Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Erfgoed

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

 

Overwegende dat:

  • -

    de provincie Groningen zich ten doel stelt om de ruimtelijke kwaliteit van de provincie te behouden en versterken;

  • -

    er vanuit de opgave Erfgoed, Ruimtelijke Kwaliteit en Landschap in de provincie Groningen wordt ingezet op behoud, versterking en doorontwikkeling van cultuurhistorisch en/of landschappelijk waardevol erfgoed;

  • -

    de kosten voor planvorming voor restauratie, herbestemming en doorontwikkeling met kwaliteit hoog zijn en door een eigenaar vooraf betaald moeten worden;

  • -

    er behoefte is aan een subsidieregeling voor planvorming om ontwerpkracht te stimuleren;

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    Groningen Erfgoedprogramma 2020-2028.

Besluiten:

 

Vast te stellen hetgeen volgt:

 

Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Erfgoed

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    cultuurhistorisch waardevol erfgoed: een gebouw of groen monument dat door cultuurhistorische waarde, schoonheid en kwaliteit van algemeen belang is;

  • c.

    de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;

  • d.

    doorontwikkeling: toekomstbestendig maken van erfgoedpanden door mogelijkheden voor exploitatie te verbreden en ruimtelijke kwaliteit van het gebied en de fysieke en sociale leefomgeving te verbeteren;

  • e.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het eigendomsrecht heeft op het cultuurhistorisch waardevol erfgoed;

  • f.

    erfgoedpand: cultuurhistorisch waardevol gebouw;

  • g.

    herbestemming: het geven van een nieuwe of gewijzigde gebruiksfunctie aan een gebouwd erfgoedpand of een deel daarvan;

  • h.

    kwalitatieve en samenhangende planvorming: het maken van plannen die de basis vormen voor restauratie, herbestemming en/of doorontwikkeling van erfgoed waarbij aanwezige kwaliteiten in beeld gebracht worden en leidend zijn voor het uiteindelijke plan;

  • i.

    landbouw de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2024/3118 van de Commissie van 10 december 2024, inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun in de landbouwsector;

  • j.

    onderneming: iedere entiteit, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent;

  • k.

    ontwerpkwaliteit: kwaliteit die in het ontwerp wordt toegevoegd door gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde in onderlinge verhouding te optimaliseren;

  • l.

    regulier onderhoud: sobere en doelmatige werkzaamheden die behoren tot het normale, periodieke onderhoud aan het erfgoedpand waarmee verval wordt voorkomen;

  • m.

    ruimtelijke kwaliteit: kwaliteit, die wordt bepaald door de mate waarin binnen een gebied de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde in onderlinge verhouding geoptimaliseerd zijn;

  • n.

    ter zake deskundige: deskundige die op grond van opleiding en relevante aantoonbare ervaring gekwalificeerd is om de aangevraagde activiteiten uit te voeren overeenkomstig de nationale uitvoeringsrichtlijnen.

Artikel 2 Doel

Het doel van deze regeling is om eigenaren van cultuurhistorisch waardevol erfgoed te stimuleren een ter zake deskundige op het gebied van cultuurhistorie, landschap, architectuur en herbestemming in te zetten om kwalitatieve en samenhangende planvorming te ontwikkelen.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    de eigenaar van cultuurhistorisch waardevol erfgoed in de provincie Groningen;

  • b.

    gezamenlijk door alle eigenaren van cultuurhistorisch waardevol erfgoed in de provincie Groningen;

  • c.

    de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van de eigenaar of eigenaren verantwoordelijk is voor de instandhouding, planvorming of exploitatie van het cultuurhistorisch waardevol erfgoed in de provincie Groningen;

  • d.

    de toekomstige eigenaar van cultuurhistorisch waardevol erfgoed, mits de subsidieaanvraag vergezeld gaat van een door beide partijen ondertekende koopovereenkomst voor het betreffende erfgoed in de provincie Groningen.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidiabel zijn de activiteiten voor onderzoek en planvorming op het gebied van restauratie, herbestemming en ontwerpkwaliteit door het inschakelen van een ter zake deskundige voor:

    • a.

      het onderzoeken en in beeld brengen van cultuurhistorische, bouwhistorische en landschappelijke kwaliteiten en waarden en/of;

    • b.

      het onderzoeken en in beeld brengen van de mogelijkheden voor herbestemming en exploitatie; en/of;

    • c.

      het inzichtelijk maken van de restauratieopgave, onderhoudsopgave, herbestemming en/of doorontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van het gebouw en het landschappelijk beeld;

  • 2.

    De subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid moeten resulteren in een product in de vorm van:

    • a.

      een cultuurhistorisch of bouwhistorisch onderzoek;

    • b.

      een restauratieplan;

    • c.

      een plan voor herbestemming;

    • d.

      een businessplan voor de exploitatie van de nieuwe functie;

    • e.

      een erf inrichtingsplan;

    • f.

      een ontwerp voor de doorontwikkeling van het erfgoedpand en erf;

    • g.

      een vergelijkbaar ander product.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn de kosten voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 5, eerste lid, om te komen tot een product zoals genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a tot en met g.

Artikel 7 Niet-subsidiabele kosten

Naast het bepaalde in artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    wettelijke planologische planprocedures;

  • b.

    kosten die door niet ter zake deskundigen worden gemaakt;

  • c.

    kosten gericht op planvorming voor versterking en/of herstel aardbevingsschade;

  • d.

    kosten gericht op planvorming voor regulier onderhoud;

  • e.

    kosten gericht op planvorming voor wooncomfort, zijnde geen herbestemming;

  • f.

    kosten gericht op verduurzaming tenzij dit direct invloed heeft op de ruimtelijke kwaliteit;

Artikel 8 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden uit de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager niet valt onder de doelgroep zoals bedoeld in artikel 3;

  • b.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet vallen onder de subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 5;

  • c.

    de aanvraag niet voldoet aan de vereisten zoals bedoeld in artikel 9;

  • d.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, zijn gestart voorafgaand aan het indienen van de aanvraag;

  • e.

    de eigenaar in totaal al € 24.999 subsidie op grond van deze subsidieregeling heeft ontvangen;

  • f.

    er uit de aanvraag blijkt dat er in onvoldoende mate sprake is van ter zake deskundigheid;

  • g.

    niet is voldaan aan de bepalingen, verplichtingen en vereisten zoals bepaald in deze regeling;

  • h.

    er voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd al leningen en subsidies zijn verstrekt die in combinatie met de subsidieaanvraag het totaal van de subsidiabele kosten overstijgen;

  • i.

    de subsidie niet kan worden verstrekt met toepassing van de de-minimisverordening of de landbouw de-minimisverordening.

Artikel 9 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten dienen tot behoud en doorontwikkeling van het cultuurhistorisch waardevol erfgoed en de versterking van landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit;

  • b.

    het product zoals bedoeld in artikel 5 is ontwikkeld door een ter zake deskundige;

  • c.

    er moet sprake zijn van een cultuurhistorisch waardevol erfgoedpand of object in de provincie Groningen;

  • d.

    in geval van een pand of object dat niet is opgenomen in het rijksmonumentenregister, omgevingsplan, omgevingsverordening of gemeentelijke verordening: een verklaring van het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente dat het pand of object van algemeen belang is wegens zijn kwaliteit, zijn betekenis voor de wetenschap of zijn cultuurhistorische waarde.

Artikel 10 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1, tweede lid, van de Procedureregeling bevat subsidieaanvraag in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een motivatie voor het te maken product met daarin de omschreven opgave en doelstelling;

    • b.

      locatieaanduiding en foto's;

    • c.

      een toelichting op de erfgoedstatus van het pand of locatie;

    • d.

      in geval van een pand of object dat niet is opgenomen in het rijksmonumentenregister, omgevingsplan, omgevingsverordening of gemeentelijke verordening: een verklaring van het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente dat het pand of object van algemeen belang is wegens zijn kwaliteit, zijn betekenis voor de wetenschap of zijn cultuurhistorische waarde;

    • e.

      de concrete activiteiten, waarbij wordt aangegeven door wie deze worden uitgevoerd;

    • f.

      de geplande opleverdatum van het te vervaardigen product;

    • g.

      gespecificeerde offertes voor de realisatie van het product;

    • h.

      gegevens over de aanvrager: contactgegevens, contactpersoon, juridische vorm, bankgegevens;

    • i.

      gegevens over de projectpartners: de namen van de contactpersonen en de contactgegevens;

    • j.

      voor een privaatrechtelijk rechtspersoon: het nummer van de Kamer van Koophandel;

    • k.

      voor een entiteit die kan worden gezien als onderneming in de zin van artikel 1, onder j: een ingevulde de-minimis verklaring of een ingevulde landbouw de-minimis verklaring;

    • l.

      indien de aanvrager valt onder de doelgroep zoals bedoeld in artikel 3 onder b een bewijsstuk van instemming met het indienen van de subsidieaanvraag door de mede-eigenaren van het pand waarop de subsidieaanvraag ziet;

    • m.

      indien de aanvrager valt onder de doelgroep zoals bedoeld in artikel 3 onder c: een bewijsstuk van instemming met het indienen van de subsidieaanvraag door de eigenaar van het pand waarop de subsidieaanvraag ziet;

    • n.

      een portfolio van de in te huren ter zake deskundige, waaruit voldoende mate van deskundigheid blijkt voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 5.

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 80% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 24.999,-.

Artikel 12 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks de hoogte van het subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het subsidieplafond kan bestaan uit meerdere deelplafonds.

Artikel 13 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Voor zover door verlening van subsidie voor aanvragen als bedoeld in het vorige lid, die op dezelfde kalenderdag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen bepaald door middel van loting.

Artikel 14 Beslistermijn

  • 1.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

  • 2.

    Indien niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn beslist kan worden stellen Gedeputeerde Staten de aanvrager hiervan op de hoogte voor het verstrijken van deze termijn en noemen daarin een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de ingediende subsidieaanvraag;

  • b.

    het project wordt binnen een jaar na subsidievaststelling afgerond. Indien afronding van het project binnen de termijn door onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is, kan schriftelijk om uitstel van maximaal één jaar worden gevraagd;

  • c.

    Onvoorziene wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden direct schriftelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Erfgoed

Groningen, 7 oktober 2025

Gedeputeerde Staten van Groningen:

René Paas, voorzitter

Hans Schrikkema, secretaris

Naar boven