Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant van 7 november 2025 houdende de instelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie voor de voorbereiding van de aanbeveling inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning (Verordening betreffende de vertrouwenscommissie inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning Noord-Brabant 2025)

Provinciale Staten van Noord-Brabant;

 

Gelezen het voorstel van het presidium van 6 oktober 2025, nr. 55/25 A;

 

Gelet op de artikelen 61a en 61 c van de Provinciewet;

 

Overwegende dat de ambtsperiode van de commissaris van de Koning, mevrouw I.R. Adema, eindigt op 1 oktober 2026 en zij de wens heeft uitgesproken voor herbenoeming in aanmerking te willen komen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

commissie: vertrouwenscommissie inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant;

minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

secretaris: secretaris van de commissie.

Artikel 2 Instelling

Er is een vertrouwenscommissie die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant.

Artikel 3 Taak en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie is belast met de voorbereiding van een aanbeveling van Provinciale Staten aan de minister inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant.

  • 2.

    De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de commissaris van de Koning aan de hand van:

    • a.

      de profielschets zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 17 april 2020;

    • b.

      de verslagen van de klankbordcommissie commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant;

    • c.

      eventuele gewijzigde eisen door ontwikkelingen binnen de provincie waardoor de specifieke rol en de functie van de commissaris wijzigen.

  • 3.

    De commissie legt haar bevindingen schriftelijk vast in een verslag aan Provinciale Staten.

  • 4.

    Alvorens het verslag aan Provinciale Staten te zenden, bespreekt de commissie dit met de commissaris van de Koning.

  • 5.

    Indien afspraken met de commissaris van de Koning worden gemaakt over haar functioneren, worden deze in het verslag aan Provinciale Staten vermeld.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit ten minste acht leden en ten hoogste zoveel leden als er op het moment van benoeming fracties zijn in Provinciale Staten.

  • 2.

    Provinciale Staten benoemen de leden van de commissie uit hun midden, met dien verstande dat per fractie maximaal één lid in de commissie benoemd kan worden.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 4.

    Provinciale Staten wijzen uit de leden van de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 5 Secretariaat en ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De griffier van Provinciale Staten is secretaris van de commissie en verleent uit dien hoofde ambtelijke bijstand aan de commissie. De griffier neemt deel aan de vergaderingen van de commissie.

  • 2.

    De plaatsvervangend griffier kan de griffier bijstaan in het verlenen van de ambtelijke bijstand. De plaatsvervangend griffier kan door de voorzitter worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering van de commissie.

  • 3.

    De provinciesecretaris is de tweede secretaris van de commissie en kan door de voorzitter worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering van de commissie.

  • 4.

    De personen, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste een derde deel van de leden dit noodzakelijk acht.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie vinden gelet op artikel 61c van de Provinciewet plaats achter gesloten deuren.

  • 5.

    Van het behandelde ter vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld. De verslagen van de vergaderingen zijn geheim.

  • 6.

    De leden van de commissie en de personen, bedoeld in artikel 5, eerste tot en met derde lid, hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen mondeling of schriftelijk ter kennis is gebracht.

  • 7.

    De voorzitter van de commissie ziet erop toe dat aan geheimhouding wordt voldaan.

  • 8.

    Ten aanzien van de stukken die door de commissie aan Provinciale Staten worden gezonden en de beraadslagingen daarover in Provinciale Staten, van het verslag van het overleg met de commissaris van de Koning en van de stukken die door Provinciale Staten aan de minister worden gezonden geldt op grond van artikel 61c, tweede lid, van de Provinciewet voor Provinciale Staten een geheimhoudingsplicht.

  • 9.

    De behandeling van de in het achtste lid genoemde stukken, gegevens of informatie door Provinciale Staten vindt achter gesloten deuren plaats.

  • 10.

    De aanbeveling inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning is gelet op artikel 61c, derde lid, van de Provinciewet openbaar met ingang van het moment waarop deze door Provinciale Staten is vastgesteld.

  • 11.

    De geheimhoudingsplicht blijft voor de leden van de commissie, de personen, bedoeld in artikel 5, eerste tot en met derde lid, en de leden van Provinciale Staten afzonderlijk na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van de aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft.

  • 2.

    Bij het staken van de stemmen bij de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen.

  • 3.

    De commissie streeft naar unanimiteit.

  • 4.

    Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. In het verslag kunnen leden van de commissie blijk geven van minderheidsstandpunten.

Artikel 8 Contactpersoon bij de herbenoemingsprocedure

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden aan het privé-adres van de secretaris gericht en aldaar bewaard.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 10 Ontbinding van de commissie

De commissie wordt geacht ontbonden te zijn met ingang van de dag volgende op de dag waarop aan Provinciale Staten door de minister bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister door een Koninklijk Besluit is gevolgd.

Artikel 11 Archivering

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat op het tijdstip, bedoeld in artikel 10, alle archiefbescheiden met betrekking tot de herbenoeming onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de Archiefwet 1995 door Provinciale Staten aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris dragen er bij de herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    De voorzitter en secretaris dragen er bij de herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk bij de secretaris ter vernietiging ingeleverd.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde bescheiden worden door de secretaris terstond vernietigd.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze verordening vervalt, met uitzondering van het bepaalde in artikel 6, elfde lid, met ingang van de dag volgende op de dag waarop het Koninklijk Besluit tot herbenoeming van de commissaris van de Koningin aan Provinciale Staten bekend is gemaakt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening betreffende de vertrouwenscommissie inzake de herbenoeming van de commissaris van de Koning Noord-Brabant 2025.

’s-Hertogenbosch, 7 november 2025

Provinciale Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de griffier,

drs. G.J.P. van Soest

Naar boven