Provinciaal blad van Flevoland
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Flevoland | Provinciaal blad 2025, 1664 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Flevoland | Provinciaal blad 2025, 1664 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Eerste wijziging van de Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024-2028
Gedeputeerde Staten van Flevoland
Zij bij besluit van 18 juni 2024 met kenmerk 3276869, de Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024-2028 hebben vastgesteld;
is gebleken dat het wenselijk is de Nadere regels op onderdelen te verduidelijken en breder aan te laten sluiten op het Economisch Programma 2023-2028;
Het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023,
De volgende ‘Eerste wijziging van de Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024-2028” vast te stellen.
ARTIKEL 1. WIJZIGING NADERE REGELS.
A. Bij overwegende dat komt het achtste bulletpoint als volgt te luiden:
ter rechtvaardiging van deze subsidie, de volgende verordeningen van toepassing worden geacht:
B. Artikel 1. Begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd:
C. Bij Artikel 2. Doel en doelgroep van de nadere regels komt de laatste alinea als volgt te luiden:
Primaire producenten van landbouwproducten en ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector zijn grotendeels uitgesloten van deze nadere regels. Zij komen alleen in aanmerking voor de adviesvoucher binnen het thema bedrijfsovername of bedrijfsopvolging (artikel 4, lid 2 sub b).
D. Artikel 4. Subsidiabele activiteiten wordt als volgt gewijzigd
E. Artikel 6. Aanvraag wordt als volgt gewijzigd:
F. Artikel 7. Weigeringsgronden wordt als volgt gewijzigd
G. Artikel 9. Niet-subsidiabele kosten wordt als volgt gewijzigd:
H. Artikel 10. Hoogte van de voucher wordt als volgt gewijzigd:
Sub a komt als volgt te luiden:
€ 5.000 voor de adviesvoucher gericht op thema’s a en b, d en e zoals genoemd in artikel 4 lid 2;
ARTIKEL 2. WIJZIGING ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
A. De artikelsgewijze toelichting over Artikel 1. Begripsbepalingen komt als volgt te luiden:
In het kader van deze nadere regels is innovatie gedefinieerd als de ontwikkeling van een nieuw product, dienst of procedé. Voor ondernemers die in aanmerking willen komen voor het thema innovatie binnen deze nadere regels moet er altijd een link zijn met de ontwikkeling van een nieuw product, dienst of procedé dat/die u zélf wilt gaan vermarkten. De aanvragende onderneming kan geen gebruik maken van de voucherregeling als de onderneming aan de slag gaat met een innovatief product, dienst of procedé van een andere onderneming.
Op grond van deze nadere regels kunnen alleen ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf (mkb) in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze nadere regels. Dit artikel geeft een definitie van wat onder het mkb valt. Hierbij is aangesloten bij de definitie die wordt gehanteerd in verordening (EU) Nr. 2023/1315 van de Commissie van 23 juni 2023, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, de zogenoemde “algemene groepsvrijstellingsverordening”.
In bijlage 1 van de algemene groepsvrijstellingsverordening is een definitie gegeven van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Conform deze definitie behoren tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s), ondernemingen waar minder dan 250 fte werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt.
Gevolg van deze Europese regelgeving is dat voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, gekeken wordt naar het gehele verband van ondernemingen waartoe de aanvragende onderneming behoort. Denk bijvoorbeeld aan moedermaatschappijen, zusterondernemingen en dochterondernemingen. Indien de aanvragende onderneming direct of indirect voor 25% of meer, maar niet meer dan 50%, qua aandelenkapitaal en/of zeggenschap relaties heeft met andere ondernemingen, wordt voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, het aantal werkzame personen, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen naar rato meegenomen. Dit geldt ook indien een andere onderneming 25% of meer aandelen in de aanvragende onderneming heeft.
Indien de aanvragende onderneming op een andere onderneming of een andere onderneming op de aanvragende onderneming overheersende invloed kan uitoefenen of een andere invloed heeft als genoemd in de definitie van een KMO, dienen voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, het aantal fte, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen volledig meegenomen te worden.
Indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten van de aanvragende onderneming, dan kan de aanvragende onderneming (behoudens de uitzonderingen die in de definitie zijn genoemd) niet als een KMO worden aangemerkt.
Als de ene onderneming meer dan 50% zeggenschap heeft over een andere onderneming beschouwen we beide ondernemingen als één onderneming in het kader van deze nadere regels. Het maakt daarbij niet uit of de ondernemingen een fiscale eenheid zijn.
Eén onderneming omvat voor de toepassing van deze verordening alle ondernemingen die ten minste één van de volgende banden met elkaar onderhouden: één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming (ook in combinatie met overeenkomsten met andere aandeelhouders/vennoten);één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan; één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming.
één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.
Behalve voor het thema bedrijfsovername en bedrijfsopvolging zijn ondernemers in de primaire productie van landbouwproducten en ondernemingen die actief zijn in de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten niet de doelgroep van deze voucherregeling. Het betreft ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit de primaire productie van landbouwproducten, visserij en aquacultuurproducten omvat.
B. De artikelsgewijze toelichting over Artikel 2. Doel en doelgroep van de nadere regels komt als volgt te luiden:
Verenigingen, stichtingen en beheermaatschappijen komen niet in aanmerking voor een voucher. Tevens worden primaire producenten van landbouwproducten en ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector grotendeels uitgesloten van deze nadere regels. Primaire producenten van landbouwproducten en ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector komen alleen in aanmerking voor de adviesvoucher binnen het thema bedrijfsovername of bedrijfsopvolging zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 sub b.
C. De artikelsgewijze toelichting over Artikel 4. Subsidiabele activiteiten komt als volgt te luiden:
Lid 2, sub c – Internationaal ondernemen
Er is alleen sprake van activiteiten binnen het thema Internationaal ondernemen als de activiteiten niet passen binnen de overige thema’s: Innovatie, bedrijfsovername of bedrijfsopvolging, duurzaam ondernemen en digitalisering.
Lid 2, sub d – Circulaire economie
Subsidie is beschikbaar voor activiteiten die zijn gericht op de sub thema’s klimaat en milieu, circulaire economie, natuurbehoud en biodiversiteit, en schone technologie en innovatie.
Binnen activiteit A kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het inhuren van een onafhankelijke externe deskundige voor het uit laten voeren van een Quickscan biodiversiteit, een Circo track, een Levens Cyclus Analyse en een Zeer Zorgwekkende Stoffen Scan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-1664.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.