2e wijziging gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân

Gedeputeerde staten van Fryslân,

 

gelet op:

  • artikel 52, eerste lid, onderdeel l. jo. artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • artikel 28 van de gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân;

  • artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht;

maken bekend dat het college van gedeputeerde staten van Fryslân en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Noardeast Fryslân en Tytsjerksteradiel, respectievelijk op 12 november 2024, 21 mei 2024, 5 november 2024, 22 oktober 2024 en 21 mei 2024 elk, met toestemming van provinciale staten respectievelijk de gemeenteraad, hebben besloten tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân als volgt:

Artikel I  

A.

 

Artikel 2, eerste en tweede lid komen te luiden:

 

  • 1.

    Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 8, lid 3, van de wet, genaamd Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân.

  • 2.

    De bedrijfsvoeringsorganisatie Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân is statutair gevestigd te Damwâld.

B.

 

Artikel 4, onderdelen c, d en e komen te luiden:

 

  • c.

    het bewaken van de budgetten;

  • d.

    het doorontwikkelen van het vervoerssysteem: de deelnemers gevraagd en ongevraagd adviseren over de optimalisatie van het vervoerssysteem; en

  • e.

    het voeren van overleg met stakeholders, om te komen tot een zo optimaal mogelijk vervoerssysteem.

C.

 

Er wordt een nieuw artikel 4a ingevoegd, luidende:

 

  • Artikel 4a Participatie

    Het Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân laat de participatie inzake het doelgroepenvervoer verlopen via de participatieraden van de gemeenten en de participatie inzake het openbaar vervoer via de Stichting ROCOV Fryslân.

D.

 

Artikel 10, tweede en derde lid komen te luiden:

 

  • 2.

    Het bestuur draagt zorg voor een coördinator, die de dagelijkse leiding heeft over het Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân.

  • 3.

    Het bestuur is in ieder geval bevoegd te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

E.

 

Artikel 11 komt te luiden:

 

  • Artikel 11 Actieve informatieplicht

    Het bestuur verstrekt de raad respectievelijk provinciale staten ongevraagd en schriftelijk alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren bestuur nodig is.

F.

 

Artikel 16, derde en vierde lid komen te luiden:

 

  • 3.

    De raden en provinciale staten kunnen hun zienswijze omtrent het ontwerp van de begroting, binnen twaalf weken na de verzending ervan aan het bestuur kenbaar maken.

  • 4.

    Het bestuur zendt de begroting onder bijvoeging van de zienswijzen van de raden en provinciale staten, zijn commentaar daarop en zo nodig een nota van wijziging vóór 15 september van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en via de colleges ter kennisname aan de raden en provinciale staten.

G.

 

Artikel 17, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Als categorieën van begrotingswijzigingen, waarop het bepaalde in de laatste volzin van artikel 59, lid 6, van de wet van toepassing is, worden aangewezen die, welke niet leiden tot een verhoging van de bijdragen van de deelnemers.

H.

 

Artikel 20, eerste en tweede lid, komen te luiden:

 

  • 1.

    Het bestuur stelt de algemene financiële en beleidsmatige kaders vast voor het daarop volgende jaar en zendt deze vóór 30 april via de colleges aan de raden en aan provinciale staten.

  • 2.

    Het bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft en zendt vóór 30 april de voorlopige jaarrekening van het voorgaande jaar via de colleges aan de raden en aan provinciale staten.

I.

 

Artikel 21, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het bestuur is belast met de zorg voor archiefbescheiden en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van het Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân en zijn organen overeenkomstig een, met inachtneming van artikel 40, lid 1, van de Archiefwet 1995, vast te stellen verordening.

J.

 

In artikel 23 komen het derde, zesde, zevende en achtste lid te vervallen.

 

Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid en komt te luiden:

 

  • 3.

    Het bestuur regelt de gevolgen van de uittreding en stelt daartoe een uittredingsplan op. Het uittredingsplan geeft inzicht in de gevolgen van de uittreding, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan en de voorwaarden voor uittreding. Onder de gevolgen van de uittreding worden verstaan de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die het directe gevolg zijn van de uittreding.

Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid en komt te luiden:

 

  • 4.

    Het bestuur kan een onafhankelijke derde opdracht geven om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college dat wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van dat college.

Na het vierde lid worden 10 nieuwe leden ingevoegd, luidende:

 

  • 5.

    Het uittredingsplan bevat een berekening van de financiële gevolgen van de uittreding (de uittreedsom).

  • 6.

    Het bestuur stelt het uittredingsplan vast binnen zes maanden na ontvangst van het voorgenomen besluit tot uittreding.

  • 7.

    Op grond van het uittredingsplan besluit het betreffende college of het besluit tot uittreding heroverweging behoeft.

  • 8.

    De uittreedsom bestaat uit een vergoeding ter compensatie van de kosten van uittreding, te weten frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten.

  • 9.

    Onder frictiekosten wordt verstaan alle incidentele kosten te maken door het Mobiliteitsbureau die het directe gevolg zijn van het uittredingsbesluit.

  • 10.

    Onder desintegratiekosten wordt verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door het Mobiliteitsbureau, die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van het uittredingsbesluit.

  • 11.

    Het tiende lid is van overeenkomstige toepassing op kosten te maken of te dragen door het Mobiliteitsbureau die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan binnen een periode van 5 jaar vanaf het moment van uittreding als direct gevolg van het uittredingsbesluit.

  • 12.

    De berekening van de kosten voor uittreding wordt gebaseerd op de feiten en omstandigheden die bekend waren op het moment van het uittredingsbesluit.

    Beleidswijzigingen, wijziging van economische omstandigheden en wijziging van inzichten die zich voordoen of opkomen na het moment van dat besluit worden niet betrokken bij de bepaling van de hoogte van de uittreedsom.

  • 13.

    Het Mobiliteitsbureau is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden.

  • 14.

    Het Mobiliteitsbureau brengt alle frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten, in rekening bij het uittredende college. Het uittredende college is verplicht tot betaling van de definitieve uittreedsom.

K.

 

Artikel 27 komt te luiden:

 

  • Artikel 27 Evaluatie

    • 1.

      De evaluatie van de uitvoering van de regeling wordt na start van de regeling in 2017 uiterlijk 1 januari 2020 gedaan.

    • 2.

      De evaluatie zal na telkens 4 jaren opnieuw worden gedaan.

    • 3.

      De evaluatie geschiedt door het bestuur, gehoord de colleges, de raden en provinciale staten van de deelnemers.

L.

 

Artikel 28 komt te luiden:

 

  • Artikel 28 Toezending en bekendmaking

    Gedeputeerde staten van Fryslân zijn belast met de bekendmaking van de gemeenschappelijke regeling, met inbegrip van een wijziging hiervan.

Artikel II  

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin het wordt bekendgemaakt.

Gedeputeerde staten van Fryslân,

drs. A.A.M. Brok, voorzitter

drs. ing. J.J. Algra, secretaris

Bezwaar

 

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan tegen dit besluit binnen zes (6) weken na bekendmaking hiervan een bezwaarschrift indienen bij gedeputeerde staten van Fryslân, Postbus 20120, 8900 HM in Leeuwarden.

 

Het bezwaarschrift moet ten minste bevatten:

  • a.

    de naam en het adres van de indiener;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en bij voorkeur met vermelding van het kenmerk van het besluit;

  • d.

    de gronden van het bezwaar;

  • e.

    de handtekening van de indiener.

Meer informatie over de bezwaarschriftenprocedure vindt u op www.fryslan.frl onder “contact”, of u kunt bellen met het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie, tel. (058) 292 59 25.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst niet de werking van dit besluit. De indiener van een bezwaarschrift kan, als onverwijlde spoed dat eist, een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD in Groningen. Aan een verzoek om een voorlopige voorziening zijn wel kosten (griffierecht) verbonden.

Naar boven