Provinciaal blad van Zeeland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zeeland | Provinciaal blad 2025, 17954 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zeeland | Provinciaal blad 2025, 17954 | ander besluit van algemene strekking |
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende GLB/NSP Openstelling en vaststelling subsidieplafond 2025-2027 Samenwerking voor plattelandsontwikkeling – LEADER – Uitvoering projecten LOS provincie Zeeland 2023-2027
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 28 oktober 2025 2025, zaaknummer 746132, houdende GLB/NSP openstelling en vaststelling subsidieplafond 2025-2027 Samenwerking voor plattelandsontwikkeling – LEADER – Uitvoering projecten LOS provincie Zeeland 2023-2027.
Gedeputeerde staten van Zeeland,
Vast te stellen dat aanvragen voor het verstrekken van subsidie in het kader van hoofdstuk 2, paragraaf 7 ‘Samenwerking voor plattelandsontwikkeling- LEADER –Uitvoering projecten LOS provincie Zeeland 2023 – 2027’ van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Zeeland (hierna te noemen: de Verordening) kunnen worden ingediend van 18 november 2025 09.00 tot en met 15 december 2027 17.00;
In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder:
Bedrijfsmiddelen: Bedrijfsmiddelen zijn zaken die u gebruikt in uw onderneming en die u niet wilt verkopen. U hebt ze nodig om uw producten te kunnen maken of uw diensten te kunnen verlenen. Bij bedrijfsmiddelen moet u denken aan machines, transportmiddelen, gereedschappen, inventaris en dergelijke;
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van projecten die zijn geselecteerd door de LAG, passen binnen de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde LOS en die bijdragen aan twee of meerdere van onderstaande thema’s:
Conform artikel 2.7.6 eerste lid, van de Verordening komen alleen kosten als bedoeld in artikel 1.8 van de Verordening die direct verband houden met het uitvoeren van projecten die passen binnen de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde LOS en zijn geselecteerd door de LAG voor subsidie in aanmerking.
In afwijking van artikel 1.10, onder c, en overeenkomstig artikel 2.7.6, tweede lid onder a en derde lid, van de Verordening, komen kosten voor het voorbereiden, opstellen of indienen van de aanvraag voor subsidie in aanmerking indien de handelingen zijn verricht en, indien van toepassing, daartoe opdracht is verleend binnen uiterlijk één jaar voordat de subsidieaanvraag is ingediend.
De subsidiabele loonkosten en kosten eigen arbeid, inclusief overheadkosten, als bedoeld in het tweede lid, onder a en b, worden berekend volgens artikel 1.9a lid 1a van de Verordening, waarbij in geval van kosten eigen arbeid het totale aantal voor een bepaald jaar te subsidiëren uren per werknemer niet meer kan bedragen dan 1.372 uren.
Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten
De kosten zoals opgenomen in artikel 1.10 van de Verordening komen niet voor subsidie in aanmerking.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.6 van de Verordening bevat een aanvraag om subsidie:
Een projectplan met daarin een omschrijving van de bijdrage van het project aan de thema’s van de LOS, conform het format projectplan dat op de website van RVO staat;
De begroting waarin o.a. de kosten voor de uitvoering van het project zijn opgenomen, conform het format ‘begroting en betaalverzoeken’ dat op de website van RVO staat;
Indien de subsidie wordt aangevraagd door een onderneming bevat de aanvraag een MKB verklaring conform het format ‘MKB verklaring’ dat op de website van RVO staat.
Indien de aangevraagde subsidie valt onder de-minimissteun op grond van de-minimisverordening, bevat de subsidieaanvraag een Verklaring de minimissteun conform de verklaring in het format projectplan dat op de website van RVO staat.
Indien een aanvraag namens de deelnemers aan een samenwerkingsverband wordt ingediend, bevat de aanvraag conform artikel 1.3, tweede lid, van de Verordening tevens een door alle partijen ondertekende samenwerkingsovereenkomst van de deelnemende partijen conform het format ‘Samenwerkingsovereenkomst NSP’ dat op de website van RVO staat.
Indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan 12 maanden bedraagt, is de aanvrager verplicht één keer per jaar een voortgangsverslag over te leggen, met gebruikmaking van het format op de website van RVO.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 dient, om in de daaropvolgende periode beoordeeld te worden door de LAG compleet via het digitale portal van RVO te worden ingediend voor een van de volgende momenten:
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 28 oktober 2025.
H.M. de Jonge, voorzitter
Drs. M.C.J. Franken, secretaris
Dit is een openstelling vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB/NSP) in de Provincie Zeeland. Het GLB/NSP programma loopt van 2023 tot en met 2027. Voor alle projecten moet vóór 1 april 2029 een subsidievaststellingverzoek worden ingediend. Het programma is gericht op slimme veerkrachtige landbouw, milieu-, biodiversiteits- en klimaatdoelen, en brede plattelandsontwikkeling.
Op basis van dit openstellingsbesluit kan subsidie worden verleend voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de doelen van de Lokale Ontwikkelingsstrategie LEADER provincie Zeeland GLB/NSP 2023-2027 (LOS). De LOS is te raadplegen op de website van de Provincie Zeeland via deze link.
Voor het LEADER gebied provincie Zeeland beslist de Lokale Actie Groep (LAG) provincie Zeeland over de ingediende aanvragen om subsidie.
Alleen aanvragen om subsidie die, blijkens de beoordelingsformulieren, minimaal in voldoende mate een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de Lokale Ontwikkelingsstrategie komen voor subsidie in aanmerking.
Op dit openstellingsbesluit is de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Zeeland van toepassing. Deze verordening maakt integraal onderdeel uit van dit openstellingsbesluit.
Projecten die worden ingediend binnen deze subsidie interventie moeten een bijdrage leveren aan één of meerdere onderstaande resultaatindicatoren:
R.1 Verbetering van prestaties door kennis en innovatie: Aandeel landbouwers dat steun ontvangt voor advies, opleiding, kennisuitwisseling of deelname aan operationele groepen van EIP ter verbetering van de prestaties op het gebied van duurzame economische, sociale, milieu-, klimaat- en hulpbronnenefficiëntie.
R.28 Milieu- of klimaat gerelateerde prestaties door kennis en innovatie: aantal personen dat profiteert van advies, opleiding, kennisuitwisseling of deelname aan operationele groepen van het Europees innovatiepartnerschap (EIP) die worden ondersteund door het GLB met betrekking tot milieu- of klimaat gerelateerde prestaties.
Op grond van artikel 1.9a eerste lid onder a van de Verordening geldt voor de hieronder genoemde kostensoorten het volgende:
Loonkosten en kosten eigen arbeid, inclusief overheadkosten (artikel 4, tweede lid, onder a en b) ;
De loonkosten en kosten eigen arbeid worden overeenkomstig artikel 1.9a eerste lid onder a van de Verordening berekend door:
Het hierboven bedoelde individuele uurtarief voor loonkosten wordt op grond van artikel 1.9a, tweede lid van de Verordening berekend door het bruto jaarloon, vermeerderd met 44,2% voor werkgeverslasten, te delen door 1720 uur op basis van een 40-urige werkweek, of, in geval van een niet volledig gewerkt jaar of een medewerker die werkzaam is in deeltijd, een naar rato toegepast aantal uren.
Bijdragen in natura (artikel 4, tweede lid, onder c)
Bijdragen in natura zijn subsidiabel indien:
wat de levering van grond of onroerend goed betreft, kan met het oog op een huurovereenkomst een nominaal jaarlijks bedrag van maximaal één valuta-eenheid van de lidstaat worden betaald; De waarde van de grond of het onroerend goed wordt gecertificeerd door een onafhankelijke gekwalificeerde deskundige of een bevoegde officiële instantie en ligt niet hoger dan maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten.
Artikel 5 Niet subsidiabele kosten
Op grond van artikel 1.10 van de Verordening komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
kosten van rente, debetrente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, juridische advisering of bijstand ten behoeve van gerechtelijke procedures, boetes en sancties, fooien en geschenken. Personeelsactiviteiten, overboekingen en annuleringen, gratificaties en bonussen, - outplacementtrajecten en representatiekosten en -vergoedingen;
de aankoop van niet-bebouwde en bebouwde grond voor een bedrag van meer dan 10% van de totale subsidiabele uitgaven van de betrokken verrichting, met uitzondering van aankoop van land ten behoeve van milieubehoud en het behoud van koolstofrijke bodems tot een maximum van 30% van de totale subsidiabele uitgaven van de betrokken verrichting;
investeringen in grootschalige infrastructuur die geen deel uitmaken van de strategieën voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling beschreven in artikel 32 van verordening 2021/1060, met uitzondering van investeringen in breedbandinfrastructuur en van preventieve acties tegen overstromingen ter bescherming van de kust, die gericht zijn op inperking van de gevolgen van mogelijke natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden of rampzalige gebeurtenissen;
Op basis van artikel 1.2, derde lid, onder k van de Verordening geldt er een maximale uitvoeringstermijn tot uiterlijk 31 december 2028. De aanvraag voor subsidievaststelling moet uiterlijk 1 april 2029 zijn ingediend. Op grond van artikel 1.15 van de Verordening zijn de volgende verplichtingen waaraan een subsidieontvanger moet voldoen van toepassing:
De subsidieontvanger, of in geval van een samenwerkingsverband de penvoerder, doet onverwijld schriftelijk mededeling aan Gedeputeerde Staten van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op de subsidieontvanger, of in geval van een samenwerkingsverband op een deelnemer aan het samenwerkingsverband, van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, of tot verlening van surseance van betaling aan de subsidieontvanger, of in geval van een samenwerkingsverband aan een deelnemer in het samenwerkingsverband, of tot faillietverklaring van de subsidieontvanger, of in geval van een samenwerkingsverband van een deelnemer in het samenwerkingsverband.
De subsidieontvanger is verplicht:
indien sprake is van een investering in infrastructuur of een productieve investering gedurende vijf jaar na de subsidievaststelling te voldoen aan de instandhoudingsverplichting als bedoeld in artikel 65 van verordening 2021/1060, tenzij sprake is van een investering door een mkb-onderneming of sprake is van een investering die leidt tot door een mkb-onderneming gecreëerde banen, in welk geval de instandhoudingsverplichting drie jaar bedraagt;
De projecten die voor de ijkmomenten van 2 februari 2026 17.00, 29 mei 2026 17.00, 30 september 2026 17.00, 15 januari 2027 17.00, 28 mei 2027 17.00, 30 september 2027 17.00 of 15 december 2027 17.00 zijn ingediend worden door de LAG beoordeeld in de daaropvolgende periode. De LAG beoordeelt na ieder ijkmoment de projecten die in de voorafgaande periode zijn ingediend aan de hand van de in artikel 13 genoemde wijze van selectie, te beginnen na 2 februari 2026.
Artikel 13 Selectie en selectie criteria
Met behulp van de selectiecriteria zoals opgenomen onder 7.3 in de Lokale Ontwikkelingsstrategie wordt door de LAG beoordeeld in hoeverre het project kan bijdragen aan minimaal twee doelen van de LOS. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van de selectiecriteria genoemd in bijlage 2.
Indien het subsidieplafond op enige dag dreigt te worden overschreden en indien toepassing van het vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
Mogelijke toepassing BIBOB-onderzoek
Wanneer u subsidie aanvraagt kan de Provincie Zeeland gebruik maken van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen (Bibob). Deze wet dient te voorkomen dat de Provincie criminele activiteit(en) faciliteert door subsidie te verlenen.
Wanneer het Bibob-onderzoek op u van toepassing is ontvangt u van ons een brief waarin het Bibob-onderzoek verder wordt uitgelegd. Het onderzoek bestaat uit een uitgebreide vragenlijst die u moet invullen.
https://www.zeeland.nl/bestuur/beleid-en-regelgeving/ondermijning
Op wie is het Bibob-onderzoek van toepassing?
Vraagt u een omgevingsvergunning of een subsidie aan, doet u mee met een overheidsopdracht, of sluit u een vastgoedtransactie met de Provincie Zeeland? Dan kan de Provincie Zeeland gebruikmaken van de Wet Bibob. Op de pagina Bibob beleid staat een lijst van activiteiten waarop wij vaak een Bibob-onderzoek toepassen. Wanneer het Bibob-onderzoek op u van toepassing is ontvangt u van ons een brief waarin het Bibob-onderzoek verder wordt uitgelegd.
Bijlage 2 Beoordeling en selectiecriteria
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-17954.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.