Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2025, 1549 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2025, 1549 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 28 januari 2025, nr. 2295686/ 2346846 tot wijziging van de Omgevingsverordening Noord-Holland 2022
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Gelet op
Artikelen 4.1, 6.13, tweede lid, 6.19, vijfde lid, 6.55, 6.56 en 13.4 van de Omgevingsverordening Noord-Holland 2022
Artikelen 6.1, 6.3, 6.7 en 13.2 en 13.3 van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Noord-Holland 2022
Besluiten:
De Omgevingsverordening Noord-Holland 2022 wordt als volgt gewijzigd,
zoals is aangegeven in Bijlage A.
Haarlem, 28 januari 2025
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
A.T.H. van Dijk, voorzitter
M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris
A
Het opschrift van afdeling 4.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
B
Het opschrift van artikel 4.68 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
C
Het opschrift van artikel 4.69 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
D
Het opschrift van artikel 4.70 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
E
Artikel 4.71 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
F
Artikel 4.72 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
G
Artikel 6.16 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Vervallen
Vervallen
Vervallen
Vervallen
Vervallen
Vervallen
Vervallen
In het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten nadere regels kunnen stellen over de aard en omvang van de in het eerste lid genoemde activiteiten en over de toepassing van het zesde lid.
H
Het opschrift van artikel 6.17 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
I
Artikel 6.18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
J
Artikel 6.19 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
K
Artikel 6.38 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In afwijking van Artikel 6.36 kan een omgevingsplan ook buiten de zoekgebieden zoals opgenomen in de Regionale energiestrategieën Noord-Holland Noord 1.0 en Noord-Holland Zuid 1.0 vervanging van een of meer met vergunning gebouwde windturbine mogelijk maken mits sprake is van eenzelfde aantal of minder
windturbine
windturbines met eenzelfde, vergelijkbare of geringere ashoogte, rotordiameter en verschijningsvorm
L
Artikel 6.39a wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor zover een omgevingsplan het oprichten van een of meer opstellingen voor
windturbine
zonne-energie mogelijk maakt, wordt daarbij de volgende voorkeursvolgorde voor de keuze van geschikte locaties in acht genomen:
daken en gevels;
terreinen en objecten binnen bebouwd gebied;
terreinen en objecten in het landelijk gebied;
landbouw- en natuurgronden.
Gedeputeerde Staten hebben op grond van artikel 6.6 van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 nadere regels gesteld in Afdeling 6 Zonne-energie in bijlage 11 over de locatieafweging en de zorgvuldige ruimtelijke inpassing als bedoeld in het eerste lid.
M
Het opschrift van subparagraaf 6.2.3.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
N
Artikel 6.59 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een omgevingsplan ter plaatse van het werkingsgebied Beschermd landschap bevat regels ter bescherming van de voorkomende kernkwaliteiten
De motivering van het omgevingsplan bevat een beschrijving van de voorkomende kernkwaliteiten en een motivering van de wijze waarop wordt voldaan aan het eerste lid.
In artikel 6.8 van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten regels kunnen stellen over de motivering als bedoeld in het tweede lid.
Vervallen
Vervallen
Vervallen
In afwijking van het tweede en derde lid kan het omgevingsplan een nieuwe stedelijke ontwikkeling of een andere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling die de kernkwaliteiten aantast mogelijk maken, indien:
In afwijking van het tweede en derde lid kan het omgevingsplan voorzien in woningbouw overeenkomstig de afspraken tussen Rijk, provincie en betrokken gemeenten met betrekking tot de Pilot Waterland.
In het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten regels kunnen stellen over de motivering als bedoeld in het vierde lid en over de wijze van compensatie als bedoeld in het zevende lid, aanhef en onderdeel c.
Vervallen
O
Artikel 6.59a wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een omgevingsplan ter plaatse van het werkingsgebied Beschermd landschap maakt niet mogelijk:
een ontwikkeling van meer dan 25 woningen;
een ontwikkeling van overige stedelijke functies met een bebouwd oppervlak van meer dan 500 m2.
Het omgevingsplan kan een andere ontwikkeling dan de in het eerste lid, onder a en b, genoemde ontwikkelingen mogelijk maken, mits deze ontwikkeling de voorkomende kernkwaliteiten niet aantast.
In afwijking van het tweede lid kan het omgevingsplan de volgende ontwikkelingen die leiden tot een aantasting van de kernkwaliteiten mogelijk maken:
een ontwikkeling van maximaal 25 woningen per kern of dorpslint, mits:
de ontwikkeling bijdraagt aan het behoud of versterking van de leefbaarheid, vitaliteit of het voorzieningenniveau van de kern of het dorpslint;?
de ontwikkeling past binnen en bijdraagt aan de afgesproken kwalitatieve woningbouwopgave van de gemeente;
de ontwikkeling moet voldoen aan de realisatie van minimaal 30% sociale huur bij nieuwbouw doordat de ontwikkeling zelf voor 30% uit sociale huurwoningen bestaat of doordat de woningvoorraad op het niveau van de betreffende kern of dorpslint reeds bestaat uit 30% sociale huurwoningen of doordat de woningvoorraad op gemeenteniveau reeds bestaat uit minimaal 30% aan sociale huurwoningen of dat de sociale huurwoningen op gemeenteniveau binnen twee jaar in een ander project worden gecompenseerd.
;
de kernkwaliteit habitat voor weidevogels niet wordt aangetast;
de aantasting van de overige kernkwaliteiten zoveel mogelijk wordt beperkt;
in de planuitwerking zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de kernkwaliteiten, in combinatie met de ruimtelijke kwaliteitseis als bedoeld in Artikel 6.70;
de ontwikkeling natuurinclusief bouwen
wordt gebouwd;
de afname van water, groen en biodiversiteit proportioneel en kwalitatief wordt gecompenseerd, voor zover mogelijk in de uitwerking van het betreffende plan en de resterende afname op een locatie elders in de gemeente; en
Gedeputeerde Staten worden geïnformeerd over de locatie en het aantal woningen.
uitbreiding van een agrarisch bouwperceel tot maximaal twee hectare;
nieuwe bebouwings- en gebruiksmogelijkheden op grond van Artikel 6.42, eerste lid onder g en h en Artikel 6.42, tweede lid en Artikel 6.42, derde lid.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder b en het tweede lid, kan het omgevingsplan een ontwikkeling die de kernkwaliteiten aantast, mogelijk maken, indien:
In afwijking van het eerste en tweede lid kan het omgevingsplan voorzien in woningbouw overeenkomstig de afspraken tussen Rijk, provincie en betrokken gemeenten met betrekking tot de Pilot Waterland.
In artikel 6.8 van het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten regels kunnen stellen over de wijze van compensatie als bedoeld in het derde lid, onder a, onderdeel 7 en vierde lid, aanhef en onderdeel c.
P
Artikel 6.59b wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In afwijking van Artikel 6.59
6.59a, eerste lid, aanhef en onder b, kan een omgevingsplan voor zover betrekking hebbend op het werkingsgebied Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen nieuwe stedelijke functies met een bebouwd oppervlak van meer dan 500 m2 mogelijk maken, indien:
de ontwikkeling betrekking heeft op recreatie of verblijfsrecreatie;
de ontwikkeling past binnen het Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen;
de ontwikkeling de voorkomende kernkwaliteiten niet aantast; en
het omgevingsplan is uiterlijk vastgesteld op 31 december 2027
In het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten aanvullende regels kunnen stellen ten aanzien van het eerste lid, onder a en b.
Q
Artikel 6.88 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
R
Bijlage 1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
voorziening ten behoeve van de levering aan en retournering door consumenten van vooraf elders bestelde goederen, waarbij geen verkoop, productadvisering of uitstalling plaatsvindt
een bedrijf dat gebruik maakt van landbouwwerktuigen, landbouwapparatuur of agrarisch loonwerk en hoofdzakelijk is gericht op het leveren van goederen en diensten aan agrarische bedrijven of het leveren van goederen en diensten ten behoeve van aanleg en onderhoud van groene of recreatieve gebieden voor publieke doeleinden
een bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of het houden van dieren, daaronder begrepen een productiegerichte paardenhouderij, houtteelt, zaadveredeling en de teelt van watergebonden organismen als planten, algen, weekdieren, schelpdieren en vissen
een aaneengesloten stuk grond waarop bebouwing met een hoofdgebouw en bijbehorende gebouwen van een agrarisch bedrijf is toegestaan
gebied gelegen binnen de grenzen als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994
één of meerdere gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer of exploitatie, dat in de verblijfsrecreatieve functie daadwerkelijk sprake is van kort verblijf met als focus toeristische overnachtingsmogelijkheden
een woning die gezien ligging en functie bedoeld is voor de huisvesting van personen wier aanwezigheid gelet op de bestemming van een gebouw of terrein noodzakelijk is
een terrein van minimaal 1 ha bruto grondoppervlak dat gelet op het omgevingsplan bedoeld en geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie. Onder de beschrijving vallen daarmee ook (delen van) bedrijventerreinen die gedeeltelijk, maar niet overwegend, bedoeld en geschikt zijn voor kantoorgebouwen. Ook vallen daaronder de zeehaventerreinen welke met laad en/ of loskade langs diep vaarwater toegankelijk zijn voor grote zeeschepen. De volgende terreinen vallen hier niet onder: terrein voor grondstoffenwinning, olie- en gaswinning, terrein voor waterwinning, terrein voor agrarische doeleinden, terrein voor afvalstort
uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg
een min of meer aaneengesloten houtsopstand met in totaal een oppervlakte vanaf circa vijf hectare bos
een lijn van bebouwing in het landelijk gebied langs wegen of waterlopen overwegend ten behoeve van wonen, waarbij de bebouwing aaneengesloten of op korte afstand van elkaar gelegen is en daarmee een eenheid vormt. Het kan voorkomen dat een dorpslint aan één zijde van de weg voorkomt. De overzijde wordt dan niet tot het dorpslint gerekend.
ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen
een voorziening gericht op het bedrijfsmatig houden van paarden waarbij het rijden met of mennen van paarden primair gericht is op gebruik door de ruiter, amazone of menner, niet zijnde een manege
niet aard- en nagelvast voorwerp zonder verkeersfunctie dat dient ter nagedachtenis aan één of meerdere dodelijke slachtoffers van een verkeersongeval dat op de weg heeft plaatsgevonden
een bedrijf of een onderdeel daarvan waar geiten worden gehouden
Gesloten stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder b, van de wet milieubeheer
een agrarisch bedrijf waarbij de teelt van assimilerende organismen onder invloed van licht in een kas plaatsvindt onder gecontroleerde omstandigheden
bedrijfsmatige activiteiten die zich blijvend richten op het vervoer van goederen en personen over water of die onlosmakelijk zijn verbonden met de afwikkeling van schepen en het daarmee verbonden personen- en vrachtverkeer en vanwege hun aard direct aan kadeterrein moeten worden gesitueerd
bedrijfsmatige activiteiten die zich blijvend richten op de dienstverlening aan havengebonden activiteiten en afhankelijk zijn van: a. de binding met havengebonden activiteiten; en b. de nabijheid van havengebonden activiteiten
een Helicopter Emergency Medical Service (HEMS)-vlucht of een politievlucht zoals bedoeld in de vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 of een daarmee verband houdende vlucht gericht op het innemen van brandstof of een vlucht gericht op opleiding en training die nodig zijn voor de veilige uitvoering van een dergelijke vlucht
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat slacht-, fok-, leg-, pels- of melkdieren houdt, zonder of nagenoeg zonder weidegang of vrije uitloop, met uitzondering van veehouderij waarin producten worden vervaardigd die gecertificeerd zijn volgens in Nederland geldende regelgeving van de Europese Unie voor biologische producten en met uitzondering van viskwekerij
een gebied met aaneengesloten of op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing met een samenhangende structuur en een duidelijk herkenbaar stratenpatroon, ten behoeve van overwegend wonen en andere stedelijke functies. Wanneer meerdere kleinere historische kernen of dorpslinten aan elkaar zijn gegroeid tot een aaneengesloten gebied, beschouwen we deze als één kern of dorpslint.
een verblijf met een duur van maximaal zes maanden
de in landelijke samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkelde en beschikbaar gestelde vigerende kwaliteitscriteria vergunningverlening, toezicht en handhaving inzake de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast
Bedrijfsmatige teelt in open grond van groentegewassen (vollegrondsgroenteteelt), akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - en elke andere vorm van bodemcultuur in Nederland, met uitzondering van weide-, hooi- of graszaadpercelen waarvan het grasgewas minimaal zes maanden oud is en granen en graszaad vanaf afrijping (vanaf 1 juni)
akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - en elke andere vorm van bodemcultuur in Nederland
de essentiële elementen en kenmerken van landschappen
In gebruik hebben of houden van een bouwwerk ten behoeve van bedrijfsmatig tijdelijk verblijf of verschaffen van tijdelijk onderdak aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben
het oppervlak van een gebied dat buiten beschouwing kan worden gelaten bij de berekening van de kans op een overstroming
milieugevolgen van activiteiten van bedrijven, welke milieugevolgen zijn toegestaan op basis van een vergunning, algemene regel of andere toestemming van overheidswege
een geluidsgevoelig object, een beperkt kwetsbaar object, een kwetsbaar object, een geurgevoelig object, een minder geurgevoelig object of een overig geurgevoelig object
ruimte voor biodiversiteit creëren op, aan of in het gebouw of de omgeving, zodat er meer diverse planten- en diersoorten kunnen leven.
de overheidszorg gericht op de afwikkeling van een veilig en vlot scheepsvaartverkeer op vaarwegen
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet
de voorzieningen ter bescherming van het milieu, bedoeld in artikel 8.49, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer
de langs een vaarweg aanwezige natuurlijke overgang van water naar land of de aangebrachte oevervoorziening met inbegrip van de daarvoor benodigde verankering
de natuurlijke of rechtspersoon, die op grond van de wet of enige andere wet, concessie, eigendom, overeenkomst of anderszins de verplichting heeft ervoor te zorgen dat de vaarweg en daarbij behorende oever en werk onderhouden wordt
vervanging van een windturbine door een windturbine met een aanzienlijk groter opgesteld vermogen
een samenstel van bouwwerken op het maaiveld, ten behoeve van het opwekken van elektriciteit of warmte door het opvangen van de straling van de zon
maatregelen die kunnen worden ingezet om de in het geding zijnde belangen te beschermen zonder de betrokken dieren te doden of te verwonden
stads- of dorpsgezicht, ten aanzien waarvan is besloten tot opname in het provinciaal erfgoedregister
Monument of archeologisch monument waaraan in het omgevingsplan of de omgevingsverordening de functie-aanduiding provinciaal monument is gegeven
een locatie waar sprake is van verblijfsrecreatie in meerdere gebouwen
Regionale Energiestrategieën Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid 1.0
schade aan bedrijfsmatige teelt van landbouwgewassen
een bouwwerk waarin dieren kunnen schuilen voor weersomstandigheden
indeling van bedrijven in categorieën overeenkomstig of vergelijkbaar met de Handreiking Bedrijven en Milieuzonering, uitgebracht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
functies die verband houden met wonen, bedrijven, voorzieningen, stedelijk water en stedelijk groen
ontwikkeling als bedoeld in artikel 5.129g van het Besluit kwaliteit leefomgeving
chemische elementen, verbindingen daarvan dan wel mengsels van die elementen of verbindingen
chemische elementen, verbindingen daarvan dan wel mengsels van die elementen of verbindingen
bord langs de weg met verwijzing naar een toeristische, recreatieve of andere bestemming.
bord langs de weg met verwijzing naar een toeristische, recreatieve of andere bestemming.
publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie die het beheer van natuur- of recreatiegebieden in haar statuten als doelstelling heeft opgenomen
publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie die het beheer van natuur- of recreatiegebieden in haar statuten als doelstelling heeft opgenomen
een constructie ter ontsluiting van een kadastraal perceel
een constructie ter ontsluiting van een kadastraal perceel
de overheidszorg gericht op de instandhouding, bruikbaarheid en bescherming van een vaarweg en bijbehorende werken
de overheidszorg gericht op de instandhouding, bruikbaarheid en bescherming van een vaarweg en bijbehorende werken
het bevoegde bestuursorgaan van het overheidslichaam dat met het vaarwegbeheer is belast of waaraan de uitvoering van het vaarwegbeheer in medebewind is opgedragen
het bevoegde bestuursorgaan van het overheidslichaam dat met het vaarwegbeheer is belast of waaraan de uitvoering van het vaarwegbeheer in medebewind is opgedragen
minimale breedte, diepte en vrije doorvaarthoogte van de vaarweg
de minimale breedte, diepte en vrije doorvaarthoogte van de vaarweg
een bedrijfsactiviteit die enkel of in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van recreatief nachtverblijf
een bedrijfsactiviteit die enkel of in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van recreatief nachtverblijf
een situatie als bedoeld in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming waarin door een goede afstemming van bodembeschermende voorzieningen en bodembeschermende maatregelen de kans op een verandering van de bodemkwaliteit, ten gevolge van een immissie van een stof, verwaarloosbaar is gemaakt
een situatie als bedoeld in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming waarin door een goede afstemming van bodembeschermende voorzieningen en bodembeschermende maatregelen de kans op een verandering van de bodemkwaliteit, ten gevolge van een immissie van een stof, verwaarloosbaar is gemaakt
vormen van detailhandel waarvan de winkelformules een assortiment voeren van overwegend ruimte vergende goederen, waaronder bouwmarkten, tuincentra, woninginrichtingszaken, auto-, boten- en caravanbedrijven mede worden begrepen
vormen van detailhandel waarvan de winkelformules een assortiment voeren van overwegend ruimte vergende goederen, waaronder bouwmarkten, tuincentra, woninginrichtingszaken, auto-, boten- en caravanbedrijven mede worden begrepen
agrarisch bedrijf dat tenminste aan één volledige arbeidskracht een inkomen verschaft
een agrarisch bedrijf dat tenminste aan één volledige arbeidskracht een inkomen verschaft
een toestel of vaartuig dat voor één of meerdere personen is gebouwd of ingericht ten behoeve van een glijdende beweging door of over het water
een toestel of vaartuig dat voor één of meerdere personen is gebouwd of ingericht ten behoeve van een glijdende beweging door of over het water
de openbare weg zoals bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994
de openbare weg zoals bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994
de publiekrechtelijke zeggenschap en de verantwoordelijkheid voor de weg, met inbegrip van de plicht tot onderhoud en de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen en het al dan niet toestaan van handelingen van derden of gedogen van situaties die van invloed zijn op de toestand of het gebruik van de weg
de publiekrechtelijke zeggenschap en de verantwoordelijkheid voor de weg, met inbegrip van de plicht tot onderhoud en de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen en het al dan niet toestaan van handelingen van derden of gedogen van situaties die van invloed zijn op de toestand of het gebruik van de weg
gesloten stortplaatsen: een werk als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit
vaarweg en wegen: alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies met toebehoren, boven, op, in, onder of langs een weg of vaarweg gelegen
gesloten stortplaatsen: een werk als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit
vaarweg en wegen: alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies met toebehoren, boven, op, in, onder of langs een weg of vaarweg gelegen
een turbine voorzien van rotorbladen geplaatst op een verticale mast, waarmee de bewegingsenergie van de lucht (wind) wordt omgezet in rotatie-energie voor het opwekken van elektriciteit, inclusief de bij dit bouwwerk behorende (infrastructurele) voorzieningen, met uitzondering van traditionele windmolens of replica's hiervan
een turbine voorzien van rotorbladen geplaatst op een verticale mast, waarmee de bewegingsenergie van de lucht (wind) wordt omgezet in rotatie-energie voor het opwekken van elektriciteit, inclusief de bij dit bouwwerk behorende (infrastructurele) voorzieningen, met uitzondering van traditionele windmolens of replica's hiervan
een gebied dat gelet op het omgevingsplan bedoeld en geschikt is voor meerdere vestigingen van detailhandel, eventueel in samenhang met andere consumentgerichte functies zoals horeca, ambachten en baliefuncties
een gebied dat gelet op het omgevingsplan bedoeld en geschikt is voor meerdere vestigingen van detailhandel, eventueel in samenhang met andere consumentgerichte functies zoals horeca, ambachten en baliefuncties
de voor het publiek toegankelijke en zichtbare vloeroppervlakte in het winkelpand, bedoeld voor de verkoop en uitstalling van goederen, waaronder publieksruimte, etalage of vitrine, toonbank en kassaruimte, schappen, paskamers, winkelwagens en pakruimten voor de consument
de voor het publiek toegankelijke en zichtbare vloeroppervlakte in het winkelpand, bedoeld voor de verkoop en uitstalling van goederen, waaronder publieksruimte, etalage of vitrine, toonbank en kassaruimte, schappen, paskamers, winkelwagens en pakruimten voor de consument
een bedrijf gericht op het verbeteren van erfelijke eigenschappen van cultuurgewassen en de gecertificeerde vermeerdering van plantaardig uitgangsmateriaal, zoals zaden en stekken
een bedrijf gericht op het verbeteren van erfelijke eigenschappen van cultuurgewassen en de gecertificeerde vermeerdering van plantaardig uitgangsmateriaal, zoals zaden en stekken
S
Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioc777509c-0c3a-481e-a5d9-5a0233bf2d68/nld@2024‑06‑26;435
/join/id/regdata/pv27/2024/22giode08908b-8bd6-43a2-b102-220b96d94eac/nld@2024‑06‑26;434
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio326f7eb5-6afd-434a-95ed-f09cf2bfd4bb/nld@2024‑06‑26;433
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio2b381818-6b12-4ebd-9aae-9b34eb224887/nld@2024‑06‑26;439
/join/id/regdata/pv27/2024/22giobcf5c32f-1b81-4c65-91ef-ad7d17790c9c/nld@2024‑06‑26;438
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio0b44f46a-47f2-4695-85aa-4a1bb40d519e/nld@2024‑06‑26;437
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio09af709e-aed3-45a0-95ba-5d4a25c32393/nld@2024‑06‑26;436
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio1f029ddc-287f-41de-88c0-91029cfbe59a/nld@2024‑06‑26;446
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio95d3bfbf-e33d-4d45-9531-cea2089992ea/nld@2024‑06‑26;441
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio6a809098-4371-41c9-a541-06acd91a999e/nld@2024‑06‑26;444
/join/id/regdata/pv27/2024/22giodbea809a-70fa-4636-aae7-fc05b9389893/nld@2024‑06‑26;442
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio727c35b6-74cb-4685-b5a9-ab428ae29331/nld@2024‑06‑26;447
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio03d664f8-3021-4238-92ef-6ceb3e99a936/nld@2024‑06‑26;443
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio96963fd7-08e0-4c7f-8af6-552345625fea/nld@2024‑06‑26;445
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio070db28b-8e7f-4368-91e4-e90233835c3a/nld@2024‑06‑26;449
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioca510404-9b23-4028-958c-bd6e0b84b445/nld@2024‑06‑26;448
/join/id/regdata/pv27/2024/27pdf221e005e-a4b0-4896-a399-e4f168da9d6a/nld@2024‑12‑24;71
/join/id/regdata/pv27/2025/28pdf221e005e-a4b0-4896-a399-e4f168da9d6a/nld@2025‑01‑31;73
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio1e82d5b2-ddd4-4bad-a58f-c7693a76a1ce/nld@2024‑06‑26;843
/join/id/regdata/pv27/2025/gio1e82d5b2-ddd4-4bad-a58f-c7693a76a1ce/nld@2025‑01‑31;898
/join/id/regdata/pv27/2024/22giocfc9cc2b-afe6-4eba-97ad-81b4d1e7d06b/nld@2024‑06‑26;481
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof621132c-69f0-4f39-b558-d873bc4ababe/nld@2024‑06‑26;828
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioaae67c40-05a9-41bc-abdd-3d6c2c17986f/nld@2024‑06‑26;479
/join/id/regdata/pv27/2024/gioc51a5ac7-f772-4c71-9b44-dfbf3918c2fb/nld@2024‑12‑18;873
/join/id/regdata/pv27/2025/gioc51a5ac7-f772-4c71-9b44-dfbf3918c2fb/nld@2025‑01‑31;916
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio2d7b84e7-1d19-47d0-aeb4-8d1a3856ea88/nld@2024‑06‑26;484
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio827acd9a-4114-461e-8252-3d8b6846b34f/nld@2024‑06‑26;483
/join/id/regdata/pv27/2024/22giod0d4d0a0-762f-4e21-9364-c2a2532a534c/nld@2024‑06‑26;521
/join/id/regdata/pv27/2024/22giod5e63d78-2399-4e45-9377-e34dda41df61/nld@2024‑06‑26;863
/join/id/regdata/pv27/2025/giod5e63d78-2399-4e45-9377-e34dda41df61/nld@2025‑01‑31;895
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio7754f80a-aef2-4c91-aa70-37ed15e655e5/nld@2024‑06‑26;783
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioc1dfc190-cf63-4703-bff1-e0adbceff204/nld@2024‑06‑26;782
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioe7e6e830-71f2-4b03-8fad-84d2dce09a65/nld@2024‑06‑26;792
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof17ce966-5918-4ef5-84a1-7d12ad905a82/nld@2024‑06‑26;524
/join/id/regdata/pv27/2024/gioa75ee6d5-be5d-4d34-9354-09a08d533865/nld@2024‑12‑18;784
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio134c8c65-43cb-4ec9-a1d2-aa006898fb24/nld@2024‑06‑26;836
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio8dc43e8c-0473-43ce-9b73-53a5ec7b14ca/nld@2024‑06‑26;808
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio91e1695e-fc30-4412-8230-a4a159c90383/nld@2024‑06‑26;855
/join/id/regdata/pv27/2025/gio91e1695e-fc30-4412-8230-a4a159c90383/nld@2025‑01‑31;893
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof36bd731-1634-4e0f-b1ba-55468bda2907/nld@2024‑06‑26;530
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioe14fb734-5732-4f1b-8068-649644f3d0be/nld@2024‑06‑26;528
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof9fdde7d-4787-433e-87a0-148494304846/nld@2024‑06‑26;532
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio2f6ce8c5-de3e-477a-a62d-5ad605ecd192/nld@2024‑06‑26;531
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio2e1d2431-0882-485b-9de3-008ee513509a/nld@2024‑06‑26;522
/join/id/regdata/pv27/2024/22giofa9cc1e3-37a5-4e94-bce4-04deb2b3c206/nld@2024‑06‑26;865
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioae28593d-62e0-47ca-8112-c28c88922f43/nld@2024‑06‑26;851
/join/id/regdata/pv27/2025/gioae28593d-62e0-47ca-8112-c28c88922f43/nld@2025‑01‑31;919
/join/id/regdata/pv27/2024/giodb81b4b4-b910-43de-a532-37b42933c292/nld@2024‑12‑18;894
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio9aac2a9c-e4f7-4307-bd19-8ffc73efabd1/nld@2024‑06‑26;588
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio754b3f7b-150b-4eda-ae70-7f5ad314bd0f/nld@2024‑06‑26;584
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio07632cf9-4740-465e-a05c-d1d9a9726e96/nld@2024‑06‑26;589
/join/id/regdata/pv27/2025/gio07632cf9-4740-465e-a05c-d1d9a9726e96/nld@2025‑01‑31;896
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio0ffeae80-96b7-4639-8eab-3b7ee138f15b/nld@2024‑06‑26;585
/join/id/regdata/pv27/2024/22giodc354d41-a2fa-496d-b088-591b9119cbe5/nld@2024‑06‑26;587
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioe2875015-d954-4fd5-959e-c47fa825d5b8/nld@2024‑06‑26;591
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio9e47acd3-1d3d-4911-ac79-6841a78b4ca3/nld@2024‑06‑26;620
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio79829d54-7503-4d53-bfe7-fc1bac6d2930/nld@2024‑06‑26;623
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio6a7a680e-8501-44eb-b68e-00c0d30978e8/nld@2024‑06‑26;853
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio70cfb3f2-c78b-47af-93de-0c1743a16570/nld@2024‑06‑26;790
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio37fbd64c-8475-4765-a56d-afaaacd420cf/nld@2024‑06‑26;618
/join/id/regdata/pv27/2024/22giofb43c410-3647-4076-a7db-b03d78482bea/nld@2024‑06‑26;831
/join/id/regdata/pv27/2024/gio34f4ca48-b950-42a0-ba7b-6dc851877e50/nld@2024‑12‑18;869
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio5592437a-65d3-4182-ac6e-3e5a5c9cc221/nld@2024‑06‑26;614
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioc1953b84-af66-44b5-8d4b-288a3bbdf418/nld@2024‑06‑26;622
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio74820f23-f0fe-452f-9e29-56a677c025d8/nld@2024‑06‑26;810
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof06c00bc-413c-4f08-aa58-b2fe0de6774e/nld@2024‑06‑26;617
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof170e698-9cff-44c8-bdae-b915b28b81c4/nld@2024‑06‑26;625
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio41626a3a-9340-4d66-aef3-a91354ae6dc7/nld@2024‑06‑26;624
/join/id/regdata/pv27/2025/gio41626a3a-9340-4d66-aef3-a91354ae6dc7/nld@2025‑01‑31;913
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioa199822a-0204-4001-8ec4-97d2425600ce/nld@2024‑06‑26;611
/join/id/regdata/pv27/2024/22giob1b63a5c-d61f-4923-ad72-abeb3467f7d3/nld@2024‑06‑26;635
/join/id/regdata/pv27/2024/22giodd205838-c22f-4d47-afa1-903df165aac1/nld@2024‑06‑26;845
/join/id/regdata/pv27/2024/22giod4a4ee9f-dc87-4871-b7ca-4824cbd6da6b/nld@2024‑06‑26;627
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio7d05e1b3-3f4a-4bb3-82d4-7038e7f11411/nld@2024‑06‑26;871
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio09ab8ecf-cf29-441d-8629-517a62983981/nld@2024‑06‑26;632
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio4b81efda-360f-4577-abeb-bedb57d7e976/nld@2024‑06‑26;867
/join/id/regdata/pv27/2025/gio4b81efda-360f-4577-abeb-bedb57d7e976/nld@2025‑01‑31;890
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioe34856da-9029-4570-a4cf-8d35911cb44c/nld@2024‑06‑26;781
/join/id/regdata/pv27/2024/22giodfc59fb1-4a6e-464e-a435-065f1699bc59/nld@2024‑06‑26;780
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio93d11deb-0e0b-47e9-b20a-2c10fe5c401f/nld@2024‑06‑26;645
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio54c5ca75-44cf-4548-9678-a0197a6e436e/nld@2024‑06‑26;839
/join/id/regdata/pv27/2025/gio54c5ca75-44cf-4548-9678-a0197a6e436e/nld@2025‑01‑31;899
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio2cfdb2af-a69c-4c77-9595-82a67ed601c8/nld@2024‑06‑26;648
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof6e5652a-1eeb-41c7-900a-39ea962cb6c4/nld@2024‑06‑26;816
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio6ec711f4-c303-4173-bbb1-1f852fe5ec40/nld@2024‑06‑26;815
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio02c88236-8c82-4a38-9703-f3fa06cfd17c/nld@2024‑06‑26;663
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio46e77f8b-63d8-4d1c-ac18-8a0add40d786/nld@2024‑06‑26;859
/join/id/regdata/pv27/2024/22giof1d3c2eb-40bd-4525-8376-0ad7bc9da937/nld@2024‑06‑26;832
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio498aef39-d61a-422d-bae9-3a1bd5df4c4c/nld@2024‑06‑26;841
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio7f8a1d72-701e-444f-b499-2ebd14d0581c/nld@2024‑06‑26;667
/join/id/regdata/pv27/2024/22gioab590f5f-fbf9-4481-8d70-8f0a15a29d63/nld@2024‑06‑26;806
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio83214f88-f664-4780-9189-a227c832e6d1/nld@2024‑06‑26;668
/join/id/regdata/pv27/2025/gio4c4d47ee-7f17-468e-a9d9-d066b32c829e/nld@2025‑01‑31;670
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio8d8a2418-4874-4213-b7ea-97ace5761683/nld@2024‑06‑26;835
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio83214f88-f664-4780-9189-a227c832e6d1/nld@2024‑06‑26;668
/join/id/regdata/pv27/2024/gioaa027008-40f6-46d1-81b2-6bb42b19f711/nld@2024‑12‑18;892
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio8d8a2418-4874-4213-b7ea-97ace5761683/nld@2024‑06‑26;835
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio7d52645a-1652-46ca-9fe6-a6dfe4084a09/nld@2024‑06‑26;676
/join/id/regdata/pv27/2025/gioaa027008-40f6-46d1-81b2-6bb42b19f711/nld@2025‑01‑31;918
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio0780cb07-6643-4e56-adb3-63d7635f52bf/nld@2024‑06‑26;665
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio7d52645a-1652-46ca-9fe6-a6dfe4084a09/nld@2024‑06‑26;676
/join/id/regdata/pv27/2024/22giofad5fec8-c384-481b-9805-be88e0e4e5e5/nld@2024‑06‑26;689
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio0780cb07-6643-4e56-adb3-63d7635f52bf/nld@2024‑06‑26;665
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio5499b3ee-60f0-4e61-939c-3dfb585b722e/nld@2024‑06‑26;820
/join/id/regdata/pv27/2024/22giofad5fec8-c384-481b-9805-be88e0e4e5e5/nld@2024‑06‑26;689
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio1698216a-6f4a-49f1-9fde-bddae8c5e495/nld@2024‑06‑26;698
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio5499b3ee-60f0-4e61-939c-3dfb585b722e/nld@2024‑06‑26;820
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio162f9091-504a-4b66-9688-41dd4fc07bbd/nld@2024‑06‑26;875
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio1698216a-6f4a-49f1-9fde-bddae8c5e495/nld@2024‑06‑26;698
/join/id/regdata/pv27/2024/22gio162f9091-504a-4b66-9688-41dd4fc07bbd/nld@2024‑06‑26;875
T
Binnen bijlage 7 wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het BPL
BL Tuinen van West bestaat uit een restant veenpolderlandschap en droogmakerijenlandschap ingeklemd tussen stedelijke uitbreidingen, havens en snelwegen. Delen van de ontginningsgeschiedenis zijn nog goed zichtbaar. Het groene karakter met recreatieve functies vormt een welkome afwisseling met het dichte stedelijke gebied van Amsterdam. Het gebied heeft grote en nog steeds groeiende recreatieve betekenis voor bewoners uit de stedelijke omgeving. Het accent in het gebied ligt op stadslandbouw, sportvelden en voorzieningen. Hiermee voegt Tuinen van West een waardevol onderdeel toe aan het pallet van recreatielandschappen rond de stad.
U
Binnen bijlage 7 wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het BL Vechtstreek-Noord is het noordelijk deel van de Vechtstreek tussen Amsterdam en Het Gooi. In het noorden is de Zuiderzeedijk de grens en aan de oostzijde de stedelijke bebouwing van Naarden en Bussum. Aan de zuidzijde wordt de grens gevormd door de N236, de Ankeveense plassen en in de Aetveldse polder door de provinciegrens met Utrecht. Het Amsterdam-Rijnkanaal en het riviertje de Gaasp vormen samen de westelijke grens. De Vechtstreek heeft een grote samenhang met Het Gooi, onder andere vanwege het kwelwater dat vanuit de stuwwal van Het Gooi in het gebied naar boven komt. Het BPL
BL Vechtstreek-Noord wordt doorsneden met snelwegen en spoorlijnen die de verbinding vormen tussen Amsterdam, Almere en Amersfoort. Het Amsterdam-Rijnkanaal doorkruist het gebied aan de westzijde. Aan de westkant ligt een van de groene scheggen van Amsterdam: de Diemerscheg. Dit is een recreatief bosgebied dat functioneert als stedelijk uitloopgebied. Het gebied wordt doorsneden door snelwegen, de spoorlijn en het Amsterdam-Rijnkanaal. Ten oosten van de A6 bij Muiderberg ligt het recreatiegebied Naarderbos. De Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam liggen ten oosten van de Vecht. De Stelling van Amsterdam is UNESCO Werelderfgoed en de Nieuwe Hollandse Waterlinie staat op de nominatie daaraan toegevoegd te worden. Het militair strategisch landschap is zichtbaar door vestingsteden, forten, liniedijken, inundatiegebieden en schootsvelden. Grote delen van het gebied bij de Diemerscheg en het Naardermeer behoren tot NNN. Natuurverbindingen over het Amsterdam-Rijnkanaal, over en onder de A1 (Waterland- en Gooimeertak) en onder de N236 verbinden de leefgebieden met de omgeving en zijn onderdeel van NNN. Het Naardermeer met de daaromheen liggende natuurgebieden is onderdeel van een structuur van laagveenmoerassen aan de voet van de stuwwal van het Gooi/Utrechtse Heuvelrug en behoort tot Natura2000. Het heeft een Internationale Wetlandstatus.
(Het BL Vechtstreek-Noord maakt deel uit van het ensemble Vechtstreek in de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie)
V
Binnen bijlage 7 wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Polder Veenhuizen ligt ten noordoosten van Heerhugowaard en Polder Oterleek zuidelijk van Heerhugowaard. De begrenzing van beide polders volgt de contour van het oude land. De begrenzing van Polder Veenhuizen ligt aan de zuidzijde op de Veenhuizerkade en aan de oostzijde op de Dijkweg. In het westen volgt de grens de Groenedijk tot aan het noordelijk dijklichaam waar de N241 op ligt. De noordgrens van Polder Oterleek volgt de Molendijk, de zuidgrens is de ringdijk van de Heerhugowaard.
(Het BPL
BL Veenhuizen en Oterleek maakt deel uit van het ensemble West-Friesland West in de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie.)
W
Bijlage 10 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
A. Aanvullende algemene gegevens en bescheiden voor een aanvraag om een omgevingsvergunning of een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.1 van de verordening
De gegevens en bescheiden die in aanvulling op de afdelingen 7.1 en 7.2 en paragraaf 7.5.2 van de Omgevingsregeling en artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht dienen te worden verstrekt voor een aanvraag om een omgevingsvergunning of een maatwerkvoorschrift als bedoeld in Artikel 4.1 van de verordening zijn:
B. Aanvullende specifieke gegevens en bescheiden voor een aanvraag om een omgevingsvergunning of een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.1 van de verordening
B1 Activiteit in Stiltegebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Afdeling 4.3 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
het oogmerk en noodzaak van de activiteit;
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
de mate van geluidshinder van de activiteit;
de tijdsduur en periode waarbinnen de activiteit zich afspeelt;
een rapport verstoring en maatregelen, waarin wordt ingegaan op de aard en mate van de verstoring, de onderzochte alternatieve locatie of bron, de onderzochte geluidbeperkende maatregelen en de te treffen geluidbeperkende maatregelen; en
een akoestisch onderzoek.
B2: Hebben of oprichten van een boorput in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.45 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
een motivatie van het groot openbaar belang;
een alternatievenstudie;
een rapportage omtrent het bodemrisico.
B3: Uitvoeren van grond- of funderingswerk op diepte van >3 meter onder maaiveld in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.46 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
een motivatie van het groot openbaar belang;
een alternatievenstudie;
een rapportage omtrent het bodemrisico.
B4: Leggen van buisleiding voor transport van gassen of vloeistoffen in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.47 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
een motivatie van het groot openbaar belang;
een alternatievenstudie;
een rapportage omtrent het bodemrisico.
B5: Lozen van afstromend water op of in de bodem in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in artikel Artikel 4.48 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
een motivatie van het groot openbaar belang;
een alternatievenstudie;
een rapportage omtrent het bodemrisico.
B6: Aanleggen uitstrooiveld of (dieren)begraafplaats in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.49 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
een motivatie van het groot openbaar belang.
B7: Toepassen van verontreinigde grond en baggerspecie in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.51 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of situatieschets;
een motivatie van het groot openbaar belang;
een alternatievenstudie;
een rapportage omtrent het bodemrisico.
B8: Verrichten van milieubelastende activiteiten op gesloten stortplaats
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.62 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
(gereserveerd)
B9: Verrichten van milieubelastende activiteiten in beschermingszone stortplaatsen Wet milieubeheer
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.63 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
(gereserveerd)
B10: Activiteit op of nabij een provinciale vaarweg
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in Artikel 4.77 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
een situatietekening met daarop weergegeven de locatie van de activiteit in perceelhoogte of hectometrering op schaal 1:500 of 1:1000;
een bouwtekening van de activiteit met informatie over de constructie van het bouwwerk;
een boortekening met doorsnede en dwarsprofiel;
een foto of ander beeldmateriaal van de locatie van de activiteit.
B11: Activiteit langs een provinciale weg
Voor zover het gaat om een aanvraag als bedoeld in artikel 4.89 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
een situatietekening met daarop weergegeven de locatie van de activiteit in perceelhoogte of hectometrering zo mogelijk op schaal 1:500 of 1:1000;
een foto of ander beeldmateriaal van de locatie van de activiteit
(s) per gewenst strokenbord.
C. Algemene gegevens voor het doen van een melding of het voldoen aan een informatieplicht als bedoeld in artikel 4.1 van de verordening
De gegevens en bescheiden die in aanvulling op artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht dienen worden verstrekt voor het doen van een melding of het voldoen aan een informatieplicht als bedoeld in Artikel 4.1 van de verordening zijn:
de aanduiding van de activiteit;
de geplande startdatum van de activiteit;
de verwachte duur van de activiteit;
het telefoonnummer van degene die de activiteit verricht;
de plaatsnaam, het adres, de kadastrale aanduiding of coördinaten van de locatie waarop de activiteit wordt verricht;
de begrenzing van de locatie waarop de activiteit wordt verricht;
als de activiteit waarvoor de gegevens worden verstrekt, wordt verricht door of namens een rechtspersoon of natuurlijke persoon in het kader van het voeren van een onderneming of het uitoefenen van een zelfstandig beroep: het e-mailadres van degene die de gegevens verstrekt respectievelijk de gemachtigde;
als de gegevens worden verstrekt door een gemachtigde: naam, adres, telefoonnummer en woonplaats van de gemachtigde;
als de aanvraag wordt gedaan door een gemachtigde: de ondertekende machtiging; en
de dagtekening.
D. Aanvullende specifieke gegevens voor het doen van een melding of het voldoen aan een informatieplicht als bedoeld in artikel 4.1 van de verordening
D1:
Vervalt
D2: Lozen van afstromend water op of in de bodem in grondwaterbeschermingsgebied
Voor zover het gaat om het doen van een melding als bedoeld in artikel 4.48 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
D3: Ongewoon voorval in of bij het werkingsgebied stortplaatsen Wet milieubeheer
Voor zover het gaat om het geven van informatie als bedoeld in artikel 4.66 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
(gereserveerd)
D4: Ongewoon voorval vaarweg
Voor zover het gaat om het geven van informatie als bedoeld in artikel 4.83 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:(gereserveerd)
D5: Plaatsen gedenkteken langs provinciale weg
Voor zover het gaat om het doen van een melding als bedoeld in artikel 4.92 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
de plaats van de activiteit door middel van een plattegrondtekening of luchtfoto;
een foto of ander beeldmateriaal van de locatie van de activiteit.
D6: Ongewoon voorval provinciale weg
Voor zover het gaat om het geven van informatie als bedoeld in artikel 4.95 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:(gereserveerd)
D7: aanleggen en gebruiken van open bodemenergiesystemen
Voor zover het gaat om het geven van informatie als bedoeld in artikel 4.114 van deze verordening worden de volgende aanvullende gegevens en bescheiden verstrekt:
X
Binnen bijlage 11 wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Algemeen
Afdeling 3 van de regels van Gedeputeerde Staten geeft aan hoe gecompenseerd moet worden als er aantasting is van het Natuurnetwerk Nederland (hierna; NNN) en de Natuurverbindingen. Voorheen werden deze aangeduid als de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en ecologische verbindingszones. Deze afdeling is ook van toepassing op de wijze van compensatie in geval van een aantasting van het Beschermd landschap (hierna; BL). In de omgevingsverordening is aangegeven wanneer aantastingen toegestaan zijn en gecompenseerd moeten worden. Deze nadere regels zijn dus een uitwerking van de omgevingsverordening. Het compensatiebeginsel is vooral bedoeld om het NNN, de natuurverbindingen en het BL tegen aantasting te beschermen. Eén van de hoofddoelstellingen van het provinciaal beleid is om de biodiversiteit in Noord-Holland niet verder achteruit te laten gaan en bij voorkeur te verbeteren. De aanleg en het behoud van het NNN, natuurverbindingen en habitat voor weidevogels binnen BL dragen bij aan die doelstelling. Al deze gebieden zijn belangrijk om de biodiversiteit in Noord-Holland te behouden. Een andere hoofddoelstelling is het benoemen, behouden en waar mogelijk te versterken van de landschappen die aardkundig, ecologisch of cultuurhistorisch van bijzondere waarde zijn. De bescherming van de kernkwaliteiten in het BL draagt bij aan deze doelstelling. Is een ingreep in deze gebieden vanuit andere belangen toch noodzakelijk, dan is in de omgevingsverordening opgenomen onder welke voorwaarden een ingreep toch kan plaatsvinden. Is de aantasting toelaatbaar dan is het de bedoeling om de compensatie zo effectief mogelijk in te zetten. Voor de verschillende categorieën natuur en landschap gelden verschillende vormen van compensatie. De compensatie en de afspraken hierover worden vastgelegd in het omgevingsplan dat gekoppeld is aan de ingreep in een compensatieplan en een compensatieovereenkomst tussen de initiatiefnemer en de provincie. In alle gevallen mag de compensatie uiteraard niet leiden tot aantasting van andere in de verordening beschermde waarden. Deze afdeling heeft drie doelen:
1. Concrete uitvoeringsregels voor natuur- en landschapscompensatie in Noord-Holland;
2. Gemeenten en initiatiefnemers duidelijk maken in welke situaties, op welke wijze zij het compensatiebeginsel moeten toepassen;
3. Aangeven op welke criteria Gedeputeerde Staten compensatieplichtige plannen en onderliggende documenten beoordelen.
De koppeling tussen de uitvoeringsregels in afdeling 3 en de verordening
Een initiatiefnemer moet de natuur- of landschapswaarden die verloren gaan door een ingreep in de fysieke leefomgeving op eigen kosten compenseren. Dit uitgangspunt noemen Gedeputeerde Staten het ‘compensatiebeginsel’. De omgevingsverordening bepaalt of en onder welke voorwaarden een ingreep mag plaatsvinden. Deze afdeling geeft aan op welke manier de initiatiefnemer de compensatie vorm moet geven. Het beschermingsregime voor het NNN heeft het Rijk vastgelegd in de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
In de Omgevingswet en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) heeft het Rijk de verplichting opgenomen voor de provincies om bij verordening regels te stellen die ervoor zorgen dat de provincie het NNN beschermt. De ligging en begrenzing van het NNN, natuurverbindingen en BPL
BL geven Gedeputeerde Staten weer in de kaarten die horen bij de verordening. Het NNN geldt volgens het Bkl niet voor de Noordzee, de Waddenzee en het IJsselmeergebied (inclusief Markermeer en IJmeer) en de randmeren. Voor de Waddenzee en het IJsselmeergebied stelt het Bkl eigen regels waarbij het Rijk bevoegd gezag is. Voor militaire terreinen geldt het compensatiebeginsel niet omdat ze geen onderdeel zijn van het NNN.
Wanneer is deze afdeling van toepassing?
Deze afdeling is van toepassing als sprake is van compensatie zoals bedoeld in Artikel 6.53 en Artikel 6.58 van de omgevingsverordening. Voordat kan worden overgegaan tot compensatie, moet eerst worden vastgesteld of de ingreep toelaatbaar is in het kader van het omgevingsbeleid. Hiervoor geldt het afwegingskader van de omgevingsverordening bij omgevingsplannen of daaraan verwante plannen. Op projectbesluiten Tracébesluiten en Dijkverzwaringsplannen is de omgevingsverordening niet van toepassing. Wel geldt dat het NNN [door het rijk] beschermd is en dat de genoemde plannen in compensatie dienen te voorzien. Bij de opstelling en beoordeling van de in die plannen voorziene compensatie betrekken Gedeputeerde Staten deze afdeling.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 3.2
Het uitgangspunt bij natuur- en landschapscompensatie is dat de schade die door ontwikkelingen plaatsvindt fysiek en het liefst in de nabijheid van de ontwikkeling wordt gecompenseerd. De gemeenteraad dient de compensatie in het omgevingsplan vast te leggen (verbeelding en regels), in het geval van NNN met een passende (natuur)functie. Bij het omgevingsplan hoort het compensatieplan en de overeenkomst. De toelichting (of het compensatieplan) dient in te gaan op het groot openbaar belang dat de ontwikkeling rechtvaardigt en op de effecten van de ingreep op het NNN of het BPL
BL. Hiermee maakt het omgevingsplan inzichtelijk wat verdwijnt en wat terugkomt. Bij aantastingen van NNN die kleiner zijn dan 0.5 ha en aan habitat voor weidevogels binnen BPL
BL die kleiner zijn dan 5 ha, bestaat de mogelijkheid van financiële compensatie in plaats van fysieke compensatie. Fysieke compensatie over genoemde relatief kleine oppervlakten is niet kosteneffectief. Bij compensatie voor NNN-gebieden groter dan 0.5 ha en bij habitat voor weidevogels binnen BPL
BL groter dan 5 ha is financiële compensatie alleen mogelijk als fysieke compensatie aantoonbaar niet mogelijk is. Financiële compensatie voor andere kernkwaliteiten van het BPL
BL dan habitat voor weidevogels is niet mogelijk. Reden daarvoor is dat bij deze kernkwaliteiten niet goed mogelijk is om een aantasting in financiële waarde uit te drukken. Bij financiële compensatie voor NNN dient altijd, ongeachte de grootte van de aantasting, op eenzelfde oppervlak als verloren gaat door de activiteit, dat nog niet is aangewezen als NNN, de ontwikkeling van natuur planologisch mogelijk te worden gemaakt in het bijbehorende ruimtelijk plan. Uitgangspunt bij de toepassing van financiële compensatie blijft dat uiteindelijk fysieke compensatie plaatsvindt, zij het door de provincie zelf. Door storting van de financiële compensatie in de Reserve Groen (voor het NNN) of in de Reserve Landschap (voor Habitat voor weidevogels) wordt deze door Gedeputeerde Staten benut voor de realisatie van het NNN en het nemen van inrichtingsmaatregelen ten gunste van weidevogels. Via het Programma Natuurontwikkeling zullen Gedeputeerde Staten rapporteren over de besteding van de compensatiemiddelen. Ook gedeeltelijke financiële compensatie is een optie, als fysieke compensatie niet voor 100% mogelijk blijkt, bijvoorbeeld als niet op tijd voldoende compensatiegrond gevonden kan worden. Het zal niet altijd mogelijk blijken de compensatie te realiseren binnen hetzelfde omgevingsplan dat de ingreep regelt of binnen dezelfde gemeente waarin de ingreep plaatsvindt. Voor zover dit niet mogelijk is in het omgevingsplan dat de activiteit mogelijk maakt, blijkt uit de toelichting van dat plan hoe en wanneer deze ontwikkeling van natuur dan wel wordt geregeld en dat het bevoegd gezag daaraan medewerking zal verlenen. Indien de compensatie in een andere gemeente plaatsvindt, dan moet er tenminste een besluit door het college van Burgemeesters en Wethouders van de betreffende gemeente zijn over wanneer en in welk omgevingsplan de compensatie dan wél wordt vastgelegd. Gedeputeerde Staten kunnen bestuurlijke druk uitoefenen om te voorkomen dat de besluitvorming in de gemeente waar de ingreep plaats vindt, vertraging oploopt.
Artikel 3.3
Natuurwaarden die verloren gaan, moet de initiatiefnemer fysiek compenseren, door realisatie van vervangend areaal bij NNN of door het nemen van inrichtingsmaatregelen bij de natuurverbinding. Als vuistregel geldt dat het oppervlak van het compensatiegebied minimaal gelijk is aan het vernietigde oppervlak. Als een ingreep het NNN-gebied niet geheel vernietigt, maar – ondanks de afgesproken mitigerende maatregelen- verstoort of versnippert, of de functionaliteit aantast, zal de compensatie moeten zorgen voor het opheffen van de effecten daarvan. In de praktijk betekent dat meestal ook realisatie van extra areaal NNN. De omvang van de compensatie verschilt, afhankelijk van de locatie en de ingreep. Het bepalen van de omvang van de compensatie is maatwerk. Per ingreep moet daarom de initiatiefnemer het specifieke effect onderzoeken. De wezenlijke kenmerken en waarden zijn in elk gebied gedefinieerd als de in een gebied aanwezige natuurwaarden en tevens de potentiële natuurwaarden, de daarvoor vereiste bodem- en watercondities en de voor het gebied kenmerkende landschapsstructuur, aardkundige en belevingswaarden. Concreet betekent dit dat wij bij een ingreep in het NNN en natuurverbindingen beoordelen of sprake is van een significant effect op de wezenlijke kenmerken en waarden door:
de toename van verstoring en het effect daarvan op de in een gebied aanwezige soorten. De verstoring kan bestaan uit verstoring door mensen of verkeer, verstoring door meer licht of verstoring door een toename van geluid;
het effect dat de ingreep heeft op de bodem en watercondities, die belangrijk zijn voor het handhaven van de natuurkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan invloed op het waterpeil, een toename van verzilting of verzoeting van het grondwater of oppervlaktewater, of een toename van de bemesting van de bodem;
het directe effect dat de ingreep door oppervlaktebeslag heeft op het verdwijnen van de in het gebied aanwezige natuurwaarden; of
het effect dat de ingreep heeft op de beleving van het landschap of op de aardkundige waarden.
De mate waarin een ingreep effect heeft op het NNN of natuurverbindingen hangt erg af van het gebied. Per gebied verschillen de wezenlijke kenmerken en waarden. Zo kan verstoring door verlichting of toename van recreatie in een bos een kleinere impact hebben dan in een open weidelandschap. Ook zijn bepaalde soorten gevoeliger voor verstoring dan andere. Daarom is maatwerk vereist. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het beschrijven van de actuele wezenlijke kenmerken en waarden op de locatie van de ingreep en het effect van de ingreep ligt bij de initiatiefnemer. Wij verwachten een eigen inschatting van de wezenlijke kenmerken en waarden op een locatie. De beschrijvingen van de wezenlijke kenmerken en waarden moeten in ieder geval gebruikt worden bij de beschrijving van de effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN en de natuurverbindingen. Daarnaast wordt beoordeeld of een effect optreedt op de samenhang van het NNN of de natuurverbinding. Bij natuurverbindingen is dit een negatief effect wanneer door een ingreep een barrière voor dieren wordt opgeworpen om langs de natuurverbinding te reizen of als de barrièrewerking toeneemt. In het NNN is het effect vooral afhankelijk van de locatie van de ingreep en de grootte en breedte van het NNN op die plek. Bij natuurverbindingen geldt dat de werking van de natuurverbinding gelijk moet blijven of moet verbeteren. Het verdwijnen van stapstenen, rustplaatsen voor dieren langs natuurverbindingen, vergt compensatie in oppervlakte. Maar voor het overige gaat het vooral om het nemen van inrichtingsmaatregelen die het negatieve effect van de ingreep weer opheffen. Ook hier geldt dat geen algemene leidraad voor de omvang en de vorm van de compensatie kan worden gegeven, maar dat het afhankelijk is van de locatie en de mogelijkheden.
Artikel 3.4
Compensatie Beschermd Landschap
Dit artikel ziet op compensatie bij een aantasting van het BL. Sub a heeft betrekking op de specifieke kernkwaliteit habitat voor weidevogels. De kernkwaliteit habitat voor weidevogels geldt voor omvangrijke aaneengesloten deelgebieden in het BL die zich kenmerken door openheid en het ontbreken van verstoring. Bij bescherming van habitat voor weidevogels binnen BL gaat het erom de sleutelfactoren die van belang zijn voor weidevogels (rust, openheid, de aanwezigheid van micro-reliëf, graslandareaal en een relatief hoog waterpeil) te handhaven. Het gaat daarbij niet alleen om de actuele waarde die een gebied heeft voor weidevogels, maar ook om de potentiële waarde die een gebied heeft. Dat kan betekenen dat op de locatie van de ingreep op dat moment geen weidevogels broeden of foerageren, maar dat er toch compensatie moet plaatsvinden. Bij het bepalen van de te compenseren oppervlakte, gaat het om de extra verstoring die door de ingreep wordt veroorzaakt. Het gaat dus niet alleen om het verdwenen areaal door de ingreep, maar ook om de verstoring die daarvan uitgaat door geluid, licht, bebouwing etc. Zie hiervoor het rapport “onderbouwing verstoringsafstanden werkplan weidevogels in Fryslân” (2011, A&W rapport 1624 / Alterrra rapport 2184). Compensatie van de kernkwaliteit habitat voor weidevogels kan bestaan uit inrichtingsmaatregelen of actief weidevogelbeheer omvatten voor een bedrag gelijk aan de kosten voor weidevogelbeheer voor een periode van 30 jaar. Compensatie voor activiteiten ter plaatse van de kernkwaliteit habitat voor weidevogels vindt plaats in een gebied waar ook de kernkwaliteit habitat voor weidevogels aanwezig is. In deze gebieden zijn de compensatiemaatregelen het meest effectief, omdat hier is aangetoond dat deze gebieden geschikt zijn voor weidevogels. De besteding van de middelen moet zinvol zijn. Om te voorkomen dat op een gebied beheer wordt vastgelegd voor een lange termijn, terwijl de omstandigheden kunnen veranderen kan in de overeenkomst een clausule worden opgenomen om de maatregelen te evalueren en tussentijds aan te passen. Sub b gaat over compensatie in het geval van een aantasting van een andere kernkwaliteit dan de kernkwaliteit habitat voor weidevogels. Uit Artikel 3.4 volgt dat het bij deze kernkwaliteiten altijd gaat om fysieke compensatiemaatregelen. Financiële compensatie is niet toegestaan. Aan de fysieke compensatie voor kernkwaliteiten niet zijnde habitat voor weidevogels worden de volgende eisen gesteld: 1. De fysieke compensatie moet plaatsvinden binnen BL en bij voorkeur binnen hetzelfde deelgebied als waar de aantasting plaatsvindt. Hiervoor wordt gekozen omdat kernkwaliteiten binnen een BL-deelgebied veelal nauw met elkaar samenhangen en samen de waarde van het deelgebied bepalen. Een aantasting van een kernkwaliteit is in principe dus een waardevermindering voor het BL-deelgebied en kan daarom het best hierbinnen gecompenseerd worden. Als dat niet mogelijk is, kunnen de compenserende maatregelen elders in BL (dus in een ander deelgebied) worden getroffen, het liefst zo nabij mogelijk. 2. De fysieke compensatie moet leiden tot een landschapsverbetering die in kwaliteit en omvang proportioneel is ten opzichte van de aantasting van de kernkwaliteit. Er is gekozen voor een proportionele compensatie omdat de kernkwaliteiten sterk in aard verschillen en ook niet altijd een meetbaar oppervlak betreffen. Gekozen is voor een breed begrip als “landschapsverbetering” om passende en creatieve of innovatieve oplossingen voor compensatie mogelijk te maken. Op voorhand is immers niet goed te bedenken waaraan de compensatie exact moet voldoen en waar het BL-deelgebied het meest bij is gebaat. De wijze van compensatie betreft dus maatwerk en is steeds afhankelijk van de specifieke activiteit en de situatie ter plaatse. Het is dus mogelijk dat compensatie van een aangetaste kernkwaliteit wordt gerealiseerd in de versterking van een andere kernkwaliteit.
Artikel 3.5
Het compensatieplan dient het gemeentebestuur bij het omgevingsplan te voegen. Het maakt deel uit van de toelichting op het omgevingsplan dat de ingreep vastlegt. Het opstellen van het compensatieplan is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. Het compensatieplan bevat een beschrijving van de ruimtelijke afweging, het verlies van waarden en de manier waarop de initiatiefnemer die compenseert. Uiteindelijk wordt het plan als bijlage bij de compensatieovereenkomst gevoegd, zodat de uitvoering van de compensatie geborgd is. De gemeenteraad mag het omgevingsplan inclusief het compensatieplan en de compensatieovereenkomst alleen vaststellen als het voldoet aan deze afdeling. Om beoordeling en handhaving van het plan mogelijk te maken is het belangrijk dat de initiatiefnemer de te nemen maatregelen zo concreet mogelijk in het plan zet. Voor NNN valt daarbij te denken aan de verschillende te realiseren natuurbeheertypen en het oppervlak daarvan. Als natuurvriendelijke oevers een onderdeel zijn van de compensatie, gaat het ook om de specifieke helling van het talud etc. Daarnaast zijn begrippen met vage hoeveelheden, zoals “zoveel mogelijk” en het “merendeel”, ongewenst. Bij financiële compensatie is het van belang om de verloren waarden te kwantificeren, om de hoogte van de financiële compensatie te bepalen. De initiatiefnemer heeft de taak te zorgen voor het (laten) opstellen en tijdig (laten) uitvoeren van het compensatieplan. Hiertoe dient hij de benodigde informatie over de ingreep, de effecten, de voorgestelde compensatie en de kosten daarvan, te leveren. Gedeputeerde staten zullen het compensatieplan beoordelen aan de hand van deze afdeling. Als de provincie zelf initiatiefnemer is, dan dienen Gedeputeerde Staten een besluit te nemen waarin de compensatie wordt vastgelegd waarmee de uiterste datum van uitvoering en de kwaliteit kan worden geborgd. Ditzelfde geldt voor de meerwaardebenadering in het NNN, maar dan zal in het compensatieplan tevens de samenhang van de verschillende maatregelen worden beschreven en onderbouwd moeten worden waarom deze activiteiten uiteindelijk een positief effect hebben op het NNN.
Artikel 3.6
In de compensatieovereenkomst staan de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, evenals een financiële onderbouwing waaruit blijkt dat de realisatie van de compensatiemaatregelen, inclusief ontwikkelingsbeheer, is geborgd. Een format voor een compensatieovereenkomst is op te vragen bij de provincie. De uiterste termijn van realisatie wordt in de overeenkomst vastgelegd, met een boetebeding dat van toepassing is bij het niet tijdig uitvoeren van de maatregelen. Mocht de initiatiefnemer zijn compensatieverplichtingen niet nakomen, dan neemt de provincie de uitvoering hierna over op kosten van de initiatiefnemer. Dit kan dan dezelfde vorm van compensatie zijn of gelijkwaardige compensatie elders, afhankelijk van wat de mogelijkheden zijn. Omdat de intensieve bestuurlijke relaties tussen overheden voldoende mogelijkheden bieden om nakoming van gemaakte afspraken te toetsen, kan een boetebeding achterwege blijven als het gaat om een overeenkomst tussen provincie en een andere overheid.
Artikel 3.7
Bij compensatie van NNN dient de initiatiefnemer te (laten) berekenen wat het vervangend aanleggen van het vernietigde natuurtype op dezelfde locatie zou kosten, uitgaande van de volgende posten:
Maatregel
|
Toelichting
|
Verwerving | Gemiddelde taxatieprijs op die locatie |
Basisinrichting | Afhankelijk van het natuurtype en de benodigde maatregelen, te berekenen volgens de standaardkosten die ook in het Programma Natuurontwikkeling zijn opgenomen. |
Ontwikkelingsbeheer | Afhankelijk van het type dat wordt ontwikkeld. 5 jaar (bos: 10 jaar) reguliere beheerkosten voor het betreffende natuurtype, te berekenen volgens de normkosten van SNL (Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer). De subsidies die via het SNL beschikbaar zijn voor natuurbeheer zijn een percentage van de normkosten. Dit percentage wisselt jaarlijks en wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld. |
Uitvoeringskosten | 20% van het totaal (alleen bij financiële compensatie). |
Bij compensatie van de kernkwaliteit voor weidevogels dient de initiatiefnemer te (laten) berekenen wat het vervangend aanleggen van het vernietigde gebied waarop de kernkwaliteit voor weidevogels van toepassing is op dezelfde locatie zou kosten, uitgaande van de volgende posten:
Maatregel |
Toelichting
|
30 jaar beheer | De kosten voor een gemiddeld beheerregime bestaande uit een pakket weidevogelgrasland met rustperiode 1 april t/m 15 juni (zie www.bij.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-natuur-enlandschap/agrarische-natuurtypen) |
Uitvoeringskosten | 20% van het totaal (alleen bij financiële compensatie). |
Y
Na sectie 6.13 wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Z
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Subparagraaf 6.2.3.2 Zonne-energieIn de Omgevingsvisie NH2050 is de doelstelling opgenomen om ruimte te bieden aan onder meer energietransitie, in het licht van een duurzame economie, met innovatie als belangrijke motor. In de beweging Nieuwe energie staat dat de provincie in 2050 klimaatneutraal en volledig circulair wil zijn, gekoppeld aan het Klimaatakkoord om in 2030 49% CO2- reductie te behalen. Daarom wordt ruimte geboden aan de energietransitie. Om te kunnen voorzien in de behoefte aan elektriciteit is energie nodig die wordt opgewekt op land en op zee. Niet overal op het vasteland zijn dezelfde omstandigheden voor allerlei duurzame-energievormen. Het gaat om een optimale energiemix, verwoord in ontwikkelprincipe 14: de regionale optimale energiemix voor opwekking van hernieuwbare energie in de ondergrond, op de bovengrond en in de bebouwde omgeving past bij de regionale landschappelijke en gebiedskwaliteiten en de economische kansen. De provincie is voorstander van de toepassing van zonne-energie. Opstellingen voor zonne-energie zijn ook bekend onder de afkorting ‘zon-pv’: zonnepanelen of zonnestroom-installaties die met zonlicht elektriciteit produceren. PV is een Engelse afkorting voor photovoltaic ofwel fotovoltaïsche zonne-energie. In ieder geval kan zonne-energie goed worden toegepast in de gebouwde omgeving. Dit blijft de Provincie stimuleren, onder meer via het Servicepunt Duurzame Energie. Maar ook in het landelijk gebied liggen er, onder voorwaarden, kansen. De provincie wil wel zorg dragen voor de kwaliteit van het Noord-Hollandse landschap en de Noord-Hollandse economie. Om wildgroei van zonneparken in het landschap te voorkomen worden er een aantal voorwaarden gesteld. Goede landschappelijke inpassing en de aansluiting op bestaande functies zijn randvoorwaardelijk bij de realisatie van zonneparken in Noord-Holland. In lijn met de Omgevingsvisie NH2050 wordt een onderscheid gemaakt in de draagvermogens van verschillende landschappen. Buiten het werkingsgebied Landelijk gebied is het aan gemeenten om te bepalen of opstellingen voor zonne-energie worden toegestaan. Daarvoor worden geen regels gesteld. In de komende periode zullen de ambities uit de Omgevingsvisie op het gebied van energietransitie verder worden uitgewerkt, onder meer via de Regionale Energiestrategieën. Naar verwachting worden de Regionale Energiestrategieën in juli 2021 opgeleverd. Dan zal zo nodig een doorvertaling van de daarin gemaakte afspraken naar de omgevingsverordening plaatsvinden.
Subparagraaf 6.2.3.3 Elektriciteitsstations
Onderdeel van de netuitbreiding is het bouwen c.q. aanpassen van elektriciteitsstations. Het is belangrijk dat deze stations goed ingepast zijn in het landschap. Daarom worden hier regels opgenomen om ervoor te zorgen dat het inpassen van elektriciteitsstations zorgvuldig gebeurt. Hiervoor hebben gedeputeerde staten de Ruimtelijke Handreiking voor Elektriciteitsstations vastgesteld. De handreiking is bedoeld om netbeheerders en gemeenten te helpen met de keuze van een locatie voor een transformatorstation. Naast de keuze voor een locatie, biedt de handreiking handvatten voor het inpassen van het station in het landschap, rekening houdend met de kwaliteiten van de ensembles uit de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie.
AA
Na sectie 6.39b wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Onderdeel van de netuitbreiding is het bouwen c.q. aanpassen van elektriciteitsstations. Het is belangrijk dat deze stations goed ingepast zijn in het landschap. Daarom worden hier regels opgenomen om ervoor te zorgen dat het inpassen van elektriciteitsstations zorgvuldig gebeurt. Hiervoor hebben gedeputeerde staten de Ruimtelijke Handreiking voor Elektriciteitsstations vastgesteld. De handreiking is bedoeld om netbeheerders en gemeenten te helpen met de keuze van een locatie voor een transformatorstation. Naast de keuze voor een locatie, biedt de handreiking handvatten voor het inpassen van het station in het landschap, rekening houdend met de kwaliteiten van de ensembles uit de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie.
BB
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor milieubelastende activiteiten die in het grondbeschermingsgebied niet verboden zijn op grond van deze verordening maar waarvoor wel een vergunning nodig is, geldt dat het bevoegd gezag bodembeschermende maatregelen dient voor te schrijven. Hierbij kan worden gedacht aan het voorschrift om activiteiten vrij van de grond boven vloeistofdichte vloeren of lekbakken te verrichten.
[Vervallen]
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-1549.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.