Kennisgeving voornemen tot verkoop gronden van de Provincie Limburg aan de gemeente Venray

Gedeputeerde Staten van Limburg maken bekend dat de Provincie Limburg voornemens is om 20 dagen na de datum van deze publicatie of daarna te verkopen en te leveren aan de gemeente Venray de volgende percelen:

• Kadastrale gemeente Venray, sectie V, nummer 278, groot 03.02.36 ha

• Kadastrale gemeente Venray, sectie V, nummer 279, groot 02.85.06 ha

De Provincie Limburg heeft de betreffende percelen in de loop van de tijd verworven ten behoeve van de realisatie van provinciale doelstellingen. Concreet doet zich nu de situatie voor dat deze grond kan worden ingezet door de gemeente Venray.

De gemeente Venray heeft vanuit de Nationale Bossenstrategie de ambitie voor uitbreiding van het areaal bos van circa 150ha. Daarnaast gaat de gemeente natuur en landbouw realiseren als compensatie voor de bouw van nieuwbouwwijk De Brabander. Mogelijk zal door de gemeente ter compensatie van bedrijventerrein Smakterheide Noord op (een gedeelte van) de percelen woningbouw worden gerealiseerd.

Provincie Limburg meent dat vaststaat althans of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria de gemeente Venray als enige serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop van bovengenoemde percelen. De gemeente heeft het provinciaal onroerend goed nodig voor de uitoefening van de publieke taak en beleidsdoel en wordt daarom gezien als enige serieuze gegadigde (zoals ook vastgelegd in de Nota Grond- en vastgoedbeleid 2024.

De Provincie Limburg gaat 20 dagen na de datum van deze publicatie over tot het verkopen en leveren van gronden aan de gemeente Venray. Andere partijen die eveneens menen als serieuze gegadigde in aanmerking te komen, kunnen zich binnen 20 dagen na datum van deze publicatie gemotiveerd melden bij de Provincie Limburg. Dit kan door het versturen van een e-mail aan vastgoedbeheer@prvlimburg.nl, onder vermelding van: ‘Interesse percelen Venray V 278 en Venray V 279’.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de thans gestelde termijn een uiterlijke termijn is en dat een nadere verlenging van deze termijn niet aan de orde is.