Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 29 september 2025 houdende regels inzake het toekennen van provinciale onderscheidingen als blijk van waardering (Regeling provinciale onderscheidingen Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op het delegatiebesluit van Provinciale Staten van 18 mei 1973, Provinciaal Blad 1973/33;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij voornoemd besluit de bevoegdheid hebben verkregen de “Provinciepenning”, welke onderscheiding wordt aangemerkt als het “Ereburgerschap van Brabant”, toe te kennen aan personen die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten de provinciale belangen op bijzonder verdienstelijke wijze hebben behartigd;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij besluit van 5 juli 1988 hebben besloten tot het instellen van een “Onderscheiding van het provinciebestuur”, vanwege de wens om naast de “Provinciepenning” een onderscheiding uit te kunnen reiken aan personen die vanwege hun onmiskenbare verdiensten een blijk van maatschappelijke waardering verdienen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten, om verwarring met de “Provinciepenning” te voorkomen, bij besluit van 30 januari 1990 hebben besloten de naam “Onderscheiding van het provinciebestuur” te wijzigen in “Hertog Jan” en aan deze onderscheiding een kunstwerk te verbinden;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 21 februari 2006 het Reglement voor toekenning van Brabantse onderscheidingen hebben vastgesteld, waarin criteria zijn vastgelegd voor het doen van aanvragen om voor toekenning van de “Provinciepenning” of de “Hertog Jan” in aanmerking te komen;

 

Overwegende dat de “Provinciepenning” niet meer kan worden gereproduceerd en Gedeputeerde Staten aan het toekennen van het “Ereburgerschap van Brabant” een ander kunstwerk wensen te verbinden;

 

Overwegende dat voornoemd reglement daarom actualisatie behoeft en Gedeputeerde Staten daartoe een nieuwe regeling wensen vast te stellen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Provinciale onderscheidingen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen als blijk van waardering de volgende provinciale onderscheidingen toekennen:

    • a.

      het Ereburgerschap van Brabant;

    • b.

      de Hertog Jan.

  • 2.

    De provinciale onderscheidingen, bedoeld in het eerste lid, bestaan elk uit een kunstwerk met een draaginsigne en een oorkonde.

Artikel 2 Ereburgerschap van Brabant

Gedeputeerde Staten kunnen het Ereburgerschap van Brabant toekennen aan een persoon die zich op meerdere terreinen bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de Brabantse samenleving.

Artikel 3 Hertog Jan

Gedeputeerde Staten kunnen de Hertog Jan toekennen aan een persoon die zich gedurende langere tijd heeft ingezet op een maatschappelijk terrein in de provincie Noord-Brabant.

Artikel 4 Aanvullende criteria

  • 1.

    Om voor een provinciale onderscheiding als bedoeld in artikel 1, eerste lid, in aanmerking te komen gelden in aanvulling op de artikelen 2 en 3 de volgende criteria:

    • a.

      de begunstigde is op organisatorische of bestuurlijke wijze gedurende meerdere jaren verdienstelijk geweest voor de Brabantse samenleving of heeft werkzaamheden verricht die van bijzondere waarde zijn voor de Brabantse samenleving;

    • b.

      de begunstigde heeft niet reeds eerder een provinciale onderscheiding toegekend gekregen;

    • c.

      aan de begunstigde is of wordt niet reeds in een andere vorm waar-dering of erkentelijkheid voor zijn verdiensten tot uiting gebracht; en

    • d.

      de begunstigde is van onbesproken gedrag.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kennen een provinciale onderscheiding niet postuum toe.

  • 3.

    De uitreiking van een provinciale onderscheiding vindt plaats bij een gelegenheid die direct in verband staat met de verdiensten waarvoor Gedeputeerde Staten de provinciale onderscheiding toekennen.

Artikel 5 Procedure

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een provinciale onderscheiding toekennen:

    • a.

      op voordracht van een ieder; of

    • b.

      op eigen initiatief.

  • 2.

    Een voordracht als bedoeld in het eerste lid, onder a:

    • a.

      wordt ten minste twee maanden voorafgaand aan de beoogde uitreikingsdatum schriftelijk ingediend bij Gedeputeerde Staten;

    • b.

      wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

    • c.

      bevat ten minste het volledig ingevulde aanvraagformulier en de daarin voorgeschreven bijlagen.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van deze regeling als het belang van toekenning van een provinciale onderscheiding zwaarder weegt dan het belang van onverkorte toepassing van deze regeling.

Artikel 7 Informatieplicht

Gedeputeerde Staten informeren Provinciale Staten jaarlijks over de toekenning van provinciale onderscheidingen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling provinciale onderscheidingen Noord-Brabant.

’s-Hertogenbosch, 29 september 2025

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij de Regeling provinciale onderscheidingen Noord-Brabant

Algemeen

Provinciale Staten hebben de bevoegdheid tot het toekennen van het Ereburgerschap van Brabant - toen een provinciepenning - aan Gedeputeerde Staten gedelegeerd. Deze onderscheiding kan worden toegekend aan personen die zich ‘op meerdere terrein verdienstelijk hebben gemaakt voor Brabant’. Deze bronzen penning is indertijd ontworpen door Niel Steenbergen, een Brabantse beeldhouwer, tekenaar en medailleur. Eveneens is aan Gedeputeerde Staten gedelegeerd de bevoegdheid om aan personen die zich langdurig ‘bijzonder hebben ingezet op een bepaald maatschappelijk terrein’ de provinciale onderscheiding ‘Hertog Jan’ toe te kennen. Dit beeld is een ontwerp van de Brabantse kunstenares: Willy van der Putt.

Naast de hiervoor genoemde provinciale onderscheidingen, kent de commissaris van de Koning(in), op geheel eigen instigatie en met gebruikmaking van een discretionaire bevoegdheid, de commissarispenning toe als een ‘persoonlijke blijk waardering’. Deze onderscheiding maakt derhalve geen deel uit van onderhavige regeling. Deze penning (diameter ca. 50 mm) is in brons uitgevoerd met als randtekst ‘Commissaris van de Koning(in) in de provincie Noord-Brabant’, met op de voorzijde een afbeelding van het wapen van de provincie Noord-Brabant en op de achterzijde gegraveerd met naam en korte omschrijving waarvoor de penning wordt toegekend.

 

Op 21 februari 2006 heeft het college van Gedeputeerde Staten het Reglement voor toekenning van Brabantse onderscheidingen vastgesteld. Dit reglement bevatte de criteria voor het, al dan niet op voordracht, toekennen van de onderscheidingen “Provinciepenning” en de “Hertog Jan”. De Provinciepenning wordt aangemerkt als het Ereburgerschap van Brabant.

 

Al decennialang is de Provinciepenning een bronzen penning naar het ontwerp van Niel Steenbergen (overleden in 1997). In de statuten van de Stichting Niel Steenbergen is vastgelegd dat met het overlijden van de weduwe van de kunstenaar het nagieten van kunstwerken stopt. Zij is in 2012 overleden. In 2017 is er nog een eenmalige uitzondering gemaakt voor het nagieten van een laatste serie penningen voor de provincie. Ook deze penningen zijn inmiddels uitgereikt en niet meer voorradig.

 

In de toekomst zal daarom steeds opnieuw een Brabantse kunstenaar worden gevraagd een kunstwerk (in oplage) te ontwerpen - als eigentijds symbool voor het Ereburgerschap van Brabant - die iedere nieuwe Ereburger ontvangt als blijvende herinnering aan de toekenning van het “Ereburgerschap van Brabant”. Omdat voornoemd reglement uit 2006 nog spreekt over de “Provinciepenning”, behoeft het actualisatie en wordt aan het college van Gedeputeerde Staten onderstaande ‘Regeling provinciale onderscheidingen Noord-Brabant’ ter vaststelling voorgelegd.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven