Besluit van Gedeputeerde Staten van 8 juli 2025 houdende wijziging van de Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns 2024-2027

Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân,

 

Gelet op artikel 1.3, derde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2022,

 

BESLUITEN

 

De Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns 2024-2027 als volgt te wijzigen:

Artikel I  

A

 

In artikel 1.4 wordt onder vernummering van het tweede lid naar het derde lid, na het eerste lid een lid toegevoegd dat luidt:

 

  • 2.

    Het college kan in een openstellingsbesluit nadere, of van de regeling afwijkende, regels vaststellen voor één of meerdere gebieden genoemd in artikel 1.2..

B

 

Artikel 1.6, eerste lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat alle van overheidswege vereiste vergunningen of andere toestemmingen voor de activiteiten zijn verkregen..

C

 

Artikelen 1.7 en 1.8 komen te vervallen en er wordt een nieuw artikel 1.7 ingevoegd dat luidt:

 

Artikel 1.7 Vaststelling

Bij subsidies die worden vastgesteld op basis van de werkelijke kosten en opbrengsten wordt anders dan bij de verlening niet het maximale percentage subsidie ten opzichte van de subsidiabele kosten berekend, zoals genoemd in artikelen 2.6 en 3.6, maar wordt de berekeningswijze in artikel 3.3 UAsv toegepast..

 

D

 

Artikel 2.1, tweede lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 2.

    In ieder geval wordt geen subsidie verstrekt voor periodiek terugkerende activiteiten..

E

 

Artikel 2.5, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 2.5 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 2.4 UAsv komen reguliere exploitatiekosten niet voor subsidie in aanmerking..

 

F

 

Artikel 2.7, zevende lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 7.

    Artikel 2.7, tweede lid, onder d, en derde lid, onder d, en het vierde lid voor zover deze ziet op het derde lid, onderdeel d, zijn niet van toepassing in het gebied “Waddeneilanden” zoals benoemd onder artikel 1.2, eerste lid onder a..

G

 

In artikel 2.8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onder vernummering van de onderdelen b., c. en d. naar c., d. en e. een onderdeel toegevoegd na a. dat luidt:

    • b.

      De aanvraag in hoofdzaak gaat om een dorps- of buurtfeest, borrel, optocht, braderie, barbecue of daarmee gelijk te stellen activiteiten;.

  • 2.

    In het nieuwe onderdeel e. vervalt de tekst “of een deel daarvan”.

H

 

Artikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    het eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Onverminderd de voorwaarden en verplichtingen in Paragraaf 2.4 van de Asv 2022 en Paragraaf 2.4 van de UAsv, is de subsidieontvanger verplicht om de gesubsidieerde activiteiten binnen 24 maanden na de datum van subsidieverstrekking uit te voeren..

  • 2.

    In het tweede lid vervalt de tekst “, onderdeel b,”.

I

 

Artikel 3.5 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 3.5 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 2.4 van de UAsv komen kosten die verband houden met regulier onder niet voor subsidie in aanmerking..

 

J

 

Artikel 3.9 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 3.9 Verplichtingen subsidieontvanger

Onverminderd de voorwaarden en verplichtingen in paragraaf 2.4 Asv 2022 en paragraaf 2.4 Uasv, is de subsidieontvanger verplicht om de gesubsidieerde activiteiten binnen drie jaar na de datum van subsidieverstrekking te verrichten..

 

K

 

De Toelichting bij de Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns 2024-2027 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De alinea onder het kopje ‘Artikel 1.6 Opschortende voorwaarde’ wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Het college vindt het niet wenselijk dat er onzekerheid bestaat over de vraag of de activiteiten wel uitgevoerd kunnen worden. Als de uitvoering van de activiteiten afhankelijk is van een vergunning of andere toestemming, kan aan de subsidie de voorwaarde worden verbonden dat de subsidie pas verleend wordt als die vergunning of toestemming is verkregen. De subsidieontvanger moet dat aantonen. Daarnaast kan het zijn dat een aanvrager in zijn begroting inkomsten opvoert die feitelijk nog niet zijn ontvangen en waarvan ook nog niet vaststaat dat die zullen worden verkregen. Gedacht kan worden aan een subsidie die is aangevraagd bij een ander bestuursorgaan, maar waarop nog geen besluit is genomen. Ook kan gedacht worden aan een onzekere financiering of (andere) onzekere bijdrage van derden. In die gevallen kan het college ook besluiten de subsidie te verlenen onder opschortende voorwaarde dat de voor de activiteiten benodigde gelden daadwerkelijk zijn ontvangen, of zekerheid bestaat dat deze worden verkregen. De subsidieontvanger moet in dat geval aantonen dat hij de gelden heeft ontvangen of dat hij die met zekerheid zal ontvangen. Dat laatste kan bijvoorbeeld door een afschrift van een (later verkregen) subsidiebeschikking van het andere bestuursorgaan toe te sturen, waaruit volgt dat de subsidie voor het project is verleend. Ook kan bijvoorbeeld een verklaring van de geldschieter worden overgelegd, waaruit blijkt dat de aanvrager de in de begroting opgevoerde middelen onvoorwaardelijk zal ontvangen..

  • 2.

    De vierde alinea onder het kopje ‘Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten’ wordt gewijzigd en komt te luiden:

    Voor vernieuwingen binnen bestaande activiteiten kan wel een aanvraag worden ingediend. Daarbij moet in de aanvraag, begroting en dekking evident blijken welk onderdeel nieuw is en welke kosten daarmee annex zijn. De subsidieontvanger doet dit door de volledige begroting van de bestaande activiteit in te dienen, met daarin gemarkeerd, of afzonderlijk in een tweede begroting weergegeven, de nieuwe activiteiten. Na het indienen van de aanvraag kan vanwege de systematiek van de tenderprocedure geen aanvullende informatie worden opgevraagd om de aanvraag nader te duiden. Blijkt het vernieuwende element niet duidelijk uit de aanvraag dan wordt de aanvraag geweigerd als zijnde terugkerend evenement.

  • 3.

    De derde alinea onder het kopje ‘Artikel 2.5 Niet subsidiabele kosten’ vervalt.

  • 4.

    Na de laatste alinea voor het kopje ‘Paragraaf 3. Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen’ wordt de volgende tekst toegevoegd:

     

    Artikel 2.8 Weigeringsgronden

    In onderdeel b is bepaald dat subsidie wordt geweigerd als de aanvraag in hoofdzaak gaat om een dorps- of buurtfeest, borrel, optocht, braderie, barbecue of daarmee gelijk te stellen activiteiten. In de kern vallen deze activiteiten te zien als maatschappelijke initiatieven, echter het IMF is niet bedoeld om allerlei lokale feesten mogelijk te maken. Als een aanvraag alleen daarover gaat wordt het geweigerd.

    Een afsluitende borrel voor de vrijwilligers die aan de maatschappelijke initiatieven hebben meegewerkt, of een buurtfeest als kleine activiteit binnen een veel breder scala aan activiteiten of de feestelijke opening van een met subsidie aangelegde kaatsbaan wordt wel passend geacht en daarom ook mee gesubsidieerd.

     

    Onderdeel d wordt beperkt uitgelegd. Hier staat dat subsidie wordt geweigerd als voor dezelfde activiteiten reeds een provinciale subsidie is verstrekt. Het gaat er dan om dat er al subsidie voor de concrete activiteiten is verstrekt. Dus bij een festival, voor de daadwerkelijke editie waar subsidie voor wordt gevraagd. Ook is deze weigeringsgrond niet van toepassing als er subsidie wordt gevraagd voor een vernieuwing binnen een bestaande activiteit (artikel 2.1, tweede lid) waar al een andere provinciale subsidie voor de bestaande activiteit is verkregen. De vernieuwing wordt als andere of nieuwe activiteit beschouwd. Verder geldt dat als de aanvrager een exploitatie- of instandhoudingssubsidie krijgt, dit niet in de weg staat aan subsidie vanuit het IMF en deze weigeringsgrond dus niet van toepassing is.

  • 5.

    De derde alinea onder het kopje ‘Artikel 3.5 Niet subsidiabele kosten’ vervalt.

Artikel II  

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

Deze wijzigingsregeling geldt niet ten aanzien van subsidieaanvragen die zijn ingediend binnen een openstelling die is gestart voor de inwerkingtreding van dit besluit. Ten aanzien van die subsidieaanvragen blijft de Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns 2024-2027 van toepassing zoals die luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

Leeuwarden, 8 juli 2025

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris drs. ing. J.J. Algra

Naar boven