Wijziging Investeringsregeling reductie Stikstofemissie Noord-Nederland

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op:

 

 

 

- de Investeringsregeling Reductie Stikstofemissie Noord-Nederland

- titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 1.3 van de Algemene Subsidieverordening provincie Drenthe 2017;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Investeringsregeling reductie Stikstofemissie Noord-Nederland te wijzigen.

 

Investeringsregeling reductie Stikstofemissie Noord-Nederland

Artikel I

 

A

 

Artikel 1, onder c, komt te luiden:

externe deskundige: iemand die op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd is, onafhankelijk is, beschikt over actuele kennis en staat ingeschreven in het bedrijfsadviseringssysteem (BAS) van de Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs voor één of meerdere aandachtsgebieden gericht op het onderwerp kringlooplandbouw en in het bezit is van een erkenning op één of meerdere van de volgende aandachtsgebieden: stikstofemissie en hergebruik nutriënten (A1), gezonde bodem, water of teeltsystemen (A2), natuurinclusieve landbouw (A5) dan wel precisielandbouw (A6) of, indien het betreft de advisering in het kader van weidegang: staat ingeschreven als adviseur bij de Stichting Weidegang. De externe deskundige mag niet werkzaam zijn bij een onderneming die landbouwproducten, gewasbeschermingsmiddelen, diervoeders, landbouwmechanisatieproducten of meststoffen verkoopt of werkzaam zijn bij een onderneming die in een groep verbonden is aan een onderneming die deze producten verkoopt;

 

Aan artikel 1 wordt onder doornummering met de letter g. toegevoegd:

  • g.

    studiegroep: groep van agrarische ondernemers die gezamenlijk onderzoek doen onder begeleiding van een deskundige, op het gebied van onderwerpen die de bedrijfsvoering van de agrarische onderneming betreffen.

 

B

 

Artikel 7, lid 1, onder a, komt te luiden:

het laten opstellen van een advies conform een voorgeschreven format, door een externe deskundige als bedoeld in artikel 1, onder c, dan wel het deelnemen aan een studiegroep als bedoeld in artikel 1, onder g, welk advies of welke studiegroep ziet op een maatregel als bedoeld in het openstellingsbesluit;

 

Artikel 7, lid 3, onder d, komt te luiden:

uitgaven voor het laten opstellen van een advies door een externe deskundige, dan wel de kosten voor deelname aan een studiegroep.

 

C

 

Artikel 8, lid 1, komt te luiden:

De hoogte van de subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, bedraagt maximaal € 2.500,-- per advies.

 

Artikel 8, lid 2, komt te luiden:

De totale subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, bedraagt per agrarische onderneming maximaal € 5.000,--.

 

D

 

Artikel 9, lid 1, komt te luiden:

Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledige subsidieaanvragen tot het moment dat het desbetreffende subsidieplafond van de aangevraagde maatregel in het openstellingsbesluit wordt overschreden.

 

E

 

Artikel 11, lid 4, komt te luiden:

Tenzij in de beschikking tot verlening daartoe een eerdere of een latere termijn is voorgeschreven, dient de aanvrager zo snel mogelijk na het uitvoeren van de activiteit, doch uiterlijk binnen drie maanden na uitvoering, een verzoek tot vaststelling van de subsidie in.

 

F

 

Artikel 12, lid 4, komt te luiden:

Tenzij in het besluit tot subsidieverlening een termijn is opgenomen, voltooit de subsidieontvanger de uitvoering van het project met de activiteiten als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, alsmede de toepassing daarvan, binnen 24 maanden na de verzending van het besluit tot subsidieverlening.

 

Artikel II

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst, doch niet later dan op 10 juli 2024 mocht de bekendmaking na 10 juli 2024 plaatsvinden.

 

Artikel III

 

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Wijziging Investeringsregeling reductie Stikstofemissie 2024’.

 

Toelichting

 

Algemeen

Naar aanleiding van de openstelling van de regeling in 2023 is deze geëvalueerd. Deze evaluatie heeft geleid tot het opnemen van andere maatregelen of aangepaste maatregelen in het openstellingsbesluit. Om dat mogelijk te maken, moest op sommige onderdelen ook de investeringsregeling zelf worden aangepast.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1, lid 1, onder c: Er zijn extra eisen gesteld aan de adviseurs. Om hun onafhankelijkheid te garanderen, mogen zij niet gelieerd zijn of in dienst zijn van producenten of leveranciers van zaaigoed, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of diervoeders en dienen zij aan bepaalde kwalificaties te voldoen.

 

Artikel 1, lid 1, onder g, jo. artikel 7, lid 1, onder a, en lid 3, onder d: De regeling is aangepast om ook de kosten voor deelname aan zogenaamde studiegroepen subsidiabel te stellen.

Agrarische ondernemers kunnen nu zowel specifiek op bedrijfsniveau advies aanvragen als aan deskundigheidsbevordering doen door middel van deelname aan studiegroepen.

 

Artikel 8, eerste en tweede lid, zijn aangepast, waarbij de maximale subsidiebedragen voor adviezen en deelname zijn verhoogd van € 1.500,-- naar € 2.500,-- per advies met een maximum van € 5.000,-- per onderneming.

Voor de adviezen wordt een format voorgeschreven. Hiermee worden de adviezen eenduidig en vergelijkbaar. Het format schrijft voor hoe het advies moet worden ingevuld. Dit vraagt extra inspanningen van de adviseur. Als gevolg van deze extra inspanningen is ook het beschikbare budget per advies verhoogd.

 

Artikel 9, lid 1: Bij de vorige openstelling was er geen sprake van schotten tussen de verschillende maatregelen. Omdat de vorige openstelling al binnen enkele dagen was overtekend, is op basis van de afwijzingen besloten om per maatregel een apart subsidieplafond in te stellen. Dit maakt het echter noodzakelijk om de regeling hierop aan te passen.

 

Artikel 11, lid 4, jo. artikel 12, lid 4: Voor de uitvoering van de maatregelen staat, uitgezonderd voor de advisering en deelname aan een studiegroep, maximaal een periode van 24 maanden. De vaststelling van de subsidieverlening dient uiterlijk drie maanden na voltooiing van de activiteit te zijn ingediend. De datum van 31 december 2025 zoals die eerder in de regeling stond is daarmee verlaten. Overigens kan in de verleningsbeschikking van deze uitvoeringsperiode worden afgeweken.

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 18 juni 2024

Kenmerk 4.6/2024000875

 

Uitgegeven @ juni 2024

Naar boven