Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 25 november 2025 houdende het verstrekken van subsidies voor het toekomstbestendig maken van Brabantse bedrijventerreinen (Subsidieregeling toekomstbestendige bedrijventerreinen Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden om subsidies te verstrekken voor het toekomstbestendig maken van Brabantse bedrijventerreinen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

§ 1 Vouchers groenblauw-visie

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

bedrijventerrein: aaneengesloten terrein met een bruto oppervlakte van ten minste één hectare voor de bedrijfsmatige uitoefening van industriële, logistieke, ambachtelijke en dienstverlenende activiteiten en groothandel met de daarbij behorende voorzieningen, bedoeld voor de vestiging van meerdere bedrijven;

deelnemer: deelnemer als bedoeld in artikel 1.2, onder b, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant;

groenblauw-visie: visie met daarin de beoogde maatregelen op het gebied van groen en water voor het desbetreffende bedrijventerrein;

IBIS-systeem: integraal bedrijventerrein informatiesysteem dat aan elk bedrijventerrein een uniek IBIS-nummer toekent en dat wordt beheerd door de provincie Noord-Brabant;

kosten derden: kosten als bedoeld in artikel 1.3, onder m, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant;

onderzoeksprogramma Werklandschappen van de Toekomst: onderzoeksprogramma dat de transitie van traditionele bedrijventerreinen naar toekomstbestendige en gezonde werklandschappen wil realiseren en zodoende een standaard wil zetten voor het werklandschap van de toekomst als het nieuwe normaal;

partnerterrein: bedrijventerrein dat op weg is naar een groen, gezond en klimaatbestendig bedrijventerrein en zich heeft aangesloten bij het onderzoeksprogramma Werklandschappen van de Toekomst;

samenwerkingsovereenkomst: samenwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 1.2, onder f, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant.

samenwerkingsverband: verband als bedoeld in artikel 1.2, onder g, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant;

Artikel 1.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

  • a.

    ondernemersverenigingen van Brabantse bedrijventerreinen;

  • b.

    ondernemersstichtingen van Brabantse bedrijventerreinen;

  • c.

    eigenaren van bedrijfspercelen op Brabantse bedrijventerreinen.

Artikel 1.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het opstellen van een groenblauw-visie ten behoeve van een groen, gezond en klimaatbestendig bedrijventerrein.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het aangevraagde bedrag meer bedraagt dan de maximale subsidiehoogte, opgenomen in deze paragraaf;

  • b.

    de totale projectkosten minder bedragen dan € 25.000;

  • c.

    er reeds een groenblauw-visie is opgesteld voor het desbetreffende bedrijventerrein die niet ouder is dan vijf jaar;

  • d.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met het opstellen van de groenblauw-visie;

  • e.

    voor het opstellen van een groenblauw-visie voor het desbetreffende bedrijventerrein reeds een subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.

Artikel 1.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de groenblauw-visie is gericht op een groen, gezond en klimaatbestendig bedrijventerrein;

  • b.

    het bedrijventerrein is gelegen in de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    het bedrijventerrein is in het bezit van een IBIS-nummer;

  • d.

    het bedrijventerrein heeft zich aangemeld als partnerterrein;

  • e.

    het project wordt uitgevoerd door een bij de Kamer van Koophandel geregistreerd adviesbureau;

  • f.

    het adviesbureau beschikt over ervaring om het project te kunnen uitvoeren;

  • g.

    de door het adviesbureau op te stellen groenblauw-visie bestaat uit:

    • 1°.

      een toekomstvisie voor het gehele bedrijventerrein;

    • 2°.

      een beschrijving op welke manier de eigenaren van de bedrijfspercelen en de hurende ondernemers op het bedrijventerrein zijn betrokken bij de groenblauw-visie;

    • 3°.

      een uitvoeringsplan bestaande uit een beschrijving van de concrete maatregelen, de uitvoeringstermijn en de financiering daarvan;

  • h.

    de subsidieaanvrager werkt aantoonbaar samen met:

    • 1°.

      de aangesloten ondernemers, indien de subsidieaanvrager een ondernemersvereniging of ondernemersstichting is; of

    • 2°.

      tenminste twee andere deelnemers, indien de subsidieaanvrager geen ondernemersvereniging of ondernemersstichting is;

  • i.

    de deelnemers, bedoeld in onderdeel h, onder 2°, zijn eigenaar van een bedrijfsperceel op het desbetreffende bedrijventerrein;

  • j.

    de subsidieaanvrager werkt aantoonbaar samen met de gemeente waarin het desbetreffende bedrijventerrein is gelegen;

  • k.

    de subsidieaanvrager overlegt een projectplan met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde format.

Artikel 1.7 Subsidiabele kosten

Voor deze subsidie geldt een vast subsidiabel bedrag in de vorm van een voucher.

Artikel 1.8 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden ingediend van:

    • a.

      25 februari 2026 tot en met 15 oktober 2026;

    • b.

      25 februari 2027 tot en met 14 oktober 2027.

  • 2.

    De subsidieaanvraag bevat de volgende bijlagen:

    • a.

      een projectplan;

    • b.

      een offerte van het adviesbureau inclusief het KvK-nummer van het adviesbureau;

    • c.

      een samenwerkingsovereenkomst van de deelnemers in het samenwerkingsverband, indien de aanvrager geen ondernemersvereniging of ondernemersstichting is;

    • d.

      een intentieverklaring van de desbetreffende gemeente.

Artikel 1.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast op:

  • a.

    € 187.500 voor de periode, genoemd in artikel 1.8, eerste lid, onder a;

  • b.

    € 125.000 voor de periode, genoemd in artikel 1.8, eerste lid, onder b.

Artikel 1.10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt € 12.500 per bedrijventerrein.

Artikel 1.11 Verdelingswijze

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt op volgorde van trekking en de eerst getrokken aanvraag als eerstvolgende in aanmerking komt voor subsidie en de laatst getrokken aanvraag als laatste.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld over aanvragen die:

    • a.

      opeenvolgend zijn in de rangschikking; en

    • b.

      die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger rondt het project af binnen een jaar na verlening van de subsidie.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.

Artikel 1.13 Verantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

  • a.

    de factuur van het adviesbureau;

  • b.

    de door het adviesbureau opgestelde groenblauw-visie.

Artikel 1.14 Bevoorschotting en betaling

Gedeputeerde Staten verstrekken overeenkomstig artikel 23, tweede lid, van de Asv, een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag en betalen dit in één keer.

Artikel 1.15 Subsidievaststelling

De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.

Artikel 1.16 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2029 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.

 

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 2.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 2.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling toekomstbestendige bedrijventerreinen Noord-Brabant.

’s-Hertogenbosch, 25 november 2025

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling toekomstbestendige bedrijventerreinen Noord-Brabant

I. Algemeen

 

Inleiding

Op bedrijventerreinen liggen grote opgaven en kansen voor de energietransitie, circulaire economie en klimaatadaptatie. Gedeputeerde Staten zetten daarom in op een versnelling van de verduurzaming en vergroening van bedrijventerreinen.

 

Juridisch kader

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer wat de termijnen zijn voor het nemen van een beslissing op een aanvraag en ook bevat de Asv algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht in geval van het niet, niet tijdig of niet geheel verrichten van de activiteiten of het nakomen van de verplichtingen. Daarnaast hebben Gedeputeerde Staten in de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant (Ras) nog diverse algemene bepalingen met betrekking tot subsidie vastgelegd. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies die worden verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Awb en de Asv in combinatie met de Ras noodzakelijk.

 

Paragraaf 1 Vouchers groenblauw-visie

 

Inleiding

Door participatie aan het programma werklandschappen van de toekomst zetten Gedeputeerde Staten, in lijn met de Uitvoeringsagenda Wonen en Werken, in op het aanjagen van nieuwe initiatieven op de Brabantse bedrijventerreinen rondom verduurzaming.

De vouchers zijn onderdeel van de Green Deal gesloten tussen de provincie Noord-Brabant en de stichting werklandschappen van de toekomst. De vouchers horen bij de zwermaanpak en zijn een middel om meer terreinen in Noord-Brabant aan te zetten tot verduurzaming door hen de mogelijkheid te geven een groenblauw-visie op te stellen en deel te laten nemen aan het transitieprogramma werklandschappen van de toekomst door partnerterrein te worden.

 

Staatssteun

De voucher is bestemd voor het opstellen van een groenblauw-visie, waarmee de aanzet wordt gegeven om gezamenlijk tot afspraken te komen over mogelijke maatregelen. Hoewel de subsidie bedoeld is voor ondernemingen, is de steun zelf niet bedoeld voor economische activiteiten van die ondernemingen. Vandaar dat Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat er geen sprake is van staatssteun.

 

II. Artikelsgewijs

 

Paragraaf 1 Vouchers groenblauw-visie

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

 

Algemeen

In dit artikel wordt verwezen naar een aantal begripsbepalingen uit de regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant. In artikel 1.2 van die regeling staan diverse subsidiebegrippen die de subsidieaanvrager dient te hanteren bij het indienen van zijn subsidieaanvraag en artikel 1.3 bevat een aantal kostenbegrippen die van belang zijn bij de vaststelling van de subsidiabele kosten.

 

Deelnemer

Ingevolge artikel 1.2, onder b, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant verstaan Gedeputeerde Staten onder deelnemer: “deelnemer aan een samenwerkingsverband”.

 

Samenwerkingsovereenkomst

Ingevolge artikel 1.2, onder f, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant zien Gedeputeerde Staten een samenwerkingsovereenkomst als een: “schriftelijke door alle deelnemers binnen een samenwerkingsverband ondertekende overeenkomst die ziet op het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd en waarin de taken, verantwoordelijkheden en financiële bijdragen van elke deelnemer aan het project zijn vastgelegd, alsmede de machtiging met betrekking tot het penvoerderschap”.

 

Samenwerkingsverband

Ingevolge artikel 1.2, onder g, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant bedoelen Gedeputeerde Staten met samenwerkingsverband: “natuurlijke personen of rechtspersonen die juridisch en financieel onafhankelijk zijn van elkaar en die ten behoeve van de subsidieaanvraag samenwerken, blijkend uit een bij de subsidieaanvraag te overleggen samenwerkingsovereenkomst”.

 

Kosten derden

Onder kosten derden verstaan Gedeputeerde Staten ingevolge artikel 1.3, onder m, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant: “kosten die op factuur aantoonbaar en aan derden verschuldigd zijn en die direct voor de subsidiabele activiteit worden gemaakt”.

 

Artikel 1.7 Subsidiabele kosten

Het betreft hier een subsidie in de vorm van een vast subsidiabel bedrag per opgestelde groenblauw-visie.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven