Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2025, 1618 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2025, 1618 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere subsidieregels Economie & Innovatie 2025 e.v.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Doel van de regeling
Het ondersteunen van projecten die bijdragen aan het versterken van de economie, het stimuleren van innovatie en/of het bevorderen van de (internationale) concurrentiekracht van de economie in de Nederlandse provincie Limburg.
Voor subsidie komen alleen rechtspersonen, eenmanszaken, maatschappen of vennootschappen in aanmerking.
Subsidieverlening is één van de manieren waarop de Provincie Limburg de in artikel 1 genoemde projecten kan ondersteunen. Daarom is het noodzakelijk dat vóór het indienen van een subsidieaanvraag wordt nagegaan óf provinciale betrokkenheid op basis van de vigerende beleidskaders mogelijk is en zo ja op welke manier. Hierbij worden alle mogelijke vormen van provinciale ondersteuning samen met de initiatiefnemer onderzocht.
Artikel 4 Algemene subsidiecriteria
Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende algemene criteria te worden voldaan:
Ad a. Kwaliteit/haalbaarheid project(plan): De kwaliteit van het project(plan) wordt getoetst aan factoren die de haalbaarheid van het project bepalen, zoals een solide financieel-economische, organisatorische, juridische, bestuurlijke en planologische basis. Dit houdt in dat aanvrager in staat moet zijn om het project daadwerkelijk uit te voeren dan wel uit te laten voeren. Tevens wordt verwacht dat er een duidelijk perspectief op continuïteit van het project bestaat na afronding van (de looptijd van) het project, zowel inhoudelijk als financieel. Het perspectief op continuïteit kan onder meer blijken uit een kansrijke aanvraag voor een bijdrage uit Europese en/of nationale middelen. De voorwaarde van continuïteit geldt niet voor zogenoemde “pilotprojecten” met een experimenteel karakter, waarbij in redelijkheid niet vooraf kan worden vastgesteld of continuering haalbaar is. Dit laatste staat ter beoordeling van Gedeputeerde Staten. In het projectplan wordt aangegeven waar de subsidiegelden aan besteed worden en hoe in de financiering zal worden voorzien na de gesubsidieerde periode.
Ad b. Innovatie: Het project moet innovatief zijn of het project moet innovatie stimuleren. Dit betekent dat het project moet leiden tot vernieuwing hetgeen zich vertaalt in nieuwe producten, diensten, processen of organisatievormen. Innoveren is mensenwerk en vergt niet alleen de ontwikkeling van technologie. Innovatie is ook afhankelijk van factoren als management, personeel, logistiek en marketing, zeker in de dienstensector. De innovatie moet niet alleen nieuw zijn voor de aanvrager, maar ook voor de Limburgse markt/sector waarop (de dienst of product van) de aanvrager zich richt.
Ad c. Stuwend: Alleen projecten die stuwend zijn, komen voor subsidiëring in aanmerking. Stuwend betekent dat het project naast een bijdrage aan de activiteiten van de aanvrager zelf ook in aanzienlijke mate moet bijdragen aan de economische ontwikkeling van andere organisaties of personen/inwoners in de provincie Limburg (multipliereffect). Tevens betekent stuwend dat er een aantoonbaar stimulerend effect moet uitgaan van de gevraagde provinciale bijdrage: dankzij de provinciale steun dient het project groter/beter/sneller etc. tot stand te komen, of überhaupt mogelijk gemaakt worden.
Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria betreffende de relevante uitvoeringsprogramma’s
Naast de in artikel 4 genoemde algemene subsidiecriteria dient een aanvraag om een projectsubsidie ook te voldoen aan het bepaalde in het vigerende door Provinciale Staten vastgestelde beleidskader “Werken aan een toekomstbestendige economie 2024-2027”.
Het vertrekpunt voor dit economisch beleidskader zijn de speerpunten zoals opgenomen in het Coalitieakkoord 2023- 2027 ‘Elke Limburger Telt’. De volgende opgaven staan hierbij centraal:
Vanuit deze opgaven zet de provincie in op een aantal uitvoeringsprogramma’s:
Verduurzaming en circulaire economie.
De transformatie van de huidige (lineaire) naar een duurzame (circulaire) economie draagt bij aan veerkracht en kan de concurrentiepositie van het bedrijfsleven versterken. Voor veel ondernemingen is dat besef aanwezig, maar de stap naar vernieuwing maken is complex en kostbaar en vraagt een actieve stimulerende rol van de overheid.
De brede industrie moet zich aanpassen aan veranderende economische, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Daarbij staan nieuwe kennis, samenwerking, toepassingsvermogen en creativiteit centraal.
Het versterken van het vestigingsklimaat blijft noodzakelijk, om zo bedrijven en ondernemers die aan de transitie(s) werken te ondersteunen en aan te trekken.
Hierbij hoort ook vernieuwing, bijvoorbeeld via selectieve acquisitie (‘het goede bedrijf op de goede plek’) en duurzame verankering (‘koester je bedrijfsleven’) en een vernieuwd acquisitieconvenant. Met voldoende duurzaam ingerichte ruimte voor werken en wonen, ook voor internationale werknemers, met optimale bereikbaarheid, ook digitaal, maar ook met onderdelen die minder tastbaar zijn, als grootstedelijkheid, leefbaarheid, diversiteit, verandering van gedrag en veiligheid.
Innovaties voor maatschappelijke opgaven.
Versterken van de innovatiekracht van Limburg blijft cruciaal om de fundamentele, sociaal-economische veranderingen om te zetten in kansen voor onze bedrijven. Dat blijven we doen via het stimuleren van marktgerichte innovatie bij met name het Limburgse MKB; in het optimaliseren en onderling verbinden van (kennis-)communities van Brightlands en in het vergroten van het aantal starters. Door valorisatie van innovaties ontstaat nieuwe bedrijvigheid, die we faciliteren, zoveel mogelijk gebruik makend van financieringsmogelijkheden ook vanuit Europese middelen
Er is sprake van grote tekorten op de arbeidsmarkt. Het opleiden, activeren en omscholen van voldoende arbeidskrachten met kennis en kunde die passen bij de behoeften van de regio blijft van belang. Ook innovatie zal een bijdrage leveren aan het terugdringen van de tekorten, via een hogere arbeidsproductiviteit. We hebben een arbeidsmarkt nodig waar onderwijs op alle niveaus (mbo-hbo-wo) en kennis continu op peil blijven en waar kennis de brandstof is voor innovatie in een omgeving waarin ondernemerschap (valorisatie) gedijt.
Een gezonde toekomst voor land- en tuinbouw in Limburg.
Het platteland staat voor grote opgaven die ingrijpend zijn en ook inzet vanuit het economisch domein vragen. Via het ‘Blijversbudget’ gaat de provincie gerichte innovatie en conceptuele ontwikkeling ondersteunen die de bedrijvigheid op het platteland perspectief op een minder milieubelastend voortbestaan biedt. Daarmee vullen we de instrumentenkoffer om succesvol de transitie in de landbouw te maken bij de grotere groep agrariërs achter deze koplopers, waarbij we ook aandacht hebben voor het etaleren van deze koplopers. Tevens zetten we in op strategisch verbinden van onze eigen agenda aan de landelijke netwerken. We verbinden ondernemers aan relevante kennis en middelen om de transitie tot stand te brengen.
Projecten komen alleen voor een subsidie in aanmerking indien ze naar het oordeel van Gedeputeerde Staten bijdragen aan één of meerdere uitvoeringsprogramma’s van dit beleidskader, zoals hierboven kort samengevat. Het volledige beleidskader “Werken aan een toekomstbestendige economie, 2024-2027” is te vinden op: https://www.limburg.nl/loket/subsidies/
Artikel 6 Verplichtingen subsidieontvanger
Indien van toepassing gelet op de inhoud van het specifieke project, kunnen Gedeputeerde Staten verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. Hierbij kan gedacht worden aan duurzaamheid en Social Return On Investment (SROI).
Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het aanvraagformulier en dient bij voorkeur digitaal, middels eHerkenning (aanvragen van organisaties), te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk en zal niet in behandeling worden genomen.
Artikel 12 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-1618.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.