Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 11 november 2025, nr. UTSP-4437239-5383 tot vaststelling van het Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming groen-blauw en dierenwelzijn jonge landbouwers provincie Utrecht 2025

Gedeputeerde Staten van Utrecht

 

Gelet op artikel 1.2 van hoofdstuk 1 en paragraaf 2 van hoofdstuk 2 uit de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht (hierna: de “Verordening”);

 

Besluiten:

  • I.

    het subsidieplafond voor het Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers provincie Utrecht 2025 vast te stellen op € 3.500.000 volledig bestaande uit provinciale middelen;

  • II.

    dat aanvragen kunnen worden ingediend van 3 december 2025 9.00 uur tot en met 26 februari 2026 17.00 uur;

  • III.

    de volgende nadere regels vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepaling

In aanvulling op artikel 1.1 van de Verordening wordt in deze nadere regels verstaan onder:

  • 1.

    Investeringslijst: de investeringslijst in de bijlage bij dit openstellingsbesluit.

  • 2.

    Jonge landbouwer: conform artikel 2.1.1 van de Verordening; iemand die:

    • a.

      jonger is dan 40 jaar op 31 december van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      bedrijfshoofd is op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, wat betekent dat hij:

      • i.

        als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf uitoefent in eigen naam;

      • ii.

        mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering, en;

      • iii.

        als natuurlijk persoon langdurige blokkerende zeggenschap heeft als bestuurder van een rechtspersoon, beherende vennoot, maat in de maatschap of als bestuurder van een vereniging of stichting, en;

      • iv.

        een landbouwdiploma of bewijs van vakbekwaamheid heeft, bestaande uit:

        • 1.

          een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw, of aanverwant op mbo-, hbo- of wo-niveau, of

        • 2.

          een bewijs van ten minste 2 jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername, agrarische bedrijfsvoering of aanverwant.

  • 3.

    Langdurige blokkerende zeggenschap: van langdurige blokkerende zeggenschap is sprake als de jonge landbouwer ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan 25.000 euro. Van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld onder iii, is geen sprake als:

      • i.

        de jonge landbouwer een commanditaire vennoot van het betreffende landbouwbedrijf is; of

      • ii.

        de door alle maten of vennoten ondertekende schriftelijke overeenkomst door elk der partijen eenzijdig kan worden gewijzigd of opgezegd.

  • 4.

    Landbouwer: een natuurlijke of rechtspersoon of een groep natuurlijke of rechtspersonen die landbouwproducten produceert als bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijlage I, met uitzondering van visserijproducten, alsmede hakhout met korte omlooptijd of die landbouwareaal in een staat houdt die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en –machines.

  • 5.

    Landbouwbedrijf: alle bij de Kamer van Koophandel ingeschreven eenheden ondernemingen op het grondgebied van Nederland die voor landbouwactiviteiten (als bedoeld in bijlage 1 VWEU) worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd.

  • 6.

    Regelbare drainage: drainage waarbij overtollig, ondiep grondwater niet meteen wordt afgevoerd maar langer wordt vastgehouden in de bodem en waarbij de intensiteit van de drainage worden ingesteld door de ontwateringsbasis in hoogte te variëren.

  • 7.

    Verordening: Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht.

  • 8.

    Voedselbos: een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).

  • 9.

    Zelfrijdende werktuigen: werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving.

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de in de investeringslijst als subsidiabel genoemde activiteiten die worden geplaatst of gebruikt in de provincie Utrecht.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie kan betrekking hebben op meerdere investeringscategorieën.

Artikel 3 Aanvrager

Overeenkomstig artikel 2.2.3 van de Verordening kan subsidie worden verstrekt aan jonge landbouwers of een samenwerkingsverband van jonge landbouwers.

Artikel 4 Aanvraagvereisten

  • 1.

    Onverminderd artikel 2.2.4 van de Verordening en artikel 1.6 van de Verordening, wordt de aanvraag om subsidie vergezeld van:

    • a.

      een heldere beschrijving van de investering en de investeringscategorie, alsmede een onderbouwing waaruit blijkt dat de investering binnen de categorie past;

    • b.

      één of meerdere offertes als onderdeel van de toelichting op de begroting;

    • c.

      in het geval het project vergunningsplichtig is, een bewijsstuk van het starten van de vergunningprocedure dan wel de reeds verkregen vergunning;

    • d.

      de notariële akte van overdracht van aandelen of van de oprichting van de bv en het aandelenregister of de door alle maten getekende maatschapsakte met vermelding van alle maten;

    • e.

      een kopie van een identiteitsdocument van de jonge landbouwer; en

    • f.

      een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant op mbo-, hbo- of wo-niveau, of een bewijs van ten minste 2 jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername, agrarische bedrijfsvoering of aanverwant.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.6, tweede lid sub c wordt het financieringsplan ingediend middels het digitale aanvraagformulier zoals beschikbaar is in het GLB-webportal.

  • 3.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer met een biologische bedrijfsvoering of een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw wordt de aanvraag vergezeld van een erkend SKAL-certificaat of kwaliteitskeurmerk waaruit dit blijkt.

  • 4.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw wordt de aanvraag vergezeld van het inschrijfnummer en documentatie van een certificerende instantie ter onderbouwing dat de bedrijfsomschakeling is gestart.

  • 5.

    Aanvragen worden ingediend via het online GLB-webportal.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover zij direct verbonden zijn met de uitvoering van de desbetreffende subsidiabele activiteiten, komen voor subsidie in aanmerking de kosten voor de investeringen met betrekking tot de investeringscategorieën zoals vastgelegd in de investeringslijst.

  • 2.

    Overeenkomstig artikel 2.2.5, eerste lid van de Verordening komen alleen kosten zoals bedoeld in artikel 1.8 onder e van de Verordening voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Subsidiabele kosten worden berekend volgens artikel 1.9a uit de Verordening.

Artikel 6 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 1.10 van de Verordening komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor de aanschaf van zelfrijdende werktuigen;

  • b.

    kosten voor abonnementen op software-updates en servicecontracten;

  • c.

    kosten voor apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensortechniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones; en

  • d.

    kosten voor energieopwekking welke niet uitsluitend wordt ingezet ten behoeve van de eigen landbouwonderneming.

Artikel 7 Hoogte subsidie

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 2.2.7 tweede lid van de Verordening, bedraagt de subsidie 55% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie bedraagt 80% van de subsidiabele kosten indien sprake is van investeringen in waterbeheervoorzieningen ter verlaging van risico's van verontreiniging van oppervlaktewater door erfspoeling.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal € 100.000 per aanvraag.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 van de Verordening wordt subsidie geweigerd indien de te beschikken subsidie bij verlening lager is dan € 10.000.

  • 2.

    Per jonge landbouwer kan op grond van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd.

  • 3.

    Indien een landbouwbedrijf uit meerdere landbouwers bestaat kan in het kader van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden verstrekt aan het landbouwbedrijf.

Artikel 9 Selectie en rangschikking

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van rangschikking van de aanvragen op basis van de investeringslijst.

  • 2.

    In overeenstemming met artikel 1.12, vijfde lid, onderdeel d van de Verordening wordt bij een aanvraag bestaande uit investeringen binnen meerdere investeringscategorieën voor de rangschikking het per investeringscategorie aan de investeringen toegekende aantal punten opgeteld en vervolgens door het aantal investeringscategorieën gedeeld.

  • 3.

    Voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.12 lid 1 sub c en artikel 2.2.8 van de Verordening hanteren Gedeputeerde Staten de scores van de investeringslijst.

  • 4.

    In overeenstemming met artikel 2.2.8 lid 3 krijgen landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw bij de rangschikking een extra punt toegekend.

  • 5.

    De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.

  • 6.

    In het geval het subsidieplafond zal worden overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen is gelijk, zal selectie van deze aanvragen plaatsvinden door middel van loting.

Artikel 10 Voorschot en deelbetalingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.17 van de Verordening verstrekken Gedeputeerde Staten geen voorschot.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.18 van de Verordening verstrekken Gedeputeerde Staten geen deelbetalingen.

Artikel 11 Verplichtingen

  • 1.

    Wanneer sprake is van financial lease dient de subsidieontvanger eigenaar te zijn voordat de instandhoudingstermijn als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening is afgelopen. Dat betekent dat hij voor die tijd alle termijnen moet hebben voldaan.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.15 en artikel 1.20 lid 2 van de Verordening loopt de projectperiode tot één jaar na dagtekening van de verleningsbeschikking.

  • 3.

    Indien de subsidiabele activiteit wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de projectperiode, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde staten tot verlenging van de termijn tot en met uiterlijk 31 december 2028.

  • 4.

    Overeenkomstig artikel 1.7, vijfde lid van de Verordening gelden voor de vaststelling van subsidies welke zijn verleend in het kader van dit openstellingsbesluit, de regels voor arrangement 2 zoals opgenomen in artikel 1.20 van de Verordening.

  • 5.

    De subsidieontvanger toont door middel van een prestatieverklaring aan dat aan de subsidie verbonden verplichtingen, genoemd in artikel 1.20, vierde lid, onder b van de Verordening, is voldaan.

  • 6.

    In aanvulling op artikel 1.22 van de Verordening is het niet mogelijk om van investeringscategorie te wisselen.

  • 7.

    In geval het project vergunningsplichtig is, wordt uiterlijk bij vaststelling de verleende vergunning meegezonden.

Artikel 12 Publicatie en inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13 Werkingsduur

Dit besluit vervalt van rechtswege op 31 december 2029.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers provincie Utrecht 2025.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 11 november 2025.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol- van Leeuwen

Toelichting bij het Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers provincie Utrecht 2025

LEESWIJZER

 

Voorliggend openstellingsbesluit moet in samenhang gelezen worden met de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 van de provincie Utrecht.

 

Met dit openstellingsbesluit wordt paragraaf 2 uit hoofdstuk 2 van de Verordening – productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers – opengesteld. De artikelen 2.2.1 tot en met 2.2.8 van paragraaf 2 uit hoofdstuk 2 van de Verordening moeten tezamen gelezen worden met de artikelen in dit openstellingsbesluit. Daarnaast zijn de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 en slotbepalingen uit hoofdstuk 3 van de Verordening ook van toepassing op een aanvraag.

 

  • I.

    Algemeen

Voorliggende regeling is een regeling vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in de Provincie Utrecht. Het GLB loopt van 2023 tot en met 2027. Alle projecten moeten voor 1 april 2029 worden vastgesteld. Het programma is gericht op slimme veerkrachtige landbouw, milieu-, biodiversiteits- en klimaatdoelen en brede plattelandsontwikkeling.

 

De maatregel voor productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn (gericht op bedrijfsverduurzaming) is vooral bedoeld om de aanschaf van moderne installaties en machines te stimuleren, waarmee landbouwers het eigen bedrijf kunnen verduurzamen. Dit doen zij door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst.

 

Gedeputeerde Staten van Utrecht stellen een lijst vast met innovatieve duurzame investeringen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering van landbouwers in Utrecht. Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor verduurzaming. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie, effectiviteit, haalbaarheid en efficiëntie. De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen (Strategic Objectives; SO’s) behorend bij deze interventie, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), de Nederlandse uitwerking van het Europese GLB, namelijk:

  • -

    SO1 Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, ten behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie.

  • -

    SO2 Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering.

  • -

    SO4 Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen.

  • -

    SO5 Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen.

  • -

    SO6 Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen.

  • -

    SO9 Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie.

Aan iedere investeringscategorie zijn één of meerdere resultaatindicatoren gekoppeld. Het betreft:

  • -

    R.09 Modernisering van landbouwbedrijven: Aandeel van landbouwbedrijven dat investeringssteun ontvangt om te herstructureren en te moderniseren, onder meer om de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren;

  • -

    R.16 Investeringen in verband met klimaat: Aandeel van landbouwbedrijven dat profiteert van GLB-investeringssteun die bijdraagt aan de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, en aan de productie van nieuwe energie of biomaterialen;

  • -

    R.26 Investeringen in verband met natuurlijke hulpbronnen: Aandeel van landbouwbedrijven die profiteren van productieve en niet-productieve investeringssteun van het GLB in verband met de zorg voor de natuurlijke hulpbronnen;

  • -

    R.32 Investeringen in verband met biodiversiteit: Aandeel van landbouwbedrijven dat profiteert van investeringssteun van het GLB dat bijdraagt aan biodiversiteit.

Landbouwbeleid provincie Utrecht

 

De provincie Utrecht streeft naar een maatschappelijk gewaardeerde én duurzame landbouw. Een landbouw die circulair en natuurinclusief is en zeker ook economisch rendabel: een landbouw met perspectief. Een duidelijk (ontwikkel)perspectief voor individuele agrariërs is een belangrijke sleutel om de doelen op het gebied van natuur, water en klimaat te kunnen halen (Het provinciaal landbouwbeleid is beschreven in het Toekomst landbouw en voedsel provincie Utrecht 2050 en in de provinciale Omgevingsvisie).

 

Onder ‘Natuurinclusieve kringlooplandbouw’ verstaan wij: landbouw die de natuur spaart (minder emissies), werkt met natuur en natuur produceert. Daarmee worden circulaire landbouw (minder emissies, efficiënt gebruik natuurlijke hulpbronnen) en klimaatneutrale landbouw (minder broeikasgassen, adaptatie) verbonden met natuurinclusieve landbouw.

 

De openstelling productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn maakt het voor jonge landbouwers mogelijk om door middel van het investeren in fysieke maatregelen bij te dragen aan de Utrechtse doelen als natuurinclusieve kringlooplandbouw.

 

Aanvraagprocedure en benodigde documenten

 

Om in aanmerking te komen voor subsidie op basis van dit openstellingsbesluit moet er een subsidie aanvraag worden ingediend via het online portal van RVO. De link naar het online aanvraagportal wordt enkele dagen voor de openstelling bekend gemaakt via de website van de Provincie Utrecht. Om uw aanvraag te kunnen doen is E-herkenning 3+ benodigd.

 

Bij de aanvraag moeten verschillende verplichte bijlagen worden meegestuurd, waaronder een volledig ingevuld format begroting en een onderbouwing van de kosten. Ook kunnen er één of meerdere bijlagen verplicht zijn in uw situatie, zoals een volledig ingevulde MKB-verklaring of een vergunning, indien deze noodzakelijk is voor het uitvoeren van het project.

 

Na afronding van het project is er 13 weken de tijd om een vaststellingsverzoek in te dienen in het online portal. De eisen welke daaraan worden gesteld zijn uitgewerkt in de toelichting van artikel 9.

 

  • II.

    Artikelsgewijs

Hierna volgt een nadere toelichting bij de artikelen uit paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Verordening die van toepassing zijn op voorliggend openstellingsbesluit.

 

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Op basis van de investeringslijst in de bijlage van het openstellingsbesluit kan aangegeven worden voor welke investeringen in welke investeringscategorieën subsidie wordt aangevraagd. Er kan dus een aanvraag worden ingediend voor meerdere investeringen en in meerdere categorieën. Alleen investeringen die direct aansluiten bij de voorwaarden en omschrijvingen uit de investeringslijst komen voor subsidie in aanmerking.

 

Onder investeringen in bedrijfsmiddelen valt zowel aanschaf als financial lease van bedrijfsmiddelen.

 

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie wordt enkel en alleen verstrekt aan jonge landbouwers of samenwerkende jonge landbouwers. Een jonge landbouwer is in ieder geval jonger dan 40 jaar en bedrijfshoofd van het landbouwbedrijf op het moment van de aanvraag. De voorwaarden voor jonge landbouwers zijn opgenomen in artikel 2.1.1 van de Verordening.

 

Artikel 4 Aanvraagvereisten

In de aanvraag om subsidie moeten de begrote kosten duidelijk worden gespecificeerd aan de hand van bijvoorbeeld een offerte of kostenspecificatie. Op de offerte dienen de investeringen uitgebreid gespecificeerd te worden zodat vanuit de onderbouwing met de offerte een duidelijke link gelegd kan worden met de aangevinkte investeringscategorie.

 

Subsidie wordt alleen aan landbouwers verstrekt. Om aan te tonen dat sprake is van een landbouwbedrijf, wordt de inschrijving van het landbouwbedrijf bij de Kamer van Koophandel gecontroleerd. Wanneer de investeringen vergunningplichtig zijn, moet bij de aanvraag een bewijs van aanvraag van de vergunning of het besluit op de vergunningaanvraag worden overlegd. Voor investeringen in stuwen en peilgestuurde drainage dient u voor een vergunning contact op te nemen met uw waterschap.

 

Ten aanzien van artikel 4 lid 3 van dit openstellingsbesluit:

Een voorbeeld van een erkend certificaat is het Skal-certificaat, afgegeven door Skal Biocontrole. Demeter is een voorbeeld van een kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten kunnen enkel bestaan uit overige kosten (kosten bij derde partijen, ook wel ‘kosten derden’ genoemd) ten behoeve van de voorgenomen investeringen.

 

In overeenstemming met artikel 2.2.5 van de verordening komen alleen kosten zoals bedoeld in artikel 1.8 onder e van de Verordening voor subsidie in aanmerking. Dit betekent dat géén subsidie wordt verstrekt voor:

  • -

    loonkosten inclusief overheadkosten;

  • -

    de kosten van door een subsidieontvanger verrichte eigen arbeid inclusief overheadkosten;

  • -

    bijdragen in natura in de vorm van door of namens de subsidieontvanger op geld te waarderen inbreng van producten of diensten, waar geen bonnen en betaalbewijzen voor beschikbaar zijn en die voldoen aan de criteria genoemd in artikel 67, eerste lid, van verordening 2021/1060 of

  • -

    afschrijvingskosten als bedoeld in artikel 67, tweede lid, van verordening 2021/1060;

  • -

    Subsidie wordt alleen verstrekt voor andere kosten dan de hiervoor genoemde, onder de voorwaarde dat een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.

De subsidiabele kosten worden berekend overeenkomstig artikel 1.9a van de Verordening. Dit houdt in dat de begroting op basis van werkelijke kosten wordt opgesteld. De begroting bevat altijd kosten exclusief BTW. Alleen wanneer een aanvrager BTW niet kan verrekenen, kan BTW worden opgevoerd als kosten. Een onderneming kan BTW altijd verrekenen met de belastingdienst, waardoor BTW niet subsidiabel is.

 

Artikel 6 Niet subsidiabele kosten

Deze regeling is gericht op enkel het subsidiëren van nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen voor het landbouwbedrijf. Kosten voor bijvoorbeeld het gebruik of beheer van de investering, bijvoorbeeld een machine, zijn niet subsidiabel. Ook kosten van investeringen die in relatie staan tot energieopwekking die verder gaat dan het eigen gebruik op het landbouwbedrijf, zijn niet subsidiabel (het worden van een (netto)energieleverancier. Een investering ten behoeve van energieopwekking is alleen subsidiabel, indien de energie wordt opgewekt ten behoeve van de eigen landbouwonderneming.

 

Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven komen niet voor op de lijst en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komt niet voor subsidie in aanmerking. Daarnaast wordt er geen subsidie verstrekt voor de aanschaf van (semi) zelfrijdende werktuigen of tractoren/trekkers. Dergelijke voertuigen zijn voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semiautonome werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.

 

Ook komen abonnementen op software updates en servicecontracten en apparatuur benodigd voor het aflezen en weergeven van de ICT- en sensortechnieken waaronder computers, laptops, tablets en smartphones niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 7 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt 55% van de kosten van de investeringen wat betekent dat de eigen bijdrage minimaal 45% bedraagt. De subsidie voor investeringen ligt bij verlening tussen € 10.000,- en € 100.000,-. Dit geldt ook voor een samenwerkingsverband. Als meerdere agrariërs samen een aanvraag doen, kunnen zij dus kleinere investeringen gesubsidieerd krijgen als het totale subsidiebedrag van de aanvraag hoger is dan € 10.000,- (en lager dan € 100.000,-).

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden zoals beschreven in artikel 1.5 van de Verordening zijn hier van toepassing en onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien:

  • 1.

    door aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is aangevraagd in dezelfde aanvraagperiode;

  • 2.

    voor dezelfde activiteiten en subsidiabele kosten op grond van enige regeling reeds subsidie is verstrekt tot het op grond van deze regeling toegestane maximale subsidiepercentage of -bedrag;

  • 3.

    de activiteiten niet overwegend plaatsvinden in provincie Utrecht, tenzij de activiteiten of de resultaten ervan aantoonbaar ten goede komen aan ingezetenen van provincie Utrecht, of de activiteiten of de resultaten daarvan aantoonbaar op enigerlei wijze het belang van de provincie Utrecht dienen;

  • 4.

    in het opstellingsbesluit de benodigde nationale overheidsfinanciering als bedoeld in artikel 1.4, niet of niet volledig beschikbaar is gesteld en de aanvraag niet voorzien is van een bijdrageverklaring of een subsidiebeschikking voor de benodigde resterende nationale overheidsfinanciering;

  • 5.

    de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in de relevante voorschriften inzake staatssteun van de Europese Unie;

  • 6.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat, volgend op een eerdere beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;

  • 7.

    de activiteiten een voorziene negatieve uitwerking hebben op het dierenwelzijn van landbouwhuisdieren, te weten dieren die in het kader van de uitoefening van een landbouwbedrijf worden gehouden in verband met de productie van bijvoorbeeld melk, vlees, wol, veren of eieren of in verband met het berijden van dieren;

  • 8.

    de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag op de uiterste datum van indiening;

  • 9.

    reeds gestart is met de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 9 Selectie en rangschikking

Per aangevinkte categorie uit de investeringslijst kan een puntenscore worden behaald. Als sprake is van meerdere investeringscategorieën in een aanvraag, dan worden de puntenscores gemiddeld. Dit wil zeggen dat de scores van de aangevinkte investeringscategorieën bij elkaar worden opgeteld en gedeeld worden door het aantal investeringscategorieën. Uiteindelijk wordt op basis van het subsidieplafond subsidie toegekend aan de hoogst scorende aanvragen.

 

Voorbeeld: een aanvrager vraagt subsidie aan voor de volgende investeringen en investeringscategorieën, de te behalen puntenscore is dan als volgt:

 

Investeringscategorie

Score

Aantal investeringen

Behaalde score

Mechanische vliegenval voor rundvee

18

Drie vliegenvallen

18

Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding

15

Een schoffelwerktuig

15

Totaal

33

Definitief behaalde score

16,5 (33/2)

 

Naast de punten die in de investeringslijst staan genoemd worden aan landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw een extra punt toegekend. Indien de aanvraag wordt gedaan door een samenwerkingsverband met landbouwers wordt er per samenwerkingsverband één extra punt toegekend wanneer een of meer landbouwers biologische bedrijfsvoering hebben of omschakelen naar biologische landbouw. Dit extra punt wordt opgeteld bij het puntenaantal bij betreffende investering in de investeringslijst.

 

Na sluiting van de indieningstermijn worden alle tijdig ontvangen aanvragen op basis van deze punten gerangschikt. Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben gekregen en de som van de aangevraagde bedragen dusdanig is dat het subsidieplafond wordt overschreden wordt de rangschikking, en daarmee de selectie, van de aanvragen bepaald door loting.

 

Artikel 10 Voorschot en deelbetalingen

Gedeputeerde Staten verstrekken geen voorschot of deelbetaling.

 

Artikel 11 Verplichtingen

Binnen een jaar na subsidietoekenning moet het investeringsplan zijn uitgevoerd en de kosten van de investeringen gemaakt zijn. Vanaf het moment van indienen van de aanvraag mag al gestart worden met het doen van investeringen. Uitbetaling van de subsidie vindt plaats op basis van het overleggen van een prestatieverklaring, een bewijs waaruit blijkt dat de investeringen ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Subsidieverstrekking vindt plaats in de vorm van een vast bedrag.

Bijlage: Investeringslijst bij het Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn voor jonge landbouwers provincie Utrecht 2025

 

Water

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Regelbare drainage

Subsidiabel:

De aanschaf en aanleg van:

  • Regelbare drainage

  • De aanpassing van bestaande drainage met een extra ontluchtingsdrain, waardoor deze regelbaar wordt

R9/R16/R26

17

2

Stuwen

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Waterconserveringsstuw

  • Knijpstuw

  • Zoete stuw

R9/R16/R26

14

3

Ondergrondse waterberging

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Voorzieningen voor ondergrondse wateropslag, waaronder freshmaker, kreekrug- infiltratiesystemen en diepdraininfiltratie

R9/R16/R26

15

4

Materieel voor bewerking van percelen gericht op vermindering perceelafspoeling

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Drempelmachine voor ruggenteelten

  • Wafeltjesmachine

  • Gitterrollen

R9/R16

17

5

Waterbesparende precisieberegening en irrigatie

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Dripirrigatie/druppelslangen, inclusief besturing voor beregening/irrigatie en fertigatiesystemen

  • Aanschaf vlaksproeiers (alleen in combinatie met beregeningsbomen)

  • Aanschaf beregeningsboom

  • RWS (Root Watering System)

  • Sub-surface druppelirrigatie

  • Flippers en vernevelaars

  • Laagvolume sproeier ten behoeve van nachtvorstbestrijding

  • Elektrische aansturing van deze beregeningsbevloeiings-apparatuur

  • Debietmeter voor pomp + telemetrie ten behoeve van het gebruik van bovenstaande investeringen

  • Software voor alle soorten sensor-gestuurde irrigatie, in combinatie met bovenstaande investeringen

Niet subsidiabel

  • Reguliere beregeningshaspels, inclusief slang

  • Pompen

  • Aggregaat

  • Sproeibomen voor gewasbescherming

  • Reservoir voor opslag van beregeningswater/bevloeiingswater

R9/R16/R26

18

6

Waterbeheer-voorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een veehouderij of door afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Overdekte of onoverdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag en zuivering of verdamping van waswater.

  • Een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem of de aanschaf van zuiveringssystemen die werken op basis van ozon of UV voor het zuiveren van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Systemen voor de verdamping van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Aanleg en inrichting van een erf waarbij erfwater wordt opgevangen voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen voor een gesloten erf voor gewasbeschermings-middelen.

  • Kistenwasser, inclusief opvang restwater voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen.

  • Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem, inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer

  • Aanvullende erf-en zuiveringsvoorzieningen voor de bollenteelt met spoelwater

  • Helofytenfilter voor het zuiveren afspoelend water van het erf of voor gebruik in de erfsloot

  • Opvang- en afvoersysteem van perssappen onder sleufsilo’s

Niet subsidiabel

  • Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen

  • Overkapping voor een voederopslag

  • Overkapping voor een mestopslag

  • Kosten voor herinrichting van het erf

  • Erfverharding welke niet noodzakelijk is voor bovenstaande investeringen

  • Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering

  • Kuilplaten

  • Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater.

R26

14

7

Bovengrondse wateropvang (inclusief hemelwateropvang)

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Waterbassins en silo’s ten behoeve van hemelwateropvang inclusief bijbehorende pijpleidingen en voorzieningen ten behoeve van de opvang van hemelwater van daken.

  • Bijbehorende kosten voor, hekwerk, taludbescherming en graafwerk

R9/R16/R26

16

8

EC meters en monitoringssensoren

Subsidiabel:

Aanschaf en aanleg van:

  • EC meters en monitoringssystemen voor het bepalen van vocht-, zuur- en zoutgehalte

  • Continuemeters

  • Grondwatermeters

  • Oppervlaktewatermeters bij beregening uit oppervlaktewaters

  • Penetrometers

  • PH meters

  • Vochtsensoren

  • Monitoringssensoren voor nitraat en fosfaat voor zowel bodem als oppervlaktewater

R9/R16/R32

16

 

Biodiversiteit en biologische bestrijding

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Autonome en semi-autonome niet-chemische bestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Autonome en Semi-autonome systemen die ziekten/plagen/onkruiden herkennen en op duurzame wijze bestrijden in het veld

    • o

      Thermisch

    • o

      Mechanisch

    • o

      Laser

    • o

      Elektrisch

  • Systemen ten behoeve van niet-chemische bestrijding van schadelijke insecten

Niet subsidiabel

  • Sorteermachines

R9/R32

16

4

Vermindering bodemverdichting door brede banden en rupsbanden

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Rupsbanden voor onder tractor of zelfrijdende oogstmachine

  • Luchtdrukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 5 minuten op 2 bar kunnen worden gebracht in combinatie met maximaal vier VF banden per aangeschaft systeem

R9/R26/R32

16

5

Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Schoffeltuig

  • Mechanische loofsnijder of mechanische wortelsnijder of looftrekker

  • Vinger- of torsiewieders en wiedeggen

  • Maaiers voor paden in de fruitteelt

  • Doorzaaimachine voor blijvend grasland

  • Weed seed crusher

  • Beetle Eater

  • Colorado Beetle Catcher

R9/R26/R32

15

6a

Verwerken bedrijfsgewassen tot krachtvoer

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Machines of installaties om producten mee te bewerken zoals malen, pletten en snijden

  • Hooidrooginstallaties

Niet subsidiabel

  • Voermengwagen of machines voor het uitkuilen of verwerken van ruwvoer.

  • Opslag zoals sleufsilo’s en kuilplaten en silo’s machines of systemen om krachtvoer te verstrekken.

  • Maïshakselaars en combines.

Opmerking

  • Alleen machines voor eerstegraad bewerking zijn subsidiabel

R9/R26

14

6b

Verwerken bedrijfsgewassen tot meststoffen

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Apparatuur voor het verhakselen van materiaal

  • Toepassingen om (gras)klaver, andere eiwitrijke gewassen of groenbemesters te verwerken zodat deze bruikbaar is als kunstmest- en krachtvoervervanger, op voorwaarde dat dit gebeurt met hernieuwbare energie (bijvoorbeeld drogen, persen, pelleteren en opslaan).

R9/R26

16

7

Verwerken en toepassen van organisch restmateriaal

Omschrijving

Investeringen die specifiek bedoeld zijn voor de verwerking van organisch restmateriaal met als doel het verhogen van bodemkwaliteit, zoals materieel voor het maaien en ophalen van slootkanten, het verwerken en toepassen van gewasresten, maaisel van slootkanten, bermen of natuurterreinen, slootbagger of compost hiervan.

 

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Machines en werktuigen voor het inwerken, mulchen of onderwerken van gewasresten, ruige mest, vaste mest en groenbemester met behulp van schijven(eg), rollen, tanden of snijders.

  • Eco-ploeg waarmee op 15 cm diep geploegd kan worden.

  • Materiaal om specifiek voor het maaien van slootkanten maaisel op de kant te kunnen deponeren en ophalen voor verdere verwerking

  • Maai/blaas systemen voor het maaien van slootkanten

  • Materieel voor het verwerken van organisch restmaterieel zoals compostverwerkers.

  • Baggerspuit voor het verspreiden van slootbagger over het perceel.

  • Lekvrije, emissie reducerende opslagplaatsen voor compost, champost en bokashi voor langere termijn (meer dan 9 maanden)

  • Werktuigen voor het snijden of hakselen en gelijkmatig uitstrooien van beheergras, bermmaaisel, slootmaaisel of gewasresten over landbouwgrond

  • GPS in combinatie met één van bovenstaande investeringen

  • Wildredder in combinatie met één van bovenstaande systemen/werktuigen

Niet subsidiabel

  • Mestverwerkings-installaties

  • Reguliere grasmaaiers

  • Afleverkosten en abonnementen.

  • Kiepwagens, silagewagens en opraapwagens

R9/R26/R32

16

 

Energie en klimaat

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

2

Aanpassing klimaat-verandering

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Nachtvorst propeller

  • Anti hagelgeneratiesystemen

  • Hagelnetten

  • Regenkappen

  • Parasols ter voorkoming van zonnebrand bij fruitteelt

  • Insectengaas

R9/R16

16

 

Veehouderij

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Comfortabele ligplaatsen voor veehouderij

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een mat, matras, waterbed, gelmatras voor koeien om op te rusten met voldoende indrukbaarheid conform DLG test (uitslag: blijvende elasticiteit ≥ 15 mm indrukking bij een belasting van 2000N per 75 cm2 of DLG test goed (++)).

  • Een diepstrooiselbox: dik ingestrooide ligbox met zaagsel, stro, zand of ander organisch materiaal, met uitzondering van dikke fractie uit mestscheiders. Met strooiselkering aan voor- en achterzijde van de box van minimaal 15 cm hoog, gemeten loodrecht vanaf de bodem. Indien boxen in een dubbele rij liggen en aan de kopkant op elkaar aansluiten dan is daar geen strooiselkering vereist.

  • Een combinatie van mat of matras met diepstrooisel, waarbij indrukbaarheid mat/matras conform DLG test met uitslag goed (+) de hoogte strooiselkering loodrecht gemeten vanaf bovenkant mat/matras 8 cm.

Niet subsidiabel

  • Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren

  • De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen

R9/R44

18

2

Digitale voorzieningen voor weidegang

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen ten behoeve van weidegang die diergerelateerde zaken kunnen registreren en monitoren

  • Trackers via een oormerk of band

  • Automatische weide-selectiepoorten voor toegang richting de weide

  • Aanschaf van software behorend bij een selectiepoort en/of GPS systeem

  • Monitoringssystemen t.b.v. weidegang, waarbij het aantal dieren wat buiten loopt kan worden gemonitord.

R9/R44

18

5a

Voorzieningen voor weidegang voor graasdieren

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een oversteekplaats zoals een koetunnel, dam of brug

  • Veeroosters

  • Mobiele melkrobot en mobiele melksystemen

  • Schuilmogelijkheden

  • Voorzieningen ter voorkoming van hittestress

  • Drinkwatervoorzieningen

Niet subsidiabel

  • Kavel- en koepaden

R9/R44

17

6

Stalklimaat

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Koelsystemen voor dieren; water mistvernevelsystemen, PET-koeling en airco

  • Automatisch gecontroleerde natuurlijke ventilatie (ACNV)

  • Voor kraamstal zeug en biggen: Directe warmtebron, infrarood paneel, vloerverwarming en/of (vloer)koeling voor zeugen

  • Voor pluimvee: Infraroodpanelen en/of vloerverwarming voor het verwarmen van jonge kuikens

  • Voor pluimvee en varkens: Daglichtvoorzieningen die minstens 2% van het vloeroppervlak beslaan met lichtdoorlatende wand-of dakplaten

Niet subsidiabel:

  • Elektrische stalverlichting

R9/R16/R44

17

12

Gekartelde schoftboom en roterende borstel

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Gekartelde schoftboom inclusief bevestigingsmateriaal zoals beugelklemmen e.d.

  • Roterende borstel voor koeien, geiten of zeugen.

Niet subsidiabel

  • Overige kosten voor onderdelen van ligboxafscheidingen, zoals de ligboxen zelf

  • Niet roterende koeborstel, bijvoorbeeld met een spiraalveer

R9/R44

17

13

Mechanische vliegenval voor rundvee

Subsidiabel

  • Mechanische vliegenval

Niet subsidiabel

  • Chemische vliegenbestrijding 

R9/R44

18

14

Monitorings-systemen diergezondheid

Subsidiabel

  • Monitoringssystemen die gezondheidskenmerken monitoren waaronder activiteit, herkauw en temperatuur

R9/R44

15

 

Precisielandbouw

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

2

Precisiebemesting

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas

  • (fertigatie)

  • Systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt doorvertaald in het doseren van de meststoffen

  • Systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats specifieke teeltoptimalisatie

  • GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart voor bovenstaande systemen (alleen in combinatie met aanschaf van bovenstaande systemen)

Niet subsidiabel

  • Zodenbemester

  • Systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest

  • Systemen die plaatsspecifiek vloeibare stikstofhoudende (kunst)meststoffen in de bodem kunnen toepassen

R9/R26/R32

18

3a

Precisiegewas-bescherming met reducerende technieken

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Spuitmachine bestemd voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen aan gewassen in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt, of bedekte teelt waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50% wordt gereduceerd

  • Spuitmachine met driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen sleepdoektechniek waardoor minimaal 95% driftreductie wordt bereikt.

  • Spuitmachine met volumereducerende technieken

  • Een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon water en spuitvloeistof

  • Driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen voor een bestaande spuitmachine die zorgen voor minimaal 95% driftreductie.

  • Een spuitmachine waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden door een selectieve doseringseenheid

Niet subsidiabel

  • Kosten voor gebruik van drift reducerende additieven

Opmerkingen

  • Het percentage restvloeistofreductie of driftreductie moet worden vermeld op de offerte.

R9/R26/R32

16

3b

Plaatsspecifieke precisiegewas-bescherming

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Machine bestemd voor plaatsspecifieke bestrijding van ziekten, plagen of onkruiden in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegrondsteelt of bedekte teelt zonder gebruik van chemische gewasbeschermings-middelen

  • Camerabesturing voor bestaande schoffelwerktuigen

  • Systemen die op basis een taakkaart kunnen spuiten, eventueel in combinatie met PWM doppen (pulse width modulation)

  • Spotspray toepassingen: herkenning van onkruid met behulp van camera’s waarna alleen het onkruid bespoten wordt (sterke middelreductie)

R9/R26/R32

18

 

Naar boven