Beleidsregels voor de toepassing Wet Bibob Provincie Limburg 2026

Gedeputeerde Staten van Limburg maken gelet op het bepaalde in de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat zij in hun vergadering van 2 december 2025 hebben vastgesteld:

 

Beleidsregels voor de toepassing Wet Bibob Provincie Limburg 2026.

 

Wat is de Wet Bibob?

Het doel van de Wet Bibob is voorkomen dat de provincie criminele activiteiten of het witwassen van crimineel verdiend geld mogelijk maakt. Bibob staat voor “bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur”. De provincie voert daarom een Bibob-onderzoek uit bij activiteiten die een verhoogd risico hebben. Met dit onderzoek controleert de provincie iemands integriteit, dus of iemand te vertrouwen is en niet betrokken bij criminele activiteiten. De provincie kan ook mensen uit iemands zakelijke omgeving onderzoeken.

 

Wat kunnen de gevolgen zijn van een Bibob-onderzoek?

De provincie kan bij het vermoeden van crimineel misbruik beslissen geen vergunning, subsidie of overheidsopdracht te geven, of geen vastgoedtransactie te sluiten. Ook kan de provincie besluiten om een vergunning of subsidie in te trekken of een overeenkomst te stoppen.

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De definities vermeld in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregels.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt daarnaast verstaan onder:

    • -

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • -

      Bibob-vragenformulier: het formulier dat iemand in moet vullen bij de start van een Bibob-onderzoek (zie artikel 7a, lid 5 van de Wet Bibob);

    • -

      Eigen ambtelijke informatie: informatie die binnen de Provincie Limburg aanwezig is, bijvoorbeeld in documenten of digitaal. Of informatie die de provincie in open of gesloten bronnen mag bekijken of aanvragen. De provincie mag deze informatie gebruiken voor het eigen onderzoek;

    • -

      Eigen onderzoek: het Bibob-onderzoek dat de Provincie Limburg uitvoert, zoals bedoeld in artikel 7a van de Wet Bibob;

    • -

      Landelijk Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, zoals bedoeld in artikel 8 van de wet. De Provincie Limburg kan dit bureau vragen om een Bibob-advies te geven;

    • -

      Provincie: in deze beleidsregel verwijst provincie naar het bestuursorgaan van de Provincie Limburg (het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg) of naar de rechtspersoon met een overheidstaak. Het hangt van de situatie af wie volgens de wet het recht heeft om iets te doen;

    • -

      RIEC: het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum zoals bedoeld in artikel 28, lid 2 onder d van de Wet Bibob. Deze samenwerkingsverband gaat georganiseerde criminaliteit tegen;

    • -

      Subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • -

      Tip: tip aan de Provincie Limburg om een eigen onderzoek te doen zoals bedoeld in artikel 11, 11a en 26 van de Wet Bibob;

    • -

      Overheidsopdracht: overheidsopdracht zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingenwet 2012;

    • -

      Ow: Omgevingswet;

    • -

      Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 1.2 Eigen onderzoek Provincie Limburg

  • 1.

    De provincie kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij:

    • a.

      omgevingsvergunningen;

    • b.

      subsidies;

    • c.

      vastgoedtransacties;

    • d.

      overheidsopdrachten.

  • 2.

    De provincie zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij bovengenoemde overheidsbeslissingen (eerste lid) als:

    • a.

      de provincie dit nodig vindt op basis van eigen ambtelijke informatie; of

    • b.

      de provincie informatie heeft ontvangen van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC; of

    • c.

      de provincie een tip heeft ontvangen van het Landelijk Bureau Bibob, de officier van justitie, of van een ander bestuursorgaan of een rechtspersoon met een overheidstaak; of

    • d.

      in nadere beleidsregels is vastgelegd dat er Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd; of

    • e.

      er sprake is van een risico-categorie, zoals bedoeld in bijlage 1, waarvoor de provincie standaard Bibob-onderzoek nodig acht.

Artikel 1.3 Uitzondering toepassen Wet Bibob

Tenzij daartoe aanleiding bestaat, zal de provincie geen Bibob-onderzoek uitvoeren als de betrokkene een andere overheidsinstantie of semioverheidsinstantie is of een woningcorporatie die toegelaten is als instelling onder de Woningwet.

Artikel 1.4 De Provincie mag afwijken van deze beleidsregel

De provincie heeft in deze beleidsregel omschreven in welke gevallen een Bibob-onderzoek wordt uitgevoerd. Wanneer aanleiding daartoe is, kan besloten worden om af te wijken van deze beleidsregel.

Hoofdstuk 2: Publiekrechtelijke beschikkingen

In dit hoofdstuk leest u wanneer de provincie de Wet Bibob kan toepassen bij publiekrechtelijke beschikkingen, zoals vergunningen en subsidies.

Artikel 2.1 Toepassing van de Wet Bibob bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning

  • 1.

    De provincie kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren als zij een vergunningsaanvraag ontvangt die genoemd wordt in artikel 5.1 van de Omgevingswet:

    • a.

      een omgevingsplanactiviteit;

    • b.

      een bouwactiviteit;

    • c.

      een milieubelastende activiteit.

  • 2.

    De provincie zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning als er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1.2, tweede lid van deze beleidsregels.

  • 3.

    De provincie zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een activiteit, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, als het een aanvraag betreft die valt onder de risicocategorie vermeld in bijlage 1 van deze beleidsregels.

Artikel 2.2 Toepassing van de Wet Bibob bij reeds verleende omgevingsvergunning

  • 1.

    De provincie zal in beginsel een eigen onderzoek uitvoeren bij een verleende omgevingsvergunning als er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1.2, tweede lid van deze beleidsregels.

  • 2.

    De provincie zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een verleende omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, zoals bedoeld in de risicocategorie in bijlage 1, als:

    • a.

      de omgevingsvergunning is overgedragen aan een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon, zoals bedoeld in artikel 5.37 van de Ow; of

    • b.

      de leidinggevende(n) en/of zeggenschaphebbende(n) van de rechtspersoon die de vergunning heeft gekregen is/zijn veranderd; of

    • c.

      de rechtspersoon waaraan de omgevingsvergunning is verleend, geheel of gedeeltelijk is overgedragen aan een andere eigenaar; of

    • d.

      de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder.

Informatie over de gevolgen van het eigen Bibob-onderzoek kunt u lezen in artikel 4.6 van deze beleidsregels.

Artikel 2.3 Toepassing van de Wet Bibob bij een aanvraag voor een subsidie of een verleende subsidie

  • 1.

    De provincie zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een subsidie of een verleende subsidie als:

    • a.

      er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1.2, tweede lid van deze beleidsregels; of

    • b.

      een natuurlijk persoon of de rechtspersoon die een subsidie aanvraagt in relatie staat tot de betrokkene als bedoeld in artikel 3 vierde lid van de Wet Bibob vermeld staat in het onregelmatighedenregister, zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beleidsregels Subsidies; of

    • c.

      een ander (rechts)persoon dan de persoon of organisatie aan wie de subsidie is verleend, de activiteiten verricht waarvoor de subsidie is verstrekt, tussen het moment van subsidieverlening en de definitieve vaststelling van de subsidie; of

    • d.

      een ander (rechts)persoon dan de persoon of organisatie aan wie de subsidie is verleend, de aanvraag tot subsidievaststelling indient voor dezelfde activiteiten.

  • 2.

    De provincie kan in Nadere subsidieregels opnemen wanneer een eigen Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd.

  • 3.

    De provincie zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren als de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, verleend of vastgesteld valt onder de risicocategorie vermeld in bijlage 1 van deze beleidsregels.

 

Informatie over de gevolgen van het eigen Bibob-onderzoek kunt u lezen in artikel 4.6 van deze beleidsregels.

Hoofdstuk 3: Privaatrechtelijke transacties

In dit hoofdstuk leest u wanneer de Provincie Limburg de Wet Bibob kan toepassen bij privaatrechtelijke transacties, zoals vastgoedtransacties of bij overheidsopdrachten.

Artikel 3.1 Toepassing van de Wet Bibob bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De provincie kan de Wet Bibob toepassen bij vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Bibob waarbij de provincie partij is.

  • 2.

    De provincie zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een vastgoedtransactie als er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1.2, tweede lid van deze beleidsregels.

  • 3.

    De provincie zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij de volgende vastgoedtransacties:

    • a.

      provinciale openbare verkopen van vastgoed op projectmatige basis zoals beschreven in de meest recente Uitvoeringsnota Beheer grond en vastgoed; of

    • b.

      bij het vestigen van een beperkt recht zoals bedoeld in artikel 3:8 van het Burgerlijk Wetboek en zakelijke rechten zoals beschreven in Boek 5 titel 6 t/m 9 van het Burgerlijk Wetboek indien de jaarlijks verschuldigde tegenprestatie groter is dan € 20.000,- en daarmee verband houdende vastgoedtransacties waarbij de Provincie contractspartij is; of

    • c.

      het verzoek voor het vervreemden van een recht op eigendom, of voor het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht indien de jaarlijks verschuldigde tegenprestatie hoger is dan € 20.000,-, ten aanzien van een registergoed dat de provincie heeft vervreemd onder de voorwaarde dat de verkrijger en zijn rechtsopvolgers verplicht zijn voor handelingen als hiervoor vermeld toestemming te vragen aan de provincie; of

    • d.

      bij het verstrekken van een hypotheekrecht indien het recht van hypotheek groter is dan € 20.000,-; of

    • e.

      bij het aangaan van persoonlijke overeenkomsten, zoals huur of pacht, indien op jaarbasis de verschuldigde penningen minimaal € 20.000,- bedragen. Indien binnen een periode van een jaar met éénzelfde partij meerdere transacties plaatsvinden, zal een Bibob-onderzoek plaatsvinden bij die transactie, die het cumulatieve bedrag van deze € 20.000,- of meer doet bedragen, of;

    • f.

      bij een vastgoedtransactie die voortvloeit uit een grondexploitatie, dan wel een posterieure of anterieure overeenkomst; of

    • g.

      als de wederpartij één of meerdere activiteiten uitvoert zoals omschreven in bijlage 1, risicocategorie 1: Omgevingsvergunningen.

  • 4.

    De provincie voert in ieder geval geen eigen Bibob-onderzoek uit wanneer er sprake is van een gedwongen situatie die ontstaat indien Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten dan wel een andere overheidsinstantie een plan hebben vastgesteld waarin verwerving van eigendom noodzakelijk is of een besluit hebben genomen dat verwerving van eigendom noodzakelijk is.

Artikel 3.2 Werkwijze

  • 1.

    De provincie kan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren, als zij partij is bij een vastgoedtransactie:

    • a.

      voordat een vastgoedtransactie tot stand is gekomen, vanaf de start van de onderhandelingen;

    • b.

      nadat een vastgoedtransactie tot stand is gekomen mits in de overeenkomst een integriteitsclausule is opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot opschorting, ontbinding of beëindiging van de overeenkomst;

    • c.

      als de (rechts)persoon wijzigt waarmee de overeenkomst is of wordt aangegaan.

  • 2.

    Aan het begin van de onderhandelingen zal de provincie de wederpartij informeren dat toepassing van de Wet Bibob onderdeel kan uitmaken van de procedure.

  • 3.

    Bij vastgoedtransacties genoemd in artikel 3.1 derde lid zal de provincie de wederpartij informeren dat toepassing van de Wet Bibob onderdeel zal uitmaken van de procedure.

  • 4.

    In de overeenkomst behorende bij de vastgoedtransactie kan een Bibob-clausule worden opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot opschorting (ook voor het uitvoeren van een eigen Bibob-onderzoek), ontbinding, of beëindiging van de overeenkomst.

 

Informatie over de gevolgen van het eigen Bibob-onderzoek kunt u lezen in artikel 4.7 van deze beleidsregels.

Artikel 3.3 Toepassing van de Wet Bibob bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De provincie zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een overheidsopdracht als:

    • a.

      deze valt binnen de sectoren milieu, informatie-communicatie-technologie (ICT) en bouw en deze volgens de beleidsregels aanbestedingen Provincie Limburg, openbaar moet worden aanbesteed; of

    • b.

      er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1.2, tweede lid van deze beleidsregels; of

    • c.

      de provincie informatie of een tip (zie sub b) heeft ontvangen over een onderaannemer.

Artikel 3.4 Werkwijze

  • 1.

    In de aanbestedingsdocumenten wordt opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de provincie, voordat tot een definitieve gunning wordt overgegaan, een eigen Bibob-onderzoek kan starten en/of een advies kan aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob.

  • 2.

    In de aanbestedingsdocumenten zal een Bibob-clausule worden opgenomen. Hierin staat dat de provincie de overeenkomst kan ontbinden als een van de situaties als bedoeld in artikel 9 tweede lid van de Wet zich voordoet.

 

Informatie over de gevolgen van het eigen Bibob-onderzoek kunt u lezen in artikel 4.8 van deze beleidsregels.

Hoofdstuk 4: Uitvoeren van het Bibob-onderzoek

Artikel 4.1 Bibob-vragenformulier

Als de provincie een eigen Bibob-onderzoek uitvoert, wordt de betrokkene gevraagd om het Bibob-vragenformulier in te vullen en deze met gevraagde bijlagen in te leveren.

Artikel 4.2 Weigeren mee te werken aan Bibob-onderzoek bij beschikkingen

Gevolgen van niet meewerken aan een Bibob-onderzoek of het niet (volledig) invullen van het Bibob-vragenformulier.

  • 1.

    Wanneer het gaat om een aanvraag voor een vergunning of subsidie kan de provincie beslissen om de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb niet in behandeling te nemen.

  • 2.

    Wanneer het gaat om een verleende vergunning of subsidie kan de provincie de vergunning of subsidie intrekken. Weigeren om het vragenformulier (helemaal) in te vullen wordt door de provincie namelijk gezien als een ernstig gevaar, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

Artikel 4.3 Weigeren mee te werken aan Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties of overheidsopdrachten

Wanneer iemand weigert om het Bibob-vragenformulier (volledig) in te vullen, kan de provincie beslissen om geen vastgoedtransactie of overheidsopdracht te sluiten met die (rechts)persoon, dan wel het inroepen van de ontbindende- of opschortende voorwaarde. De provincie moet informatie hierover vermelden in documenten voor de vastgoedtransactie of de overheidsopdracht.

Artikel 4.4 Aanvraag LBB advies

  • 1.

    Als er aanleiding toe is kan de provincie het Landelijk Bureau Bibob (LBB) om advies vragen.

  • 2.

    De provincie moet de betrokkene informeren als het LBB om advies is gevraagd.

Artikel 4.5 Vergewisplicht

De provincie dient zich ervan te verzekeren dat het onderzoek van het LBB op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.

Artikel 4.6 Gevolgen Bibob-onderzoek bij aanvragen voor een omgevingsvergunning of subsidie

  • 1.

    Als uit Bibob-onderzoek blijkt dat er sprake is van een gevaar zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob kan de provincie:

    • a.

      bij enige of ernstige mate van gevaar voorschriften verbinden die toe zien op het wegnemen of beperken van het geconstateerde gevaar;

    • b.

      bij een ernstige mate van gevaar de aanvraag voor een vergunning of subsidie weigeren;

    • c.

      bij een ernstige mate van gevaar de verleende vergunning of subsidie intrekken.

Artikel 4.7 Gevolgen Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties

  • 1.

    Indien uit Bibob-onderzoek blijkt dat zich een van de situaties, als benoemd in artikel 9, derde lid van de Wet Bibob voordoet:

    • a.

      kan de provincie de onderhandelingen afbreken;

    • b.

      kan de provincie beslissen de overeenkomst op te schorten of te ontbinden, mits daarin bij overeenkomst is voorzien;

  • zonder dat de provincie gehouden is tot vergoeding van eventuele schade en zonder dat daarbij een termijn in acht genomen hoeft te worden.

  • 2.

    Artikel 4.7 eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien:

    • a.

      er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de contractspartner van de Provincie Limburg in relatie staat tot strafbare feiten die naar het oordeel van de Provincie Limburg een integriteitsrisico vormen (ongeacht de mate van gevaar); of

    • b.

      de contractspartner heeft nagelaten de vragen die hem door de provincie zijn gesteld op grond van artikel 7a Wet Bibob, volledig en naar waarheid te beantwoorden; of

    • c.

      De contractspartner heeft nagelaten de vragen die hem door het Landelijk Bureau Bibob zijn gesteld op grond van artikel 12, derde lid Wet Bibob, volledig en naar waarheid te beantwoorden.

  • 3.

    Er komt geen overeenkomst tot stand zolang het Bibob-onderzoek niet (volledig) is afgerond, tenzij partijen dat nadrukkelijk anders overeenkomen. Indien de Provincie Limburg de Wet Bibob toepast, zal er niet eerder worden overgegaan tot het passeren van de notariële akte ter zake het vastgoedobject bij de notaris totdat het Bibob-onderzoek volledig is afgerond en het onderzoek naar het oordeel van de Provincie Limburg geen aanleiding geeft tot het ontbinden van de overeenkomst.

Artikel 4.8 Gevolgen Bibob-onderzoek bij overheidsopdrachten

  • 1.

    Als uit het eigen Bibob-onderzoek blijkt dat zich een van de situaties, als benoemd in artikel 9, tweede lid, van de Wet Bibob voordoet:

    • a.

      beslist de provincie, als de aanbestedingsprocedure nog niet is geëindigd, in beginsel tot uitsluiting van een gegadigde of inschrijver, het intrekken van een reeds geuit voornemen tot gunning of het niet definitief gunnen van een overheidsopdracht. In dat geval is de Provincie Limburg niet gehouden tot betaling van een tenderkostenvergoeding, ook niet bij aanbestedingen waar in de aanbestedingsdocumenten een tenderkostenvergoeding in het vooruitzicht is gesteld aan alle inschrijvers die een geldige inschrijving hebben gedaan.

    • b.

      beslist de provincie, als de aanbestedingsprocedure wel is geëindigd, in beginsel de overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, een onderaannemer niet te accepteren dan wel de acceptatie te herzien, mits daarin bij overeenkomst is voorzien, zonder dat de provincie gehouden is tot vergoeding van eventuele schade of andersoortige kosten.

  • 2.

    In het geval dat een onderzoek (nog) niet is afgerond op het moment van het gunnen van een overheidsopdracht, wordt in de overeenkomst tussen partijen voorzien in een totstandkomingsvoorbehoud.

  • 3.

    Aan een overeenkomst kunnen nadere voorwaarden worden verbonden die het gevaar als bedoeld in de Wet Bibob wegnemen of beperken. Als niet wordt voldaan aan een dergelijke voorwaarde, beslist de provincie in beginsel de overeenkomst te ontbinden, een onderaannemer niet te accepteren dan wel de acceptatie te herzien. Bij nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden kan de provincie de voorwaarden intrekken, aanpassen of wijzigen.

Artikel 4.9 Zienswijze

Bij een voornemen tot een negatief besluit of negatieve beslissing nodigt de provincie de betrokkene uit voor een zienswijze. De betrokkene krijgt dan de mogelijkheid om diens standpunt uit te leggen.

Artikel 4.10 Adviestermijn

De provincie mag de informatie in het eigen Bibob-onderzoek en het advies van het LBB nog 5 jaar, nadat het is uitgebracht, gebruiken in verband met een andere beslissing. Dit is vastgelegd in artikel 29 van de Wet Bibob.

Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1 Intrekken oude beleidsregel

De Beleidslijn Bibob Provincie Limburg 2025, vastgesteld op 28 januari 2025 wordt ingetrokken, met dien verstande dat de Beleidslijn Bibob Provincie Limburg 2025 van toepassing blijft voor Bibob-onderzoeken die zijn gestart vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en evaluatie

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 2 december 2025 en treden na publicatie in het Provinciaal Blad met terugwerkende kracht per 1 januari 2026 in werking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aangepast.

Artikel 5.3 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Bibob Provincie Limburg 2026”.

Aldus vastgesteld op 2 december 2025

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer E.G.M. Roemer

secretaris,

de heer D.F. Timmer

Bijlage 1: Risicocategorieën

 

In deze bijlage staan wanneer en bij welke activiteiten de Provincie Limburg een Bibob-onderzoek zal uitvoeren. Voor deze activiteiten bestaat een verhoogd risico op criminaliteit of het witwassen van crimineel verdiend geld.

 

In de lijst met risicoactiviteiten staan:

  • -

    activiteiten die onder de Wet Bibob vallen, omdat bij deze activiteiten volgens de overheid een verhoogd risico is op criminaliteit. Dit is gebleken uit een onderzoek van criminoloog Fijnaut. Voorbeelden zijn vergunningaanvragen voor milieu- of bouwactiviteiten.

  • -

    activiteiten waar de provincie negatieve ervaringen mee heeft. Voorbeelden zijn problemen in de afvalbranche of fraude bij subsidieaanvragen.

De overheid heeft ervoor gekozen om geen definitieve lijst met risicoactiviteiten op te stellen, maar provincies de vrijheid te geven om zelf activiteiten toe te voegen. Dit kan bijvoorbeeld als uit onderzoek blijkt dat bij andere branches een verhoogd risico bestaat op criminaliteit.

 

De Provincie Limburg heeft ervoor gekozen om risicoactiviteiten te verdelen over categorieën.

 

Risicocategorie I: Omgevingsvergunningen

De provincie zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij:

  • 1.

    Aanvragen om een omgevingsvergunning met een milieubelastende activiteit (artikel 5.1, tweede lid onder b van de Omgevingswet) die betrekking hebben op één of meer van de categorieën milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal); en/of

  • 2.

    Aanvragen om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit voor zover het bouwen betreft en/of bouwactiviteit respectievelijk artikel 5.1, eerste lid onder a van de Omgevingswet en artikel 5.1, tweede lid onder a van de Omgevingswet, waarbij de bouwkosten van het aangevraagde project volgens berekening van de provincie hoger zijn dan € 100.000,- en die betrekking hebben op één of meer van de categorieën milieubelastende activiteiten die zijn aangewezen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

Overzicht milieubelastende activiteiten aangewezen in het Bal1 waar een eigen Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd:

 

§ 3.2.14 Op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen buiten stortplaatsen

§ 3.2.15 Verbranden van afvalstoffen anders dan in een IPPC-installatie

§ 3.2.24 Opslaan van grond of baggerspecie

§ 3.3.10 Afvalbeheer IPPC-installaties

§ 3.3.11 Kadavers of dierlijk afval

§ 3.3.12 Stortplaats of winningsafvalvoorziening

§ 3.3.13 Verbranden van afvalstoffen in een IPPC-installatie

§ 3.3.14 Grootschalige mestverwerking

§ 3.2.10 Opslaan, herverpakken en bewerken van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

§ 3.4.11 Scheepswerven

§ 3.8.11 Reinigen van opslagtanks, verpakkingen, voertuigen of containers voor gevaarlijke stoffen

 

Risicocategorie II: subsidies

De provincie zal een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij subsidieaanvragen behorend tot:

 

  • 1.

    Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027

  • Uit een onderzoek van het samenwerkingsverband Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) is gebleken dat de Provincie Limburg subsidies verstrekt die risicovol zijn voor ondermijnende criminaliteit, zoals witwassen of het plegen van strafbare feiten. Dit komt onder meer door de grote geldbedragen die worden verstrekt. De subsidieregeling voor het restaureren van monumenten is een van de subsidieaanvragen waar men grote geldbedragen ontvangt en waaruit ervaring is gebleken dat er een groter risico is op criminele activiteiten.

Vanaf 17 september 2024 geldt dat er een eigen Bibob-onderzoek zal worden uitgevoerd bij (verleende) subsidieaanvragen die vallen onder de Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027.

Naar boven