Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 11 november 2025, PZH-2025-880109899, tot wijziging van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

 

Overwegende dat het wenselijk is paragraaf 3 ‘Herbestemming Rijksmonumenten’ van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 te laten vervallen, een nieuwe paragraaf 6 ‘Groot onderhoud of restauratie kleine monumenten’ in te voegen en deze regeling op onderdelen te actualiseren;

 

Besluiten:

Artikel I  

De Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 1 wordt onder verlettering van de onderdelen l tot en met w tot m tot en met x, een onderdeel ingevoegd, luidende:

 

  • I.

    klein monument:

    • 1°.

      rijksmonument behorende tot de categorie ‘voorwerpen op pleinen en dergelijke’ van het Rijksmonumentenregister;

    • 2°.

      rijksmonument behorende tot de categorie ‘begraafplaatsen en onderdelen’ van het Rijksmonumentenregister, of door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als rijksmonument aangewezen individuele historische grafstenen of grafmonumenten;

    • 3°.

      bijgebouwen, niet zijnde een schuur groter dan 30 vierkante meter of een woonhuis, en losse elementen op het kadastrale perceel van een rijksmonument die behoren tot de categorie ‘boerderijen, molens en bedrijven’ van het Rijksmonumentenregister, of die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als rijksmonument zijn aangewezen;

    • 4°.

      muziekkiosk die behoort tot de categorie ‘cultuur, gezondheid en wetenschap’ van het Rijksmonumentenregister, of die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als rijksmonument is aangewezen;

    • 5°.

      bijgebouwen, niet zijnde een schuur groter dan 30 vierkante meter of een woonhuis, en losse elementen op het kadastrale perceel van een rijksmonument die behoren tot de categorie ‘kastelen, landhuizen en parken’ van het Rijksmonumentenregister, of die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als rijksmonument zijn aangewezen;

B.

Aan artikel 6 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

 

  • k.

    voor zover er voor hetzelfde monumentennummer subsidie wordt aangevraagd, op het moment van de aanvraag, een andere subsidie is verstrekt door de provincie Zuid-Holland korter dan 2 jaar geleden.

C.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      kosten van maatregelen om de toegankelijkheid van het rijksmonument voor mensen met een beperking te bevorderen.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel b, vervalt ‘aangevraagd bij of’.

D.

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      de bouwtechnische staat waarin het rijksmonument zich vóór aanvang van de werkzaamheden, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, bevindt;

  • 2.

    Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In onderdeel b wordt ‘voor cofinanciering van 50% of 40% minder: 0 punten;’ vervangen door ‘voor cofinanciering van 50% of 40%: 0 punten.’.

    • a.

      Onderdeel e komt te luiden:

      • e.

        criterium e: ten hoogste drie punten en wel als volgt:

         

        er wordt gebruik gemaakt van een ERM-gecertificeerde aannemer: 3 punten;

         

        er wordt in het bestek een ERM-gecertificeerde aannemer voorgeschreven: 2 punten;

         

        er wordt geen gebruik gemaakt van een ERM-gecertificeerde aannemer of dit is niet voorgeschreven in het bestek: 0 punten;

    • b.

      Aan onderdeel g wordt toegevoegd ‘en 60% van de subsidiabele kosten aanvraagt’.

E.

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot tweede tot en met vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

    • 1.

      Indien voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet is vereist, moet de aanvraag om een omgevingsvergunning uiterlijk op het moment van indiening van de aanvraag voor subsidie bij het daartoe bevoegde bestuursorgaan zijn ingediend.

  • 2.

    Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

    • 2.

      Indien de omgevingsvergunning op het moment van indiening van de aanvraag voor subsidie nog niet onherroepelijk is, verstrekken Gedeputeerde Staten de subsidie onder de voorwaarde dat de omgevingsvergunning zal worden verleend door de daartoe bevoegde instantie en onherroepelijk is binnen 2 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening.

  • 3.

    In het derde lid (nieuw) wordt ‘eerste lid’ vervangen door ‘tweede lid’.

F.

Artikel 12, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In onderdeel b wordt na ‘hiervan is’ ingevoegd ‘en blijft’.

  • 2.

    In onderdeel c wordt ‘Casco-All-Risks’ vervangen door ‘Casco-All-Risk’.

G.

Artikel 13 komt te vervallen.

 

H.

Paragraaf 3 ‘Herbestemming Rijksmonumenten’ komt te vervallen.

 

I.

Paragraaf 6 wordt vernummerd tot paragraaf 7.

 

J.

Na paragraaf 5 wordt onder vernummering van de artikelen 53 tot en met 57 tot 64 tot en met 68 een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 6 Restauratie kleine monumenten

 

Artikel 53 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor restauratie van een klein monument.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot het herstel van een klein monument.

Artikel 54 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 53 wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar van een klein monument.

 

Artikel 55 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 53, worden ingediend vanaf de eerste werkdag van juni tot en met 31 juli.

 

Artikel 56 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 53 geweigerd:

  • a.

    indien de aanvraag betrekking heeft op een klein monument dat niet is gelegen in de provincie Zuid-Holland;

  • b.

    indien de aanvrager meer dan één aanvraag indient binnen de gestelde aanvraagperiode;

  • c.

    voor zover de werkzaamheden naar het oordeel van gedeputeerde staten niet noodzakelijk zijn voor restauratie van het klein monument, door toetsing aan de Leidraad Sim;

  • d.

    indien de totale kosten van de aanvraag € 100.000,00 of meer betreffen;

  • e.

    voor zover er voor dezelfde werkzaamheden aan het kleine monument waarvoor subsidie wordt aangevraagd, op het moment van aanvraag, een andere subsidie is verstrekt door de provincie Zuid-Holland of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed korter dan 10 jaar geleden;

  • f.

    indien de aanvraag betrekking heeft op een woonhuis of zelfstandige onderdelen als bedoeld in artikel 1, onder x, onderdeel 4° of 5°.

Artikel 57 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 53 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de aanvraag heeft betrekking op maatregelen voor de instandhouding van de monumentale waarden die sober, doelmatig en noodzakelijk zijn;

  • b.

    de aanvrager beschikt over cofinanciering van minimaal 50% van de totale kosten van de aanvraag.

Artikel 58 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten die naar het oordeel van de Gedeputeerde Staten noodzakelijk zijn voor de restauratie van het rijkmonument of het zelfstandig onderdeel hiervan;

    • b.

      kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die op grond van de Sim en de daarbij behorende bijlage, bedoeld in artikel 4 van de Sim, als subsidiabel benoemd zijn;

    • c.

      kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die door Gedeputeerde Staten als sober en doelmatig zijn aangemerkt.

  • 2.

    Indien sprake is van zelfwerkzaamheid komen, in afwijking van het eerste lid, uitsluitend materiaalkosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 59 Niet-subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 2.5 van de Asv, komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die worden gefinancierd uit een subsidie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op grond van de Sim en de bijbehorende eigen bijdrage;

  • b.

    kosten van herstel van schade als gevolg van brand, storm en bliksem tot de herbouwwaarde.

Artikel 60 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000,00.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 61 Verdelingswijze

  • 1.

    Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2.

    Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag aangevuld en gecompleteerd is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 62 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      de restauratie is uiterlijk binnen twee jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening gerealiseerd;

    • b.

      de werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de geldende uitvoeringsrichtlijnen van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 63 Prestatieverantwoording

Op grond van artikel 7.1, aanhef en onder e, onder 2°, van de Asv gaat op grond van de Steunmaatregel SA.101899 de aanvraag tot subsidievaststelling naast het activiteitenverslag, ongeacht de hoogte van het verleende subsidiebedrag, vergezeld van een financieel verslag. Tevens toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van actuele kleurenfoto’s van voldoende kwaliteit.

Artikel II  

Op subsidies die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd, blijft de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 zoals deze luidde tot inwerkingtreding van deze regeling van toepassing.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2025, met uitzondering van artikel I, onderdeel J, dat in werking treedt met ingang van 1 mei 2026.

Den Haag, 11 november 2025

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

mr. A.W. Kolff, voorzitter

Toelichting behorende bij het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 11 november 2025, DOS-2025-0004285, tot wijziging van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

Artikelsgewijs

 

Artikel I, onderdeel A

In verband met de invoeging van de nieuwe paragraaf ‘Restauratie kleine monumenten’ wordt aan artikel 1 een omschrijving van ‘klein monument’ toegevoegd. De begripsbepaling bestaat uit vijf onderdelen die elk een categorie van kleine monumenten aanduidt. Ter illustratie volgt hieronder een niet-limitatieve opsomming van kleine monumenten die onder de verschillende categorieën vallen:

 

  • 1°.

    Kleine monumenten die behoren tot de categorie ‘voorwerpen op pleinen en dergelijke’ zijn: bakhuisjes, bloembakken, bruggetjes, brugwachtershuisjes, fonteinen, fruitmuren, gedenktekens, gevelstenen, grafstenen, grenspalen, hekpijlers, hekwerken, herdenkingskruisen, kiosken, lantaarnpalen, lichtbakens, obelisken, poortjes, (stads)pompen, standbeelden, straatmeubilair, sluisjes, stoeppalen, trafohuisjes, tuinmuren, vijvers en zitbanken, maar ook bijvoorbeeld een grenspaal in het buitengebied die zich niet specifiek op een plein bevindt.

  • 2°.

    Kleine monumenten die behoren tot de categorie ‘begraafplaatsen en onderdelen’ zijn: hekwerken, baarhuisjes, metaarhuisjes, individuele grafmonumenten en grafkelders.

  • 3°.

    Kleine monumenten die behoren tot de categorie ‘boerderijen, molens en bedrijven’ zijn: bakhuisjes, boenhokken, hooibergen, karnhuisjes, poorten, en kleine schuurtjes zoals varkens- of kalverenschuurtjes (tot 30m2 vloeroppervlak).

  • 4°.

    Kleine monumenten die behoren tot de categorie ‘cultuur, gezondheid en wetenschap’ zijn: muziekkiosken.

  • 5°.

    Kleine monumenten die behoren tot de categorie ‘kastelen, landhuizen en parken’ zijn: broeibakken, erfscheidingen, folly’s, fonteinen, grotten, hondenhokken, pergola’s, prielen, siervazen en ijskelders.

Artikel I, onderdeel J

Onderdeel van dit wijzigingsbesluit betreft de invoeging van een nieuwe paragraaf ‘Restauratie kleine monumenten’. Deze paragraaf voorziet in de onderhouds- en restauratiebehoefte van kleine rijksmonumenten waarvan de totale kosten van de aanvraag lager uitvallen dan €100.000,-.

Naar boven