Provinciaal blad van Zuid-Holland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zuid-Holland | Provinciaal blad 2025, 18193 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zuid-Holland | Provinciaal blad 2025, 18193 | beleidsregel |
Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 28 oktober 2025, PZH-2025-878890232, tot vaststelling van de Beleidsregel voor omgevingsvergunningen voor ligplaatsen en werken in de provinciale vaarwegen van Zuid-Holland 2025 (Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025)
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, en 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 3.165, 3.166, 3.169 en 7.95, eerste lid van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;
Overwegende dat het wenselijk is de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland in te trekken in verband met diverse actualisaties;
Besluiten vast te stellen het volgende besluit:
Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
veiligheidsstrook: waterstrook parallel aan de vaarstrook aan beide zijden richting de oever die als buffer dient tussen varende en liggende schepen en werken, waarvan de veiligheidsstrookbreedtes voor de provinciale vaarwegen zijn opgenomen in bijlage 2 en de locaties zijn aangewezen in artikel 2.4, derde lid, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;
veiligheidszone: een gedeelte van de vaarweg met een relatief hoog ongevalsrisico, zoals is beschreven in bijlage 1, waarvan de lengtes van de veiligheidszones voor de provinciale vaarwegen zijn opgenomen in bijlage 1 en de locaties zijn aangewezen in artikel 2.4, derde lid, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;
Hoofdstuk 2 Activiteiten in de provinciale vaarwegen
Artikel 2 Omgevingsvergunning voor een ligplaats ten behoeve van vaarweggebonden activiteiten
Gedeputeerde staten verlenen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.169, eerste lid, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, voor het innemen van een ligplaats ten behoeve van een vaarweggebonden activiteit, alleen indien:
Artikel 3 Omgevingsvergunning voor een ligplaats ten behoeve van vaartuigen, drijvende voorwerpen en drijvende inrichtingen
Gedeputeerde staten verlenen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.169, eerste lid, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, voor het innemen van een ligplaats ten behoeve van een vaartuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting anders dan bedoeld in artikel 2 en artikel 4, alleen indien:
Artikel 5 Omgevingsvergunning voor werken
Gedeputeerde staten verlenen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.166, eerste lid, onder b, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, voor het maken, behouden of veranderen van een niet-openbaar werk, op aanvraag van de rechthebbende van de oever, alleen indien het werk is gelegen buiten een vaarstrook, veiligheidsstrook of veiligheidszone.
Gedeputeerde staten verlenen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.166, eerste lid, onder b, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, voor het maken, behouden of veranderen van een werk van openbaar nut, alleen indien er geen nautische en technische bezwaren bestaan tegen de aanleg en aanwezigheid van het werk.
Artikel 6 Omgevingsvergunning voor de aanleg van insteekhavens en inkassingen
Gedeputeerde staten verlenen een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.166, eerste lid, onder a, van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, voor het doorbreken van de oever voor het aanleggen van een insteekhaven of inkassing, alleen indien:
Artikel 7 Intrekking Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland
De Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland wordt ingetrokken.
Den Haag, 28 oktober 2025
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris
mr. A.W. Kolff, voorzitter
Bijlage 1 behorende bij artikel 1 van de Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025
Veiligheidszones provinciale vaarwegen Zuid-Holland
Veiligheidszones zijn het gedeelte van de vaarweg met een relatief hoog ongevalsrisico. Deze liggen om en in bruggen, sluizen, bochten, kruispunten, zwaaiplaatsen, waterkerende constructies en hoogspanningslijnen. Veiligheidszones bestrijken de volledige breedte van de vaarweg en hebben in de basis een lengte van 1,5 maal de lengte van het maatgevend schip. Bij de toegang tot de Rijnhavenbrug in Alphen aan den Rijn en alle bruggen en sluizen op trajecten 2a, 2b, 3, 7, 8a en 8b geldt een veiligheidszone van 5 meter, omdat hier sprake is van zeer geringe beroepsvaart. De veiligheidszone bij hoogspanningslijnen en waterkerende constructies is 20 meter, conform de Richtlijn vaarwegen 2020 van Rijkswaterstaat.
Veiligheidszones bij bochten, kruispunten en zwaaiplaatsen
Bijlage 2 behorende bij artikel 1 van de Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025
Breedte vaarstrook en veiligheidsstrook provinciale vaarwegen Zuid-Holland
*) tussen hectometerpaal 34,65 – 34,75 geldt een vaarstrookbreedte van 29,6 meter
**) tussen hectometerpaal 2,65 – 4,20 en 6,20 – 8,40 geldt een vaarstrookbreedte van 16,4 meter
***) tussen hectometerpaal 21,1 – grens provincie Utrecht geldt een vaarstrookbreedte van 11 meter
Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 28 oktober 2025, PZH-2025-878890232, tot vaststelling van de Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025
Algemene toelichting wijziging ligplaatsenbeleid
Op 4 april 2023 hebben gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland vastgesteld (Provinciaal blad 2023, 4289). Deze beleidsregel wordt ook wel het ligplaatsenbeleid genoemd. De doelstelling van het ligplaatsenbeleid is de instandhouding van de vaarwegen en haar oevers en de waarborging van vlotte en veilige scheepvaart. Om deze doelstelling te bewerkstellingen zijn voorwaarden voor het verlenen van omgevingsvergunningen voor activiteiten in de provinciale vaarwegen vastgesteld.
Uit de praktijk is gebleken dat het realiseren van een insteekhaven of inkassing minimale gevolgen heeft voor het vlotte en veilige scheepvaartverkeer. Daarom wordt artikel 6 van het ligplaatsenbeleid aangepast. Artikel 3, het toetsingskader voor ligplaatsen anders dan voor een vaarweggebonden activiteit of een woonboot, wordt aangevuld. Hierdoor kan een aanvraag voor een ligplaats voor een ander soort vaartuig voortaan ook aan de voorwaarden getoetst worden. Bijvoorbeeld als het gaat om een vaartuig dat zijn vermogen tot varen heeft verloren of dat in de hoofdregel niet bestemd is voor recreatie.
Daarnaast is op 1 januari 2024 de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening in werking getreden. Het is noodzakelijk om de terminologie en artikelen in het ligplaatsenbeleid aan te passen naar de nieuwe Omgevingsverordening.
Dit artikel bevat begrippen en definities voor de toepassing van deze beleidsregel.
Artikel 2 Omgevingsvergunning voor een ligplaats ten behoeve van vaarweggebonden activiteiten
Er wordt bij vaarweggebonden activiteiten onderscheid gemaakt tussen het tijdelijk en permanent innemen van een ligplaats. Van een tijdelijke ligplaats is sprake als er voor een korte periode werkzaamheden worden uitgevoerd vanaf het water, bijvoorbeeld aan een brug of oeverconstructie. Van een permanente ligplaats is sprake als er continue of voor langere tijd ligplaats in wordt genomen, bijvoorbeeld voor de overslag van goederen.
Van nautische bezwaren tegen het innemen van de ligplaats is sprake als er door het innemen van de ligplaats onveilige situaties voor de scheepvaart ontstaan.
Artikel 3 Omgevingsvergunning voor een ligplaats ten behoeve van vaartuigen, drijvende voorwerpen en drijvende inrichtingen
Het innemen van een ligplaats met een vaartuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting, anders dan voor een vaarweggebonden activiteit of een woonboot, is alleen mogelijk buiten de vaarstrook, veiligheidsstrook en veiligheidszone. Ook moet de ligplaats worden ingenomen langs een particuliere oever.
Een ligplaats aan een openbare oever is alleen mogelijk voor een watersportvereniging op de vaarwegtrajecten 2a, 2b, 3, 7, 8a en 8b. Het dienen van een maatschappelijk doel en voor eenieder toegankelijk houdt in dat de watersportvereniging geen commercieel doel nastreeft en eenieder als lid van haar vereniging accepteert.
Artikel 4 Omgevingsvergunning voor ligplaats ten behoeve van woonboten
Het innemen van een ligplaats met een woonboot is alleen mogelijk buiten de vaarstrook en veiligheidszone. Er worden geen omgevingsvergunningen verleend voor nieuwe ligplaatsen voor woonboten.
Van nautische bezwaren is sprake indien er door het innemen van de ligplaats onveilige situaties voor de scheepvaart ontstaan.
Artikel 5 Omgevingsvergunning voor werken
Er wordt bij het maken, behouden of veranderen van een werk onderscheid gemaakt tussen een niet-openbaar werk en een werk van openbaar nut. Een niet-openbaar werk is bijvoorbeeld een steiger of meerpaal achter een tuin, waar alleen door de eigenaar van de tuin gebruik van kan worden gemaakt. Een werk van openbaar nut is voor eenieder toegankelijk en dient een maatschappelijk doel. Bijvoorbeeld een op- en afstap steiger langs de openbare oever aan een openbaar park.
Een omgevingsvergunning voor een niet-openbaar werk wordt alleen verleend aan de rechthebbende van de oever en het werk moet gelegen zijn buiten de vaarstrook, veiligheidsstrook en veiligheidszone. Deze bepaling geldt niet voor calamiteitentrappen aan particuliere percelen. Een vergunningaanvraag wordt altijd geweigerd als het werk verder dan noodzakelijk voor het gebruik van het werk de vaarweg insteekt of een gevaar voor de doorgaande scheepvaart vormt.
Artikel 6 Omgevingsvergunning voor de aanleg van insteekhavens en inkassingen
Een vergunningaanvraag voor het make van een insteekhaven of inkassing wordt alleen verleend als er door het gebruik van de insteekhaven of inkassing geen gevaren voor de scheepvaart veroorzaakt worden. Ook mogen er geen technische bezwaren zijn tegen het aanleggen van de insteekhaven of inkassing.
Artikel 7 Intrekking Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland
Met de inwerkingtreding van de Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025, wordt de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen van Zuid-Holland ingetrokken.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst. Na deze datum worden aanvragen om een omgevingsvergunning voor een ligplaats, werk, insteekhaven of inkassing getoetst aan deze beleidsregel.
De citeertitel van deze beleidsregel is Beleidsregel omgevingsvergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland 2025.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-18193.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.