Verkeersbesluit voor het instellen van een omleiding voor het busverkeer vanaf de busbaan naar de Prins Bernhardstraat te Hilversum

BUNWG20250710DD-01

Inleiding

Het betreft een tijdelijke aansluiting op de HOV-baan in Hilversum t.h.v. de prins Bernhardstraat van 7 juli 2025 t/m 19 december 2025. De aansluiting is nodig om een keerlus mogelijk te maken tijdens werkzaamheden aan het busstation. Om het busstation af te kunnen maken is werkruimte nodig. Deze ruimte voorkomt dat bussen na het opladen bij de laadstations een rondje kunnen rijden naar de bushaltes toe.De tijdelijke aansluiting is nodig om een alternatief rondje te bieden naar de bushaltes

Maatregelen en motivering

De voorgestelde tijdelijke maatregel is noodzakelijk om de bereikbaarheid en functionaliteit van het busstation gedurende de werkzaamheden te behouden. Hiermee wordt voorkomen dat het openbaar vervoer vertraagd raakt en worden de logistieke mogelijkheden voor de aan- en afvoer van reizigers en voertuigen gedurende de bouwfase optimaal gefaciliteerd.

Daarnaast wordt met de bovenstaande maatregelen de veiligheid van reizigers, buschauffeurs en wegwerkers geborgd en wordt voorkomen dat onbevoegd gemotoriseerd verkeer gebruik gaat maken van de HOV-baan. Tegelijkertijd blijft ook de bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten gegarandeerd.

De maatregelen worden getroffen is ter hoogte van de busbaan t’Gooi met de kruising Prins Bernhardstraat. Het hekwerk langs de busbaan wordt verwijderd, waardoor de bus linksaf kan slaan. Dit wordt aangegeven door het bord D5-l. Alleen nood en hulpdiensten mogen wel rechtdoor rijden. Dit wordt aangegeven middels een onderbord.

De busbaan wordt verder afgesloten door middel van verkeersbord C2 (gesloten in deze richting), zodat duidelijk is dat de route op de busbaan is afgesloten. Onder dit verkeersbord wordt een onderbord geplaatst met de tekst "uitgezonderd nood- en hulpdiensten".

Noodzaak en doelstelling

Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het plaatsen en verwijderen van de borden C2 en D5-l, van bijlage I van het RVV 1990, een verkeersbesluit worden genomen.

De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid ervan. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994.

Advies politie

Over een verkeersbesluit moet op grond van artikel 24 van het BABW-overleg worden gevoerd met de korpschef van het betrokken politiekorps. Dit besluit is voorgelegd aan de daartoe gemachtigde medewerker Verkeersadvisering van de politie. Deze heeft een positief advies gegeven.

Afweging belangen

De kern van deze maatregel is het waarborgen van een goede bereikbaarheid en doorstroming van het openbaar vervoer tijdens de werkzaamheden aan het busstation. Zonder de tijdelijke aansluiting kunnen bussen na het opladen bij de laadstations het reguliere rondje naar de bushaltes niet maken, wat zou leiden tot schorsing of ernstige vertraging van busdiensten. Dit heeft direct een negatief effect op de betrouwbaarheid van het ov-aanbod voor reizigers.

Het weren van onbevoegd verkeer op de tijdelijke aansluiting is noodzakelijk om de veiligheid van buschauffeurs, reizigers, wegwerkers en andere weggebruikers te waarborgen. De voorgestelde verkeersmaatregelen (C2, D5-l met onderborden) zorgen ervoor dat alleen bevoegde voertuigen, met name bussen en nood- en hulpdiensten, toegang krijgen. Hiermee worden risico’s op conflicten en verkeersongevallen geminimaliseerd.

Nood- en hulpdiensten moeten in voorkomende gevallen onbelemmerde doorgang hebben tot de HOV-baan en het busstation. Door het opnemen van de uitzondering op de borden (onderbord "uitgezonderd nood- en hulpdiensten") blijft deze bereikbaarheid gegarandeerd.

De tijdelijke aansluiting en bijbehorende afsluiting kunnen tijdelijk impact hebben op omwonenden en het overige verkeer. Deze hinder is echter tijdelijk en noodzakelijk om de uitvoering van de werkzaamheden en de werking van het busstation te faciliteren.

Bevoegdheid

De weg waarop dit verkeersbesluit betrekking heeft, valt onder het beheer van de provincie Noord-Holland. Daarom zijn wij, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, het bevoegde bestuursorgaan om dit besluit te nemen, op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994. Het besluit is gebaseerd op deze wet en bijbehorende regelgeving, zoals het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

Volgens artikel 15 van de Wegenverkeerswet is een verkeersbesluit vereist voor de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. Artikel 12, sub a, van het BABW bepaalt dat een verkeersbesluit nodig is voor het tijdelijk afsluiten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee en uitzondering van (brom)fietsers.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

• 1. Door plaatsing van verkeersbord C2, met onderbord ‘uitgezonderd nood- en hulpdiensten’, uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV),

• 2. Door plaatsing van verkeersbord D5-l, met onderbord ‘uitgezonderd nood- en hulpdiensten’, uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV),

Haarlem, 10-07-2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

Namens dezen,

Plaatsvervangend sectormanager Netwerkmanagement en Gebruik

Dhr. D. Dezdar

Rechtsmiddelen

• 1. Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

  Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens van het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken, Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

  Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u –bij een spoedeisend belang- een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland.

Informatie

Voor vragen of opmerkingen over het besluit kunt u bellen met het servicepunt Noord-Holland, telefoonnummer (gratis): 0800 0200 600.