11

Oevervoorzieningen en werken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.11.1

Beschikking voor het maken van, hebben van plankieren, vlonders, steigers, remmingen en of geleidingswerken in en langs de provinciale vaarweg

€ 747,00

2.11.2

Beschikking voor het vervangen of wijzigen van bestaande plankieren, vlonders, steigers, remmingen en of geleidingswerken in en langs de provinciale vaarweg

€ 541,00

2.11.3

Beschikking voor het houden of bezitten van reeds bestaande plankieren, vlonders, steigers, remmingen en of geleidingswerken in en langs de provinciale vaarweg

€ 358,00

2.11.4

Beschikking voor het maken, vervangen en/of wijzigen van los- en/of laadplaatsen en Sleep- of scheepshellingen, met toebehoren

€ 976,00

2.11.5

Beschikking voor het houden of bezitten van reeds bestaande los- en/of laadplaatsen en Sleep- of scheepshellingen, met toebehoren

€ 721,00

2.11.6

Beschikking voor het maken, houden en/of bezitten van een visbun, calamiteitentrap, bolder, meerpaal, beschermpaal en/of andere daarmee gelijk te stellen materialen in en langs de provinciale vaarweg.

€ 327,00

2.11.7

Binnen een jaar wijzigen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.11.1 t/m 2.11.6 en 2.11.9

€ 203,00

2.11.8

Binnen een jaar verlengen van een beschikking zoals bedoeld onder 2.11.1 t/m 2.11.6 en 2.11.9

€ 104,00

2.11.9

Vervangen van een oevervoorziening

€ 1.367,00

 

 

 

2.12

Opstallen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.12.1

Beschikking voor een opstal t/m 2 M2

€ 372,00

2.12.2

Beschikking voor een opstal groter dan 2 t/m 10 M2

€ 531,00

2.12.3

Beschikking voor een opstal groter dan 10 t/m 100 M2

€ 1.247,00

2.12.4

Beschikking voor een opstal groter dan 100 t/m 250M2

€ 1.565,00

2.12.5

Beschikking voor een opstal groter dan 250 M2

€ 1.883,00

2.12.6

Binnen een jaar wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.12.1 t/m 2.12.5

€ 212,00

 

 

 

2.13

Kunstwerken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

2.13.1

Beschikking voor een kunstwerk t/m 50 M2

€ 2.356,00

2.13.2

Beschikking voor een kunstwerk groter dan 50 t/m 100 M2

€ 3.311,00

2.13.3

Beschikking voor een kunstwerk groter dan 100 M2

€ 4.457,00

2.13.4

Het wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.13.1 t/m 2.13.3

€ 416,00

 

 

 

2.14

Gebruik Provinciaal Eigendom

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.14.1

voor het gebruik van provinciaal eigendom als tuin

€ 414,00

2.14.2

voor het gebruik van provinciaal eigendom voor opslag

€ 276,00

2.14.3

Het wijzigen en/of verlengen van een beschikking behorende onder 2.14.1 en 2.14.2

€ 220,00

 

 

 

2.14.4

Beschikking voor het aanleggen, instandhouden van een uitweg:

 

2.14.4.1

Aanleg uitweg

€ 977,00

2.14.4.2

Instandhouden uitweg

€ 595,00

 

 

 

2.15

In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.15.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 479,00

 

 

 

2.16

Administratieve handeling

 

2.16.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om geheel of gedeeltelijke intrekking van een verleende beschikking

€ 76,00

 

Hoofdstuk 3 Teruggaaf

 

 

De aanvrager van een beschikking kan verzoeken om teruggaaf van (een deel van) reeds geheven leges in de volgende gevallen:

 

 

 

 

3.1

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stellen aanvraag

 

3.1.1

Als de provincie op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besluit om de in behandeling genomen aanvraag om een beschikking als bedoeld in hoofdstuk 2, niet verder te behandelen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

 

 

3.2

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stellen als provincie niet het bevoegde gezag is

 

3.2.1

Indien een aanvraag om een beschikking als bedoeld in hoofdstuk 2, buiten behandeling wordt gesteld omdat Gedeputeerde Staten niet het bevoegde gezag zijn bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

 

 

3.3

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag door aanvrager

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een beschikking geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl Gedeputeerde Staten daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

3.3.1

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

75%

3.3.2

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

50%

3.3.3

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

25%

 

 

 

3.4

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende beschikking bij geen gebruik

3.4.1

Als Gedeputeerde Staten een beschikking intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

3.5

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een beschikking

 

3.5.1

Als Gedeputeerde Staten een beschikking als bedoeld in hoofdstuk 2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het onherroepelijk worden van de (gedeeltelijke) weigering. De teruggaaf bedraagt:

30 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

3.5.2

Indien de weigering betrekking heeft op een deel van de beschikking en de beschikking voor het overige ongewijzigd in stand blijft bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na het onherroepelijk worden van de (gedeeltelijke) weigering.. De teruggaaf bedraagt:

30%

 

van het deel van de geheven leges dat betrekking heeft op het geweigerde deel van de beschikking.

 

Naar boven