Vaststelling Subsidieregeling Advies Voucher MKB

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Drenthe 2023;

BESLUITEN:

de Subsidieregeling Advies Voucher MKB Drenthe vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

bedrijfsontwikkeling: het planmatige proces, gebaseerd op extern advies, waarbij een mkb-onderneming één of meer strategische, organisatorische, technologische, duurzame of sociaal-maatschappelijke verbeteringen onderzoekt, ontwerpt of voorbereidt, die aantoonbaar aansluiten op ten minste één van de thema’s, genoemd in artikel 3;

kennisleverancier: een private of publieke instantie met activiteiten die gericht zijn op kennisoverdracht en is ingeschreven bij de KvK of een buitenlands equivalent;

KvK: Kamer van Koophandel;

landbouwonderneming: een onderneming actief in de primaire productie van landbouwproducten als bedoeld in artikel 2, lid 9, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Algemene groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1);

marktinnovatie: het aanboren van nieuwe markten, het introduceren van nieuwe producten op bestaande markten en/of het vernieuwen van de marktbenadering;

mkb: midden- en kleinbedrijf. Gelijkgesteld aan de kleine en middelgrote onderneming definitie van Bijlage I van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1): ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet wordt overschreden;

productieketen: de aaneenschakeling van bedrijfshandelingen die nodig is bij de productie en levering van een product, van levering van de grondstof tot aan levering aan de eindgebruiker;

de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2023, L 15.12.2023);

technologische innovatie: een nieuwe technologie voor producten, diensten of processen van de onderneming;

verduurzamen: toepassen van maatregelen die bijdragen aan energiebesparing, duurzame energieopwekking of CO2-reductie.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel om de bedrijfsontwikkeling van mkb’ers die bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van een slimme en groene economie mét impact in Drenthe te stimuleren.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

• 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de inhuur van een kennisleverancier.

• 2. De kennisleverancier levert advies ten behoeve van een bedrijfsontwikkeling die aansluit op ten minste één van de thema’s Groen, Slim of Impact:

  • a. een bedrijfsontwikkeling sluit aan op het thema Groen als de subsidieaanvrager stappen wil zetten in het verduurzamen van zijn bedrijfsvoering of bedrijfsprocessen die uiteindelijk leiden tot grondstoffenbesparing of reductie van CO²-uitstoot. De beoogde maatregelen waarvoor advies nodig is, richten zich hierbij op:

    • 1° het efficiënter of circulair omgaan met bestaande of herbruikbare grondstoffen;

    • 2° de verduurzaming van het bedrijfspand, de bedrijfsvoering of de bedrijfsprocessen;

    • 3° het ontwikkelen of toepassen van biobased grondstoffen;

    • 4° het verkorten of transparanter maken van productieketens;

    • 5° het identificeren of ontwikkelen van circulaire business- of verdienmodellen;

    • 6° het in kaart brengen van de milieu-impact of het opstellen van een reductieplan;

    • 7° klimaat adaptieve of natuur inclusieve aanpassingen aan het bedrijfspand of directe bedrijfsomgeving;

  • b. een bedrijfsontwikkeling sluit aan op het thema Slim als de subsidieaanvrager stappen wil zetten op het gebied van innovatie of een meer digitale/data gedreven bedrijfsvoering. De beoogde maatregelen waarvoor advies nodig is, richten zich hierbij op:

    • 1° technologische innovatie;

    • 2° marktinnovatie;

    • 3° digitalisering, automatisering en optimalisering van processen;

    • 4° ontwikkeling van nieuwe digitale business- en verdienmodellen, digitale dienstverlening of digitale verkoopkanalen;

    • 5° aanpak cybersecurity (digitale weerbaarheid);

    • 6° het toepassen van kunstmatige intelligentie in bedrijfsprocessen of data gedreven werken, waaronder ook wordt verstaan het adviseren over of het inrichten van interne processen die gericht zijn op het verzamelen of het verwerken van data;

  • c. een bedrijfsontwikkeling sluit aan op het thema Impact als de subsidieaanvrager stappen wil zetten die doelbewust gericht zijn op het realiseren van sociaal-maatschappelijke impact. De beoogde maatregelen waarvoor advies nodig is, richten zich hierbij op:

    • 1° het aantrekken, begeleiden of duurzaam inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, inclusief diversiteits- en beloningsvraagstukken;

    • 2° stress- en verzuim¬preventie, vitaliteits¬programma’s en psychisch-welzijnsbeleid voor personeel;

    • 3° het versterken van de band met de directe omgeving of lokale gemeenschap, bijvoorbeeld via het (her)ontwerpen van buurt- of bedrijfshubs, het opzetten van participatie- en vrijwilligersprogramma’s, het ontwikkelen van buurtgerichte diensten of het uitwerken van sponsor- en partnerschapsstrategieën;

    • 4° het ontwikkelen en implementeren van concrete maatregelen, processen of instrumenten voor Leven Lang Ontwikkelen;

    • 5° bedrijfsovername of bedrijfsopvolging.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan mkb-ondernemingen gevestigd in Drenthe, met uitzondering van landbouwondernemingen.

Artikel 5 Aanvraag

In aanvulling op artikel 8 van de Asv wordt de subsidie aangevraagd door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en wordt voorzien van de volgende bijlagen:

• a. offerte van de kennisleverancier;

• b. de-minimisverklaring.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

De aanvraag voor subsidie kan worden ingediend van 15 juli 2025 tot 1 november 2027.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

De kosten die zijn gemoeid met het geven van het advies en die direct verband houden met de subsidiabele activiteiten, komen voor subsidie in aanmerking, met uitzondering van de kosten genoemd in artikel 8.

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

• 1. kosten voor een opleiding of cursus;

• 2. kosten voor een bezoek aan een symposium of beurs;

• 3. kosten voor een stage- of afstudeeropdracht;

• 4. kosten voor een brainstorm- of creativiteitssessie;

• 5. kosten voor het bouwen, beheren en inrichten van websites en sociale mediakanalen;

• 6. kosten voor advies of onderzoekwerkzaamheden die hoofdzakelijk betrekking hebben op het operationeel invullen van marketing- of communicatieactiviteiten.

Artikel 9 Subsidiehoogte

• 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 3.000,-- voor mkb-bedrijven.

• 2. In afwijking van het eerste lid, bedraagt de hoogte van de subsidie maximaal 60% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 3.600,-- voor mkb-familiebedrijven.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten publiceren jaarlijks het subsidieplafond.

Artikel 11 Verdeelsystematiek

• 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

• 2. Op het moment dat verstrekking van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 12 Weigeringsgronden

• 1. In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de Awb en de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a. de activiteiten hebben plaatsgevonden vóór het indienen van de aanvraag;

  • b. de subsidieaanvrager eerder subsidie van de provincie Drenthe heeft ontvangen op grond van deze subsidieregeling;

  • c. de subsidieaanvrager niet gevestigd is in Drenthe;

  • d. de subsidieaanvrager niet behoort tot het mkb;

  • e. de ingehuurde kennisleverancier niet ingeschreven staat bij de KvK of een buitenlands equivalent;

  • f. sprake is van belangenverstrengeling doordat de subsidieaanvrager tevens bestuurder, aandeelhouder, werknemer of op andere wijze zakelijk betrokken is bij de onderneming van de kennisleverancier, of omgekeerd;

  • g. de ingehuurde kennisleverancier bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad is van de subsidieaanvrager;

  • h. het advies uitsluitend betrekking heeft op persoonlijke coaching of persoonlijke ontwikkeling van de subsidieontvanger zonder direct verband met de bedrijfsvoering of digitale ontwikkeling van de onderneming;

  • i. de subsidieaanvrager een landbouwonderneming is.

• 2. Bij de beoordeling of sprake is van een landbouwonderneming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, wordt mede uitgegaan van de hoofdactiviteit zoals geregistreerd bij de KvK. In het bijzonder worden ondernemingen met een SBI-code binnen sectie A, divisies 01.1 tot en met 01.6 aangemerkt als landbouwondernemingen. Ondernemingen met SBI-code 1051 worden ook aangemerkt als landbouwondernemingen, tenzij minder dan 50% van de verwerkte melk afkomstig is van het eigen melkveebedrijf.

Artikel 13 Toetsingscriteria

• 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a. de inhuur van kennis is geënt op de bedrijfsontwikkeling van mkb’ers die aansluiting vindt bij de onderscheiden thema’s, maatregelen en voorwaarden, genoemd in artikel 3;

  • b. de kennis wordt ingekocht bij een kennisleverancier die aantoonbaar over de benodigde kennis of expertise beschikt in het gevraagde kennisdomein van bedrijfsontwikkeling.

• 2. Om in aanmerking te komen voor de in artikel 9, tweede lid, genoemde subsidie voor mkb- familiebedrijven, moet de aanvragende onderneming, niet zijnde een eenmanszaak of zzp’ers, voldoen aan ten minste twee van de volgende criteria:

  • a. minstens de helft van het economisch eigendom van de onderneming is in handen van één familie;

  • b. minstens de helft van de zeggenschap of besluitvormingsbevoegdheid binnen de onderneming berust bij één familie;

  • c. de leiding of het bestuur van de onderneming bestaat uit een meerderheid, of uit ten minste twee leden, afkomstig van één en dezelfde familie.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

• a. het project dient binnen zes maanden na subsidieverlening te zijn afgerond;

• b. de subsidieontvanger is bereid mee te werken aan een projectevaluatie.

Artikel 15 Verlening en vaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld en in één keer uitbetaald.

Artikel 16 Staatssteun

Subsidies in het kader van deze regeling worden alleen verstrekt voor zover dit mogelijk is met toepassing van de reguliere de-minimisverordening.

Artikel 17 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 15 juli 2025 en vervalt met ingang van 1 januari 2028.

Artikel 18 citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Advies Voucher MKB Drenthe.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 1 juli 2025

Kenmerk 4.9/2025000884

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4

Landbouwondernemingen zijn uitgesloten van deelname aan deze subsidieregeling. De belangrijkste reden hiervoor is het bestaan van een alternatieve regeling voor landbouwondernemingen: Project Boerenperspectief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Dit project is speciaal ontwikkeld voor de agrarische sector en biedt vergelijkbare ondersteuning voor bedrijfsontwikkeling en advisering die aansluit bij de specifieke behoeften en uitdagingen van landbouwondernemingen.

Door landbouwondernemingen uit te zonderen van deze regeling wordt ervoor gezorgd dat de beschikbare middelen efficiënt worden ingezet.

Artikel 7

Bij de aanvraag voor subsidie overlegt de aanvrager een overzicht van alle te maken kosten. Alle kosten worden opgegeven. Alleen de kosten die betrekking hebben op advies over activiteiten die aansluiten bij de prioritaire thema’s zijn subsidiabel.

Artikel 8

In dit artikel worden onder andere kosten genoemd die gemoeid kunnen zijn met het geven van het advies, maar waarvoor deze subsidie niet voor is bedoeld.

Artikel 12, lid 1, onder f

Belangenverstrengeling tussen subsidieaanvrager en kennisleverancier wordt met deze bepaling uitgesloten. De bepaling zorgt ervoor dat subsidieaanvragen worden geweigerd in gevallen waarin de aanvrager ook bestuurder, aandeelhouder, werknemer of anderszins zakelijk betrokken is bij de kennisleverancier, of omgekeerd. Dit betreft ook de gevallen waarin de ingehuurde kennisleverancier een moeder-, dochter- of zusteronderneming van de subsidieaanvrager is.

Met deze weigeringsgrond wordt een objectieve en onafhankelijke advisering gewaarborgd.