Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029 provincie Utrecht

Bekendmaking Ontwerp Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029 provincie Utrecht

Op 8 juli 2025 hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht het Ontwerp beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029 vastgesteld.

Artikel I

Het Ontwerp beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029, provincie Utrecht is op 8 juli 2025 vastgesteld,

zoals is aangegeven in Bijlage A.

Artikel II

Het Ontwerp beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029, provincie Utrecht wordt 6 weken ter inzage gelegd vanaf dinsdag 2 september 2025.

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Bijlage A

Beleidsprogramma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen 2026-2029 provincie Utrecht

Voorwoord

Even lekker ontspannen, bewegen en beleven

Als ik op mijn fiets door onze prachtige provincie rijd dan kan ik daar echt van genieten. Het landschap, de mooie fietspaden, de bezienswaardigheden, het kopje koffie met appelgebak en de duidelijke bewegwijzering. Kop in de wind en trappen maar, dat vind ik heerlijk om te doen.

Mijn favoriete rondje, zo’n dikke 30 km, start in het architectonisch bijzondere Kattenbroek in Amersfoort. Ik fiets dan door het mooie stadspark Schothorst. Op het grote grasveld zijn clubjes mensen, onder begeleiding van een instructeur, lekker aan het sporten en fitnessen. Ziet er altijd gezellig uit.

Via het groenrecreatief gebied Bloeidaal bij Leusden fiets ik over het vrijliggende fietspad langs het Valleikanaal. Aan de andere kant van het water zie je regelmatig een bunker liggen, onderdeel van ons cultuurhistorisch militair erfgoed De Grebbelinie. Dan even lekker een boerenijsje kopen bij het kanocentrum en genieten van de ouders die zowel hun kinderen als hun kano op koers proberen te houden.

Daarna weer door naar de Utrechtse Heuvelrug naar landgoed Den Treek en doorfietsen naar het recreatiegebied voor de regio; het Henschotermeer. Het recreatieschap is er niet meer in Zuid Oost Utrecht, maar toch ben ik blij om te zien dat er rondom dit Henschotermeer ondernemers zijn die recreatievoorzieningen en overnachtingsplekken op de campings aanbieden.

Het water lonkt voor een verfrissende duik, maar ik weet de verleiding te weerstaan en aan de hand van de duidelijke bewegwijzering vervolg ik mijn weg weer terug richting Amersfoort.

Even stevig aanzetten op de trappers om de fietsbrug over de A28 te nemen, om vervolgens Nationaal Monument Kamp Amersfoort te passeren. Laatst ben ik hier nog met vrienden geweest en het blijft indrukwekkend om te zien en te horen welk leed de 47.000 gevangenen hier hebben moeten doorstaan tijdens WOII.

Het centrum van Amersfoort doemt alweer op. Met moeite ontwijk ik de vele toeristen in de historische binnenstad en glimlach ik even naar de Onze Lieve Vrouwetoren. Het is einde van de middag en ook de zakenmensen strijken met hun collega’s neer in de restaurants. Zelf zit ik graag op het terras voor een verfrissend drankje bij de 400 jaar oude Stadsbrouwerij. Na de oude Koppelpoort sla ik rechtsaf en fiets mijn geliefde woonwijk binnen. Ik ben weer thuis!

Zo, ik ben lekker sportief bezig geweest, heb mijn hoofd leeggemaakt en genoten van al het moois en lekkers dat onze provincie te bieden heeft. En dat gun ik iedereen. Om dit zo te houden, is goed samenspel nodig op het gebied van Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen. Om dit te bereiken is dit beleidsprogramma gemaakt. Hierin staat beschreven wat we als provincie de komende vier jaar gaan doen en wat daarvoor nodig is. Uitgangspunt is dat we graag een provincie willen zijn die haar inwoners prikkelt en uitnodigt om te bewegen, te beleven en te ontspannen.

Ik daag u hierbij uit om mee te doen.

Rob van Muilekom

Gedeputeerde Recreatie, Toerisme, Sport en Gezondheid

Hoofdstuk 1. Introductie

Utrecht is een provincie waar we trots op zijn. Haar grote diversiteit aan landschappen, zoals het Groene Hart, de Utrechtse Heuvelrug en het rivierengebied, maar ook steden als Utrecht en Amersfoort en de dorpen maken dat onze provincie een plek is waar je goed kunt recreëren, ontspannen en bewegen. Onderzoek heeft uitgewezen dat maar liefst 80% van de inwoners wel eens een van onze recreatiegebieden bezoekt (Bezoekersonderzoek Recreatiegebieden Utrecht 2023).

Ook beschikken we over een groot aanbod aan cultuur en erfgoed, van buitenplaatsen en forten tot grote festivals en toonaangevende musea. En dankzij het uitgebreide fiets-, wandel- en vaarnetwerk verplaats je je gemakkelijk van de ene naar de andere plek. Dit alles samen zorgt voor een groot en divers vrijetijdsaanbod, waarbij in elke regio iets anders te beleven valt.

We willen dat onze provincie in topconditie is en dat we aantrekkelijk blijven voor jong en oud, zodat iedereen met veel plezier kan genieten en gebruikmaken van al het moois wat we te bieden hebben. Voor nu en in de toekomst. Uiteraard kennen we hierbij ook de nodige uitdagingen. In dit eerste hoofdstuk lichten we onze visie, ambitie, het speelveld, onze rol en de uitdagingen toe.

1.1 Visie

We weten dat een aantrekkelijke leefomgeving waar volop mogelijkheden zijn tot recreëren, sporten en bewegen, bijdraagt aan het welzijn van onze inwoners en bezoekers. Vrijetijdsbesteding zorgt voor plezier, ontspanning, vermindert stress en zorgt ervoor dat mensen samen komen. En door te bewegen, blijven inwoners gezond. Onderschat ook niet de economische bijdrage van recreatie, toerisme, sport en bewegen.

Zo is de toeristisch-recreatieve sector in Nederland verantwoordelijk voor 6,7% van de totale werkgelegenheid en vertegenwoordigt de provincie Utrecht 8% van de vrijetijdsactiviteiten in Nederland (Position paper en achtergronddocument recreatie en toerisme, IPO). Ook de bijdrage aan het in stand houden van voorzieningen is aanzienlijk. Zowel in grote steden als in kleinere dorpen en kernen. Het gaat hierbij niet alleen om horeca, supermarkten en overnachtingsplekken, maar bijvoorbeeld ook om cultuurinstellingen, erfgoedlocaties en voorzieningen bij de boer.

1.2 Ambities

Ons streven is dat iedereen in de provincie Utrecht dicht bij huis in de buitenruimte kan bewegen, beleven en ontspannen. Dat streven is niet nieuw. We werken al jaren met onze partners samen om een bijdrage te leveren aan een provincie waar het gezond en fijn leven is. De komende jaren zetten we in op vier onderliggende ambities:

  • Hoofdstuk 2. Behouden en ontwikkelen recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen. We zetten ons maximaal in om recreatiegebieden te verbeteren, bestaande voorzieningen te behouden, en nieuwe voorzieningen mee te laten groeien met de groei van het aantal inwoners, zodat elke inwoner dicht bij huis hiervan gebruik kan blijven maken.

  • Hoofdstuk 3. Verbeteren recreatieve routenetwerken. We zetten ons in om recreatieve routenetwerken (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) in stand te houden en ontbrekende schakels toe te voegen, zodat nog meer gebieden met elkaar verbonden worden en onze inwoners en bezoekers per fiets, te voet of met de boot hier gebruik van kunnen maken.

  • Hoofdstuk 4. Sturen op bezoek. We willen de juiste bezoekers op de juiste momenten naar de juiste plekken binnen de provincie leiden, om de juiste balans te bewaken tussen de toeristisch-recreatieve activiteiten en de draagkracht van de leefomgeving en zodat iedereen kan profiteren van bezoek.

  • Hoofdstuk 5. Stimuleren bewegen en gezondheid. We stimuleren bewegen en gezondheid door de aanleg van voorzieningen in de buitenruimte te stimuleren en daar bekendheid aan te geven (onder meer door inspiratie en informatie van de marketingorganisaties). Hierdoor zorgen we ervoor dat inwoners uitgenodigd worden om in hun directe omgeving te bewegen.

1.3 Uitdagingen

Bij de uitvoering van ons beleid in de komende jaren, houden we rekening met een aantal (maatschappelijke) uitdagingen en trends & ontwikkelingen. Deze houden onderling verband met elkaar en versterken elkaar soms.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 1: Verwachte bevolkingsgroei in de provincie Utrecht tot 2050. Bron: Staat van Utrecht, gebaseerd op gegevens van het CBS.

  • Hoe laten we de voorzieningen recreatie, toerisme, sport en bewegen meegroeien in het licht van de groei van het aantal inwoners en bezoekers

    Het aantal inwoners stijgt naar verwachting van ruim 1,4 miljoen naar ruim 1,6 miljoen in 2050. Daarbij groeit het aantal binnenlandse en buitenlandse bezoekers volgens prognoses autonoom met 25%; van 2,1 miljoen in 2023 naar 2,6 miljoen bezoekers in 2035. Er is daardoor meer (recreatief) groen en meer ruimte voor ontspannen en bewegen in de directe nabijheid van de woonomgeving nodig (Groen Groeit Mee, Opgaven in beeld). Tegelijkertijd liggen er ook andere ruimtelijke opgaven, zoals het realiseren van meer compensatiegebieden voor flora en fauna, de energietransitie en meer ruimte voor water/waterberging. De uitdaging is hoe we die ruimtevragers combineren.

  • Hoe zorgen we voor minder druk op de voorzieningen voor recreatie, toerisme, sport en bewegen

    Door de verstedelijking neemt de druk op bestaande recreatieve voorzieningen toe. Naast nieuwe recreatieve voorzieningen zijn daarom ook andere maatregelen nodig om de druk op de recreatieve voorzieningen te reguleren. Daarom vinden we het onder meer noodzakelijk om te sturen op bezoek en om in te zetten op het bruikbaar houden van routes, waarbij de uitdaging is dat we voorkomen dat paden waarover deze routes lopen worden gesloten.

  • Hoe zorgen we dat er voldoende financiële middelen voor recreatie, toerisme, sport en bewegen beschikbaar zijn Gemeenten en provincies lijken het de komende tijd te moeten doen met minder beschikbare middelen. Dat terwijl de komende jaren de kosten stijgen met de groei van voorzieningen, maar ook op het vlak van achterstallig beheer en onderhoud en oplopende kosten in het algemeen. Vanuit het Rijk worden er, nu en in het verleden, vaak geen middelen beschikbaar gesteld.

  • Hoe zorgen we dat voorzieningen voldoen aan de gewenste kwaliteit Een andere uitdaging is hoe we zorgen dat voorzieningen voldoen aan de gewenste kwaliteit. Dit is nu nog niet altijd het geval, bijvoorbeeld door achterstallig onderhoud, een gebrek aan toegankelijkheid en bereikbaarheid of omdat voorzieningen niet zijn aangepast aan het veranderende klimaat. Daarnaast ontbreken er soms voorzieningen: zo is er een tekort aan officiële zwemwaterlocaties (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) in de provincie.

  • Hoe dragen we bij aan de gezondheid van de inwoners

    We zien een afname van de beweegparticipatie: ongeveer de helft van de inwoners haalt de landelijke beweegnorm niet (Sporten en bewegen in cijfers: beweegrichtlijnen). Sporten en bewegen in de buitenruimte, dat in de afgelopen jaren in populariteit is toegenomen, kan een bijdrage leveren aan een gezonde leefstijl. En door mensen te prikkelen en inspireren om er op uit te gaan op een actieve manier te genieten van al het moois in de provincie, kunnen we ook bijdragen aan gezondheid.

1.4 Het speelveld en onze rol

De thema’s recreatie, toerisme, sport en bewegen hebben een divers speelveld, dat in de loop van de jaren zo ontstaan is. Er is geen formele, landelijke wettelijke verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Rijk en provincie hebben geen formele wettelijke taak op het gebied van recreatie, toerisme, sport en bewegen. Gemeenten, destinatiemanagementorganisaties (DMO’s) en terreinbeheerders zijn in principe verantwoordelijk voor de uitvoering. Goede samenwerking tussen gemeenten, provincies, het Rijk, grondeigenaren en andere partners is daarom noodzakelijk om tot goed beleid met voldoende daadkracht te komen. Daar zijn meerdere vormen voor, bijvoorbeeld convenanten, bestuurlijke afspraken, subsidies of gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast is er binnen het provinciale beleid veel samenhang met andere opgaven: beleid op dit thema staat niet op zichzelf, maar heeft raakvlakken met bijna alle andere beleidsterreinen, zoals mobiliteit, natuur en landbouw.

Ondanks het gebrek aan een formele, wettelijke taak, zien we voor onszelf een belangrijke rol weggelegd. Dit vanwege de grote maatschappelijke behoefte aan vrijetijdsmogelijkheden, het bovenlokale karakter van veel opgaven en de interactie van recreatie, toerisme, sport en bewegen met andere beleidsvelden zoals natuur, cultuur en erfgoed, mobiliteit en volkshuisvesting. Die rol is verschillend, afhankelijk van de situatie en de beschikbare financiële middelen. Gebaseerd op de rollen uit de Omgevingsvisie kan die rol stimulerend, participerend, regulerend en realiserend van aard zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • We zijn gelijkwaardig deelnemer in het Recreatieschap Stichtse Groenlanden en het Plassenschap Loosdrecht e.o. In deze gemeenschappelijke regelingen zijn we één van de grootste financiers.

  • We geven samen met gemeenten opdracht aan het Routebureau Utrecht voor de uitvoering, het beheer en onderhoud en de promotie van het Recreatief Hoofdroutenetwerk.

  • We stimuleren en ondersteunen bepaalde recreatieve voorzieningen en activiteiten met doelgerichte subsidieregelingen.

  • We faciliteren destinatiemanagementorganisaties om bovenlokaal samen te werken en projecten uit te voeren via de Marketingcoöperatie Regio Utrecht.

  • We verzamelen en delen kennis die gemeenten en andere partijen kunnen gebruiken, onder meer op het gebied van de zoektocht naar nieuw zwemwater en via het Provinciaal Sportakkoord Utrecht.

  • We initiëren en participeren in diverse landelijke en provinciale samenwerkingsvormen om de verbinding en lobby naar het Rijk te regelen, bijvoorbeeld via het IPO en de Landelijke Raad Recreatie en Toerisme.

Hoe we deze rollen precies invullen, wordt verder geschetst in hoofdstukken 2 tot en met 5.

1.5 Wat we gaan doen

Onze ambities, uitdagingen en rolopvatting bepalen onze inzet. In de hoofdstukken 2 tot en met 5 zetten we uiteen wat onze doelen zijn en welke activiteiten daarbij horen. In hoofdlijnen richten we ons de komende jaren op de volgende activiteiten:

  • Met onze partners tot toekomstbestendige en goed uitgewerkte afspraken komen waarin een goede balans zit met betrekking tot onze ambities op ontwikkeling, beheer en onderhoud van bestaande en nieuwe (recreatie)gebieden.

  • We starten met het wegwerken van achterstallig onderhoud in recreatiegebieden en -voorzieningen.

  • We evalueren bestaande vormen voor samenwerking en governance en kijken welke opties voor verbetering er zijn om ontwikkeling, onderhoud, beheer en exploitatie van recreatievoorzieningen optimaal te organiseren.

  • We sluiten aan bij provinciale gebiedsontwikkelingen zoals Utrechts Programma Landelijk Gebied en Groen Groeit Mee (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) zodat vrijetijdsvoorzieningen een goede plek krijgen in de transitieopgaven.

  • We zorgen dat de kwaliteit van het bestaande recreatieve hoofdroutenetwerk op orde komt (inclusief bewegwijzering) en zoeken met partners naar oplossingen om paden open te houden voor fietsers en wandelaars.

  • Samen met de destinatiemanagementorganisaties (DMO’s) en gemeenten blijven we het moois wat Utrecht te bieden heeft op de kaart zetten.

  • We zetten ons in om enerzijds te zorgen voor voldoende bereikbare recreatieve voorzieningen en willen tegelijk zorgen dat de kwaliteit van natuur en landschap niet onder druk komt te staan (bijv. door inzet zonering).

  • We versterken onze verbindende rol op het gebied van kennisuitwisseling, netwerk en lobby en zorgen dat gemeenten, provincie en andere partijen hun acties op elkaar afstemmen (in navolging van de Landelijke Raad Recreatie & Toerisme).

Om deze activiteiten uit te kunnen voeren en onze doelen te realiseren, verwachten we dat er meerkosten ontstaan in de jaren 2027 – 2029. Dit gaat soms om aflopende middelen of al bekende bedragen: denk hierbij aan de aflopende beheerovereenkomst van Recreatie om de Stad, de revisie van het Wandelroutenetwerk West (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen), de vernieuwing van de TOP’s of de monitoring voor drukte in recreatiegebieden. Daarnaast zijn er ambities waarvan we nu nog niet weten welke middelen hiervoor exact nodig zijn: de inpassing van het Terrein Beheer Model, het inhalen van achterstallig beheer en onderhoud en een mogelijk vervolg op bepaalde pilots zoals voor openbare toiletten in recreatiegebieden. De eerste helft van 2026 willen we gebruiken om de benodigde middelen voor onze ambities goed in beeld te krijgen en te onderzoeken hoe en in welke mate gemeenten, het Rijk en andere partners de gevraagde middelen ook beschikbaar stellen. Daarbij blijven we met partners continu kijken naar waar onze financiële bijdrage nodig is en meerwaarde biedt en kijken we vanuit dit beleidsterrein ook naar andere programma’s binnen de provincie, zowel inhoudelijk als financieel. Zie Bijlage II Financiën voor een volledig overzicht van de begroting voor de komende jaren.

1.6 Hoe we dat gaan monitoren

Op basis van dit beleidsprogramma stellen we in het najaar van 2025 een monitoringsplan op. Daarin staat per meerjarenbeleidsdoel hoe en met welke indicatoren we de voortgang en resultaten meten. Ook meten we in hoeverre onze activiteiten bijdragen aan de gestelde meerjarenbeleidsdoelen. Dit doen we met cijfers, onderzoeken en praktijkvoorbeelden, waarbij we ook gebruik maken van gegevens van onze partners (DMO’s, NBTC en anderen). We maken daarbij onderscheid in direct meetbare resultaten van onze inspanningen en de impact hiervan. De uitkomsten presenteren we in de tussenevaluatie in 2028 en in de eindevaluatie in 2030.

1.7 Leeswijzer

In de volgende vier hoofdstukken lichten we de ambities één voor één nader toe. Per ambitie schetsen we kort waar we staan, wat onze rol is, welke doelen we willen bereiken en welke activiteiten we in de komende jaren ondernemen om die doelen te bereiken. Hiermee verwachten we dat Utrecht een provincie blijft waar je volop kan bewegen, beleven en ontspannen!

Hoofdstuk 2. Behouden en ontwikkelen recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen

Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving kan niet zonder voldoende recreatieve voorzieningen. We willen daarom dat iedereen in de provincie Utrecht dicht bij huis kan bewegen, beleven en ontspannen. Om dat te bereiken zetten we ons in om onze recreatieve voorzieningen en recreatiegebieden te behouden en ontwikkelen.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 2: Aantal bezoeken aan de verschillende recreatiegebieden in 2022. Bron: Bezoekersonderzoek 2022.

Tabel 1: overzicht van recreatiegebieden in de provincie Utrecht

1. Vinkeveense Plassen

10. IJsselbos/IJsselsteinsebos

19. Bossen Lage Vuursche/Baarnse Bos

28. Bossen Leersumse Veld

2. Loosdrechtse Plassen/de Strook

11. Nedereindse Plas

20. Landgoed Groeneveld

29. Bossen Amerongse Berg

3. Maarsseveense Plassen

12. Laagraven/Down Under

21. Coelhorst

30. Kwintelooijen

4. Gagelbos/Ruigenhoek/Noorderpark

13. Bos Nieuw-Wulven

22. Birkhoven/Bokkenduinen

31. Grebbeberg/Blauwe kamer Rhenen

5. Haarzuilens

14. Amelisweerd/Rhijnauwen/Vechten

23. Bossen Amersfoort-Zuid/Leusden

32. Gravenbol

6. Haarrijnse Plas

15. Houdringe/Beerschoten/Panbos

24. De Schammer/Bloeidaal

33. Recreatiegebieden langs de Lek: ’t Waal/Middelwaard/Salmsteke

7. Oortjespad

16. De Leijen/Beukenberg

25. Henschotermeer

34. Maximapark

8. Cattenbroekerplas

17. Vliegbasis Soesterberg

26. Bossen Austerlitz/Bornia/Heidestein

35. Natuurgebied Zouweboezem

9. Strijkviertel

18. Lange en Korte Duinen

27. Kaapse Bossen

36. Eiland van Schalkwijk

*Voor gebieden 16, 32 en 35 (in de kaart in grijs aangegeven) kan het aantal bezoeken niet worden getoond vanwege onvoldoende waarnemingen.

2.1 Waar we staan

Als provincie Utrecht beschikken we over een groot en gevarieerd recreatief aanbod. 80% van de inwoners van onze provincie bezoekt weleens één van onze recreatiegebieden, die gemiddeld worden gewaardeerd met een 7,9 (Bezoekersonderzoek Recreatiegebieden Utrecht 2023). Daarnaast beschikken deze gebieden over veel voorzieningen. Er is dus voldoende reden om tevreden te zijn met de huidige situatie. Wel vraagt een aantal punten om onze aandacht:

  • Voor bestaande voorzieningen is het behouden niet altijd even makkelijk: er zijn hoge kosten voor beheer en onderhoud.

  • Sommige gebieden zijn nog niet altijd juist ingericht.

  • Vakantieparken zijn verouderd of hebben last van ondermijning.

  • Een groeiend inwonersaantal vraagt om meer recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen, terwijl recreatie niet altijd de enige ruimtevrager is.

2.2 Onze rol

De rol van de provincie varieert als het gaat om het behouden, uitbreiden en inrichten van recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen.

  • We zijn gelijkwaardig deelnemer in het Recreatieschap Stichtse Groenlanden en het Plassenschap Loosdrecht e.o. In deze gemeenschappelijke regeling zijn we een van de grootste financiers.

  • We stimuleren partijen - gemeenten, terreinbeherende organisaties en het Rijk - om gebieden goed in te richten.

  • We verzamelen en delen kennis die partijen in de uitvoering kunnen gebruiken.

2.3 Wat we willen bereiken

Ons uitgangspunt is dat gebieden goed zijn ingericht en professioneel worden onderhouden en beheerd en dat er recreatieve voorzieningen zijn die voldoen aan de behoeften van inwoners en bezoekers. Daarom hebben we de volgende doelen:

Doel A: Bestaande recreatiegebieden zijn van goede kwaliteit en worden goed en professioneel onderhouden en beheerd.

Doel B: De recreatieruimte groeit evenwichtig mee met de verstedelijking.

Doel C: Recreatieve voorzieningen sluiten beter aan op de bestaande en toekomstige behoefte.

Doel D: Vakantieparken en recreatiewoningen zijn aantrekkelijker en vitaler en worden uitsluitend gebruikt voor dag- en verblijfsrecreatie.



De activiteiten die we ondernemen om deze doelen te bereiken, lichten we hieronder toe.

2.3.1 Doel A Bestaande recreatiegebieden zijn van goede kwaliteit en worden goed en professioneel onderhouden en beheerd.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

A1. Sturen op doelmatig beheer en onderhoud van recreatievoorzieningen

We vinden het belangrijk dat onze recreatievoorzieningen aantrekkelijk en kwalitatief goed zijn. Om die kwaliteit te bewaken is goed en professioneel beheer en onderhoud belangrijk. Als provincie spelen we daar op verschillende manieren een rol in. We zetten ons in voor zowel het dagelijkse onderhoud als het groot onderhoud, voor vervanging van voorzieningen op de lange termijn en voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud. We doen dat samen met onze partners via de volgende gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingen:

  • Als gelijkwaardig deelnemer aan de gemeenschappelijke regelingen Stichtse Groenlanden en Plassenschap Loosdrecht en omstreken zijn we mede-eigenaar en opdrachtgever van de uitvoerende organisaties en een van de grootste financiers. Samen met deelnemende gemeenten zorgen we voor de financiering van beheer, onderhoud en (her)ontwikkeling van deze gebieden. De uitvoering hiervan wordt gedaan door een derde partij. Bij de recreatiegebieden van de recreatieschappen is toezicht en handhaving onderdeel van het beheer en de verantwoordelijkheid van de terreineigenaar. Voor het Recreatieschap Stichtse Groenlanden moet in deze beleidsperiode een nieuwe algemene verordening en de invulling van de taken door de uitvoeringsorganisatie bepalen hoe toezicht en handhaving de komende jaren ingericht wordt. We verwachten dat hiervoor de komende jaren extra middelen nodig zijn.

  • We dragen samen met een aantal gemeenten bij aan de kosten voor het beheer en onderhoud van de voormalige Recreatie om de Stad (RodS)-gebieden (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) in eigendom van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Recreatie om de Stad (RodS)-gebieden zijn groene uitloopgebieden rondom de grote steden. De beheerovereenkomsten hiervoor lopen tot en met 2027. In deze programmaperiode werken we aan een voortzetting voor na die periode, waarbij we ook kijken naar de vorm van deze bijdrage. We gaan hierover op tijd in overleg met de grondeigenaren en gemeenten. We verwachten dat hiervoor de komende jaren extra middelen nodig zijn.

  • Op de Utrechtse Heuvelrug dragen wij via de dienstverleningsovereenkomst met het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug en 11 gemeenten bij aan het onderhoud en beheer van recreatieve wandel- en fietspaden en aan toezicht en handhaving.

  • We dragen daarnaast bij aan natuurbeheer in natuurgebieden via het Subsidiestelsel Natuur- en Landschap (SNL). Recreatieve openstelling - bijvoorbeeld het mogelijk maken van wandel- en fietsroutes - maakt onderdeel uit van dit subsidiestelsel.

  • Ook bij nieuwe groene recreatieve voorzieningen, zoals ontwikkelingen binnen het programma Groen Groeit Mee (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen), is structureel beheer en onderhoud ons uitgangspunt.

Voor doel A werken we samen met:

  • Gemeenten

  • Routebureau Utrecht

  • Recreatieschap Stichtse Groenlanden en Staatsbosbeheer

  • Plassenschap Loosdrecht en omstreken en gemeente Wijdemeren

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Utrechts Landschap) en particuliere grondeigenaren

  • Destinatiemanagementorganisaties (DMO’s)

  • Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

  • Andere provincies (onder meer in IPO-verband)

2.3.2 Doel B: De recreatieruimte groeit evenwichtig mee met de verstedelijking.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

B1. Groengebieden met recreatievoorzieningen laten meegroeien met de woningbouwopgave (Groen Groeit Mee)

Om het tekort aan recreatief groen niet verder te laten oplopen, richten we ons in het samenwerkingsprogramma Groen Groeit Mee op het beter benutten en toegankelijk maken van het bestaande aanbod en het realiseren van nieuw (recreatief) groen. Het uitgangspunt hierbij is dat de ontwikkeling van groengebieden gelijk oploopt met de verstedelijking. Vanuit dit beleidsprogramma en Groen Groeit Mee werken we daarbij aan de volgende doelstellingen uit de Omgevingsvisie:

  • Behouden en optimaal benutten van bestaande (bovenlokale) dagrecreatieterreinen (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen). Een bovenlokaal dagrecreatieterrein is een terrein dat voorziet in een dagrecreatiefunctie voor meer dan de aanliggende kernen of aantoonbaar meer dan 50.000 unieke bezoekers per jaar trekt.

  • Uitbreiden van het aanbod. Nieuwe gebieden en extra voorzieningen zullen naast de verstedelijking ook een plek moeten krijgen. Ons streven is dat alle bewoners binnen vijftien minuten wandelend, fietsend of per openbaar vervoer bij een recreatiegebied kunnen zijn. Dit betekent dat waar nodig recreatie- en groengebieden moeten worden uitgebreid, zeker op korte afstand van de grotere verdichtings- en verstedelijkingslocaties. Zo kunnen we het huidige succes van de Recreatie om de Stad (RodS)-gebieden voortzetten met nieuwe recreatie- en groengebieden.

B2. Bestaande recreatievoorzieningen blijven bestemmen als recreatie en ruimte reserveren voor nieuwe recreatievoorzieningen

Om te proberen de recreatiedruk rond de grote steden te verlichten, hebben we recreatiezones (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) aangewezen. Een recreatiezone is een zone waarin zich al recreatiegebieden bevinden en waar ruimte is voor nieuwe recreatiefuncties. Maar als ruimte in recreatiezones wordt gebruikt voor ontwikkelingen die niet te combineren zijn met recreatie - denk aan woningbouw - kan het gebeuren dat er geen nieuwe recreatieve voorzieningen kunnen worden ontwikkeld of dat bestaand recreatief groen verdwijnt. Dit willen we voorkomen. Daarom is in de Omgevingsvisie opgenomen dat we gemeenten vragen om de bestaande recreatieve voorzieningen te blijven bestemmen als recreatie. In de huidige verordening hebben we bovendien geregeld dat er in de recreatiezones geen ontwikkelingen zijn toegestaan die recreatie belemmeren. Draagt verstedelijking bij aan de recreatieve functie van een gebied, dan is het onder voorwaarden toegestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan horeca.

Voor doel B werken we samen met:

  • Gemeenten

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Utrechts Landschap) en particuliere grondeigenaren

2.3.3 Doel C: Recreatieve voorzieningen sluiten beter aan op de bestaande en toekomstige behoefte.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

C1. Verscheidenheid aan voorzieningen stimuleren

We willen dat het recreatief aanbod varieert van gebieden met veel reuring en veel voorzieningen tot gebieden waar de nadruk ligt op stilte, rust en natuurlijke waarden. Ook willen we dat gebieden toegankelijk en bereikbaar zijn. Daarvoor is een aantal aspecten van belang:

  • Gebieden toegankelijk maken voor mindervaliden door middel van rolstoelpaden, geasfalteerde paden, makkelijk bereikbare (vis)steigers en apart bestemde parkeerplaatsen.

  • Voldoende zitplekken en voorzieningen om tot rust te kunnen komen in de natuur. We blijven hiervoor aandacht vragen bij terreinbeherende organisaties.

  • Openbare toiletvoorzieningen zorgen ervoor dat meer mensen onbelemmerd gebruik kunnen maken van recreatiegebieden, ook diegenen die door gezondheid, leeftijd of andere omstandigheden vaker een toilet nodig hebben. Daarnaast zijn deze voorzieningen een belangrijk middel om vervuiling van natuur- en recreatiegebieden tegen te gaan. Bij officiële zwemwaterlocaties zijn sanitaire voorzieningen verplicht, voor andere recreatie- en natuurgebieden zijn het gewenste basisvoorzieningen. De komende periode verkennen we hoe we gemeenten en terreinbeherende organisaties ook in de beleidsperiode 2026-2029 kunnen ondersteunen bij de realisatie van meer toiletten.

  • Onze inzet op bereikbaarheid wordt verder toegelicht in Hoofdstuk 4. Sturen op bezoek.

C2. Verduurzamen van recreatiegebieden

We willen de kwaliteit en aantrekkelijkheid van recreatievoorzieningen in een veranderend klimaat behouden en waar mogelijk verhogen door bijvoorbeeld terreinen in te richten met waterberging voor piekbelasting en vegetatie die past bij drogere periodes.

C3. Bestaande recreatievoorzieningen gebruiken voor bewegen en sporten

We willen dat recreatiegebieden ook geschikter worden voor bewegen en sporten. Dat doen we door bestaande paden en routes hiervoor te gebruiken en door ons in te zetten voor nieuw aanbod. Denk bijvoorbeeld aan het verkennen van mogelijkheden voor street sports, hardlooproutes, MTB-routes en andere sportieve activiteiten en kleinschalige sportevenementen.

C4. Behouden en uitbreiden officieel aangewezen zwemwaterlocaties

We zetten we ons in om bestaande zwemwaterlocaties (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) te behouden. Daarnaast stimuleren we andere partijen als gemeenten, recreatieschappen, terreinbeherende organisaties en particuliere grondeigenaren via kennis en onderzoek om nieuwe officiële zwemwaterlocaties te vinden en in te richten. Ook bij gebiedsontwikkelingen participeren en bekijken we zo vroeg mogelijk - vanuit onze bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening - wat de mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van een zwemlocatie. We houden als provincie toezicht op de veiligheid en de waterkwaliteit en stellen de zwemwaterlocaties vast. De aanleg en het (structurele) beheer en onderhoud van de locaties is een taak van gemeenten, recreatieschappen, terreinbeherende organisaties en private partijen.

C5. Uitvoeren bezoekersonderzoek

Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen rondom het bezoek aan onze recreatiegebieden, voeren we eens per vier jaar een provinciebreed bezoekersonderzoek uit. Dit onderzoek richt zich op bovenlokale recreatie- en natuurgebieden met meer dan 50.000 bezoekers per jaar. We krijgen hierdoor inzicht hoe bezoekers de recreatie- en natuurgebieden kwalitatief beoordelen en er wordt een inschatting gedaan van het aantal bezoekers per gebied. Zo krijgen we een beeld van waar de recreatieve druk zich concentreert. We willen samen met de gebiedseigenaren de resultaten van dit bezoekersonderzoek gebruiken om deze gebieden aan te passen en te verbeteren. De onderzoeksresultaten zijn ook nodig voor de kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing van het thema ‘Hoofdstuk 4. Sturen op bezoek’, bijvoorbeeld bij de inzet van zonering.

Voor doel C werken we samen met:

  • Gemeenten

  • Routebureau Utrecht

  • Destinatiemanagementorganisaties (DMO's)

  • Recreatieschap Stichtse Groenlanden en Staatsbosbeheer

  • Plassenschap Loosdrecht en omstreken en gemeente Wijdemeren

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Utrechts Landschap) en particuliere grondeigenaren

2.3.4 Doel D: Vakantieparken en recreatiewoningen zijn aantrekkelijker en (recreatief) vitaler en worden uitsluitend gebruikt voor dag- en verblijfsrecreatie.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

D1. Versterken en toekomstbestendig maken van aanbod

Hoewel vakantieparken bijdragen aan de regionale economie en leefbaarheid, zijn er bij een deel van de vakantieparken, jachthavens en campings problemen met onder andere ondermijning, ‘verrommeling’ en gebrek aan kwaliteit (Vitaliteitsonderzoek provincie Utrecht, 2020). Samen met gemeenten en eigenaren stimuleren we daarom het vitaal en veilig maken van vakantieparken. Ons beleid is niet gericht op uitbreiding van het aantal parken, maar op het versterken en toekomstbestendig maken van het huidige aanbod. Als provincie investeren we niet in individuele parken, maar delen we kennis met gemeenten, eigenaren, andere provincies en het Rijk.

Een middel om die kennis te delen is ook het opzetten van een provinciaal expertteam. Dit team adviseert vakantieparkeigenaren over de huidige en gewenste situatie van het park. Eigenaren en gemeenten gaan vervolgens aan de slag met het daadwerkelijk vitaliseren van het vakantiepark, de jachthaven of de camping.

Voor doel D werken we samen met:

  • Gemeenten

  • Vakantieparkeigenaren

  • Andere provincies (onder meer in IPO-verband)

  • Rijk

  • HISWA-RECRON

Lees meer over Recreatieschap Stichtse Groenlanden op: www.recreatieschapstichtsegroenlanden.nl

Lees meer over Groen Groeit Mee op: www.groengroeitmee.nl

Lees meer over Staatsbosbeheer op: www.staatsbosbeheer.nl

Lees meer over Natuurmonumenten op: www.natuurmonumenten.nl

Hoofdstuk 3. Verbeteren recreatieve routenetwerken

Onze provincie heeft een uitgebreid netwerk met routes voor wandelen, fietsen en varen: het Recreatief Hoofdroutenetwerk (RHN). Via het RHN kunnen inwoners en bezoekers de provincie op een aantrekkelijke en veilige manier verkennen. Het netwerk verbindt natuur, cultuur, erfgoed, steden en dorpen met elkaar en zorgt ervoor dat mensen kunnen genieten van de omgeving en in beweging kunnen blijven. Het Recreatief Hoofdroutenetwerk draagt zo bij aan een gezonde leefstijl en maakt dat mensen fijn kunnen wonen en recreëren in onze provincie.

3.1 Waar we staan

De afgelopen jaren is het RHN uitgegroeid tot een uitgebreid en samenhangend geheel van provinciale routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen. En dat wordt goed gewaardeerd; het fietsroutenetwerk (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) krijgt gemiddeld een 7,6 en het wandelroutenetwerk een 8,2 (Factsheet recreatief fietsen Utrecht - Routebureau Utrecht, 2024). Daarnaast beschikken we als provincie over een groot aantal toeristische overstappunten (TOP’s). Routes kunnen ook goed gebruikt worden om bezoekers met de fiets of wandelend naar andere plekken te krijgen om zo de druk op de ruimte te verlichten. Toch is het behouden van de routenetwerken een uitdaging, want:

  • Delen van het wandelroutenetwerk en de TOP’s zijn aan revisie toe.

  • Zonder paden zijn er geen routes mogelijk, maar juist daar lopen we tegen problemen aan: het beheer is niet altijd goed geregeld, openstellingscontracten lopen af en terreineigenaren neigen steeds meer naar het afsluiten van paden.

  • Ook zorgt het diverser en sneller worden van fietsverkeer soms voor gevaarlijke situaties op het fietspad, wat het gebruik van de routes minder aantrekkelijk maakt.

3.2 Onze rol

We hebben als provincie een wisselende rol bij het behouden en verbeteren van routenetwerken (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen):

  • We geven samen met gemeenten opdracht aan het Routebureau Utrecht voor de uitvoering, het beheer en onderhoud en de promotie van het Recreatief Hoofdroutenetwerk.

  • We zijn als provincie eigenaar van het recreatieve fietsroutenetwerk, wandelroutenetwerk-oost en we worden eigenaar van de TOP's. Wij nemen dan ook het initiatief bij noodzakelijke revisies.

  • We investeren op dit moment in principe niet in andere routes, zoals kano-, MTB-, gravelbike-routes of ruiterroutes. Deze zijn belegd bij andere uitvoerende partijen en hebben daarom niet onze prioriteit.

3.3 Wat we willen bereiken

Om te bereiken dat alle inwoners en bezoekers gebruik kunnen maken van een provinciedekkend RHN voor wandelen, fietsen en varen willen we een compleet, aantrekkelijk en veilig RHN behouden, onderhouden en ontwikkelen. Ook willen we het RHN laten aansluiten op lokale routenetwerken. Daarom hebben we de volgende doelen:

Doel A: Het bestaande recreatieve hoofdroutenetwerk wordt behouden, onderhouden en ontwikkeld.

Doel B: Het recreatief hoofdroutenetwerk sluit beter aan op lokale netwerken.

De activiteiten die we ondernemen om deze doelen te bereiken, lichten we hieronder toe.

3.3.1 Doel A: Het bestaande recreatieve hoofdroutenetwerk wordt behouden, onderhouden en ontwikkeld.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

A1. Behouden Routebureau Utrecht en gezamenlijk onderzoeken uitbreiding activiteiten

Het Routebureau Utrecht is het centrale aanspreekpunt voor routegebonden recreatie. De samenwerking met het Routebureau Utrecht is vastgelegd in een samenwerkingsconvenant tussen 26 gemeenten en de provincie. Het Routebureau Utrecht bewaakt de kwaliteit van routes en bewegwijzerde routenetwerken, brengt routes onder de aandacht en zorgt voor het uniform beheer en onderhoud van het fietsroutenetwerk, het wandelroutenetwerk en het sloepennetwerk (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen). Het Routebureau Utrecht speelt ook een actieve rol in het bevorderen van de onderlinge afstemming en samenwerking met de landelijke routestichtingen voor wandelen, fietsen en varen en bij het provincie-overschrijdende netwerk. Dit zorgt ervoor dat de routenetwerken aansluiten op aangrenzende provincies.

Samen met andere provincies (IPO-verband), het Routebureau Utrecht, de landelijke routestichtingen en de partners uit het Nationaal Masterplan Lopen zetten we ons in voor het RHN. De komende vier jaar willen we de samenwerking met het Routebureau bestendigen. Ook onderzoeken we - samen met het Routebureau Utrecht en onze partners - of een uitbreiding van de omvang van het RHN mogelijk is. We nemen dit mee in de opvolging van de evaluatie van het Routebureau Utrecht die in 2025 heeft plaatsgevonden.

A2. Initiatief nemen revisie routenetwerken

Sinds 2014 zijn wandelroutenetwerken aangelegd in het Groene Hart, Utrecht-midden, Vijfheerenlanden en de Kromme Rijnstreek. Routenetwerken moeten gemiddeld iedere acht jaar gereviseerd worden. Het wandelroutenetwerk-west is inmiddels nodig aan revisie toe. Het eigendom van de wandelroutenetwerken ligt voor het westelijk deel bij de recreatieschappen en voor het oostelijk deel bij ons. Het reguliere beheer en onderhoud wordt uitgevoerd door het Routebureau Utrecht. We zijn voor een belangrijk deel eigenaar van het RHN. Daarom nemen we de regie bij de revisie ervan. We willen in elk geval inzetten op het volgende:

  • Verbeteren van het verouderde wandelroutenetwerk-west. Het wandelroutenetwerk-west is aangelegd met subsidie vanuit de Agenda Vitaal Platteland (AVP). Inmiddels is veel bewegwijzering verouderd, moeten routeverbindingen worden herzien en zijn er nieuwe kansen ontstaan voor uitbreiding of verbetering van het netwerk. Dat willen we samen met het Routebureau Utrecht doen. Het gaat hierbij om grote uitgaven en daarom is het belangrijk om daar nu al aandacht voor te hebben. We verwachten dat hier de komende jaren extra middelen voor nodig zijn.

  • Revisie van Toeristische Overstappunten (TOP’s). Samen met het Routebureau Utrecht stellen we criteria op waar een goede TOP aan moet voldoen. We verwachten dat een aantal van de huidige TOP's niet aan deze criteria zullen voldoen. We beoordelen per geval en in overleg met de betrokken partijen wat dan de beste aanpak is: verbeteren of saneren. We onderzoeken op dit moment welke investering nodig is voor de revisie van de TOP’s. Naast vernieuwing en verbetering van de TOP’s, onderzoeken we ook of het beheer en de verdere ontwikkeling via het Routebureau Utrecht gecoördineerd kan worden. Tot slot verkennen we hoe we de TOP's kunnen gebruiken om bezoek te spreiden. We verwachten dat hier de komende jaren extra middelen voor nodig zijn.

  • Mogelijkheid regels in Omgevingsverordening. Onder het RHN vallen de routes, maar niet de paden of wegen waarover deze routes lopen. Het Routebureau Utrecht is verantwoordelijk voor de knooppuntenroutes, maar niet voor de paden. Daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij de (grond)eigenaar. Ook de ruiterroutes en MTB-routes zijn geen onderdeel van het RHN: deze worden beheerd en onderhouden door stichtingen en terreinbeherende organisaties. Het routenetwerk bestaat uit bordjes en kan daardoor dus makkelijk aangepast worden. Om die reden is het vooralsnog niet opgenomen in de omgevingsverordening. We onderzoeken of we de routenetwerken kunnen behouden door regels op te nemen over het terugbrengen van een vergelijkbare route bij aanpassingen.

A3. Bijdragen aan toegankelijk houden paden op terreinen van particuliere eigenaren

Veel paden lopen over grond van particulieren, landgoedeigenaren, agrariërs en natuurorganisaties. Hoewel deze paden niet onder het RHN vallen, willen we stimuleren dat ze toegankelijk blijven voor publiek. Dat doen we op meerdere manieren:

  • Via de voorwaarde voor recreatieve openstelling vanuit het Subsidiestelstel Natuur en Landschap (SNL).

  • Door het uniformeren van openstellingscontracten in het agrarisch gebied - met name voor de toegankelijkheid van boerenlandpaden. Nu zijn contracten door verschillende organisaties opgesteld. Bijvoorbeeld Landschap Erfgoed Utrecht, recreatieschappen en diverse stichtingen. Hierdoor is er geen overzicht van alle contracten. Met onze partners in het samenwerkingsconvenant Routebureau Utrecht en de gebiedspartners onderzoeken we of het contractbeheer en relatiemanagement uniformer en centraler geregeld kan worden. We onderzoeken in de komende tijd welke middelen hiervoor nodig zijn.

  • Langs fietspaden in het zuiden van de Utrechtse Heuvelrug - die in beheer zijn van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug - worden boomveiligheidscontroles gecoördineerd door de partners uit het Convenant Routes en Paden en Groen Toezicht Utrechtse Heuvelrug en betaald uit publieke middelen. Samen met de stichting Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug bekijken we de mogelijkheden om dit voort te zetten en de controles in het noordelijk deel van de Utrechtse Heuvelrug - De Bilt, Baarn en Soest - op dezelfde manier te organiseren. Bij het ontwikkelen van nieuwe routes en verbindingen is het vanzelfsprekend dat terreineigenaren vooraf worden betrokken en dat er goede afspraken met ze worden gemaakt.

  • Het beperken van gebruikersoverlast door goed gedrag te stimuleren en bezoek te sturen. Zie hiervoor Hoofdstuk 4. Sturen op bezoek.

A4. Bewaken kwaliteit recreatietoervaartnet

Het provinciale recreatietoervaartnet is onderdeel van het landelijke basis recreatie toervaartnet van doorgaande vaarwegen (verbindings- en ontsluitingswater). Over het gebruik en de instandhouding van het BRTN (Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen) zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat, de andere provincies en waterrecreatieorganisaties. Wij regelen de bevaarbaarheid van het (provinciale) deel van het toervaartnet in onze Omgevingsverordening met regels over minimale doorvaarthoogten en vaarwegdiepten.

Daarnaast hebben we activiteiten op het sloepennetwerk en de campagne ‘Varen doe je samen’:

  • Aan de westzijde van de onze provincie ligt een bewegwijzerd sloepennetwerk van ruim 200 km. Samen met het Routebureau Utrecht verkennen we de mogelijkheden om dit vaarnetwerk en de bijbehorende informatievoorziening te verbeteren en uit te breiden. We richten ons hierbij niet op nieuwe fysieke vaarverbindingen, maar spelen juist in op kansen die zich voordoen als er binnen of nabij het netwerk andere werkzaamheden zijn. Bijvoorbeeld door belemmeringen op te heffen.

  • De toegenomen drukte op het water brengt ook veiligheidsrisico’s met zich mee. Daarom nemen we deel aan de landelijke campagne ‘Varen doe je samen’. De campagne richt zich op zowel beroeps- als recreatievaart en heeft als doel kennis te vergroten en daarmee de risico’s te beperken die ontstaan als vaarverkeer letterlijk in elkaars vaarwater zit.

A5. Opstellen integraal vaarwegenbeleid voor de Eem

Als provincie zijn we verantwoordelijk voor een aantal waterwegen op ons grondgebied, onder andere vanuit onze rol als regionale vaarwegbeheerder. Vanuit die rol stellen we voor de Eem een integraal vaarwegenbeleid op. De belangen van natuur, waterkwaliteit, omgeving, mobiliteit en recreatie op en rond de Eem vragen om een hechte samenwerking en goede overeenstemming met gemeenten en stakeholders. Het integraal vaarwegenbeleid is gereed in 2027. Waterrecreatie vormt daarin een belangrijk onderdeel. Er is in onze provincie een toenemende behoefte aan recreatie op het water. De wateren die geschikt zijn voor recreatieve vaart, zijn vaak ook een ‘waterlichaam’ volgens de Kaderrichtlijn Water. Dit is een Europese richtlijn die voorschrijft aan welke eisen waterkwaliteit moet voldoen. Hoewel er bij het bepalen van de doelen voor de Kaderrichtlijn Water rekening is gehouden met de vaarfunctie, zal een uitbreiding van recreatieve scheepvaart opnieuw getoetst moeten worden aan deze richtlijn. Dit heeft onze aandacht.

Voor doel A werken we samen met:

  • Routebureau Utrecht

  • Waterrecreatie Nederland

  • Rijkswaterstaat

  • Wandelnet

  • Fietsplatform

  • Waterschappen

  • Andere provincies (onder meer in IPO-verband)

  • Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

  • Gemeenten

3.3.2 Doel B: Het recreatief hoofdroutenetwerk sluit beter aan op lokale netwerken.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

B1. Behouden en toegankelijk maken wandelpaden op terreinen van overheden

Naast paden die over particulier terrein lopen - zoals de boerenlandpaden – zijn er ook paden die (grotendeels) over het terrein van overheden lopen en naar ons idee extra aandacht verdienen. Dit zijn:

  • Trage paden. Trage paden zijn historische kerk- en jaagpaden. Het zijn bijzondere en aantrekkelijke onverharde routes door onze historische landschappen. Deze paden dreigen echter te verdwijnen door gebrek aan beheer en onderhoud. Eerder zijn de trage paden in onze provincie geïnventariseerd en is er een handreiking gemaakt voor het omgaan met trage paden bij het inrichten van de buitenruimte. We testen met een pilot of we een traag pad kunnen ontwikkelen tot een recreatieve route. Deze pilot moet leiden tot meer inzicht in hoe we trage paden duurzaam kunnen behouden als wandelroutes. Het behoud van trage paden ligt vooral bij gemeenten en terreineigenaren. Na de pilot kunnen we - als dit nodig en gewenst is - een faciliterende rol spelen.

  • Beheerpaden. Beheerpaden zijn de schouwpaden langs waterwegen. Dit zijn vaak aantrekkelijke routes met onverharde paden in een mooie omgeving. Deze paden langs watergangen zijn alleen niet altijd opengesteld voor het publiek. Samen met onder andere de waterschappen onderzoeken we de mogelijkheden om dat wel te doen.

B2. Verbinden stad en dorp met buitengebied

Wandel- en fietsverbindingen in onze provincie zijn idealiter zo ingericht dat het aantrekkelijk is om vanuit huis te recreëren. Hierdoor kan je in onze provincie makkelijk te voet en met de fiets in het buitengebied komen. Het Recreatief Hoofdroutenetwerk en het lokale (fijnmazige) netwerk sluiten nu alleen nog niet altijd op elkaar aan. Ook hebben bouwprojecten mogelijk negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid, doordat paden en routes wegvallen. Om ervoor te zorgen dat stad en dorp verbonden blijven met het buitengebied, bekijken we hoe we binnen het programma Groen Groeit Mee in het RHN ontbrekende schakels kunnen aanleggen.

Voor doel B werken we samen met:

  • Waterschappen

  • Groen Groeit Mee

  • Routebureau Utrecht

  • Gemeenten

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en Staatsbosbeheer) en particuliere grondeigenaren.

Lees meer over Routebureau Utrecht op: routebureau-utrecht.nl

Lees meer over Waterrecreatie Nederland op: waterrecreatienederland.nl

Lees meer over Wandelnet op: www.wandelnet.nl

Lees meer over Fietsplatform op: www.fietsplatform.nl

Hoofdstuk 4. Sturen op bezoek

Binnen onze provincie Utrecht is het prettig wonen. Daarnaast zijn we een aantrekkelijke bestemming voor bezoekers (zowel recreanten als toeristen). Om dat zo te houden, moeten we oog hebben voor zowel de economische kansen van (toeristisch) bezoek als de beleving en bescherming van onze natuur en cultuur. Dat vraagt om balans tussen vraag naar en aanbod van onze toeristisch-recreatieve bestemmingen. Sturing op bezoek, als onderdeel van bestemmingsmanagement, kan helpen om de druk op de ruimte in goede banen te leiden. Zo kunnen we er samen met onze partners voor zorgen dat onze provincie een prettige woon- en leefomgeving blijft voor onze inwoners en een aantrekkelijke bestemming voor bezoekers.

4.1 Waar we staan

De komende jaren groeit het aantal bezoekersautonoom, ook zonder actief provinciaal beleid. Recreatief-toeristisch bezoek biedt veel economische en maatschappelijke voordelen. Denk aan het in stand houden van voorzieningen (zoals culturele instellingen en erfgoedlocaties), het bieden van werkgelegenheid of het vormen van een aanvullend of alternatief verdienmodel voor boeren, zoals agrotoerisme. Vaak heeft recreatief-toeristisch bezoek dus zowel economische als niet-economische voordelen, maar het brengt ook uitdagingen met zich mee. Het voordeel van bezoek moet in verhouding staan tot de nadelen: dat vraagt om sturing. Zo willen we zaken voorkomen waar nu nog geen sprake van is zoals structureel ‘overtoerisme’ en willen we te grote drukte, maar ook onderbenutting, tegengaan. Het sturen op bezoek vraagt ook om onderbouwing met data, die niet altijd (voldoende) beschikbaar zijn. We hebben hier als provincie een belangrijke rol in, want sturen op bezoek kan alleen plaatsvinden vanuit een breed maatschappelijk belang en op bovenlokaal niveau.

Bezoekers bestaan naast internationale gasten uit mensen die onze provincie bezoeken vanuit andere provincies of inwoners die een andere plaats binnen de provincie bezoeken. Het grootste deel van de bezoekers komt van binnen Nederland (zie grafiek onder). Het aantal binnenlandse en buitenlandse gasten zal volgens prognose groeien van 2,1 miljoen in 2023 naar 2,6 miljoen bezoekers in 2035 (+25%). Het maken van onderscheid tussen verschillende bezoekers is niet heel functioneel, omdat toeristen en recreanten veel gebruikmaken van dezelfde voorzieningen en daardoor voor recreatie vaak een vergelijkbaar effect hebben op het ruimtegebruik. Onder een bezoeker verstaan we daarom iemand die een plek bezoekt, ongeacht de reden of duur van het verblijf. Dit kan dus zowel een toerist als een inwoner zijn.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 3: Prognose van de groei in het aantal binnenlandse en buitenlandse gasten: van 2,1 miljoen in 2023 naar 2,6 miljoen bezoekers in 2035 (+25%).

4.2 Onze rol

  • We faciliteren destinatiemanagementorganisaties om bovenlokaal samen te werken en projecten uit te voeren via de Marketingcoöperatie Regio Utrecht, zoals Visit Utrecht Region en het programma Duurzaam Zakelijk Bezoek.

  • We initiëren en participeren in samenwerkingsvormen op het gebied van bestemmingsmanagement, zoals het IPO, het NBTC en de Landelijke Raad Recreatie en Toerisme.

  • We faciliteren het verzamelen en delen van kennis die partijen in de uitvoering kunnen gebruiken.

4.3 Wat we willen bereiken

Een evenwichtige spreiding van bezoekers draagt bij aan plezierig recreëren, het in stand houden van voorzieningen en een aantrekkelijke leefomgeving. Het brengt de economische kansen van bezoek in balans met de draagkracht van de leefomgeving en draagt er onder andere aan bij dat bezoek niet leidt tot aantasting van de waarden van natuur en landschap. Zo kan iedereen - inwoners, bedrijven, culturele instellingen en erfgoedlocaties - profiteren van bezoek. We maken hierbij gebruik van de landelijke aanpak bestemmingsmanagement. Het uitgangspunt is niet om meer of zo veel mogelijk bezoekers aan te trekken, maar om bezoekers te trekken die passen bij het profiel en identiteit van onze provincie. De nadruk ligt dan ook op zakelijk bezoek en recreatieve bezoekers met interesse in erfgoed, cultuur en natuur. Daarom zetten we in op de volgende doelen:

Doel A: Er is een betere balans tussen de recreatief-toeristische druk en de draagkracht van de leefomgeving.

Doel B: Er is een meer toekomstbestendige vrijetijdssector waar iedere inwoner van onze provincie van kan profiteren.

Doel C: Bezoekers passen bij de identiteit en het profiel van de provincie.

De activiteiten die we ondernemen om deze doelen te bereiken, lichten we hieronder toe.

4.3.1 Doel A: Er is een betere balans tussen de recreatief-toeristische druk en de draagkracht van de leefomgeving.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:



A1. Uitvoeren en deelnemen (bezoekers)onderzoeken

Relevante kennis en data over bezoekersgedrag, draagkracht van (natuur)gebieden en het beter benutten van minder bezochte gebieden zijn belangrijk om inzicht te krijgen in de mogelijkheden om bezoek effectief te kunnen spreiden in tijd en ruimte. De afgelopen jaren hebben we daarom bezoekersonderzoek uitgevoerd en deelgenomen aan diverse andere - landelijke - onderzoeken. We zetten het Bezoekersonderzoek Recreatiegebieden voort en verzamelen data over bezoekersgedrag en de draagkracht van specifieke gebieden. We doen dit samen met diverse stakeholders als gemeenten, destinatiemanagementorganisaties, terreinbeherende organisaties, Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen en het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. De kennis en data die hieruit voortkomen, vormen een belangrijke basis voor effectief bestemmingsmanagement. Meer over het Bezoekersonderzoek Recreatiegebieden staat in Hoofdstuk 2. Behouden en ontwikkelen recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen .

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 4: Toeristische kaart van de provincie Utrecht met wandel- en fietsroutes langs bezienswaardigheden zoals kastelen, forten, cultuur- en natuurgebieden en steden. Iconen geven locaties aan zoals Utrecht, Amersfoort, Woerden en Rhenen, met foto’s van hoogtepunten zoals de Domtoren, Waterliniemuseum, Kasteel de Haar, dierenpark Rhenen en Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Links staan wandelroutes langs highlights en fietsroutes door de regio vermeld, met afstanden in kilometers. Bron: Visit Utrecht Region, ontworpen door Claudia de Haas (HaasDesign).

A2. Onderzoeken uitvoeren zonering als middel voor balans natuur/recreatie

In de afgelopen jaren is gebleken dat zonering een belangrijk middel kan zijn om bezoek te spreiden. De komende jaren kijken we - ook vanuit het Beleidsprogramma Natuur - hoe zonering effectief uitgevoerd kan worden om bezoek in kwetsbare of waardevolle natuurgebieden terug te dringen en bezoek aan andere locaties te stimuleren. Omdat dit bovenlokale effecten heeft - bijvoorbeeld omdat in andere delen van onze provincie meer recreatie mogelijk gemaakt moet worden - hebben wij hierin een regisserende rol. We werken samen met gemeenten, terreinbeherende organisaties, particuliere grondeigenaren en het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Dit vraagt om een integrale aanpak waarbij er ruimte is voor recreatie voor een groeiend aantal inwoners, maar er ook rekening wordt gehouden met de bescherming van natuur.

A3. Ondersteunen organisaties bij spreiding van bezoekersstromen

Het is belangrijk om bewoners en bezoekers zowel voor als tijdens hun bezoek te informeren, zodat we drukte goed kunnen spreiden. Zo kunnen bezoekers worden verleid om ook onbekendere plekken te bezoeken en worden drukkere plekken ontzien. Met inzichten uit onderzoek kunnen we de Marketingcoöperatie Regio Utrecht (MC-RU), het Routebureau Utrecht, de terreinbeherende organisaties (TBO's) en andere organisaties ondersteunen om gerichte marketingactiviteiten te voeren. Bij deze activiteiten staan verhaallijnen en thema’s centraal die aansluiten op het profiel en de identiteit van onze provincie. Denk bijvoorbeeld aan UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies en Neder-Germaanse Limes, Grebbelinie, kastelen en buitenplaatsen (Focus op een vitale en duurzame economie 2020-2027 Omgevingswetprogramma Cultuur en Erfgoed 2025-2028) en het thema Fiets (Regionale strategie fietsstimulering 2024–2029). Ook landelijke en regionale thema's kunnen interessant en effectief zijn om op aan te haken, bijvoorbeeld New Dutch.

De focus ligt daarbij op zakelijk bezoek en op bezoekers met een voorliefde voor erfgoed, cultuur en natuur. De concrete uitwerking van de marketingactiviteiten wordt ingevuld door de MC-RU in samenwerking met de bovengenoemde organisaties.

A4. Het Recreatief Hoofdroutenetwerk (RHN) voor wandelen, fietsen en varen bekender maken bij inwoners en bezoekers

Het gebruik van het Recreatief Hoofdroutenetwerk (RHN) neemt de laatste jaren flink toe, maar er liggen nog kansen om de bekendheid en het gebruik ervan te vergroten. Dit netwerk kan ook worden ingezet bij het spreiden van bezoek door specifieke routes die helpen om recreatiedruk beheersbaar te houden en kwetsbare gebieden te ontzien. Routenetwerken maken het bovendien mogelijk om natuur, landschap en cultuur(historie) optimaal te beleven. Samen met het Routebureau Utrecht, de MC-RU en de DMO’s richten we ons op het promoten van het ruime aanbod aan routes in de provincie. Dat doen we in combinatie met de marketingactiviteiten die hierboven zijn benoemd. Verder kijken we, vanuit de Regionale strategie fietsstimulering 2024-2029, hoe we de belevingswaarde van routes en paden voor woon-werkverkeer kunnen vergroten, bijvoorbeeld bij doorfietsroutes.

Voor doel A werken we samen met:

  • Routebureau Utrecht

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en Staatsbosbeheer) en particuliere grondeigenaren

  • Gemeenten

  • Marketingcoöperatie Regio Utrecht (MC-RU)

  • Destinatiemanagementorganisaties (DMO's)

  • Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC)

  • Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

4.3.2 Doel B: Er is een meer toekomstbestendige vrijetijdssector waar iedere inwoner van onze provincie van kan profiteren.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

B1. Uitvoeren en deelnemen onderzoeken

Het delen van kennis, doen van onderzoek en verzamelen van data is essentieel om inzicht in de vrijetijdssector te verkrijgen. We doen dat samen met onze stakeholders.

  • Landelijke Data Alliantie (LDA). Door deel te nemen aan de Landelijke Data Alliantie (LDA) hebben we toegang tot actuele onderzoeken, zoals het Vrijetijdsonderzoek, Vakantieonderzoek Plus, Onderzoek Inkomend Dagbezoek en Onderzoek Inkomend Toerisme. Daarnaast delen we kennis en kunde en kunnen we meepraten over wat nodig is om als provincie betere beleidskeuzes te maken.

  • Ontwikkelingen in de markt. We volgen de komende periode de ontwikkelingen in de markt en bekijken hoe we daarop in kunnen spelen. De ontwikkelingen die we nu zien zijn onder meer agrotoerisme, bewonersprofijt en duurzame mobiliteit.

  • Regionale Barometer. We faciliteren de Regionale Barometer als centrale kennisbank waar alle relevante informatie wordt verzameld en onderzoeksgegevens worden vertaald naar praktisch toepasbare inzichten voor onszelf en partners zoals gemeenten, DMO's, erfgoedlocaties en culturele instellingen. Door complexe data inzichtelijk te maken, helpen we onze partners gefundeerde beslissingen te nemen.

  • Onderzoek impact van Recreatie en Toerisme In 2025 hebben we onderzoek gedaan naar de waarde en impact van recreatie en toerisme. Dit geeft inzicht in zowel de economische als sociaal-maatschappelijke betekenis van onze vrijetijdssector. We zetten dit onderzoek binnen deze beleidsperiode voort en we verkennen of we thema’s die vallen onder sport en bewegen, hieraan toe kunnen voegen.

B2. Faciliteren en versterken Marketingcoöperatie Regio Utrecht

De Marketingcoöperatie Regio Utrecht (MC-RU) is een samenwerking van negen destinatiemanagementorganisaties (DMO's) uit onze provincie. De MC-RU voert projecten uit in het kader van bestemmingsmanagement. We ondersteunen de MC-RU met een exploitatiesubsidie.

B3. Continueren programma Duurzaam Zakelijk Bezoek en stimuleren meerdaags bezoek

In het programma Duurzaam Zakelijk Toerisme is in 2023 de gezamenlijke regionale inzet op de zakelijke markt bestendigd. Met het programma willen we de regio sterk en eenduidig positioneren voor de zakelijke bezoeker om zo onder andere (de opbrengsten van) zakelijk bezoek beter te spreiden over de regio. Door middelen efficiënter in te zetten en krachten te bundelen heeft het programma onze slagkracht op dit vlak vergroot. We willen het de komende periode dan ook voortzetten. Aan het programma nemen zowel de provincie als een aantal gemeenten deel, waaronder Utrecht en Amersfoort. Het programma wordt getrokken en uitgevoerd door de Marketingcoöperatie Regio Utrecht (MC-RU) in samenwerking met onder andere het Utrecht Convention Bureau (UCB) en de Utrecht Congres Alliantie (UCA). Zakelijk bezoek leidt tot combinatie- en herhaalbezoek, genereert hoge bestedingen en vindt plaats op momenten dat ‘reguliere’ toeristen/recreanten geen gebruik maken van de voorzieningen.

B4. Stimuleren ontdekken provincie bij eigen inwoners

Onze provincie heeft veel te bieden, maar onze eigen inwoners weten ook nog niet altijd alles te vinden. Daarom stimuleren we het ontdekken van de eigen provincie. Daarbij brengen we het aanbod onder de aandacht dat past bij onze identiteit en ons profiel en dat verdeeld is over de provincie. Zo dragen we bij aan spreiding. We zoeken afstemming met stakeholders zoals gemeenten, DMO's en TBO's over de behoeften en wensen die zij hebben. De MC-RU voert dit uit, in samenwerking met het Routebureau Utrecht en andere lokale partners. We onderzoeken in de komende tijd welke middelen hiervoor nodig zijn.

Voor doel B werken we samen met:

  • Marketingcoöperatie Regio Utrecht (MC-RU)

  • Destinatiemanagementorganisaties (DMO's)

  • Landelijke Data Alliantie (LDA)

  • Utrecht Convention Bureau (UCB)

  • Utrecht Congres Alliantie (UCA)

  • Routebureau Utrecht

  • Terreinbeherende organisaties (TBO's)

4.3.3 Doel C: Bezoekers passen bij de identiteit en het profiel van de provincie.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

C1. Continueren provinciebrede programma Visit Utrecht Region

Visit Utrecht Region (VUR) is sinds 2017 een succesvol programma voor de (inter)nationale bezoeker. Het richt zich op het verbinden en presenteren van de regio als één bestemming en op het spreiden van toeristen over de regio. Bijvoorbeeld door het stimuleren van combinatiebezoek. Zo wordt onder andere ook de duur van het verblijf verlengd. De thema's waar VUR zich nu op richt zijn Heritage, Landscapes & Vibes. De huisstijl van Visit Utrecht Region zorgt voor een eenduidige en herkenbare uitstraling voor de toeristisch-recreatieve uitingen en wordt voor alle bovenlokale materialen, campagnes en websites gebruikt. Denk aan de website van het Routebureau Utrecht, folders, beurzen en de Toeristische Overstappunten (TOP’s). Zo is het een herkenbare en vertrouwde afzender voor bezoekers en inwoners. Het programma wordt mogelijk gemaakt door (financiële) bijdragen van ons, twintig gemeenten en de inzet van tien destinatiemanagementorganisaties (DMO's). De MC-RU voert het programma uit. We blijven Visit Utrecht Region steunen.

C2. Faciliteren acquisitie voor kennisevenementen

Als provincie faciliteren we het werven van kennisevenementen die aansluiten bij het profiel Utrecht, Heart of Health. Hiermee versterken ons profiel als gezond(st)e regio en dragen we bij aan passend zakelijk bezoek (Regionale Economische Agenda, 2020). Dit doen we onder andere via deelname aan de Utrecht Congres Alliantie (UCA). Daarin werken we regionaal samen door onze inspanningen op elkaar af te stemmen en internationale (top)congressen naar de regio te halen die passen bij Utrecht, Heart of Health.

C3. Onderzoeken één vrijetijdsprofiel

De afgelopen jaren hebben we bijgedragen aan activiteiten met thema’s die bij ons passen. We delen de wens vanuit gemeenten en DMO’s om onze sterke kanten samen te brengen in een vrijetijdsprofiel. Zo verankeren we de identiteit van ons gebied ten aanzien van recreatieve bezoekers op dezelfde manier als we dat voor zakelijk bezoekers doen met Utrecht, Heart of Health. Het creëert een eenduidig verhaal over recreatie, toerisme en bewegen voor communicatie en campagnes. We onderzoeken de komende tijd welke middelen hiervoor nodig zijn.

C4. Continueren centraal dataplatform

UBase is het centrale dataplatform van toeristisch-recreatieve informatie in onze provincie. Vanuit één database kan (bezoekers)informatie over locaties, routes en evenementen worden getoond op websites van onder andere alle DMO's, Routes in Utrecht (Routebureau Utrecht) en Visit Utrecht Region. Het eigendom en de - juridische - borging van UBase liggen bij ons.

C5. Bijdragen aan gewenst gedrag van bezoekers

Passend en gewenst gedrag van recreanten en toeristen zorgt voor plezierig bezoek, minder schade aan de natuur en voorzieningen en een prettige leefomgeving. Om de informatievoorziening, zowel voorafgaand als tijdens het bezoek, aan bewoners en bezoekers te verbeteren, werken we samen met gemeenten, recreatieschappen, terreinbeherende organisaties, de MC-RU en Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Zo maken we bezoekers bewust van de impact van hun gedrag op de omgeving en de lokale gemeenschap. Denk hierbij aan het niet verstoren van natuur, geen afval achterlaten, niet van paden afwijken, voorkomen van geluidsoverlast op het water en het gebruik van duurzame vervoermiddelen. De nadruk ligt op bezoekers van de recreatie- en natuurgebieden, omdat daar de urgentie het grootst is. We onderzoeken - in aansluiting op het provinciale Bereikbaarheidsprogramma 2024-2029 - hoe we de opgave met betrekking tot duurzame mobiliteit aan de hand van het position paper ‘recreatie en toerisme’(Position paper en achtergronddocument recreatie en toerisme, 2025) van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Europese MONA-projectverder kunnen vormgeven. MONA staat voor 'MOdal shift, routing and nudging solutions in NAture areas for sustainable tourism'. Het doel van het project is het realiseren van duurzame en natuurgerichte mobiliteit en recreatie in natuurgebieden in Noordwest-Europa in de aankomende 4.5 jaar. De impact die gemaakt kan worden, is afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare middelen. Zie voor het belang van gewenst gedrag in relatie tot routenetwerken en sporten en bewegen Hoofdstuk 3. Verbeteren recreatieve routenetwerken en Hoofdstuk 5. Stimuleren bewegen en gezondheid.

Voor doel C werken we samen met:

  • Marketingcoöperatie Regio Utrecht (MC-RU)

  • Destinatiemanagementorganisaties (DMO's)

  • Gemeenten

  • Utrecht Congres Alliantie (UCA)

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en Staatsbosbeheer) en particuliere grondeigenaren

  • Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

  • Andere provincies

Lees meer over Bestemmingsmanagement op: www.nlbestemmingsmanagement.nl

Lees meer over Visit Utrecht Region op: www.visitutrechtregion.com

Lees meer over Hearth of Health op: hearthofhealth.com

Hoofdstuk 5. Stimuleren bewegen en gezondheid

Sporten en bewegen dragen bij aan het vergroten van het fysieke en mentale welzijn van onze inwoners en daarmee aan een hogere kwaliteit van leven. We willen daarom graag een beweegvriendelijke provincie zijn waar de buitenruimte en recreatiegebieden uitnodigen tot bewegen en waar sportaanbieders en -verenigingen klaar zijn voor de toekomst. Zo geven we een zo breed mogelijke groep inwoners en bezoekers de kans om (actief) te sporten en te bewegen, ongeacht achtergrond, fysieke mogelijkheden of financiële situatie.

5.1 Waar we staan

Sinds de coronatijd wordt er niet alleen meer gesport bij lokale sportverenigingen of sportscholen, maar ook steeds meer op een laagdrempelige manier in de buitenruimte, zowel individueel als in groepsverband (Sport en bewegen voor behalen GALA-doelen, p.32). Voorbeeldprojecten laten zien dat er veel en goede mogelijkheden zijn om sport en bewegen in de buitenruimte te vergroten. Dit gaat echter niet vanzelf: mensen bewegen steeds minder (Beweegrichtlijnen), sport en bewegen hebben niet altijd een plek in ruimtelijke plannen (Rapport Ruimtelijk Voorstel provincie Utrecht, p.49) en niet iedereen kan meedoen. Ook verenigingen voelen de noodzaak en urgentie om mee te gaan in de huidige tijd, bijvoorbeeld bij het verduurzamen van sportaccommodaties.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 5: Landelijke trend in sportdeelname in de periode 2018–2024, gebaseerd op Zo sport Nederland (NOC*NSF, 2024).

5.2 Onze rol

  • We stimuleren partijen om bij elkaar te komen, onder meer door voorbeeldprojecten waar uitvoerende partijen verder mee kunnen,

  • We delen kennis over het inrichten van de ruimte voor sport en bewegen en domeinoverstijgende samenwerkingen – zoals gezondheid, fiets en energietransitie.

5.3 Wat we willen bereiken

De komende vier jaar stimuleren we gemeenten en andere partijen om de buitenruimte geschikter te maken voor sporten en bewegen en denken we mee in de vorm van oplossingen en nieuwe initiatieven om meer rekening te houden met sport en bewegen bij ruimtelijke plannen. Dit zetten we dus voort. We willen zo de sportdeelname en de toegankelijkheid van sport- en beweegvoorzieningen vergroten, met speciale aandacht voor de jeugd. Toegankelijke en uitnodigende plekken om te bewegen - zoals sportvelden, parken en recreatiegebieden - moeten het makkelijker en leuker maken om actief te zijn. Daarnaast ondersteunen we sportverenigingen bij het verduurzamen en klimaatbestendig maken van hun accommodaties. Ook zetten we in op het bevorderen van talentontwikkeling van jonge sporters en bouwen we aan een sterk netwerk waarin gemeenten en sportorganisaties elkaar weten te vinden en versterken. Het bevorderen van inclusie nemen we daarbij mee als randvoorwaarde.

Doel A: De buitenruimte is beter geschikt voor sporten en bewegen.

Doel B: Meer mensen kunnen sporten en bewegen.

Doel C: Een vitale en toekomstbestendige sport- en beweegsector.

5.3.1 Doel A: De buitenruimte is beter geschikt voor sporten en bewegen.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

A1. Versterken sport- en beweegaanbod in de buitenruimte

We bieden kennis, procesbegeleiding of een stimuleringsmaatregel en ondersteunen zo (waar mogelijk en haalbaar) lokale initiatieven die bijdragen aan meer bewegen, beleven en ontmoeten. Verder zetten we in op maatwerkprogramma’s om sport en bewegen zo toegankelijk en inclusief mogelijk te maken. Daarnaast blijven wij ons actief inzetten voor meer sport- en beweegfaciliteiten bij ruimtelijke (nieuwbouw)plannen.

A2. Bestaande en nieuwe recreatieve voorzieningen gebruiken voor sport en bewegen

Door functies in de buitenruimte slim te combineren en bestaande voorzieningen beter te benutten, dragen we bij aan een efficiëntere en beweegvriendelijkere leefomgeving. Zo bieden recreatieve en toeristische routes ook kansen om sport en bewegen te stimuleren. Bijvoorbeeld door beweegvoorzieningen toe te voegen en toegankelijkheid van routes te vergroten. Maar ook door het delen van onze kennis met gemeenten en terreineigenaren over het rekening houden met sportieve fietsers als wielrenners, mountainbikers of gravelbikers. Zo proberen we onrust, drukte en veiligheidsrisico’s op soms smalle fietspaden te voorkomen. Daarnaast optimaliseren we de bestaande (boven)regionale bewegwijzerde routenetwerken voor recreatief en sportief fietsen en zorgen we voor een aantrekkelijk en veilig routenetwerk dat uitnodigt tot sportief fietsen. Er liggen ook kansen om het gebruik en de bekendheid van het Recreatief Hoofdroute Netwerk (RHN) in het algemeen te vergroten. Zie voor meer informatie over het verbeteren van routenetwerken Hoofdstuk 3. Verbeteren recreatieve routenetwerken .

Voor doel A werken we samen met:

  • Partners van het Provinciaal Sportakkoord Utrecht

  • Routebureau Utrecht

  • Terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en Staatsbosbeheer) en particuliere grondeigenaren

5.3.2 Doel B: Meer mensen kunnen sporten en bewegen.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

B1. Bevorderen van sport en bewegen via stimuleringsmaatregelen

In onze provincie bestaan veel lokale initiatieven die bijdragen aan een gezondere en vitalere samenleving. Ze vergroten onder andere de toegankelijkheid tot sport en bewegen en bevorderen beweegparticipatie. We kunnen niet alle lokale initiatieven ondersteunen, maar leveren incidenteel een financiële bijdrage aan voorbeeldprojecten waarvan de opbrengsten of inzichten gedeeld kunnen worden met het netwerk van het provinciaal sportakkoord.

B2. Verkennen mogelijke provinciale rol bij street sports en talentontwikkeling

Er zijn twee thema’s waarvan we in de komende beleidsperiode willen uitzoeken in hoeverre we hier als provincie meerwaarde kunnen bieden. Allereerst is dat street sports, waaronder verschillende sportieve activiteiten vallen die je in de openbare ruimte kunt uitoefenen (skateboarden, freerunning, pumptrackfietsen, calisthenics, 3x3-basketbal). Uit de evaluatie van het vorige beleidskader is daarnaast gebleken dat er een wens is om te verkennen in hoeverre de provincie iets kan doen met talentontwikkeling. Voor zowel talentontwikkeling als street sports onderzoeken we dit samen met gemeenten, sportorganisaties en kennisinstellingen.

Voor doel B werken we samen met:

  • Partners van het Provinciaal Sportakkoord Utrecht

5.3.3 Doel C: Een vitale en toekomstbestendige sport- en beweegsector.

Om dit doel te bereiken zetten we in op de volgende activiteiten:

C1. Continueren ondersteuning verduurzaming sportaccommodaties

Met de Utrechtse Plus gaan we in dit beleidsprogramma en vanuit het programma Energietransitie door met het helpen van sportverenigingen bij het verduurzamen van hun sportaccommodaties. Het verduurzamen draagt bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot en zorgt voor dalende energiekosten voor de vereniging. Daarnaast worden accommodaties, waar nodig, ook ondersteund bij het goed om kunnen gaan met weersextremen - hitte, droogte en vernatting - en goed watermanagement. Denk aan hittestress op kunstgrasvelden of waterverbruik door beregening van velden. Zo dragen we bij aan het toekomstbestendiger maken van sportverenigingen. De ondersteuning van sportverenigingen bestaat onder meer uit:

  • Het treffen van energiemaatregelen en maatregelen gericht op biodiversiteit en klimaatadaptatie;

  • Het delen van kennis;

  • Het maken van een energiescan met adviesgesprek;

  • Ondersteuning bij de aanvraag van subsidies en leningen.

De komende periode gaan we bekijken hoe we de Utrechtse Plus een vervolg kunnen geven in samenwerking met het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk Vastgoed van het programma Energietransitie. Met dit programma krijgen bijvoorbeeld cultuur- en onderwijsinstellingen ondersteuning van adviesbureaus en coaches bij energiescans en adviseringstrajecten.

C2. Kennis delen over rol van sport en bewegen bij inclusie, preventie en gezondheid

We zetten in op het delen van kennis rondom sport en bewegen op verschillende manieren:

  • Samenwerkingen via Provinciaal Sportakkoord Utrecht voortzetten. We stimuleren via het Provinciaal Sportakkoord Utrecht (PSU) samenwerkingen tussen de 26 Utrechtse gemeenten en diverse organisaties uit de sport-, onderwijs-, zorg- en welzijnssector. Dit doen we om innovatieve concepten te ontwikkelen en kennis over de effecten van sport en bewegen op gezondheid en preventie te verspreiden. Deze aanpak stelt ons in staat om trends en behoeften tijdig te signaleren, doelgroepen beter te bedienen en innovatie te stimuleren. Zo kunnen we bijvoorbeeld op verzoek van gemeenten meedenken bij vraagstukken over instandhouding van accommodaties. Een financiële bijdrage aan exploitatie of bouw van accommodaties is in dit soort gevallen niet mogelijk.

  • Organiseren kennissessies. We gaan door met de kennissessies rondom sport- en beweegthema’s. Deze sessies vergroten het bewustzijn over inclusie en dragen bij aan een veilige, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. De kennissessies zijn vraaggestuurd en helpen partners uit de sector bij het oplossen van sport- en beweeggerelateerde vraagstukken.

  • Aanmoedigen lokale en regionale kennisdeling. We faciliteren de samenwerking tussen lokale sportverenigingen en andere sportaanbieders, lokale en regionale sportbedrijven, terreineigenaren en gemeenten. We moedigen het delen van kennis hierbij aan.

C3. Gezamenlijk onderzoeken regioprofilering

Vanuit landelijke programma’s - zoals het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) - wordt ingezet op domeinoverstijgende samenwerking tussen Sport, Gezondheid, Welzijn en Ruimtelijke Ordening. Dit vereist ook een gezamenlijke koers op regionaal niveau. We verkennen daarom samen met de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) hoe regioprofilering hieraan kan bijdragen. Door met gemeenten afspraken te maken over wie we als regio zijn en waar we op sportgebied willen inzetten, maken we gericht samenwerken makkelijker. Zo wordt ook maatwerk en een betere afstemming van beleid en uitvoering mogelijk. Deze gezamenlijke verkenning resulteert in een regioprofiel.

We gebruiken daarnaast sportevenementen om maatschappelijke impact te creëren en onze doelstellingen zichtbaar te maken op bijvoorbeeld het gebied van cultuur, gezonde voeding en gezondheid, duurzaamheid, toerisme en internationale betrekkingen. Een groot, internationaal buitencategorie sportevenement zet ons op de kaart als plek waar het prettig verblijven, recreëren, sporten en bewegen is. Mocht zich een sportevenement aandienen dat aansluit op onze provinciale ambities en de gewenste nationale dan wel internationale profilering, dan zal daar een aparte beoordeling en besluitvorming vanuit het provinciaal bestuur voor komen.

Voor doel C werken we samen met:

  • Nationale sportorganisaties

  • Partners van het Provinciaal Sportakkoord Utrecht

Lees meer over Vereniging Sport en Gemeenten op: sportengemeenten.nl

Lees meer over Gezond en Actief Leven Akkoord op: www.rijksoverheid.nl

Lees meer over Nationaal Preventieakkoord op: www.rijksoverheid.nl

Lees meer over Integraal Zorgakkoord op: www.rijksoverheid.nl

Bijlage II Financiën

Begroting beleidsprogramma recreatie, toerisme, sport en bewegen

 

Overbruggingsjaar 2026

2026

2027*

2028*

2029*

Hoofdstuk

Hoofdstuk 2. Behouden en ontwikkelen recreatiegebieden en recreatieve voorzieningen

€ 2.709.000

€ 2.709.000

€ 2.409.000

€ 2.209.000

Doel A

Bestaande recreatiegebieden zijn van goede kwaliteit en worden goed en professioneel onderhouden en beheerd

€ 2.459.000

€ 2.459.000

€ 2.159.000

€ 2.159.000

Doel B

De recreatieruimte groeit evenredig mee met de verstedelijking

-

n.t.b.

n.t.b.

n.t.b.

Doel C

De voorzieningen in recreatiegebieden sluiten beter aan op de bestaande en toekomstige behoefte

-

n.t.b.

n.t.b.

n.t.b.

Doel D

Vakantieparken en recreatiewoningen zijn aantrekkelijker en vitaler, en worden uitsluitend bedoeld voor dag- en verblijfsrecreatie

€ 250.000

€ 250.000

€ 250.000

€ 50.000

Hoofdstuk

Hoofdstuk 3. Verbeteren recreatieve routenetwerken

€ 944.526

€ 945.000

€ 945.000

€ 945.000

Doel A

Het bestaande recreatieve hoofdroutenetwerk wordt behouden, onderhouden en ontwikkeld

€ 934.526

€ 935.000

€ 935.000

€ 935.000

Doel B

Het recreatief hoofd(route)netwerk sluit beter aan op lokale netwerken

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Hoofdstuk

Hoofdstuk 4. Sturen op bezoek

€ 1.171.170

€ 670.000

€ 670.000

€ 670.000

Doel A

Er is een betere balans tussen de recreatief-toeristische druk en de draagkracht van de leefomgeving

€ 500.000

€ 200.000

€ 200.000

€ 200.000

Doel B

Er is een meer toekomstbestendige vrijetijdssector waar iedere inwoner van de provincie van kan profiteren

€ 398.670

€ 400.000

€ 400.000

€ 400.000

Doel C

Bezoekers passen bij de identiteit en het profiel van de provincie

€ 272.500

€ 70.000

€ 70.000

€ 70.000

Hoofdstuk

Hoofdstuk 5. Stimuleren bewegen en gezondheid

€ 328.300

€ 220.000

€ 220.000

€ 220.000

Doel A

De buitenruimte is beter geschikt voor sporten en bewegen

€ 150.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

Doel B

Meer mensen kunnen sporten en bewegen

€ 78.300

€ 70.000

€ 70.000

€ 70.000

Doel C

Een vitale en toekomstbestendigde sport- en beweegsector

€ 100.000

€ 100.000

€ 100.000

€ 100.000

Totaal

beleidsprogramma recreatie, toerisme, sport en bewegen

€ 5.152.996

€ 4.544.000

€ 4.244.000

€ 4.044.000

Toelichting:

* Middelen zoals opgenomen in de provinciale meerjarenbegroting

* Begrotingsjaar 2026 is aangewezen als overbruggingsjaar voor het nieuwe programma Recreatie, Toerisme, Sport en Bewegen.

* Indexering van de kosten voor gemeenschappelijk regelingen (recreatieschappen) en bestuurlijke convenant (Routebureau) wordt gedekt vanuit de stelpost Indexeringen in de provincie begroting.

* Vanaf 2027 vallen weg: incidentele middelen à €526.000,- en eerder doorgevoerde bezuiniging op de provinciale begroting.

* Vanaf 2028 vallen weg: middelen ten behoeve van Recreatie om de Stad à €300.000,-.

* Vanaf 2029 vallen weg: middelen ten behoeve van extra inzet Vakantieparken à €200.000,-.

* Een aantal posten wordt nog nader onderzocht op basis van de ambities uit de Kaderstelling.

* Middelen voor doel 2B zijn onder andere meegenomen via Groen Groeit Mee.

Bijlage III Begrippenlijst

Autonome groei Zelfstandige toename (van bijv. bezoekers), zonder invloed van externe factoren zoals provinciaal beleid.

AVP Agenda Vitaal Platteland

Bestemmingsmanagement De landelijk omarmde aanpak voor het sturen op gebieden, locaties en voorzieningen in het vrijetijdsdomein. De aanpak bestaat onder andere uit het sturen van vraag en aanbod, samenwerking en monitoring en evaluatie. Sturen op bezoek is onderdeel van bestemmingsmanagement. Zie ook: nlbestemmingsmanagement.nl voor meer informatie.

Bovenlokaal dagrecreatieterrein Terrein dat voorziet in een dagrecreatiefunctie voor meer dan de aanliggende kernen of aantoonbaar meer dan 50.000 unieke bezoekers per jaar trekt.

BRTN Basis Recreatie Toervaart Net. Zie ook: Recreatietoervaartnet.

DMO Destinatiemanagementorganisatie

Fietsroutes Voor fietsers is er een landelijk dekkend netwerk van fietsknooppuntenroutes en enkele Langeafstand Fietsroutes (LF-routes). Het fietsroutenetwerk is onderdeel van het RHN, aangesloten op de aangrenzende provincies en loopt net als de wandelroutes door tot in de steden en dorpen. Ook het merendeel van de TOP’s sluit aan op het fietsroutenetwerk. Omdat het knooppuntensysteem in heel Nederland wordt gebruikt - en wordt ondersteund door apps - is de bekendheid groot en wordt er veel gebruik van gemaakt.

LDA Landelijke Data Alliantie

MC-RU Marketingcoöperatie Regio Utrecht. Een samenwerking van 9 destinatiemanagement-organisaties (DMO's) uit de provincie.

MICE Meetings (vergaderingen), Incentives (belonings- en motivatiereizen), Conventions (congressen), Exhibitions (beurzen).

Nationaal Masterplan Lopen Zestig partijen, waaronder overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven zetten zich via het Nationaal Masterplan Lopen in voor een samenleving waarin lopen voor iedereen een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven is.

NPUH Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Zie ook: Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug voor meer informatie.

NTFUNederlandse Toer Fiets Unie. Zie ook: NTFU.nl voor meer informatie.

PSU Provinciaal Sportakkoord Utrecht. Een samenwerkingsverband van 57 partners, waaronder alle 26 Utrechtse gemeenten en diverse organisaties uit de sport-, onderwijs-, zorg- en welzijnssector. Gezamenlijk zetten zij zich in voor een gezonde en actieve leefomgeving voor alle inwoners van de provincie. Het akkoord richt zich op vier thema’s: sport en bewegen in de openbare ruimte, duurzame sport, inclusieve sport en gezondheid & preventie. Het Provinciaal Sportakkoord Utrecht benadrukt het belang van samenwerking tussen verschillende sectoren om sport en bewegen voor iedereen mogelijk en aantrekkelijk te maken.

Recreatief Hoofdroutenetwerk (RHN)Een samenhangend netwerk van (boven)regionale routes voor onder andere wandelen, fietsen en varen, met toeristische overstappunten (TOP’s). Zie ook: wandelroutes, fietsroutes, vaarroutes en TOP’s.

Recreatietoervaartnet Een net van voor de recreatietoervaart bevaarbare wateren waarvoor de hoogte- en dieptematen zijn vastgesteld volgens het Basis Recreatie Toervaartnet (BRTN) en wenselijke bedieningstijden voor bruggen en sluizen worden bepaald. Het recreatietoervaartnet is onderdeel van het RHN.

RodS Recreatie om de Stad. Voormalige Rijksprogramma met betrekking tot recreatiegebieden rond de grote steden. Na bezuinigingen door het rijk, heeft de provincie de gebieden samen met partners in herijkte vorm afgerond.

SNL Subsidiestelsel Natuur en Landschap.

Street sports Voorheen vaak urban sports genoemd. Verzamelnaam voor sporten die (vooral) op straat beoefend worden: BMX, Freerunning, Breakdance, skateboarden, straatvoetbal en nog veel meer.

TBO Terreinbeherende organisatie.

TOP Toeristisch Overstappunt. Punt waar je van het ene vervoersmiddel kunt overstappen op het andere vervoersmiddel. Bijvoorbeeld van de auto op de fiets. Of van de fiets naar een boot. De provincie Utrecht beschikt over tientallen TOP’s. De TOP’s zijn onderdeel van het RHN.

UCA Utrecht Congres Alliantie. De UCA houdt zich bezig met het op de kaart zetten van Utrecht als dé stad en regio voor het organiseren van internationale topcongressen en daarmee aan het bouwen aan ons gewenste profiel als de gezond(st)e regio. De UCA richt zich specifiek op congressen die passen bij ‘Utrecht, Heart of Health’ en aansluiten bij de regionale speerpunten Life Sciences & Health, New Digital Society en Smart Sustainability.

Utrechtse Plus Het verduurzamingstraject Utrechtse Plus is er voor alle sportverenigingen en stichtingen die willen starten met verduurzaming, gericht op clubs in de provincie met accommodatie deels of volledig in eigen beheer.

Vaarroutes In onze Omgevingsvisie is het recreatietoervaartnet vastgelegd. Het is onderdeel van het landelijke Basis Recreatie Toervaartnet (BRTN). De vaarroutes sluiten onder meer goed aan op de Hollandse Plassen in Noord- en Zuid-Holland en op het regionaal kanonetwerk, zodat een aaneengesloten watersportgebied ontstaat. In het westen van de provincie is een uitgebreid knooppuntensysteem voor varen: het sloepennetwerk. Het leidt onder andere door steden als Utrecht, Woerden en Montfoort.

VUR Visit Utrecht Region is een programma gericht op de (inter)nationale bezoeker dat inzet op het verbinden en presenteren van de regio als één bestemming en op het spreiden van toeristen over de regio.

Wandelroutes De wandelroutes in Utrecht bestaan uit het wandelroutenetwerk, lange-afstandswandelroutes en een uitgebreid netwerk van streekpaden zoals het Grebbeliniepad, het Utrechtpad en het Kromme Rijnpad. Het wandelroutenetwerk is onderdeel van het RHN, is inmiddels in een groot deel van de provincie aangelegd en loopt door tot in de steden en dorpen. Ook gemeenten en particuliere terreineigenaren hebben bewegwijzerde routes. Deze zijn echter geen onderdeel van het RHN.

Zakelijke bezoeker Bij het spreiden in tijd en ruimte speelt de zakelijke bezoeker een belangrijke rol. Zakelijke bijeenkomsten vinden namelijk tegengesteld plaats ten opzichte van de vrijetijdsmarkt. Zo komen zakelijke bezoekers op de momenten dat er juist minder recreatieve bezoekers zijn. Bijvoorbeeld doordeweeks en buiten de schoolvakanties. Congressen, beurzen en andere zakelijke bijeenkomsten zorgen voor economische stabiliteit en werkgelegenheid, ook in perioden met minder recreatieve drukte. Zakelijk bezoek leidt verder tot combinatie- en herhaalbezoek en genereert hoge bestedingen. We zetten daarbij vooral in op de MICE -markt: seminars, congressen en beurzen. Deze groep heeft een grotere economische impact door meerdaagse en hogere bestedingen en is gerichter te benaderen.

Bijlage IV Meest relevante beleidsuitwerking in relatie tot RTSB

Wat is er al?

Doel of subdoel dat raakvlak heeft met RTSB

Uitwerking in beleid/subsidie?

Looptijd

Groen Groeit Mee

Recreatief groen, natuur, water en landschap evenwichtig mee laten groeien met de toenemende verstedelijking in de provincie Utrecht.

Groen Groeit Mee Pact met meer dan 40 partners. Uitwerking in vier voorbeeldgebieden: Hollandsche Ijssel, Kromme Rijn Linie Landschap, De Roode Haan en Zuidelijke Eemvallei. Tenderregeling 2025-2027 voor versterken van bestaand groen en ontwikkeling nieuw groen, 5 miljoen euro in 2025 en 5 miljoen euro in 2026.

Tot 2040

Bereikbaarheidsprogramma

Het realiseren van goede, veilige en logische looproutes naar bushaltes en veilige fiets- en voetgangersoversteken over provinciale wegen

Lopen is integraal verwerkt in de uitvoeringsprogramma’s voor Publieke mobiliteit, Gezonde en veilige mobiliteit en Infrastructuur en benutten.

2024-2029

Bereikbaarheidsprogramma

Meer fietsen over een sterk netwerk.

Uitbreiden van het doorfietsroutenetwerk en stimuleren van het gebruik van de fiets.

2024-2029

Programma Cultuur en Erfgoed: Verbindende cultuur en inspirerend erfgoed: toekomstbestendig en voor iedereen

Iedereen kan kennis maken met cultuur, kan meedoen aan culturele activiteiten en kan zijn of haar talenten ontwikkelen.

Ondersteunen Jeugdfonds en Cultuur, ondersteunen veelzijdig en kwalitatief hoogwaardig aanbod aan culturele festivals.

2025-2028

Natuur

Mensen beleven en betrekken bij natuur.

Financiële bijdrage aan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, voorwaarde voor recreatieve openstelling vanuit Subsidiestelsel Natuur en Landschap.

 



Utrechts Programma Landelijk Gebied

Een sterk landelijk gebied, natuurlijk in balans. Doelen voor natuur, water, klimaat en landbouw.

Subsidie beschikbaar voor maatregelpakketten. Op het gebied van recreatie voornamelijk maatregelenpakket 1.'Groenblauwe linten en scheggen en boerensloten', 59,4 miljoen euro.

Tot 2035

Economische visie Provincie Utrecht: Focus op een vitale en duurzame economie

Het economisch profiel (gezond stedelijk leven) is sterk en zichtbaar/competitief.

Stimuleren en meefinancieren van kennisevenementen. Profileren regio als Utrecht, Heart of Health.

2020-2027

Programmaplan Energietransitie

De provincie Utrecht wil zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk 2050 klimaatneutraal én klimaatbestendig zijn.

Ontzorgingsprogramma voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het MKB, voor onder meer gemeentelijke sportgebouwen en sportbedrijven vallen. Uitvoeringsverordening subsidie Energietransitie provincie Utrecht (UsET) en het Energiefonds Utrecht voor sportorganisaties en vakantieparkeigenaren. Utrechtse Plus voor ondersteuning van sportverenigingen.

2020-2025

Sociale Agenda

Meer gelijke kansen voor inwoners op het gebied van sport en bewegen, recreatie en toerisme en andere voorzieningen waar de provincie verantwoordelijkheid draagt. We stimuleren een provincie waarin iedereen kan meedoen, zichzelf kan zijn en waar geen discriminatie geen plaats heeft.

Toepassen en verder ontwikkelen van de ‘sociale bril’ in beleid en uitvoering.

2023-2027

Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie

Realiseren van een koelere en gezonde leefomgeving. Klimaatbestendig en waterveilig in 2050.

Kennis en expertise leveren aan terreinbeherende organisaties over de risico’s van klimaatverandering en over mogelijke maatregelen.

2025-2028

Programma Gezond en Veilig

Er is voldoende kwalitatief hoogwaardige groenblauwe ruimte.

Mensen verplaatsen zich voornamelijk lopend, met de fiets of het OV.

De ruimtelijke inrichting draagt bij aan een inclusieve samenleving waarin alle mensen kunnen meedoen.

Diverse methoden, waaronder interne 'Gezondheidsscan' en 'gezondheidseffectscreening'.

2022-2025

Uitvoeringsplan Ondermijning 2025-2026

Stevigere veiligheidsaanpak binnen verschillende

beleidsdomeinen, waaronder vitale vakantieparken.

Verbeteren van de informatiepositie door meer inzicht te krijgen in de problematiek op vakantieparken, onder meer door het inzetten van (bestuurlijke) interventie, opzetten van een expertteam, stimuleren van het bijwerken van de BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen) data met de gegevens van recreatieobjecten en gebouwen.

2025-2026

Hart van de Heuvelrug

Tegengaan versnippering van de natuur op de Utrechtse Heuvelrug. Natuurnetwerk robuuster maken door natuurgebieden met elkaar te verbinden. Binnen dat robuuste natuurnetwerk maakt het programma ook ruimte voor wonen, werken, recreatie en zorg.

Wandel en fietspaden in de gerealiseerde natuur.

2004-

Programma Veilige en Mooie Dijken

Een aantrekkelijker en gezonder dijkenlandschap voor mens en dier.

Investeringen in o.a recreatief routenetwerk, recreatiegebieden en cultuurhistorie en landschapselementen.

2020 - 2027

Oostelijke Vechtplassen

Versterken van de waterkwaliteit, ecologie en natuur, recreatie en toerisme (in samenwerking met gebiedspartners).

Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen met 21 partijen: (semi)overheden, bewoners- en natuurorganisaties en ondernemers.

2017-2027

Actieagenda Vitale Samenleving

Het bevorderen van een leefbare, veilige, groene en gezonde leefomgeving. Iedereen kan meedoen en ervaart eigen regie (actieve bijdrage aan de samenleving.

Dorpendeals: gemeenten, ondernemers en maatschappelijke organisaties die werken aan transities zoals energie, ruimtelijk, zorg & sociale transitie. 3,8 miljoen euro voor minimaal 19 dorpendeals 2025, 2026 en 2027.

2025 - 2027

Bodem- en Waterprogramma

Voldoende gelegenheid om te zwemmen.

De provincie ziet toe op de veiligheid en waterkwaliteit van de aangewezen zwemwaterlocaties.

2022 - 2027

Regionale Strategie Fiets Stimulering

Het doel van de provincie is dat tenminste 50% van alle ritten tot 15 kilometer met de fiets worden afgelegd.

Verschillende fietsstimuleringsacties onder de paraplu van Ik fiets.

2024-2029

Programma Wonen en Werken

Voldoende (ruimte voor) woningen en bedrijventerreinen.

Het proces om te komen tot een programma herhaalt zich elke 1,5 jaar. Dat betekent dat elke 1,5 jaar een nieuw programma wordt vastgesteld, waarbij gemeenten nieuwe locaties kunnen voorstellen voor wonen en werken. Daarbij worden kwalitatieve ambities en randvoorwaarden meegegeven voor de te realiseren woon- en werklocaties.

2025 - 2040

Bijlage V Overzicht kaartafbeeldingen

Bundel PRTSB_DSO_kaarten_20250707.pdf

Naar boven